REIN VAN ROOIJ MAARTEN SCHAKEL: Werkloze gaf te veel bloed PAGINA 8 DE LEIDSE COURANT ZATERDAG 4 FEBRUARI 1967 „met intriges kan men in dit land een ander de nek omdraaien' LEIDEN Om vijf uur komen er twee kranten: De tijd en het Brabants Dagblad. Die bedrukte galm uit het Bossche diocees wordt in de Leidse Moddermanstraat 69 getolereerd uit sentimentele overwegingen: de gastheer heeft een fors deel van zijn wilde haren in de schaduw van de Sint-Janskathedraal verloren. „Fijne jaren", herinnert hij zich gulzig. „Het is eigenlijk niet verwon derlijk, dat de meeste journalisten, die in Nederland topposities hebben, uit Brabant of Amsterdam komen. Die mensen hebben geleerd hoe je iets aan een ander moet vertellen. Het zijn schrijvers van huisuit". Zijn frêle vrouw maakt hem opmerkzaam op een hoofdarti kel in De Tijd, dat het monsterverbond van Televizier en AVRO in bijtende staccatozinnen aan stukken rijt. Terwijl hij de zinnen één voor een op de punt van zijn tong proeft, welt de woede uit zijn gezegend embon point naar de keel. Hij roept: „Wat schrijft Cuppen nou? Dat Televizier een schaamblad wordt, gewikkeld om de AVRO-bode. Dat liegt hij dwars door zijn donder heen. Ons blad blijft precies wat het was. Het wordt zelfs groter. Vorig jaar hadden elke week gemiddeld honderd pagina's. Nou gaan we ook nog het spoorboekje met alle radioprogramma's publiceren. Dat worden er minstens 120 per week. Mijn God, ik geloof toch, dat ik De Tijd nou ga opzeggen". HIJ grijpt de witte telefoonhoorn en belt de redactie van De Tijd. Een por tier geeft hem na enig talmen het privé- nummer van hoofdredacteur Cuppen. Terwijl hij contact zoekt, mompelt hij: „Dat valt me tegen van Cuppen. Ik moet hem gewoon een pak op zijn don der geven". Na vier seconden borrelt de stem van mevrouw Cuppen uit Bells zegenrijke hoorn. Als ze verteld heeft dat haar man voor dringende bezigheden naar Den Haag is afgereisd, maakt Rein van Rooij schouderophalend een einde aan het vruchteloos gesprek. Zijn vurige gram bewaart hij voor morgen: weer 'n verrukkelijke dag in het bestaan van Televizlers goedmoedige hoofdredacteur. Welsprekende curven Het kost hem geen enkele moeite om één van de leunstoelen in zijn zitkamer tot de rand te vullen met zijn welspre kende curven. De pikketanus staat als een trouwe supporter naast zijn rechten elleboog. Het is de eerste avond sinds weken, dat hij op deze tijd thuis is, zijn dorst in gezinsverband kan lessen, zijn kind een welgemeende nachtzoen mag geven. Hij zegt: „Het is voor mij onbegrijpe lijk, dat iemand in dit land met intriges een ander de nek kan omdraaien. Ik heb De Quay altijd een keurige man ge vonden, ik heb hem twaalf jaar in Bra bant meegemaakt, maar wat hij nou al lemaal uithaalt is onbegrijpelijk. In de tijd dat ik als journalist de gemeente raadsvergaderingen in Brabant afliep, heb ik het nooit meegemaakt, dat een „Als het me te machtig wordt, verdiep ik me in BAREND DE BEER" man, die belang bij de zaak had, aan de discussie deelnemen. Zo'n man ver liet de vergadering oip de minste schijn te vermijden. Wij hebben bij de Kamer van Koop handel in Haarlem geïnformeerd naar de status van prof. De Quay en daar ga ven se zwart op wit, dat hij pas op 12 januari van dit jaar is uitgetreden als commissaris van de Verenigde Neder landse Uitgeversbedrijven. Dat is op zijn zachts gesproken een eigenaardige zaak. Diezelfde Verenigde Nederlandse Uit geversbedrijven geven de meeste Neder landse familiebladen uit, wat je daar ook onder verstaat. Ze drukken ook de KRO- gids. Die jongens liggen dus op alle fronten lekker. Ik zat in de Tweede Ka mer toen de omroepwet behandeld werd Ik had het gevoel, dat ik naar een boe- rengemeenteraad zat te kijken. Daar sprak namens de KVP de heer Baeten. De heer Baeten zit in het bestuur van de KRO. Voor de CHU sprak Kikkert. Die zit bij de NCRV. Voor de Partij van de Arbeid sprak Kleijwegt. Die zit bij de VARA. Daar zat ook Van Doorn: alleen om hem weiger ik al om lid te worden van de KRO. Zijn gezicht en zijn tru cages bevallen me niet. Als er ooit in ons land geïntrigeerd is, dan is het gebeurd tijdens de behandeling van die omroep wet. Ik kan me alleen niet indenken, dat de goegemeente dat allemaal als zoete koek sliikt. Je kunt duizend keer roepen, dat Onze Lieve Heer Bart heet, maar wie gelooft dat? Wilde konijnen Neem alleen die haatvertoning van Broeksz voor de televisie. Die zegt, dat de lezers van Televizier zich voor veer tig gulden hebben uitgeleverd aan de AVRO. Ik kan me voorstellen, dat-ie piept dat hij zich geweldig aan de staart getrokken voelt, maar dat geef^ hem nog niet het recht om leugens te verspreiden. Er is in de laatste weken belogen en bedrogen bij de wilde konij nen af. Het is ook nog nooit gebeurd, dat omwille van groeps-, club-, privé- en commerciële belangen net zolang aan 'n wet is gepeuterd, totdat de concurrent met zijn kop in de strop zat. Het is een algemeen aanvaard principe dat iemands onschuld vaststaat en dat zijn schuld moet worden bewezen. „Neen" zeggen de Is de fusie tussen AVRO en RTN werkelijk bedoeld als een stap naar een „ontzuilde" nationale omroep of gaat het in feite alleen om de miljoenenbelangen van N.V. Rotogravure, uitgever van Televizier? Een onzer redacteuren hoorde er twee tegenstanders over uit: Rein van Rooij, de uiteraard niet onpartijdige hoofdredacteur van Televizier, en het A.R. Tweede Kamerlid Schakel, de man die bij het omroepdebat de meest spreekvaardige bleek. ,Als je verliefd wordt, is alles ook koek en ei" Nederlandse wetgevers, „we draaien de drijven, waarvan De Tijd ook deel uit- zaak om. Televizier zal moeten aanto- maakt. Verdomd, ik geloof, dat ik die dat hij onschuldig is". krant ga opzeggen." Strijdvaardig schenkt hij de troosten de kelken nog eens vol. In de afgelopen weken hebben goedwillenden hem ge suggereerd om strijdend ten onder te gaan. Hij geeft toe: „Ik heb er serieus over nagedacht en ik was al van plan om met een stoot fanfares uit het strijdperk te treden. Niet omdat we geen kans meer zouden zien onze gege vens via de vrije nieuwsgaring te verkrij gen. Dat is nooit het punt geweest. Het was alleen duidelijk, dat de tegenstan ders met de wet in de hand om elke kleinigheid een kort geding zouden kun nen aanspannen. Die wet was immers pasklaar gemaakt om ons bij de broek te grijpen. Stel je voor Toon Ram melt schreef vorige week in De Tijd de commentaren over deze kwestie. Die man zit bij de Verenigde Uitgeversbe- Koek en ei Eenmaal in de houdgreep van de standvastige zuilen is Rein van Rooij begin januari begonnen met zijn tegen offensief. In een zaaltje van hotel Palace in Noordwijk was hij een van de gezwo renen, die het geheim beraad over een fusie Televizier-RTN en AVRO bijwoon de. „Niemand wist, wat er aan de hand was", onthult hij, „alleen de obers. Die wisten precies, wanneer er ruzie in de tent was. Op een gegeven moment ver gaderden we van donderdagmorgen tien uur tot vrijdagnacht drie uur. Dat is normaal. Je kent elkaar niet. Je moet aan elkaar wennen. Als je verliefd wordt is ook alles koek en ei. De armoe komt pas later. We zijn het uiteindelijk eens geworden over een aantal principe kwesties: Televizier zou zijn onafhanke lijke positie behouden, de nieuwe com binatie zou niet in federatief verband werken. De ontzuiling was immers een eerste eis, die de RTN vanaf het begin gesteld heeft. Toen Slotemaker tijdens de persconferentie bezig was, zat ik dan ook op mijn stoel te wippen. Die man wist beter. Daarom is het jammer, dat de za ken tevoren waren uitgelekt, waardoor de journalisten op de persconferenties meteen naar de consequenties vroegen, waar we het zelf nog niet over eens zijn." Voor Rein van Rooij („van carnaval vieren zal dit jaar helaas niets kunnen komen") staan inmiddels een handvol zaken rotsvast. Televizier, dat hij sinds zijn komst, zes jaar geleden, zag uitdij en van een koperdiepdrukprobeersel met 80.000 abonnees tot een meer dan vol wassen blad met 600.000 lezers, behoudt volledig zijn eigen gezicht. Hij zegt: „Nou kunnen ze achteraf wel gaan beweren, dat het een familie blad is, maar ik stel daar tegenover, dat het een zuiver televisieblad is. Als ik een reportage over Jordanië publi ceer, kan ik er een kadetje bijplaatsen, waarin staat dat de televisie gisteren in het nieuws aandacht aan deze kwes tie heeft besteed. De televisie haakt immers op precies dezelfde manier in op het nieuuis van de dag". Aan het hoofd van zijn meute van 25 journalisten („dat eeuwige gemekker over ons bestaansrecht heeft de s; horigheid wel bevorderd"), rukt de for se zoon van de oud-gemeentesecretaris Van Vught nu op in de richting van het absolute einde. Hij heeft het vertou wen, dat Televizier binnen vier jaar een oplaag heeft van een miljoen. „Dat zal dan de eerste keer zijn in de geschiedenis van de Nederlandse pers, dat een blad die grens haalt", zegt hij intens tevreden. „We zitten nog steeds in een stroomversnelling. De feiten ge ven ons gelijk". Geen visie De nieuwe omroepwet („Het zou niks verwonderen, als de Eerste Kamer hem afstemt") is ondertussen al vak kundig gekielhaald door zijn kritiek. „De nieuwe omroepwet heeft geen body, geen enkele visie op de toekomst" „Die wet heeft geen body", zegt hij, „geen enkele visie op de toekomst. Er wordt met geen woord gerept over kleurentelevisie, over het probleem i het centraal-antennesysteem, over instraling uit het buitenland. In feite heeft die wet zich nu al overleefd. Dat verklaart ook, waarom ze door die fusie zo in paniek zijn geraakt. Het optreden van minister Klompé was een zielige vertoning. Ze wist ternauwernood het c r had", Leeggestort in de leunstoel herhaalt hij nogmaals, dat hij geen verbeten idealist is die tegen windmolens vecht. Hij zegt: „Ik ben wel een gevoelsmens, maar ik laat me per se niet leiden door mijn emoties. Ik ben geen zuilenhater. Ik gun de Nederlanders hun recht op principes, maar ik vind het schandelijk, dat ze ons het licht niet in de ogen gunnen." Barend de Beer Persoonlijk weet Rein van Rooij zeer goed, hoe hij het heeft: „Als de televi sieproblemen me te machtig worden, verdiep ik me in de problemen van Ba rend de Beer. Ik heb de supervisie over een blad met zijn avonturen en dat is voor mij een enorme rieleks. Barend de Beer werkt zeer bevrijdend. Als ik hem niet had, was ik nou waarschijnlijk rijp voor een hart infarct." „Winstoogmerk kunnen we in omroepbedrijf missen als kiespijn" NÖORDELOOS De slimme vaderlanders, die vinger of hele hand hebben in die ene pot met commercieel omroepnat, vinden hun weg naar het lonkend dividend onder meer versperd door Maarten Willem Schakel, kloeke kruide- nierszoon uit Meerkerk, die zijn tijd en energie met dwingende regelmaat verdeelt tussen Noordeloos en Den Haag. Als burgemeester van Noordeloos, omvattende de kernen Noordeloos, Hornaar en Hoog-Blokland, zwemt hij ten behoeve van zijn 3300 ingezetenen met rustige schoolslag door de Alblas- serwaard, als Kamerlid verdedigt hij fris van de lever en met transparante kennis van zaken het standpunt van zijn Anti-Revolutionaire fractie. Hij doet dat zonder spiekbrief en oriënteert zich uitsluitend op de aantekeningen, die hij tussen de boerenbedrijven door in het miniatuurgemeentehuis van Noordeloos gemaakt heeft. „In de nieuwe opzet is geen plaats voor Televizier" „Er is een tijd geweest, dat ik ook van papier sprak", bekend hij gul. „Voor de vuist weg spreken moet je nu eenmaal leren. Ik heb die techniek on der de knie gekregen dank zij al die ver gaderingen in het land. De AR is een knap levendig zaakje met hoge verga derfrequentie. Als ik nou alleen deze week bij de kop neem, ik pak er even mijn agenda bij,'dan kan ik u zeggen, dat ik maandag in Dirksland was, dins dag in Willemstad, woensdag in Alphen aan de Rijn, donderdag in Staphorst en vrijdag in Lexmond. Ik tel ook altijd de mensen, die naar me komen luiste ren. Dat waren er in Dirksland op de kop af vijftig, in Alphen 90. Ik schrijf dat op, waarachtig, dat kan best een afwijking zijn". Parlementaire show Tijdens de behandeling van de om roepwet steelt hij zonder enige bedrei ging der concurrenten de parlementaire show. Met één hand in de zak van zijn ruitjespak legt hij eerst uit, hoe de AR erover denkt: vrije omroepzendgemach- tigden, inspraak van onderop, geen be voorrechting van bepaalde omroepen, geen commerciële omroep, geen staats omroep, ook niet voor vijftig procent". Dat zijn de hoofdpunten uit het partij programma van 1963, die Schakel ge bruikt als cement voor zijn fraaie tym- panon, waarmee hij de Hilversumse zuilengang bekroont. En passant daagt hij met goed gedoseerde historische kopstoten ook voortdurend de oppositie uit. Uit het stof der dertiger jaren diept hij een verklaring op van professor Oud, die vaststelde, dat de liberalen het den kend deel der natie vertegenwoordigen. Schakel: „Het eerste bastion, van waaruit ze hun aanvallen ondernamen, was de openbare school. Het heeft ons christenen waarachtig tachtig jaar strijd gekost om met onze scholen ook een plaatsje onder de Nederlandse zon te krijgen. Toen dat gebeurd was, trokken de liberalen terug naar een achterlig gend bastion. Oud pleitte voor een alge meen radioprogramma, je ziet, zo kers vers is dat denkbeeld nou ook weer niet. Zijn voorstel was om protestanten, ka tholieken en rooien op één hoop te ve gen en de helft van de koek te geven. De AVRO mocht zich dan overeten aan de andere helft, dat was de algemene omroep, christenen en rooien kregen de Huizense zender, de beroerdste uiter aard en Vogt en de zijnen zouden via Hilversum gaan zenden. Die lijn wordt consequent doorgetrok ken. Het kabinet-Marijnen zit nog niet goed en wel. of het wordt geconfronteerd met het beroemde AVRO-plan. Inmid dels was er wel televisie bijgekomen, maar de Ideecn waren sinds 1930 niet veranderd. De AVRO als algemene om roep had recht op het tweede net, ver sta me goed, het hele tweede net. Dan kon de rest een stoelendans beginnen op Nederland I. Precies in het verlengde van dat straatje, waar de liberalen zich zo senang voelen, ligt ook de laatste manipulatie met Televizier. RTN, en AVRO. Ik geef je trouwens de garantie als de tfROS binnen twee jaar de 100.000 leden niet haalt, dan vliegen ze de AVRO Wat ik me nou alleen afvraag is: waar halen die dames en heren de pre tenties vandaan om zich als exponenten van een nationale en algemene omroep te beschouwen? Wat is dat dan wel? Ak koord. De AVRO vertegenwoordigt een flink stuk van ons volksleven en als zo danig kun je die omroep ook niet weg denken. Ik zou hem zelfs niet weg willen hebben. Ik hoop van ganser harte, dat het een A-omroep blijft en dat zal ook wel, want het ligt in het karakter van de Nederlander om het altijd op te nemen voor de under-dog. Dat sympathieke trekje heeft de VPRO ook al enige ma len van de fatale streep weggetrokken. Blabla Ik heb vór dl# behandeling van de omroepwet een berg knipsels verslon den en daar zaten ook interviews tussen De nieuwe omroepwet acht ik een gaaf stuk werk" van de kopstukken van RTN en TROS. Ik heb ze stuk voor stuk met de loep bekeken, ik heb er niks anders in kun nen ontdekken, dan onduidelijkheid en blabla. Een knaap als prof. Vroom, die man van de Kunstacademie in Amster dam, heb ik zwart op wit dingen zien beweren, die kant noch wal raakten en elkaar nog tegenspraken ook. Voor mij is één ding duidelijk: de miljoenen guldens, die in een commer cieel omroepbestel worden afgetapt ten behoeve van de aandeelhouders zie ik liever als rente bijgeschreven op mijn televisiescherm en in mijn radio. Men sen. die het langs die weg proberen, zijn in een hoog ontwikkeld omroepbestel als het onze gewoon aan het verkeerde adres. Winstoogmerk en commercie kun nen we In het omroepbedrijf, zlinde een bedrijf van subtiel geestelijke culturele aard, missen als kiespijn. Ik heb niets tegen commercie, per slot van rekening is het de kurk, waar een samenleving op drijft, maar als commercie een zaak alleen maar vertroebelt en verpest, moet-ie onmogelijk gemaakt worden". R«likwie Het inmiddels alweer vergeelde Ka merstuk, waarin zijn toespraak ligt op gebaard, bewaart hij In zijn bureau op het gemeentehuis van Noordelooe. „Dat ie een relikwie", «telt hij met oncalvi nistische nostalgie vast, „Ik heb me enorm Intensief in die hele omroepkwes- tie verdiept, omdat het een geweldige zaak is. Er zitten allerlei kanten culturele, juridische, politieke en merciële. Dan is het ook nog een stuk volkshistorie. Ik zeg ook in het slot mijn rede: „Wij achten ons met reformatorisch-calvinistische inbreng tot de Nederlandse natie in generlei op zicht de mindere van wie dan ook. Wij wensen niet opgeborgen te worden in een met andere sectariërs te verkave len hoek. Zo'n zin kan ik van tev niet verzinnen en op papier zetten, dat moet er spontaan uitkomen. Ik houd niet van voorgebakken koekies. Een parle ment moet levendig zijn, daar moet mu ziek in zitten. Als je eenmaal de weg weet, dan kun je zo'n Tweede Kamer animeren en tot repliek dwingen". Ik heb persoonlijk nooit gebrek interrupties. Dat vind ik geweldig daar leef ik bij. Als Bruggeman van de PSP zegt, dat Schakel provocerend gespro ken heeft, beschouw ik dat als een groot compliment. Je spreekt altijd in de hoop op reacties. Alleen een man als Van Dis kan dat geen fluit schelen. Die legt altijd demonstratief zijn ge hoorapparaat op zijn bankie als hij naar het spreekgestoelte moet. Die man wil gewoon niks horen. Ik wil best bekennen, dat ik hel een inspirerend gezicht vond, toen er tijdens mijn rede over de omroepwet, door de Kamer intensief geluisterd werd. Ik zag ook dat.de banken zich steeds meer vulden. Dat geeft de burger moed. Nog maals, ik geloof dat het komt omdat lk niet van een papiertje af spreek. Als je geen hulpmiddel gebruikt, dwing je jezelf tot uiterste discipline en logica. Dan kan het je ook niet schelen als op eens een mevrouw van Someren-Dow- ner er tussen door komt met een op merking, sterker nog: Ik vind dat enorm. Ik wacht erop en als het niet gauw genoeg komt, probeer ik haar al tijd In een zin even te kietelen". Bange nood Stug doorstappende wandelaar Scha kel (28 vierdaagsen onder de zolen en still going strong „elke maand neem ik een dag vrij en dan wandel ik 40 ki lometer") is pas twee jaar geleden per ongeluk geconfronteerd met de omroep- kwestie, Schakel: „Bij de behandeling de begroting van OK en W, de K zat er toen nog bij, waren de collega's Versteeg en Kieft ziek. Ze hebben toen het hele vaatje leeggeschept en kwa men voor de omroep toen in bange nood bij mij. Ik wist er op dat moment weinig van. Mijn specialiteiten waren Binnenlandse Zaken en Verkeer en Wa terstaat. Ik ben er gelijk fors in gedo ken en het heeft me van meet af aan enorm geïnteresseerd en genïtrigeerd. Ik ben ook blij, dat ik zelf niks met de omroep te maken heb. Dat ik geen be stuurder ben van de NCRV. Ik vind het principieel onjuist als omroepbestuur- den in kwestie, die hen zelf direct aan gaan, de mond opentrekken. Als onze tegenstanders dèt op tafel gooien, vind ik hun kritiek juist; in de politiek „MENEER VAN ROOIJ ZAL ECHT NAAR ANDER BAANTJE MOETEN UITKIJKEN" moet je elke schijn rigoureus voorko- Tronend in zijn gemeentehuis in de gang staat twee paar klompen van ingezetenen doet hij ex-cathedra zijn uitspraak voor de onmiddellijke toe komst. „De RTN is een duidelijke man telorganisatie van Televizier. Het is jammer, dat de AVRO zich met deze organisatie verzwagerd heeft, want daardoor is zij in commerciële wateren terecht gekomen en dat is voor de zelf standigheid van de AVRO funest. In tegenstelling tot vele anderen meen ik, dat de nieuwe omroepwet een gaaf stuk werk is. Hij legaliseert een historisch gegroeid bestel en opent daarnaast luiken naar een betere ont wikkeling. Het is sneu voor Van Rooij, maar in die nieuwe opzet is geen plaats voor Televizier in zijn huidige vorm. Hij kan nu wel blaffen en barsten naar alle kanten, hij is immers de hond met de vette kluif in de bek en die wordt hem nu afgenomen. Maar hij zal toch niet door de mazen kunnen glippen. Ak koord, laat hij dan kunnen bewijzen, dat hij er geen familieblad van maakt, maar dan is er altijd nog de clausule in de wet, dat de oplage van de om- roepgids slechts 25 procent hoger mag zijn dan het aantal leden van de om roepvereniging. Dat zijn nu eenmaal de spelregels en daar loopt ie op Btuk. Ik heb waardering voor het vakwerk, waarmee Televizier gemaakt wordt. Journalistiek gezien zit dat ding voor treffelijk in elkaar. Het vervelende is alleen, dat ze in bepaalde zaken oneer lijk zijn, zelfs unfair. Neen, het spijt me. Meneer van Rooij zal toch echt naar een ander baantje moeten omkijken. Als ie voor het einde van 1967 wat anders gevonden heeft, zit ie goed". Verwarde gedaehten van Jan Rogier Jan Rogier heeft hij de uitgevers Paul BrandlPolak en Van Gennep een hoekje laten uitgeven waarvan de eerste bedoeling misschien was een raad aan katholieken om dit keer niet op de K.V.P. te stemmen. We kunnen ons evenwel indenken, dat katholieken die dit inderdaad niet van plan waren, na lezing van het vlugschrift van Rogier jr. zullen besluiten om dan toch maar liever hun stem aan Schmelzer en Aalher- se te geven dan de medicijn van Rogier te slikken. Het boekje heet ..Een ernstig woord aan mijn rooms-katholieke medeburgers"; het trieste is. dat het geen ernstig woord maar slechts verwarde en verwarrende ge dachten géworden zijn. Hoe kan het anders: Rogier biedt zijn lezers immers alleen maar een mengelmoesje van actuele en verouderde artikelen of lezingen die hij eerder aan het papier had toevertrouwd. Uit de vriendelijkheid waarmee vele van zijn katholieke medeburgers hen blijven benaderen, leidt Jan Rogier af. dat ze óf hem gelijk geven óf onoprecht zijn. Het zou ook wel eens een gebaar van mede lijden kunnen zijn. want heus: met de beste bedoelingen komt Rogier jr. soms niet veel verder dan raaskallen en hoewel dat een verklaarbare reactie kan zijn op het zalven en straf aan de teugel hou den waarmee het lot van vele generaties katholieken getekend werd, men moet zo Iets toch maar niet als ..ernstig woord" aan medeburgers voorhouden Rogier hoopt dat de K-V.P. als een kaartenhuis Ineen zal storten: de meeste andere partijen mogen van hem dezelfde weg gaan. Maar hij wil ook niet een radicalisering naar links (geen wonder, want dan zou hij ook een radicalisering naar rechts moeten aanvaarden) hij wil een soort van volksdemocratie zonder het totalitaire waarop zo iets de geschiede nis bewijst het altijd moet uitdraaien. In zijn beoordeling van personen is Jan Rogier hevig subjectief: dat is zijn goed recht. Maar gevaarlijker wordt het. wan neer hij uit dit subjectieve oordeel dan probeert een nieuwe politieke en maat schappelijke moraal op te bouwen Vroeger werd wel eens gezegd, dat con- vertleten probeerden roomser dan de Paus te zijn. Rogier jr. draait dit verhaaltje om hij is kennelijk razend over het feit dat hij vroeger geloof gehecht heeft aan een aantal zaken, personen en verschijnselen die hij nu afwijst Fel afwijst, zo fel dat die felheid begint te lijken op een excuus voor de vroegere goedgelovigheid en onno zelheid. We kunnen ons voorstellen dat menig publieke tegenstander van de K.V.P. zal verzuchten: .Met de K.V.P. reken ik wel af. maar de hemel spare me voor zulke medestanders als Jan Rogier v. L. ROME (Reuter). In van Rome heeft men een werkloze arbei der, die talrijke malen bloed bleek te hebben afgestaan om eten te kunnen kopen voor zijn gezin, bewusteloos langs de weg gevonden. Hij Ie naar een zieken huis overgebracht om op zijn verhaal te komen. Slachtoffer praatmachine LONDEN (Reuter). Een Lon- dense rechter heeft gisteren an derhalf uur lan.» geluisterd naar een geluidsband, opgenomen in een Engels gezin, waarvan de vrouw al die tijd aan het woord De tirades van de vrouw tegen haar man hadden op de rechter zo'n indruk gemaakt, dat hij de opmerking slaakte: ,,De man heeft niet meer dan negen woorden ge zegd". Hij vond, dat geen enkele echtgeno(o)t(e) een dergelijke woordenstroom dag en nacht over zich heen behoefde te laten gaan en kende echtscheiding toe aan de gepensioneerde monteur Fran cis For, die 25 jaar getrouwd is geweest met zijn (babbelende) Wat de rechter de roerendste pas sage achtte in de geluidsband was, toen de vrouw met veel ophef verklaarde, dat zij zich voorge nomen had niet meer te drinken. Daarop volgde het benepen ant woord van de echtgenoot, dat inderdaad niet meer dan negen woorden bevatte: „Had je je maar voorgenomen niet meer te pra-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 8