REIN VAN ROOIJ
MAARTEN SCHAKEL:
Werkloze gaf
te veel bloed
PAGINA 8
DE LEIDSE COURANT
ZATERDAG 4 FEBRUARI 1967
„met intriges kan men in dit
land een ander de nek omdraaien'
LEIDEN Om vijf uur komen er twee kranten: De tijd
en het Brabants Dagblad. Die bedrukte galm uit het
Bossche diocees wordt in de Leidse Moddermanstraat 69
getolereerd uit sentimentele overwegingen: de gastheer
heeft een fors deel van zijn wilde haren in de schaduw
van de Sint-Janskathedraal verloren. „Fijne jaren",
herinnert hij zich gulzig. „Het is eigenlijk niet verwon
derlijk, dat de meeste journalisten, die in Nederland
topposities hebben, uit Brabant of Amsterdam komen.
Die mensen hebben geleerd hoe je iets aan een ander
moet vertellen. Het zijn schrijvers van huisuit". Zijn
frêle vrouw maakt hem opmerkzaam op een hoofdarti
kel in De Tijd, dat het monsterverbond van Televizier
en AVRO in bijtende staccatozinnen aan stukken rijt.
Terwijl hij de zinnen één voor een op de punt van zijn
tong proeft, welt de woede uit zijn gezegend embon
point naar de keel. Hij roept: „Wat schrijft Cuppen
nou? Dat Televizier een schaamblad wordt, gewikkeld
om de AVRO-bode. Dat liegt hij dwars door zijn donder
heen. Ons blad blijft precies wat het was. Het wordt
zelfs groter. Vorig jaar hadden elke week gemiddeld
honderd pagina's. Nou gaan we ook nog het spoorboekje
met alle radioprogramma's publiceren. Dat worden er
minstens 120 per week. Mijn God, ik geloof toch, dat ik
De Tijd nou ga opzeggen".
HIJ grijpt de witte telefoonhoorn en
belt de redactie van De Tijd. Een por
tier geeft hem na enig talmen het privé-
nummer van hoofdredacteur Cuppen.
Terwijl hij contact zoekt, mompelt hij:
„Dat valt me tegen van Cuppen. Ik
moet hem gewoon een pak op zijn don
der geven".
Na vier seconden borrelt de stem van
mevrouw Cuppen uit Bells zegenrijke
hoorn. Als ze verteld heeft dat haar man
voor dringende bezigheden naar Den
Haag is afgereisd, maakt Rein van
Rooij schouderophalend een einde aan
het vruchteloos gesprek. Zijn vurige
gram bewaart hij voor morgen: weer 'n
verrukkelijke dag in het bestaan van
Televizlers goedmoedige hoofdredacteur.
Welsprekende curven
Het kost hem geen enkele moeite om
één van de leunstoelen in zijn zitkamer
tot de rand te vullen met zijn welspre
kende curven. De pikketanus staat als
een trouwe supporter naast zijn rechten
elleboog. Het is de eerste avond sinds
weken, dat hij op deze tijd thuis is, zijn
dorst in gezinsverband kan lessen, zijn
kind een welgemeende nachtzoen mag
geven.
Hij zegt: „Het is voor mij onbegrijpe
lijk, dat iemand in dit land met intriges
een ander de nek kan omdraaien. Ik
heb De Quay altijd een keurige man ge
vonden, ik heb hem twaalf jaar in Bra
bant meegemaakt, maar wat hij nou al
lemaal uithaalt is onbegrijpelijk. In de
tijd dat ik als journalist de gemeente
raadsvergaderingen in Brabant afliep,
heb ik het nooit meegemaakt, dat een
„Als het me
te machtig
wordt,
verdiep ik
me in
BAREND
DE BEER"
man, die belang bij de zaak had, aan
de discussie deelnemen. Zo'n man ver
liet de vergadering oip de minste schijn
te vermijden.
Wij hebben bij de Kamer van Koop
handel in Haarlem geïnformeerd naar
de status van prof. De Quay en daar ga
ven se zwart op wit, dat hij pas op 12
januari van dit jaar is uitgetreden als
commissaris van de Verenigde Neder
landse Uitgeversbedrijven. Dat is op zijn
zachts gesproken een eigenaardige zaak.
Diezelfde Verenigde Nederlandse Uit
geversbedrijven geven de meeste Neder
landse familiebladen uit, wat je daar ook
onder verstaat. Ze drukken ook de KRO-
gids. Die jongens liggen dus op alle
fronten lekker. Ik zat in de Tweede Ka
mer toen de omroepwet behandeld werd
Ik had het gevoel, dat ik naar een boe-
rengemeenteraad zat te kijken. Daar
sprak namens de KVP de heer Baeten.
De heer Baeten zit in het bestuur van de
KRO. Voor de CHU sprak Kikkert. Die
zit bij de NCRV. Voor de Partij van de
Arbeid sprak Kleijwegt. Die zit bij de
VARA. Daar zat ook Van Doorn: alleen
om hem weiger ik al om lid te worden
van de KRO. Zijn gezicht en zijn tru
cages bevallen me niet. Als er ooit in ons
land geïntrigeerd is, dan is het gebeurd
tijdens de behandeling van die omroep
wet. Ik kan me alleen niet indenken, dat
de goegemeente dat allemaal als zoete
koek sliikt. Je kunt duizend keer roepen,
dat Onze Lieve Heer Bart heet, maar
wie gelooft dat?
Wilde konijnen
Neem alleen die haatvertoning van
Broeksz voor de televisie. Die zegt, dat
de lezers van Televizier zich voor veer
tig gulden hebben uitgeleverd aan de
AVRO. Ik kan me voorstellen, dat-ie
piept dat hij zich geweldig aan de
staart getrokken voelt, maar dat geef^
hem nog niet het recht om leugens te
verspreiden. Er is in de laatste weken
belogen en bedrogen bij de wilde konij
nen af. Het is ook nog nooit gebeurd, dat
omwille van groeps-, club-, privé- en
commerciële belangen net zolang aan 'n
wet is gepeuterd, totdat de concurrent
met zijn kop in de strop zat. Het is een
algemeen aanvaard principe dat iemands
onschuld vaststaat en dat zijn schuld
moet worden bewezen. „Neen" zeggen de
Is de fusie tussen AVRO en RTN werkelijk bedoeld als een
stap naar een „ontzuilde" nationale omroep of gaat het in
feite alleen om de miljoenenbelangen van N.V. Rotogravure,
uitgever van Televizier? Een onzer redacteuren hoorde er
twee tegenstanders over uit: Rein van Rooij, de uiteraard
niet onpartijdige hoofdredacteur van Televizier, en het A.R.
Tweede Kamerlid Schakel, de man die bij het omroepdebat
de meest spreekvaardige bleek.
,Als je verliefd wordt, is alles ook koek en ei"
Nederlandse wetgevers, „we draaien de drijven, waarvan De Tijd ook deel uit-
zaak om. Televizier zal moeten aanto- maakt. Verdomd, ik geloof, dat ik die
dat hij onschuldig is". krant ga opzeggen."
Strijdvaardig schenkt hij de troosten
de kelken nog eens vol. In de afgelopen
weken hebben goedwillenden hem ge
suggereerd om strijdend ten onder te
gaan. Hij geeft toe: „Ik heb er serieus
over nagedacht en ik was al van plan
om met een stoot fanfares uit het
strijdperk te treden. Niet omdat we
geen kans meer zouden zien onze gege
vens via de vrije nieuwsgaring te verkrij
gen. Dat is nooit het punt geweest. Het
was alleen duidelijk, dat de tegenstan
ders met de wet in de hand om elke
kleinigheid een kort geding zouden kun
nen aanspannen. Die wet was immers
pasklaar gemaakt om ons bij de broek
te grijpen. Stel je voor Toon Ram
melt schreef vorige week in De Tijd de
commentaren over deze kwestie. Die
man zit bij de Verenigde Uitgeversbe-
Koek en ei
Eenmaal in de houdgreep van de
standvastige zuilen is Rein van Rooij
begin januari begonnen met zijn tegen
offensief. In een zaaltje van hotel Palace
in Noordwijk was hij een van de gezwo
renen, die het geheim beraad over een
fusie Televizier-RTN en AVRO bijwoon
de. „Niemand wist, wat er aan de hand
was", onthult hij, „alleen de obers. Die
wisten precies, wanneer er ruzie in de
tent was. Op een gegeven moment ver
gaderden we van donderdagmorgen tien
uur tot vrijdagnacht drie uur. Dat is
normaal. Je kent elkaar niet. Je moet
aan elkaar wennen. Als je verliefd wordt
is ook alles koek en ei. De armoe komt
pas later. We zijn het uiteindelijk eens
geworden over een aantal principe
kwesties: Televizier zou zijn onafhanke
lijke positie behouden, de nieuwe com
binatie zou niet in federatief verband
werken. De ontzuiling was immers een
eerste eis, die de RTN vanaf het begin
gesteld heeft. Toen Slotemaker tijdens de
persconferentie bezig was, zat ik dan ook
op mijn stoel te wippen. Die man wist
beter. Daarom is het jammer, dat de za
ken tevoren waren uitgelekt, waardoor
de journalisten op de persconferenties
meteen naar de consequenties vroegen,
waar we het zelf nog niet over eens
zijn."
Voor Rein van Rooij („van carnaval
vieren zal dit jaar helaas niets kunnen
komen") staan inmiddels een handvol
zaken rotsvast. Televizier, dat hij sinds
zijn komst, zes jaar geleden, zag uitdij
en van een koperdiepdrukprobeersel met
80.000 abonnees tot een meer dan vol
wassen blad met 600.000 lezers, behoudt
volledig zijn eigen gezicht.
Hij zegt: „Nou kunnen ze achteraf
wel gaan beweren, dat het een familie
blad is, maar ik stel daar tegenover,
dat het een zuiver televisieblad is. Als
ik een reportage over Jordanië publi
ceer, kan ik er een kadetje bijplaatsen,
waarin staat dat de televisie gisteren
in het nieuws aandacht aan deze kwes
tie heeft besteed. De televisie haakt
immers op precies dezelfde manier in
op het nieuuis van de dag".
Aan het hoofd van zijn meute van 25
journalisten („dat eeuwige gemekker
over ons bestaansrecht heeft de s;
horigheid wel bevorderd"), rukt de for
se zoon van de oud-gemeentesecretaris
Van Vught nu op in de richting van het
absolute einde. Hij heeft het vertou
wen, dat Televizier binnen vier jaar
een oplaag heeft van een miljoen.
„Dat zal dan de eerste keer zijn in de
geschiedenis van de Nederlandse pers,
dat een blad die grens haalt", zegt hij
intens tevreden. „We zitten nog steeds
in een stroomversnelling. De feiten ge
ven ons gelijk".
Geen visie
De nieuwe omroepwet („Het zou
niks verwonderen, als de Eerste Kamer
hem afstemt") is ondertussen al vak
kundig gekielhaald door zijn kritiek.
„De nieuwe
omroepwet
heeft geen
body, geen
enkele visie
op de toekomst"
„Die wet heeft geen body", zegt hij,
„geen enkele visie op de toekomst. Er
wordt met geen woord gerept over
kleurentelevisie, over het probleem i
het centraal-antennesysteem, over
instraling uit het buitenland. In feite
heeft die wet zich nu al overleefd. Dat
verklaart ook, waarom ze door die fusie
zo in paniek zijn geraakt. Het optreden
van minister Klompé was een zielige
vertoning. Ze wist ternauwernood
het c
r had",
Leeggestort in de leunstoel herhaalt
hij nogmaals, dat hij geen verbeten
idealist is die tegen windmolens vecht.
Hij zegt: „Ik ben wel een gevoelsmens,
maar ik laat me per se niet leiden door
mijn emoties. Ik ben geen zuilenhater.
Ik gun de Nederlanders hun recht op
principes, maar ik vind het schandelijk,
dat ze ons het licht niet in de ogen
gunnen."
Barend de Beer
Persoonlijk weet Rein van Rooij zeer
goed, hoe hij het heeft: „Als de televi
sieproblemen me te machtig worden,
verdiep ik me in de problemen van Ba
rend de Beer. Ik heb de supervisie over
een blad met zijn avonturen en dat is
voor mij een enorme rieleks. Barend de
Beer werkt zeer bevrijdend.
Als ik hem niet had, was ik nou
waarschijnlijk rijp voor een hart
infarct."
„Winstoogmerk kunnen
we in omroepbedrijf
missen als kiespijn"
NÖORDELOOS De slimme vaderlanders, die vinger of hele hand hebben
in die ene pot met commercieel omroepnat, vinden hun weg naar het lonkend
dividend onder meer versperd door Maarten Willem Schakel, kloeke kruide-
nierszoon uit Meerkerk, die zijn tijd en energie met dwingende regelmaat
verdeelt tussen Noordeloos en Den Haag. Als burgemeester van Noordeloos,
omvattende de kernen Noordeloos, Hornaar en Hoog-Blokland, zwemt hij
ten behoeve van zijn 3300 ingezetenen met rustige schoolslag door de Alblas-
serwaard, als Kamerlid verdedigt hij fris van de lever en met transparante
kennis van zaken het standpunt van zijn Anti-Revolutionaire fractie. Hij
doet dat zonder spiekbrief en oriënteert zich uitsluitend op de aantekeningen,
die hij tussen de boerenbedrijven door in het miniatuurgemeentehuis van
Noordeloos gemaakt heeft.
„In de nieuwe
opzet is geen
plaats voor
Televizier"
„Er is een tijd geweest, dat ik ook
van papier sprak", bekend hij gul.
„Voor de vuist weg spreken moet je nu
eenmaal leren. Ik heb die techniek on
der de knie gekregen dank zij al die ver
gaderingen in het land. De AR is een
knap levendig zaakje met hoge verga
derfrequentie. Als ik nou alleen deze
week bij de kop neem, ik pak er even
mijn agenda bij,'dan kan ik u zeggen,
dat ik maandag in Dirksland was, dins
dag in Willemstad, woensdag in Alphen
aan de Rijn, donderdag in Staphorst en
vrijdag in Lexmond. Ik tel ook altijd
de mensen, die naar me komen luiste
ren. Dat waren er in Dirksland op de
kop af vijftig, in Alphen 90. Ik schrijf
dat op, waarachtig, dat kan best een
afwijking zijn".
Parlementaire show
Tijdens de behandeling van de om
roepwet steelt hij zonder enige bedrei
ging der concurrenten de parlementaire
show. Met één hand in de zak van zijn
ruitjespak legt hij eerst uit, hoe de AR
erover denkt: vrije omroepzendgemach-
tigden, inspraak van onderop, geen be
voorrechting van bepaalde omroepen,
geen commerciële omroep, geen staats
omroep, ook niet voor vijftig procent".
Dat zijn de hoofdpunten uit het partij
programma van 1963, die Schakel ge
bruikt als cement voor zijn fraaie tym-
panon, waarmee hij de Hilversumse
zuilengang bekroont. En passant daagt
hij met goed gedoseerde historische
kopstoten ook voortdurend de oppositie
uit. Uit het stof der dertiger jaren diept
hij een verklaring op van professor Oud,
die vaststelde, dat de liberalen het den
kend deel der natie vertegenwoordigen.
Schakel: „Het eerste bastion, van
waaruit ze hun aanvallen ondernamen,
was de openbare school. Het heeft ons
christenen waarachtig tachtig jaar strijd
gekost om met onze scholen ook een
plaatsje onder de Nederlandse zon te
krijgen. Toen dat gebeurd was, trokken
de liberalen terug naar een achterlig
gend bastion. Oud pleitte voor een alge
meen radioprogramma, je ziet, zo kers
vers is dat denkbeeld nou ook weer niet.
Zijn voorstel was om protestanten, ka
tholieken en rooien op één hoop te ve
gen en de helft van de koek te geven.
De AVRO mocht zich dan overeten aan
de andere helft, dat was de algemene
omroep, christenen en rooien kregen de
Huizense zender, de beroerdste uiter
aard en Vogt en de zijnen zouden via
Hilversum gaan zenden.
Die lijn wordt consequent doorgetrok
ken. Het kabinet-Marijnen zit nog niet
goed en wel. of het wordt geconfronteerd
met het beroemde AVRO-plan. Inmid
dels was er wel televisie bijgekomen,
maar de Ideecn waren sinds 1930 niet
veranderd. De AVRO als algemene om
roep had recht op het tweede net, ver
sta me goed, het hele tweede net. Dan
kon de rest een stoelendans beginnen op
Nederland I. Precies in het verlengde
van dat straatje, waar de liberalen zich
zo senang voelen, ligt ook de laatste
manipulatie met Televizier. RTN, en
AVRO. Ik geef je trouwens de garantie
als de tfROS binnen twee jaar de 100.000
leden niet haalt, dan vliegen ze de AVRO
Wat ik me nou alleen afvraag is:
waar halen die dames en heren de pre
tenties vandaan om zich als exponenten
van een nationale en algemene omroep
te beschouwen? Wat is dat dan wel? Ak
koord. De AVRO vertegenwoordigt een
flink stuk van ons volksleven en als zo
danig kun je die omroep ook niet weg
denken. Ik zou hem zelfs niet weg willen
hebben. Ik hoop van ganser harte, dat
het een A-omroep blijft en dat zal ook
wel, want het ligt in het karakter van de
Nederlander om het altijd op te nemen
voor de under-dog. Dat sympathieke
trekje heeft de VPRO ook al enige ma
len van de fatale streep weggetrokken.
Blabla
Ik heb vór dl# behandeling van de
omroepwet een berg knipsels verslon
den en daar zaten ook interviews tussen
De nieuwe omroepwet acht ik een gaaf stuk werk"
van de kopstukken van RTN en TROS.
Ik heb ze stuk voor stuk met de loep
bekeken, ik heb er niks anders in kun
nen ontdekken, dan onduidelijkheid en
blabla. Een knaap als prof. Vroom, die
man van de Kunstacademie in Amster
dam, heb ik zwart op wit dingen zien
beweren, die kant noch wal raakten en
elkaar nog tegenspraken ook.
Voor mij is één ding duidelijk: de
miljoenen guldens, die in een commer
cieel omroepbestel worden afgetapt ten
behoeve van de aandeelhouders zie ik
liever als rente bijgeschreven op mijn
televisiescherm en in mijn radio. Men
sen. die het langs die weg proberen, zijn
in een hoog ontwikkeld omroepbestel als
het onze gewoon aan het verkeerde
adres. Winstoogmerk en commercie kun
nen we In het omroepbedrijf, zlinde een
bedrijf van subtiel geestelijke culturele
aard, missen als kiespijn. Ik heb niets
tegen commercie, per slot van rekening
is het de kurk, waar een samenleving op
drijft, maar als commercie een zaak
alleen maar vertroebelt en verpest,
moet-ie onmogelijk gemaakt worden".
R«likwie
Het inmiddels alweer vergeelde Ka
merstuk, waarin zijn toespraak ligt op
gebaard, bewaart hij In zijn bureau op
het gemeentehuis van Noordelooe. „Dat
ie een relikwie", «telt hij met oncalvi
nistische nostalgie vast, „Ik heb me
enorm Intensief in die hele omroepkwes-
tie verdiept, omdat het een geweldige
zaak is. Er zitten allerlei kanten
culturele, juridische, politieke en
merciële. Dan is het ook nog een stuk
volkshistorie. Ik zeg ook in het slot
mijn rede: „Wij achten ons met
reformatorisch-calvinistische inbreng tot
de Nederlandse natie in generlei op
zicht de mindere van wie dan ook. Wij
wensen niet opgeborgen te worden in
een met andere sectariërs te verkave
len hoek. Zo'n zin kan ik van tev
niet verzinnen en op papier zetten, dat
moet er spontaan uitkomen. Ik houd niet
van voorgebakken koekies. Een parle
ment moet levendig zijn, daar moet mu
ziek in zitten. Als je eenmaal de weg
weet, dan kun je zo'n Tweede Kamer
animeren en tot repliek dwingen".
Ik heb persoonlijk nooit gebrek
interrupties. Dat vind ik geweldig daar
leef ik bij. Als Bruggeman van de PSP
zegt, dat Schakel provocerend gespro
ken heeft, beschouw ik dat als een
groot compliment. Je spreekt altijd in
de hoop op reacties. Alleen een man
als Van Dis kan dat geen fluit schelen.
Die legt altijd demonstratief zijn ge
hoorapparaat op zijn bankie als hij
naar het spreekgestoelte moet. Die man
wil gewoon niks horen.
Ik wil best bekennen, dat ik hel een
inspirerend gezicht vond, toen er tijdens
mijn rede over de omroepwet, door de
Kamer intensief geluisterd werd. Ik
zag ook dat.de banken zich steeds meer
vulden. Dat geeft de burger moed. Nog
maals, ik geloof dat het komt omdat lk
niet van een papiertje af spreek. Als
je geen hulpmiddel gebruikt, dwing je
jezelf tot uiterste discipline en logica.
Dan kan het je ook niet schelen als op
eens een mevrouw van Someren-Dow-
ner er tussen door komt met een op
merking, sterker nog: Ik vind dat
enorm. Ik wacht erop en als het niet
gauw genoeg komt, probeer ik haar al
tijd In een zin even te kietelen".
Bange nood
Stug doorstappende wandelaar Scha
kel (28 vierdaagsen onder de zolen en
still going strong „elke maand neem
ik een dag vrij en dan wandel ik 40 ki
lometer") is pas twee jaar geleden per
ongeluk geconfronteerd met de omroep-
kwestie, Schakel: „Bij de behandeling
de begroting van OK en W, de K
zat er toen nog bij, waren de collega's
Versteeg en Kieft ziek. Ze hebben toen
het hele vaatje leeggeschept en kwa
men voor de omroep toen in bange
nood bij mij. Ik wist er op dat moment
weinig van. Mijn specialiteiten waren
Binnenlandse Zaken en Verkeer en Wa
terstaat. Ik ben er gelijk fors in gedo
ken en het heeft me van meet af aan
enorm geïnteresseerd en genïtrigeerd.
Ik ben ook blij, dat ik zelf niks met de
omroep te maken heb. Dat ik geen be
stuurder ben van de NCRV. Ik vind het
principieel onjuist als omroepbestuur-
den in kwestie, die hen zelf direct aan
gaan, de mond opentrekken. Als onze
tegenstanders dèt op tafel gooien,
vind ik hun kritiek juist; in de politiek
„MENEER VAN ROOIJ ZAL ECHT
NAAR ANDER
BAANTJE MOETEN UITKIJKEN"
moet je elke schijn rigoureus voorko-
Tronend in zijn gemeentehuis in
de gang staat twee paar klompen van
ingezetenen doet hij ex-cathedra zijn
uitspraak voor de onmiddellijke toe
komst. „De RTN is een duidelijke man
telorganisatie van Televizier. Het is
jammer, dat de AVRO zich met deze
organisatie verzwagerd heeft, want
daardoor is zij in commerciële wateren
terecht gekomen en dat is voor de zelf
standigheid van de AVRO funest.
In tegenstelling tot vele anderen
meen ik, dat de nieuwe omroepwet een
gaaf stuk werk is. Hij legaliseert een
historisch gegroeid bestel en opent
daarnaast luiken naar een betere ont
wikkeling.
Het is sneu voor Van Rooij, maar in
die nieuwe opzet is geen plaats voor
Televizier in zijn huidige vorm. Hij kan
nu wel blaffen en barsten naar alle
kanten, hij is immers de hond met de
vette kluif in de bek en die wordt hem
nu afgenomen. Maar hij zal toch niet
door de mazen kunnen glippen. Ak
koord, laat hij dan kunnen bewijzen,
dat hij er geen familieblad van maakt,
maar dan is er altijd nog de clausule
in de wet, dat de oplage van de om-
roepgids slechts 25 procent hoger mag
zijn dan het aantal leden van de om
roepvereniging. Dat zijn nu eenmaal
de spelregels en daar loopt ie op Btuk.
Ik heb waardering voor het vakwerk,
waarmee Televizier gemaakt wordt.
Journalistiek gezien zit dat ding voor
treffelijk in elkaar. Het vervelende is
alleen, dat ze in bepaalde zaken oneer
lijk zijn, zelfs unfair.
Neen, het spijt me. Meneer van
Rooij zal toch echt naar een ander
baantje moeten omkijken. Als ie
voor het einde van 1967 wat anders
gevonden heeft, zit ie goed".
Verwarde gedaehten van Jan Rogier
Jan Rogier heeft hij de uitgevers
Paul BrandlPolak en Van Gennep
een hoekje laten uitgeven waarvan
de eerste bedoeling misschien was
een raad aan katholieken om dit
keer niet op de K.V.P. te stemmen.
We kunnen ons evenwel indenken,
dat katholieken die dit inderdaad
niet van plan waren, na lezing van
het vlugschrift van Rogier jr. zullen
besluiten om dan toch maar liever
hun stem aan Schmelzer en Aalher-
se te geven dan de medicijn van
Rogier te slikken.
Het boekje heet ..Een ernstig woord aan
mijn rooms-katholieke medeburgers"; het
trieste is. dat het geen ernstig woord
maar slechts verwarde en verwarrende ge
dachten géworden zijn. Hoe kan het
anders: Rogier biedt zijn lezers immers
alleen maar een mengelmoesje van actuele
en verouderde artikelen of lezingen die hij
eerder aan het papier had toevertrouwd.
Uit de vriendelijkheid waarmee vele van
zijn katholieke medeburgers hen blijven
benaderen, leidt Jan Rogier af. dat ze óf
hem gelijk geven óf onoprecht zijn. Het
zou ook wel eens een gebaar van mede
lijden kunnen zijn. want heus: met de
beste bedoelingen komt Rogier jr. soms
niet veel verder dan raaskallen en hoewel
dat een verklaarbare reactie kan zijn op
het zalven en straf aan de teugel hou
den waarmee het lot van vele generaties
katholieken getekend werd, men moet zo
Iets toch maar niet als ..ernstig woord"
aan medeburgers voorhouden
Rogier hoopt dat de K-V.P. als een
kaartenhuis Ineen zal storten: de meeste
andere partijen mogen van hem dezelfde
weg gaan. Maar hij wil ook niet een
radicalisering naar links (geen wonder,
want dan zou hij ook een radicalisering
naar rechts moeten aanvaarden) hij wil
een soort van volksdemocratie zonder het
totalitaire waarop zo iets de geschiede
nis bewijst het altijd moet uitdraaien.
In zijn beoordeling van personen is Jan
Rogier hevig subjectief: dat is zijn goed
recht. Maar gevaarlijker wordt het. wan
neer hij uit dit subjectieve oordeel dan
probeert een nieuwe politieke en maat
schappelijke moraal op te bouwen
Vroeger werd wel eens gezegd, dat con-
vertleten probeerden roomser dan de Paus
te zijn. Rogier jr. draait dit verhaaltje om
hij is kennelijk razend over het feit dat
hij vroeger geloof gehecht heeft aan een
aantal zaken, personen en verschijnselen
die hij nu afwijst Fel afwijst, zo fel dat
die felheid begint te lijken op een excuus
voor de vroegere goedgelovigheid en onno
zelheid.
We kunnen ons voorstellen dat menig
publieke tegenstander van de K.V.P. zal
verzuchten: .Met de K.V.P. reken ik wel
af. maar de hemel spare me voor zulke
medestanders als Jan Rogier
v. L.
ROME (Reuter). In
van Rome heeft men een werkloze arbei
der, die talrijke malen bloed bleek te
hebben afgestaan om eten te kunnen
kopen voor zijn gezin, bewusteloos langs
de weg gevonden. Hij Ie naar een zieken
huis overgebracht om op zijn verhaal
te komen.
Slachtoffer
praatmachine
LONDEN (Reuter). Een Lon-
dense rechter heeft gisteren an
derhalf uur lan.» geluisterd naar
een geluidsband, opgenomen in
een Engels gezin, waarvan de
vrouw al die tijd aan het woord
De tirades van de vrouw tegen
haar man hadden op de rechter
zo'n indruk gemaakt, dat hij de
opmerking slaakte: ,,De man heeft
niet meer dan negen woorden ge
zegd". Hij vond, dat geen enkele
echtgeno(o)t(e) een dergelijke
woordenstroom dag en nacht over
zich heen behoefde te laten gaan
en kende echtscheiding toe aan
de gepensioneerde monteur Fran
cis For, die 25 jaar getrouwd is
geweest met zijn (babbelende)
Wat de rechter de roerendste pas
sage achtte in de geluidsband
was, toen de vrouw met veel ophef
verklaarde, dat zij zich voorge
nomen had niet meer te drinken.
Daarop volgde het benepen ant
woord van de echtgenoot, dat
inderdaad niet meer dan negen
woorden bevatte: „Had je je maar
voorgenomen niet meer te pra-