bezit uit Diauwemolen
bij Hoogmade aangekocht
Leiden
leeft nog
in zijn burcht
V.V.V.-directeur De Wilde:
BOUSSAC:
ZATERDAG 25 FEBRUARI 1967
edities.
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 3
Rijnlandse
Molen
stichting
breidt T) 1 1
In de onaantrekkelijke drie-
bij-drie-kamer van V.V.V.-
directeur De Wilde op de
Steenstraat vertikken de twee
kachels het om te doen. Alles
is er kil en grijs. Wat vuur
en fleur in de gebluste Leidse
VVV-gelederen probeert hij
zelf te brengen met zijn dy
namische gebaren en zijn
dossiers vol ideeën. Vanuit
het raam kijkt hij op de knop
pen van de struiken, waar
aan een bedeesd zonnetje wat
kleur probeert te geven en
die het VVV-gebouw van de
zomer als een weelderige
bontkraag zullen omlijsten.
Uit datzelfde raam ziet hij
het hart van Leiden met het
nog jonge voorhoo/d diep
gefronsd. Hij heeft zich de
opdracht gesteld dat oude
hart van Leiden met de jonge
vertakkingen er om heen te
gaan verkopen. Met enthou
siasme overigens, dat tot
uiting komt in de joviale
begroeting van vreemde be
zoekers: „Goeiemorgen, kom
er in
„Of je nu een
auto verkoopt of
een stad. Dal is
hetzelfde.
ONTMOETINGEN
dukt heeft meer facetten. Maar by
allebei moet je een duvelstoejager
zyn". En dan komt het toch, onver
biddelijk: "Leiden.... tja ik moet
zeggen dat Ik niet zo vreeseljjk ent
housiast ben over de toestand hier
als WV-man. Men is voorbijgegaan
aan de mogelijkheden die Leiden
heeft. Ik heb het idee dat Lelden
nog in zijn burcht leeft. De muren
zjjn dan wel geslecht, maar in feite
staat ze er nog. Als je daar Iets
over zegt dan krijg je als antwoord:
het is nu eenmaal zo. En meestal
is daarmee de kous af. Er zijn wei-
eens groepjes geweest, die wat le
ven in de brouwerij wilden brengen,
zoals de groep "Leiden leeft" bijv.
Ze gaan geruisloos ter ziele
Davy Jones' „You go your way"
A Is chauvinistische Leidse heb je
het altijd wel geweten, maar het
is prettig om het te horen bevesti
gen: "Leiden is een mooie stad. Lei
den heeft een boel te bieden". Vanuit
dat gezichtspunt hebben zich achter
de diepe fronzen in het voorhoofd van
de heer De Wilde een aantal ideëen
ontwikkeld, die Leiden nu, maar voor
al in de toekomst, die volwaardige
toeristische aandacht moeten geven,
die het toekomt. Hii zegt daarover:
"Als we over een paar jaar hier ln
Leiden niet klaar staan, dan gaan de
toeristen Leiden voorbij. En Leiden
heeft een gunstige ligging. We zitten
vlak onder de nieuwe startbaan van
Schiphol. Er zal praktisch evenveel
tijd mee gemoeid zijn om van die
startbaan naar het centrum van Am
sterdam te komen als naar Leiden.
We kunnen ons niet vergelijken met
Amsterdam. Maar er komen veel
mensen op Schiphol aan, die ook iets
anders willen zien dan Amsterdam.
Volgens voorspellingen in 1970 550-
duizend Amerikanen en in 1975 al
één miljoen. Daar moet je rekening
mee houden".
Er moet dus verbetering van de
hotelaccommodatie ln Lelden ko
men. Een moeilijk punt. Lelden
heeft 300 hotelbedden en 598 bedden
op privé-adressen. "Je hebt hotel
bedden en hotelbedden" zegt de heer
De Wilde daarover. "De toerist van
vandaag vraagt meer dan een bed.
Hy wil een douche en andere faci
liteiten. Daar ontbreekt het hier in
Leiden aan. We hebben eigeniyk
maar een hotel, dat zich met hotels
ln de grote steden kan meten. Nu
kan je wel bestraffend naar de ho
teliers w\|zen, maar die zitten met
het grote probleem van de renta
biliteit. 's Zomers hebben ze wel
wat te doen, maar 's winters zitten
ze met hun bedden ln hun maag.
Anderzijds is er ook altijd een ge
brek geweest aan direct contact
tussen de VW en het horeca-be-
drjjf. Daar is nu verandering in ge
bracht. We hebben twee bespre
kingen met elkaar achter de rug.
Bespreken is het enige wat we op
het ogenblik kunnen doen".
De "dooie stad Leiden" is de VW-
directeur een doorn in het oog.
"Ja" zegt hij "Qua vertier is hier niets
te doen. Dat heeft me ontstellend ver
baasd. Een tijdje geleden z\jn mijn
vrouw en ik uit geweest. Om half
tien waren we weer thuis van pure
ellende. Nee we waren niet naar de
bioscoop geweest. De toerist, die kan
nog niet eens naar huls. Die heeft
zijn hotelkamer, waar hij gauw op
uitgekeken is." En dan kruipt bij
Leidens WV-dlrecteur het bloed tóch
eventjes waar het niet gaan kan: "In
een stad als Rotterdam heb je be
schaafde dancings en goede bars.
Waarom ze er hier niet zijn? Die
sluitingstijden hè, daar zit iedereen
tegen aan te "hikken". Ilc weet ook
niet waarom dat niet wordt veran
derd. Er hangt hieren dan vul
ik maar aan, wat hi1 in zijn functie
eigenlijk wat moeilijk kan zeggen:
"Een wat Calvinistische sfeer".
"Maar aan de andere kant zegt de
heer De Wilde "je kunt geen dancings
en bars gaan plannen. Dat is een
kwestie van particulier initiatief'.
Er zjjn ln Leiden veel verschijn
selen waar de heer De Wilde
ellendig van wordt. De auto's op
het Pieterskerkhof bijvoorbeeld.
"Al dat blikwerk, eeuwig zonde.
Al ben Ik nog zo'n autoliefhebber.
Je zou die hele hoek daar volkomen
vrjj moeten maken. De Burcht.
Die is vanuit toeristisch oogpunt
bezien goud waard. Aan dat com
plex kan veel meer gedaan wor
den. Wat zie je nu: een burcht die
halverwege ln zyn restauratie is
bljjven steken, want er is geen geld
meer. Een herenlogement dat dicht
gespijkerd is. Een koetshuis waar
groentekarren ln staan. Die
Burcht, ik vergelyk hem met de
Tower. De sfeer, die hjj oproept is
dezelfde als bU de Tower. Er zou
een theehuls met een leuk terras
kunnen komen, een openluchtex
positie van wapens. Je moet het
tijdperk laten herleven. Desnoods
met suppoosten met hellebaarden.
Dat geeft kleur en fleur aan de
zaak".
Molen de Valk heeft de heer De
Wilde vanuit de trein nooit ge
zien. 's Morgens was hij te slaperig
voor en 's avonds te duf. "Een ju
weeltje" zegt hij nu." Een van de
grootste molens van het land. Ik zou
graag iets meer met die molen wil
len doen. Vooral in verband met de
toekomstige stadssanering. Dan komt
die hele boel daar vrij. Een foto van
de molen als zodanig gebruik ik op
de nieuwe hotellJjst en stadsplatte
grond. Dat moet het kenmerk van
Leiden worden. Je ziet hem prak
tisch overal. Waar ik ook verder op
door wil borduren is die Pilgrimfa-
thers-geschiedenis. Dat is iets wat
Amerikanen geweldig aanspreekt Er
zijn er nu al, die hiervoor speciaal
naar Leiden komen. Kijk dat is nu een
facet van het produkt, dat een beetje
omhoog gebracht moet worden".
Ideen genoeg. Voor een expositie
park van beeldhouwwerken rond
molen De Valk. Voor een touristi-
sche attractie als de Eftellng en
Madurodam, alleen veel instructie
ver enin Lelden. Centraal in
het plan hiervoor staat het water
waarmee Nederland onverbrekelijk
verbonden ls. Als de heer De Wilde
daarover vertelt wordt hy poëtisch.
Het wordt een waar epos over het
water en de Nederlander. Felteiyk
weergegeven komt het neer op
een duidelijk en levend overzicht
met foto's en maquettes van de wa
terhuishouding in Nederland.
Op schaal laten zien hoe beekjes ont
springen. hoe rivieren worden geka
naliseerd, wat er bij inpoldering komt
kijken, hoe sluizen en stuwdammen
werken, wat er te doen is in Neder
land op het gebied van de drinkwa
tervoorziening, de waterrecreatie en
de scheepvaart. En dat alles in Lel
den omdat Leiden aan de Rijn ligt.
"En dat doet Rotterdam toch maar
niet" zegt de heer De Wilde, daarmee
tonend dat hij op de goede weg is.
Toch vallen de vergelijkingen
met Rotterdam altijd in het
nadeel van Leiden uit. Het
Stationsplein, de dancings,
de dynamiek, het kan alle
maal veel beter volgens de
nieuwe VVV-directeur. We
hebben zo veel en we doen
er zo weinig mee, is de con
clusie van de oud-Rotterdam
mer, die naar Leiden is ge
komen om ons uit de burcht
te halen.
H. C.-v. B.
uitstek voor zomerjurken vonden wij
de fijne katoenen pigué door Boussac
„Cotignac" genoemd en de „Toile
weekend", in prijs variërend van 6,-
tot 10,- per meier.
Modieus
De modellen, die de mannequins
shoVvden waren door Franse eouture-
huizen gemaakt. Ze waren heel mo
dieus, maar men zal moeite moeten
doen om patronen te krijgen, die er
ook maar in de verte op lijken. Dat
verschijnsel is een verdienste en een
gemis van Boussac. een verdienste
omdat hij 'n progressieve, zeer chique
mode toont, die Nederland of later of
helemaal niet bereikt. Met name noe
men wij hier de tuniekrokken en de
vele volants die wij verleden jaar al
in de Boussac-show bespeurden.
Staaltjes van het fantasierijk kun
nen van Boussac waren niet alleen de
vele dessins (kleiner van vormen dan
verleden jaar) maar ook de werkelijk
grandioze kleuren, die tonen dat Bous
sac als het ware geen kleurmogelijk-
heid onbenut laat. Zeer overtuigend
kwam dit tot uiting in de modellen
na de pauze, de geklede, vaak weel
derig geplisseerde ensembles en in de
avondjurken.
-
goochelaar met stoffen en kleuren
Boussac-stoffen, stoffen van Franse makelij en in Leiden verkrijgbaar bij
de fa. Gronheid, werden gistermiddag en gisteravond geshowd door zes
mannequins in de Stadsgehoorzaal. Het uitgangspunt voor elke Boussac-stof
is „doodgewone" katoen, die allerlei bewerking ondergaat, waardoor zij
soms niet van natuurzijde te onderscheiden valt. De technische foefjes, die
Boussac weet uit te halen, worden elk jaar ingenieuzer.
Verleden jaar waren het de twee G-QmOTOJfUt
materialen met één dessin, dit jaar
niet alleen de verschillende materia
len met een dessin, maar ook de twee
op elkaar afgestemde motieven, die op
de japon b.v. vijf keer zo klein was
toegepast als op de jas. Streepjes op
de jas werden ruitjes op de jurk, bloe
metjes en stippen op het hesjes, wer
den alleen stippen van dezelfde
kleur overigens op het broekje. De
Boussac-show is de show by uitstek
Nieuw in deze show was ook dat
gene wat Boussac „Gamorama" noem
de. series van vier mannequins, die
één hoofdkleur toonde met drie nuan
ces. Daaruit bleek vaak hoe schier on
uitputtelijk de mogelijkheden met de
stoffen, kleuren en dessins zijn. Nieuw
was ook de „double-face" badstof, ter
wijl de badstof zelf o.m. uiteenviel in
een „frotté"-kwaliteit en een bontge-
weven japonbadstof, gegarneerd met
effen materiaal, dat voledig op het
dessin was afgestemd. Veel voorko
mend waren de z.g. co-ordennés, d.w.z.
een linnen kwaliteit en een tergal-
voile toegepast in hetzelfde dessin.
Heel treffend zagen we dat in het
strandensemble .Baryton". Stoffen bij
De voorganger van de tegenwoor-
dige molen was een wipmolen. Het
moet een grote molen zijn geweest
want zijn „vlucht" (wieklengte)
bedroeg 25,66 meter. Van deze mo
len is helaas geen foto bekend. Aan
vankelijk was het de bedoeling weer
een wipmolen te bouwen. Toen er
evenwel gelegenheid bestond een
reeds gesloopte, zeer solide acht
kante molen te kopen, werd daar
toe op 7 augustus 1903 door het
polderbestuur besloten. Jammer ge
noeg is niet bekend waar de aan
gekochte molen heeft gestaan.
Bijna een eeuw heeft een lid van
de bekende molenaarsfamilie Kraan
de Blauwemolen bemalen. Piet
Kraan, geboren op de Hondsdijkse-
molen by Koudekerk, werd in
1878/79 molenaar op de Blauwe
molen. Gelijk bijna alle Kranen was
hij groot en sterk, maar nog sterker
was zijn zoon Gerrit, die hem in
1912 als molenaar opvolgde. Hij
bemaalde de molen tot zijn dood in
De overhaal van de Blauwepolder
bij Hoogmade.
Links het kruihaspel van de molen
1960. Gerrit Kraan was vanwege
zijn lengte en reusachtige kracht
een legendarische figuur.
De in 1629 gestichte polder heette
blijkens een kaart van 1647 eer
tijds „Oudaase polder", aldus ge
noemd naar de Oudaa, een natuur
lijk water, dat in de polder besloten
is. De kleur van de (blauwe) wind-
poldermolen zal de nieuwe naam
hebben bepaald. Zo ging het ook
met de naburige Rode polder, die
oorspronkelijk „West Laage Lants
polder" heette.
OVERHAAL
Een bijzonderheid is dat naast de
Blauwemolen een overhaal staat,
waarmede kleine schuiten vanuit
de polder in boezemwater, en om
gekeerd, met behulp van een krui-
as over de polderdijk worden ge
trokken. Vroeger kwamen in Zuid
en Noord-Holland dergelijke toe
stellen meer voor, maar thans is
de overhaal van de Blauwepolder
de enige gave in ons land. Toen
enige tijd geleden een nieuwe „pol-
derbok" in de polder moest worden
gebracht, werd de overhaal daar
voor gebruikt. De „polderbok" is
De Blauwemolen bij Hoogmade
een vlet van de polder, die beschik
baar staat voor de boeren, die „blok
land" in de polder hebben (land,
dat niet aan de polderkade grenst
en bij gemis aan een uitpad afge
sloten, „geblokkeerd", is, zodat het
hooi met behulp van de polderbok
vervoerd moet worden). Zeer on
langs is de overhaal hersteld op
kosten van de Blauwepolder en de L
Vereniging „Oud-Leiden".
De Rijnlandse Molenstichting heeft
eerst na lang beraad tot de aankoop
van de Blauwemolen besloten, om
dat de gelden van aankoop nog
slechts ten dele bijeen zijn. Wie
deze mooie Stichting, die waakt
voor de instandhouding van de
schoonheid van het Hollandse pol
derland rond Leiden, wil steunen,
doet daarmee een goed werk.
Het secretariaat is gevestigd in het L
Rijnlandshuis te Leiden en giften
kunnen worden gestort ten name
van de Rijnlandse Molenstichting
op gironummer 9013 van de Alge
mene Bank Nederland te Leiden.
De Rijnlandse W
Molenstichting
zal binnenkort
jvederom
een poldermolen
aan haar bezit
kunnen toevoegen.
Het is de in de
gemeente Alkemade
op ongeveer 1 km.
ten noorden van
Hoogmade gelegen
Blauwemoleneen
forse achtkante, met
riet gedekte
schepradmolen,
die vooral van de
nieuwe Rijksweg 4A
goed te zien is.
De molen werd
in 1904 door de
Oud Adese
molenmaker
P. Vrijburg
gebouwd.
Ten behoeve
van deze bouw
werd een
elders gesloopte,
oude molen
aangekocht.
ENIGE MOLEN
IN
NEDERLAND
MET
„OVERHAAL"