Rol van Nederlandse
burger in
nationaal koningschap
3BSÊBÊÊ
Laatste groot wild vlucht
DE LFJPSE CX)URANT
f AU1NA 4
9
Ik heb een bericht van de burgemeester voor u.
In Canada is een prinses van Oranje geboren"
DEN HAAG Het was in 1943, midden in de barre oorlogstijd, dat op tijdelijk Nederlands grondgebied in
het Civic Hospital in Ottawa prinses Juliana het leven schonk aan haar derde dochter: Margriet Francisca.
Het was de 19e januari. Het bericht drong langzaam maar zeker door in het bezette vaderland: het ging van
mond tot mond en het bracht vreugde in vele harten. De vlaggen echter bleven weg, voor het witte paleis
in Soestdijk stroomde geen menigte samen, er was geen klokgelui, behalve in Wijk bij Duurstede, waar de klok
van de hervormde kerk geluid werd; er klonken geen saluutschoten. In Staphorst waagde de burgemeester
het om de veldwachter het dorp in te sturen. Deze belde bij elk huis aan: „Ik heb een bericht van de burgemeester
voor U. In Canada is een prinses van Oranje geboren."
De gravin d'Oultrement, een katholieke Belgische van
een, volgens de normen van die tijd, te lage adel, werd
er de oorzaak van, dat haar huwelijk met Willem l een
omstreden zaak werd. Het moest in afwezigheid van
de familie in Berlijn worden gesloten.
Dienstverlenende
functie van
constitutionele
monarchie
De luchtvloten daverden met hun bom-
menlasten over Nederland naar Hitiers
1000-jarig Reich, onafgebroken, dag en
nacht; in de nacht klonken de ontplof
fingen van de sabotagedaden, knalden
de schoten en vielen er mensen. Neder
land zuchtte onder een toenemende ter
reur, de honger knaagde, de vrijheid
leek velen onbereikbaar ver. De nieuwe
prinses werd in het geknechte vaderland
een symbool van de vrijheid. Haar naam
werd als «en belofte, de bloem van ge
lijke naam een teken.
Nu is dan prinses Margriet in onder
trouw gegaan met mr. Pi eter van Vol
lenhoven, e«n zoon uit ons volk. Deze
verbintenis heeft iets unieks: nog nim
mer huwde een lid van de Oranjefamilie
een Nederlandse burger. Toen in 1847
kroonprins Willem verliefd werd op een
Nederlands adellijk meisje, Anna Ma-
thilde gravin van Limburg Stirum, ver
bood Willem III zijn oudste zoon een
huwelijk. Aanvankelijk had koning
Willem hierbij de steun van de overige
leden van de koninklijke familie, maar
bij een stevig volhouden van de prins
kwam hij steeds meer alleen en daarmee
des te onverzettelijker te staan in zijn
weigering. Zelfs toen het kabinet De
Vries-Fransen-Van der Putte een wets
ontwerp ter goedkeuring overwoog.
L. *:v
bleef de koning zijn fiat weigeren. De
ongelukkige kroonprins, die met het
jonge gravinnetje bleef corresponderen,
trok naar Parijs waar hij eenzaam op
39-jarige leeftijd in 1879 overleed.
De meeste door Oranjes gesloten
huwelijken waren met Duitse prinsen
f prinsessen. Stadhouder Willem V was
gehuwd met prinses Wilhelmina van
Pruisen, zo ook diens zoon, de latere
koning Willem I, die eveneens met een
Wilhelmina van Pruisen was getrouwd.
Willem I overigens ging na de dood van
zijn eerste vrouw een tweede huwelijk
aan, dat om twee redenen geen goed
keuring kon krijgen in de ogen van de
troonopvolger, de regering en het volk.
Het ging om de gravin d'Oultremont.
Zij was een katholieke Belgische en
bovendien van een te lage adel volgens
de geldende normen van die tijd. Dit
tweede huwelijk van onze eerste koning
is bijzonder omstreden geweest en om
die reden moest het in afwezigheid van
de familie in Berlijn worden gesloten,
nadat de vorst reeds afstand vap de
troon had gedaan ten behoeve van zijn
Vorstelijke huwelijken maken veel
kans om een omstreden onderwerp te
worden. We herinneren aan het geval
van prinses Margaret van Engeland,
voor wie na de affaire met kolonel Peter
Townsend, Tony Armstrong Jones, de
huidige Lord Snowdon, maar nauwelijks
acceptabel geacht werd.
In ons eigen land heeft het huwelijk
van de katholiek geworden prinses
Irene met de Spaanse Fransman, prins
Karei Hugo van Bourbon, ondanks het
afstand doen van de opvolgingsrechten,
oude tegenstellingen In ons volk opge
roepen, zelfs zo dat het huwelijk in
afwezigheid van de familie In Rome
moest worden gesloten. Het recente
huwelijk van prinses Beatrix met de
Duitse diplomaat van landadel, Claus
von Amsberg, bracht weer andere ge
voeligheden naar boven bij een minder
heid in ons volk.
Dynastiek volk
De totstandkoming van vorstelijke
huwelijken pleegt maar zelden over
rozen te gaan. De vele verschillende
Nog een omstreden hijwelijk van
een Oranjetelg: prinses Irene met
Charles Hugo.
doornen doen hun stekelige werk. Met
het aanstaande huwelijk van Margriet
en Pieter ligt het gelukkig anders. Het
is een uniek huwelijk, zeiden we al,
vanwege Pieters afkomst. Een burger
zal daarmee lid worden van het konink
lijk hui9, dat in ons staatsrecht een
begrip is. Het koninklijk huis is een
instituut, een „service-apparaat" ten
dienste van ons volk, ontstaan vanuit
de historische werkelijkheid van een
nationaal koningschap. Immers het volk
van de Nederlanden is nooit een monar
chaal volk geweest. Schaepman sprak
van een „dynastiek volk". Hij zei in
1880 al: „Nederland zal zich niet ten
dode vechten voor het koningschap.
Maar het is een dynastiek volk, het
hangt met hart en ziel aan dit geslacht
der Oranjes: het heeft hen lief met al
hun gebreken, fouten, misslagen, zwak
heden; het heeft hen lief om hun daden,
die op de beslissende momenten onzer
historie steeds beslissend zijn geweest".
Kroonprins Willem, die v
vader, Willem III, niet mocht huwen
met een Nederlands adellijk meisje,
stierf eenzaam op 39-jarige leeftijd
in Parijs.
Het Verbond van de Nederlanden met
Oranje bestaat al bijna vier eeuwen.
Het dateert uit de tijd van onze vrij
heidsstrijd tegen de Spaanse overheer
sing, het continueerde zich tijdens de
Republiek der Verenigde Nederlanden
en het mondde uit in een nationaal
koningschap dat aan hen werd opge
dragen.
De katholieke historicus prof. Rogier
schreef eens: „De rol van de moderne
monarch is óf die van het stijlvol ar-
chaïs embleem of die van de verzoenen
de, samenbindende macht, die niet wil
overheersen maar dienen. Het Nederlands
vorstenhuis heeft in deze rol de taak ge
vonden, die een zegen werd voor ons
volk". Prof. Oud vult dit aan als hij zegt:
„Ons koningschap is voor ons juist van
zo hoge waarde om datgene wat het wer
kelijk is" en „door onze gehele vader
landse geschiedenis heen loopt als een
onafgebroken draad, dat telkens weer het
volk zich op Oranje beroept, als z\jn
vrijheid in het gedrang komt".
Stabiliserend
Een nationaal instituut dus, méér dan
een symbool van de natiorale onafhan
kelijkheid, veel eerder een werkzaam in
stituut in 's lands dienst. Dat is de zin en
het bestaan van de constitutionele mo
narchie in deze tijd. Dat heeft vrijwel
niets te maken met de mythe van de
trits God, Nederland en Oranje ook
al hebben onze voorouders het zo wél ge
zien het heeft veel meer te maken met
een doelgerichte en praktische staatsap
paraat, dat een stabiliserende werking
heeft, en de verplichting tot rechtvaardi
ging geeft voor de staatsman tegenover
een orgaan buiten partijverband.
Dit instituut, de dynastie, is In de ge
schiedenis van de 19e en 20e eeuw meer
dere malen in gevaar geweest. Het eens
zo bloeiende stamhuis van Oranje-Nassau
is in 1962 met koningin Wilhelmina uit
gestorven. In de huidige koninklijke fa
milie resteren alleen de traditie, namen
en titels van het oude stamhuis, want de
telgen ervan stammen uit de huizen
Mecklenburg-Schwerln en Lippe-Biester-
feld. Dat heeft nieuwe dimensies gegeven
aan ons nationale koningschap, dat sinds
Wilhelmina in vrouwelijke lijn is voort
gezet en wel op een voortreffelijke wijze.
Tegen deze achtergrond moet het huwe
lijk van prinses Margriet en mr. Pieter
van Vollenhoven worden gezien. Zij zullen
een plaats in het .Koninklijk Huis in
nemen en zich op hun wijze in dienst
stellen van onze volksgemeenschap. Prin
ses Margriet is tweede in de erfopvolging
en haar eventuele kinderen zullen als
prins of prinses evenzeer deel uitmaken
van het Koninklijk Huis, het „apparaat"
rond het staatshoofd.
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG. De wildstand
gaat achteruit. Het evenwicht
onder het wild is verstoord. Scha
delijke dieren zouden overheersen
als de mens niet van tijd tot tijd
ingrijpt. Wat zijn de oorzaken van
dit beklemmende probleem? Toe
nemende verstedelijking, vervui
ling van lucht en water Houdt
Nederland binnenkort geen wild
meer over? Zijn de nu nog wilde
dieren binnen een mensenleeftijd
alleen nog maar in wildparken te
zien
„Nederland onbewoonbaar voor het
dier? Nee", zegt ir. J. A. H J G. baron
van Oldeneel tot Oldenzeel „Er wordt
zuinig met het dier omgesprongen". De
baron is met ingang van' 1 december
directeur van faunabeheer. Faunabeheer,
een loot van het ministerie van Land
bouw en Visserij, houdt zich bezig met
natuurbescherming, bescherming van
het grondgebruik en regulering van de
wildstand.
De nieuwe directeur van fauna
beheer denkt nog veel veren te
moeten laten.
De zuinigheid vertraagt de achteruit
gang. De baron is ervan overtuigd, dat
faunabeheer in zijn beschermende taak
nog heel wat veren moet laten. „De bouw
van huizen, fabrieken en wegen verdrijft
het wild. Daar is niet aan te ontkomen.
Je kunt deze vooruitgang niet tegen
houden. Je kunt de expansie van het
Botiekgebled niet weerhouden omdat op
die plaats een natuurreservaat ligt. Je
kunt gewoon niet bewijzen, dat een na
tuurgebied meer winst oplevert dan olie
of andere produkten. Een natuurgebied
kost alleen maar geld'.
„De planologen houden nu wel rekening
met natuur en wild. Als het even kan
laat men geen weg meer dwars door een
reservaat lopen. Dat hebben we al ge
wonnen. De mentaliteit is veranderd.
Vroeger redeneerde men anders. Toen
ging een weg wel dwars door zo'n gebied.
Het was goedkoper dan landbouwgrond.
Nu trouwens niet meer".
ervan moeten leven, trekken naar elders.
Met hen verhuizen groter; dieren, die
zich weer met die insecten voeden. Ga zo
maar door.
„Nieuwe werkmethoden ln de landbouw
werken de natuur soms ook tegen", zegt
de baron. „Nu heeft men bijvoorbeeld be
dacht ook In het voorjaar gras te maaien.
Gezond voor het melkvee. Maar weide
vogels wordt door het vroege maaien het
broeden onmogeljk gemaakt. Sommige
boeren zetten stokken bij de broedsels en
laten de nesten bj het maaien ongemoeid
Dit goedbedoelde werk gaat verloren als
kort daarna de nesten om de eieren wor
den uitgehaald. In Friesland kom je
zoiets vaak tegen".
Zwijnen,
li er ten
en reeen
honden
voort
snellende
beschaving
niet bij
„Het Is niet te voorspellen, welke dier
soorten zullen verdwijnen. Die de meeste
behoefte aan rust hebben gaan het eerst.
Welke? Wilde varkens, herten en reeen
hebben rust nodig. Zij eisen een groot
leefgebied. En die gebieden komen nu al
weinig meer voor. Raven moesten Inge
voerd worden, Zty waren hier uitgestorven.
En waar vind je In Nederland nog zalm?
Nergens. Nog meer vissoorten verdwynen
by toenemende watervervulling".
Baron Van Oldeneel tot Oldenzeel (60)
spreekt bedachtzaam. Hy smoort rustig
een pijpje en speelt wat met z'n bril. Een
ferme snor hangt boven de mond, die zo
nu en dan breed limlacht. De baron is
sterk geneigd om het gesprek te laten
afdwalen. Telkens weer omdat hij er niets
voor voelt namen van de te verdwijnen
diersoorten op te spuien. Hij w;' zich
niet aan uitspra'-en ophangen.
De baron gaat graag op jacht. Hij zegt
„Jagen doe je niet meer als vroeger. Toen
stapte je van huis om te doden. Nu niet
meer. Nu moet je moeite doen om de
wildstand op peil te houden. Alleen erg
schadelijk gedierte schiet je af. Als de
jager bijvoorbeeld de reeënstand niet op
niveau houdt, vreten de dieren van de
landbouwgewassen. Dat mag niet. Onge
limiteerde groei van groepen reeën zou
bovendien ziekte onder de beesten ver
oorzaken".
WILD OF FRIET
Reeën, herten rn wilde zwijnen komen
bijna alleen nog op de Veluwe voor. De
Veluwe blijft toch wel behouden voor het
wild? „Ik weet het niet", mijmert de
baron. „De regering wil dat gebied vrij
houden van lawaai. De gemeenten op en
rond de Veluwe denken er net zo over
Grondeigenaren daar werken ook mee
aan het behouden van rust. Gelukkig
maar. Als iemand in dat gebied nu een
camping of zo wil opzetten, l-rygt hij geen
vergunning. Maar over tien jaar kan de
regering wel anders denken. Het gaat
^erom wat de mens op den duur wil. Friet
eten of wild zien. Deze twee gaan niet
samen". De baron is wat geladen als de
Veluwe ter sprake komt. Hij blijft vechten
voor behoud van de wildstand. Maar hij
ziet ook in, dat straks een bevolking van
ruim twintig miljoen mensen bij toene
mende vrije tijd ontspanningsruimte moet
hebben. En wie dan regeert dan beslist.
De ambtenaren van faunabeheer kunnen
slechts adviseren.
LICHTPUNTJE
„Ik geloof, dat voor alles ruimte vol
doende is", klinkt het optimistisch. „Vol
doende voor steden, Industrieën, wegen,
recreatie en wild. Als men maar be
dachtzaam te werk gaat. Men moet wik
ken en wegen bij afgifte van iedere meter
grond".
De nieuwe directeur van faunabeheer
ziet in de algehele ontwikkeling toch een
lichtpuntje. De natuurreservaten met
drassige grond blijven gevrijwaard van
recreatie. Niemand hr ft namelijk zin om
drassig terrein te bewandelen. Om ter-
wille van „beessies" natte voeten te krij
gen. Dezelfde „beessies" hebben veelal in
de reservaten een laatste toevluchtsoord
gevonden. Daarbuiten is hun het leven on
uogelijk gemaakt.
Niet alleen eerder opgesomde vijanden
lebben daaraan meegewerkt. Ook de
.andbouw doet yverig mee aan de onder
gang. De boeren ontwateren gedraineerde
grond. Best, maar water- en weidevogels
worden hiermee gedwongen te verhuizen
Boeren willen bespoten vruchtbomen om
de consument gaaf fruit voor te zetten
Akkoord, maar dit heeft wegtrekken van
vogels tot gevolg. Onkruid krijgt jaarljjks
enkele malen chemisch gif te verwerken.
De planten sterv n, omdat de boer er
geen nut van heeft. Maar insecten die
op het nuchtere inzicht van de Neder
lander, die meestal de kerk in het midden
wil houden. Is er dan helemaal geen
groep die natuurbescherming tegenwerkt?
Toch wel. De baron zegt van plattelan
ders minder begrip voor het werk te krij
gen dan van de stedeling. Boeren en
buitenlui vinden het leven-met flora en
fauna doodnormaal. Zij zien er niets bij
zonders meer in. Zij zijn ook snel berpir
iets daarvoor op te offeren.
De stadsmens bekijkt de flora en fauna
met andere ogen. Voor hem blijft het iets
geweldigs. Vanuit de stad is dan ook de
natuurbescherming ontstaan. Bij de toe
nemende verstedeiyklng zou als logiscl
gevolg de natuur nog feller beschermt
moeten worden.
Hoe de mens zich op den duur ook
mag uiten, ir. baron Van Oldeneel tol
Oldenzeel blijft samen met een grote
groep ambtenaren werken voor het bc
houd van de fauna. Weer anderen pro
beren de flora in stand te houden. Maai
het blijft vechten tegen de bierkaai, zo
lang niets gevonden is tegen de voort
hollende lucht- en watervervuiling.