Ikortenaer snuivend en kreunend ten onder „Ik dacht net, het wordt tijd voor ons om weg te komen1 BIZARRE VERTONING VAN SCHIP IN DOODSNOOD 25 JAAR GELEDEN SLAG IN JAVAZEE ,DE DOKTER ZAT ER MIDDEN IN, ALS EEN SOORT VUURGOD" SATERDAG 18 FEBRUARI 196x1 DE LEIDSE COURANT,./,; JfP"? (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG Twee vrouwen handen laten de trossen van de „Kortenaer" slippen. Een git zwarte rookwolk door zijn schoorstenen uitbrakend, maakt de torpedobootjager zich snui vend en bonkend los van de kade. De vrouw steekt de hand op naar de man met glimmende staalhelm op de bovenbrug. Haar man. Zij had hem willen vasthouden. Maar hij is de commandant en zij kreeg het bevel het schip los te gooien. Er is niemand anders voorhan den. Het is drie uur in de middag van de 27e februari 1942. De trillen de tropenhitte hangt als een warme, vochtige dweil over Soerabaja. De stad en haven branden. Gezonken schepen ste ken als boomstronken boven water. De verlaten terreinen en gebouwen worden door vlieg tuigen gebombardeerd. Ze roken en branden. Het leven heeft er een einde genomen. De moe gesloofde jager wint snelheid en rent de kruisers achterna. Door man heeft besloten met al zijn schepen aan te vallen. Doodop, maar geen keus. Trinette Kroese-Rutgers: „ik stond daar met onze twee dochtertjes. De dodelijke ernst maakte die laatste vlootschouw op de rede van Soerabaja tot een griezelig schouwspel. Ik wist wij marinevrouwen wisten het allemaal het ls nu spoedig afgelopen. Onze mannen gaan met hun schepen het laatste gevecht aan. Toch had ik het gevoel, dat ik hem zou terugkrijgen. Misschien, omdat ik het schip zelf had ontmeerd. Slapen deden we die avond natuurlijk niet. We liepen buiten rond. De maan scheen zo helder, dat het dag leek. Dat joeg ons angst aan. Wij hadden geen vliegtuigen meer. De Jappen zouden nu vrij spel hebben boven onze schepen". De Kortenaer lag toen al vele uren maar dat wist zij niet aan flarden 27 febr. 1942. Om 23.15 uur werd hr. ms. vlaggeschip De Ruyter op het achterdek ge troffen en met ontzetting en afschuw hoorde de jonge kanon nier Van Gelder op hr. ms. Java boven het hels kanongebul der het geschreeuw van zijn maten, enige tientallen meters verder. Dat was het dus, één felle lichtflits en dan afgelopen. Maar voor hij goed tot het besef was gekomen, voelde hij op zijn eigen schip een ontzettende slag. ïfij zag nog één licht flits, hoorde de vuurleider jammeren en toen trok de zwarte nacht voor zijn ogenZo verloor Neder land in nauwelijks vijftien minuten zijn twee kruisers, ruim achthonderd zonen en daarna zijn gehele vloot. De zwarte nacht trok over de 27ste februari, terwijl in de Javazee drie hoezee's voor koningin en vaderland klonken. (Van een onzer verslaggevers) DEN HAAG Vijfentwintig jaar geleden werd een der laatste conventionele zeeslagen uitgevochten: schip tegen schip. Het was de „Slag In de Javazee". Een inderhaast bijeengegaard geallieerd smal deel (een andere naam verdiende het niet) had het op te nemen tegen de superieure Japanse aanvaller. Alle eer verdienen de Nederlandse zeelieden en niet minder hun Amerikaanse, Britse en Australische collega's, voor hun vechten tot het bittere einde. Het werd een bitter einde, want uitgezonderd vier kleine Amerikaanse Jagertjes ontkwam geen enkel schip. Nederland verloor de soevereini teit over Indié aan de Japanners. De feiten in het hierbij afgedrukte verhaal zijn voor het grootste deel ontleend aan het sobere relaas dat een der overlevenden, de gepensio neerde marineofficier Anton Krose uit Den Haag ons deed. Ziin schip, de Kortenaer, werd onder hem weggetorpedeerd. Op 27 februari ls dat vijfentwintig jaar geleden De heer Kroese is sinds- dien wat magerder geworden, maar hij maakt een vitale Indruk. Hij i nog maar' 66 jaar oud en was destijds dus een jong commandant. HU verliet ln 1950 de marine als kapitein-luitenant-ter-zee. Hij heeft gebeuren, de angst, lijkt hij echter met breedvoerig betoog te willen HiTverllet in 1950 de marine, als kapitein-luitenant ter zee. Hij heeft daarna nog zestien jaar bij Caütex Nederland gewerkt. Hij werd in 1901 ln Den Haag geboren. Zijn vader werkte bijeen spoorwegmaatschappij op Java. Tijdens reizen naar en van „de Oos maakte hU kennis met de zee en marineofficieren. Als kind stond zijn keus om bij de zeemacht te gaan, toen al vast. De marine heeft praktisch geen ophef gemaakt van het feit dat vur entwintig jaar geleden het laatste gevecht rond Java werd geleveid. Kapitein-luitenant-ter-zee b.d. Kroese had op de herdenkingsdag graag de overlevenden van alle deelnemende naties bij elkaar gezien: de Britse Australische. Amerikaanse. Nederlandsemaar ook de Japanse zeelieden. De heer Kroese heeft geen wrok jegens hen. Zij hadden te vechten voor een militaire aggressieve kliek. Zij waren ook dapper en kundig. En tenslotte ..Onze kroonprinses Beatrix heeft enkele jaren geleden toch ook een vriendschappelUke reis door Japan gemaakt gereten op de bodem van de Javazee. Heel Doormans „combined striking force", een onsamenhangend vloot- verband van verschillende schepen van evenveel verschillende naties zonder gezamenlijke training bestond niet meer. De weinige schepen, die in de slag hun hachje er niet bij ingeschoten hadden, poogden in die nachtelijke uren naar de havens van Java terug te strompelen. Ontgoocheling na de grimmigheid van die middag en avond. De kansen hadden even niet al te on gunstig geleken. De overmacht was echter te groot. Doorman kende de overmacht, maar zUn besluit stond vast. Even voor twee uur 's middags waren de meldingen snel na elkaar binnen gekomen: vijandelijke kruisers, jagers en tientallen transportschepen ten noordwesten, westen en zuidwesten van het eiland Bawean koersen naar Java. In de voorgaande weken waren alle omringende eilanden verloren ge gaan. Tot zelfs Bali en Lombok toe. De Japanners hadden er niet veel moeite mee. Nu was het laatste en belangrijk- ste bastion, Java. aan de beurt. Anton Kroese: „Het grootste gevaar is steeds wanneer niet-aggressieve landen zich met een vals gevoel van veilig heid in slaap sussen. Dat lokt elke vijand. Dat was toen ook in Nederlands- Indië het geval. Het was trouwens met de Engelse en Amerikaanse gezagsgc- bleden in Azië niet anders. De mili taire paraatheid stond op een zeer laag pitje." Houden de ketels het Buiten het mUnenveld van Soerabaja zet het scheepsverband tot een 25- mUlsvaart aan De afgematte mannen in de machinekamers zUn nat van het zweet. Het rauwste in hun marine- Het geallieerde smaldeel is tot op 20.000 meter de vijand genaderd, artillerieduel vangt aan. De Nederlandse kruiser De Ruyter temidden komende Japanse salvo's. Het water spat op, kruitdamp en stuivend wa het schip. (Zeeschildering van Victor Trip naar gi wonden. De Kortenaer snoof en kreunde. In het sohip borrelde en bonsde het. Ik sloeg tegen het stalen windscherm en bleef met mijn rug ergens aan haken, zodat ik onder water kwam. Ik worstelde om los te komen en dat lukte. Dank zij, denk ik ook, de grote opstijgende luchtbellen, die uit het arme 6chip kwamen. Ik dook op in een veld van stookolie. Dat is een vreemd gezicht om de zaak ineens vanuit de gezichtshoek van een drenkeling te zien". De Kortenaer zorgt in zijn doodsstrijd nog voor een bizarre vertoning. Een overlevende vertelt daar later over: „Wij worstelden ons los van elkaar op een kluwen geworpen op de onder zijde van de brug) en sprongen over boord. Direct daarop wierp het voor- sohip zich met een zwaar snuivend geluid omhoog en verdween de brug onder water. Het schouwspel dat toen mijn oog trof zal ik nooit vergeten. De torpedo, die ons ongeveer mid scheeps moet hebben getroffen, had de Kortenaer finaal in twee helften geslagen. Beide helften van het schip stonden nu op hun breukvlakken recht op ln het water, als de torens van een kathedraal. Overlevenden hesen zich langs de etaaldraadrallingen omhoog. op de achtersteven was onze dokter gaan zitten. Door de geweldige schok was het nevelapparaat in het achter schip gaan werken en zware witte wolken bolden omhoog. De dokter zat er midden ln, als een soort vuurgod".... De fakkelende tropenzon zakt in de Anton Kroese als jager commandant In hat toenmalige Nederlands-Indlë. Hij was toen 41 jaar en voerde het bevel over hr. ms. „Kortenaer". Deze foto heeft mevrouw Kroese gedurende de gehele oorlog ln het Japanse kamp bij zich gedragen. Toen s haar huls doorzochten, dacht zij „Indruk te maken' -- i omgekeorde wa* jargon leent zich nauwelijks om hun humeur op voldoende sterkte uit te drukken. De vuren onder de ketels loeien en stralen een allesverstikkende hitte over de plaat. Een stoker-olieman staart met roodomrande ogen naar de manometers: houden de ketels en lei dingen het? De meeste schepen zijn tot op de draad versleten. De vloot heeft in Nederland nooit veel mogen kosten. De drie Engelse jagers Jupiter, Electra en Encounter gaan voorop. Daarachter komt ln linie de hoofdmacht. Voorop het vlaggeschip, de kruiser De Ruyter Doorman ln de commandotoren, voor op de brug of op het uiterste punt van de brugvleugels. Hij vraagt voortdurend om de positie van de vijand. De mel dingen zijn echter spaarzaam geworden Kroese: „Doorman wij noemden hem de „tank" was zelf marine- vlieger. Hij voelde het gemis aan eigen luohtverkennlng het scherpst. Radar hadden wij ook niet. Dug voeren we praktisch blind". Vooral de Amerikanen zeggen, dat Doorman dikwijls een weifelend com mandant was, misschien wel bang. De Amerikaanse historicus Morrison heeft dat zelfs geschreven! Mevrouw Kroese (fel)„Doorman was een vechter. Waar hij kon pakte hij de Jap aan. Zonder vliegtuigen moest liij zich overdag wel schuil houden". Conservenblikken Achter de De Ruyter stomen de En gelse zware kruiser Exeter en de Amerikaanse zware kruister Houston, de Australische lichte kruiser Perth en tenslotte onze kruiser Java. Aan de staart hangen vier kleine Ameri kaanse jagers, die nog uit de eerste wereldoorlog stammen. In de taal van janmaat heten ze „conservenblikken". De Kortenaer vaart aan bakboord van de kruisers, achter de tweede Neder landse jager Witte de With. Op de bovenbrug van de jager staat iedereen waar hij hoort te staan: de sein- brigade, de officier van de artillerie, het vuurleidingspersoneel en ook de commandant, luitenant-ter-zee Kroese Wel spannnig, maar geen vrees. Kroese: „Wij leefden al maanden met de gedachte, dat op elk onverwacht moment het lot zich tegen ons kon keren. Iedereen wrist het, maar nie mand deserteerde. Ook niet dat één derde deel van de bemanning, dat van Indonesische afkomst was. Ze hadden makkelijk in de kampongs rond Soe rabaja kunnen verdwijnen. Het was die mysterieuze verbondenheid, bijna elke scheepsbemanning eigen, die hen steeds weer deed terugkomen, na even de wal te zijn opgeweest. Opgekrikt met mooie toespraken heb ik ze nooit. Dat kwam in ong commandanten niet op. De mannen hadden moreel genoeg van zichzelf. Waarvoor wij vochten? Wij zagen het als een nationale zaak. De slogan ging toen nog op: „Indië verloren - rampspoed (voor Neder land) geboren". Het waren allemaal Eerste voltreffers Om kwart over vier worden de Ja panse schepen verkend. Het zijn zware en lichte kruisers en torpedoboot- jagers. Luttele minuten later slingeren de zware Japanse kruisers hun eerste 20 cm.-granaten naar de „blanke in dringers". De Engelse jagers laten zich naar bakboord wegzakken om uit de vuurlijn van de kruisers te komen. Het eskader bindt de strijd aan. The point of no return is bereikt. Doorman laat dichter op de vijand aanhouden omdat zijn 15 cm.-krulsers waar onder de De Ruyter zelf de afstand naar de Japanners nog niet kunnen overbruggen. Het vlaggeschip en de Houston krijgen de eerste voltreffers. De granaten ontploffen wonder boven wonder niet. Op de Kortenaer en de andere jagers hebben ze slechts het toekijken. Het gevecht levert een schouwspel op, waar iedereen met wijdopen ogen naai kijkt. Dte schepen worden omringd door „geisers", veroorzaakt door in zee ploffende granaten. De zwarte kruit damp waaiert over de kruisers als hun geschut het gloeiend staal uitspuwt De Japanners zijn even verbeten en moedig. De lichte kruiser Naka voert met zes jagers een torpedoaanval uit. Geen van de tientallen torpedo's treft doel. Ook op de Japanse schepen wor den treffers waargenomen. Onder het gieren en fluiten van de granaten van de Japanners, het ge donder van het eigen geschut, krijgt het eskader zijn eerste zware slag te incasseren. De Exeter wordt getrof fen. Een voltreffer stelt zes van de acht ketels buiten gebruik. Het schip befaamd van de slag bij RIo de la Plats, tegen de Graf Spee draait naar bakboord uit om het kruisverband te verlaten. Kroese: „De achteropkomende scheper begTepen de manoeuvre niet. Ze dach ten, dat het een bevel van Doorman was en draaiden mee. De De Ruyter stoomde nog teen tijd door maar moest ook bijdraaien om de vloot niet hele maal te verspreiden. Wij zagen de kruisers plotseling full speed op ons aanstomen. Ik dacht net, het wordt tijd voor ons om weg te komen. Toen... was het de tijd van de Kortenaer". Een ontzettende klap „17.15 uur. Een ontzettende klap. Wat ik dacht? Ik had er geen tijd voor. De jager sloeg direct op zijn zij. Ja, toen ging het even door mij heen: als hij blijft doordraaien ben je de sigaar. We hadden allemaal onze staalhelm op en waren in lang gekleed, tegen brand- west achter de kim. Geen beschutting van de nacht echter. De maan klimt kil en wit als een lijkwade omhoog. Drenkelingen mitrailleren Commandant Kroese weifelt. Moeten de overlevenden bij elkaar blijven of zich verspreiden? Er zijn verhalen, dat de Japanners drenkelingen mitraille ren: „Ik besloot tot het eerste. Samen uit, samen thuis. We hadden met elkaar samen al zoveel meegemaakt. Jammer van die lui in de machinekamer. Ze hebben het hardst van ons allen moe ten pezen. Zij kregen geen kans meer om aan dek te komen". Japanse torpedoboot jagers komen dicht langs. Zij laten de verschrikte met pikzwarte stookolie overdekte Nederlanders ongemoeid. Doormans schepen vechten Intussen door. De kreupele Exeter wordt terug naar Java gezonden. De Witte de With moet hem begeleiden. Vele gebeden van marinevrouwen voor de veilige terugkeer van hun mannen zijn dan al vergeefs gebleken: 800 mannen heb ben die middag en avond het leven gelaten. De vrouwen zullen dat pas later horen. De eskadercommandant zendt dte Ame rikaanse jagers terug naar Soerabaja om olie bij te laden. Tegen middernacht krijgen de mannen op en aan de vlotten van de Kortenaer nogmaals te maken met de grilligheid van het lot. Ze horen in de verte het gebonk van scheepsmachines. Tot hun stomme verbazing zien ze daar in kiel- linie de overgebleven schepen van de „combined striking force" aankomen. De De Ruyter voorop, gevolgd door de Houston, de Perth en de Java. Ze blijven recht op de drenkelingen aan houden. Angst klopt velen ln de keel. Rakelings voorbij Kroese: „Het letek of we zouden wor den overvaren. Velen hadden stook olie binnengekregen maar schreeuw den toch zo hard mogelijk om de aan dacht te trekken. De De Ruyter maak te gelukkig een kleine koerswijziging. Ze holden ons rakelings voorbij". De drenkelingen zijn toch gezien op de kruisers. Er wordt een lichtboei afgeworpen. Geruime tijd later ver schijnt de dolende Engelse jager En- counter en neemt de mannen aan boord. Ze zijn verlost uit de dodelijke greep van de Javazee. Een man van de Kortenaer, met een verbrijzelde voet, overlijdt in de ziekenboeg van de Encounter. Als ze in Soerabaja voet aan wal zetten en Trinette Kroese haar man weer bij zich heeft voor kort bestaat de geallieerde scheepsmacht niet meer. De Nederlandse kruisers De Ruyter en Java zijn kort na elkaar getorpedeerd. De Amerikaan en Australiër gelukt het nog wel naar Java te ontkomen, maar ze moeten later bij een uitbreekpoging toch het loodje leggen. Luitenant Kroese heeft in de laatste .dagen van Java geluk. Zonder een schrammetje ontkomt hij vla Tjilatjap aan Java's zuidkust naar Australië. Tot het eind van de oorlog heeft hij een walfunctle. „Ik heb mijn hachje behouden en mijn vrouw en twee doch ters ongedeerd teruggekregen. Ik heb bij deze herinneringen geen angst oude wonden open te halen. Ik ben alleen dankoaar". uit Den Haag. De heer opvarenden van de Kor Xt) heeft de Kortenaer uitgewuifd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 9