Nederlandse „branch" van Dickens
Fellowship feestte in slaperig Leiden
Prof. dr. L. Kukenheim
BELEVENISSEN VAN LEIDS MEDELID
OP DE DICKENSIAN OLYMPUS
Jongerenmis met beatmuziek in Hoogmade
„Bij studiebekorting minder gemors
met geld. tijd en energie"
DINSDAG 13 DECEMBER 1966
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 5
TERWIJL EEN VUIGE STORM door de straten onzer vaderstad
woedde en het water in de grachten tot een bruisende branding
werd opgezwiept, kwam de Nederlandse afdeling der Dickens Fel
lowship, de vriendenkring van de onsterfelijke schrijver, hier ter
stede bijeen om het heuglijke feit te herdenken, dat deze 'Branch'
tien jaar geleden door Godfried Bomans en Nico Andriessen werd
opgericht. Ruim vijftig genodigden uit het «hele land hadden zich
dezer dagen in een zaal van restaurant Van der Heyden verzameld,
teneinde de feestelijkheden met hun aanwezigheid op te luisteren.
Bomans en maaltijd
voerden lidmaten
tot grote hoogten
70 WAREN ER de heer en mevrouw
Bomans, de tweelingbroeders Ma-
rius en Jo Beek uit Amsterdam, de
dichter Willem Brandt en de schilder
Kamerlingh Onnes, om m^ar enkele
personen uit dit illustere gezelschap
te noemen. De sfeer was, zoals ge
bruikelijk bij bijeenkomsten der Fel
lowship, alleronuitsprekelijkst gezel
lig; de leden waren feestelijk uitgedost
voerden een beminnelijke conver
satie, die door vele citaten uit het
werk van de vereerde meester ver
lucht werd.
Godfried Bomans schreed als een
hogepriester door het feestgewoel opi
met eenieder een praatje aan te kno
pen en onder luide hilariteit werden
de plakboeken, waarin alle wapen
feiten dezer vereniging geregistreerd
staan en die op kunstzinnige wijze
door de heer en mevrouw Overbeek
zijn samengesteld, nog eens doorge
bladerd, totdat de bel ging die het
begin van de feestmaaltijd deed ver
moeden.
Toen allen gezeten waren stond de
president, de olijke Amsterdamse
tandarts Marius Beek, op om een wel
komstwoord te spreken en een brief
voor te lezen van Doris Day, de dame
die in Londen de belangen der Neder
landse afdeling behartigt, een brief,
rin deze haar diepe teleurstelling
liet blijken over het feit, dat ze on
mogelijk in Leiden kon zijn. (Men
verwarre deze dame niet met de
Amerikaanse filmster, luisterend naar
dezelfde naam).
„SLAPERIGE STAD"
Het menu bleek zowaar uit louter
Engelse gerechten te bestaan, waarbij
ook de befaamde 'pudding with .whip
ped cream' niet ontbrak. Tafelpresi
dent Godfried gaf nu de dames Hilda
Kern en Siebrig Dorst het woord,
r niet voordat hij Leiden een
slaperige stad had genoemd, hetwelk
een ernstige - zij het niet onvergeef
lijke - dwaling heten mag. De boven
genoemde dames gaven een prachtige
ode-op-rijm ten gehore, waarin de
werkers van het eerste -uur werden
bezongen en elk der oprichters een
erelint werd toegekend, dat door gra-
Schimmelpeninck ogenblikkelijk
en op charmante wijze aan de geluk
kigen werd uitgereikt.
Mr. Heldring, advocaat in de hoofd
stad, hield een boeiende tafelrede,
waarin hij zich afvroeg of Dickens
een goed rechter of advocaat had kun
nen zijn, hetgeen resulteerde in een
door allen betreurde ontkenning.
IN HET MIDDEN van de zaal was
geweldig spandoek opgehangen,
waarop in grote rode letters te lezen
stond: „Welcome, Dickensians". God
fried vertelde, dat dit spandoek ook
was gebruikt in de dagen, dat de An
nual Conference - de jaarlijkse ver
gadering van alle Dickensminnenden
uit de gehele wereld - te Amsterdam
plaatsvond. Een der Engelse hoofd
bestuursleden gaf toen zijn voldoening
te kennen oven de aanwezigheid van
dit spandoek en vroeg vervolgens aan
Godfried, of de Haarlem Branche niet
nog meer van dergelijke exemplaren
in haar bezit had, waarop deze ant
woordde, dat het er in totaal wel
minstens acht moesten zijn. De vol
gende dag zou er een uitstapje naar
Gouda worden gehouden en zo ge
beurde het, dat Life-President God
fried, vergezeld van dit enig en uniek
spandoek, een trein eerder naar Gouda
nam; aldaar gearriveerd, had hij een
onderhoud met de koster van de be
roemde St. Janskerk en deze bleek,
vooral na het in ontvangst nemen ener
rijksdaalder, wel bereid zijn mede
werking aan Bomans' snode plannen
te verlenen. Toen nu de onschuldige
Angelsaksen later op die dag dit gods
huis betraden, sperden zij hunne
engelse ogen wijd open van verba
zing, want daar hing, tussen twee
pilaren in, een spandoek met het
spookachtig opschrift: „Welcome,
Dickensians".
„HEAR, HEAR
Gedurende het verdere verloop van
de avond verhieven zich nog velen
van hun zetels om de andere toe te
spreken; onveranderd werd er 'bravo'!
en 'hear, hear" geroepen en, naar oud
gebruik, zelfs met de vuisten op tafel
getrommeld.
Willem Brandt moest een keuze doen
uit drie dametjes, die in de werken
van Charles voorkomen, waarbij ook
mrs. Gamp, de oude omvangrijke ver
pleegster, die de gewoonte had, sterke
drank uit een theepotje tot zich te
nemen, ter sprake kwam. Geen van
deze wezens echter kon hij zich als
echtgenote wensen en vervolgens stel
de hij een toast in op de aanwezige
dairies uit het gezelschap, een daad,
die met warme bijval en luide toe
juichingen werd begroet.
Life-President Godfried Bomans lar
deerde de toch al zo rijkelijk van ge
neugten voorziene feestmaaltijd in
Leiden met vele waarschijnlijkheden
en onwaarschijnlijkheden tot uitbun-,,
dig genoegen van zijn fellow-members
TERWIJL HET BEDIENEND perso
neel op onmiskenbaar wellustige wijze
de glazen der aanzittenden vulde zo
dra dit maar mogelijk was, hief pen
ningmeester Meulenhoff een klaag
zang aan. betreffende de financiële
moeilijkheden, waarin de vereniging
verkeert en het was om die reden,
dat hij de leden verzocht bij overmatig
drankgebruik een extra bijdrage in
de clubkas te willen storten. Dit werd
met gemengde gevoelens ontvangen.
Maar de arme penningmeester had
nog meer te zeggen en prees secretaris
Frank Keene, waarbij hij de belang
stellende toehoorders mededeelde, dat
deze, volgens mevrouw Keene „grote
voeten, doch schattige kleine teentjes
bezat", waaruit werd afgeleid, dat de
secretaris zich wel niet gauw op de
laatstgenoemde ledematen getrapt zou
voelen.
Naarmate de avond voortschreed,
steeg ,de stemming tot ongekende
hoogten, vooral bij de toespraken van
dominee Van der Meiden, een ziele-
herder uit Dordrecht, die verbonden
was aan een kerkgebouw, dat reeds
jarenlang aan restauratie onderhevig
is en daarom volgens Godfried voort
durend in statu nascendi verkeert, en'
van Jo Beek, de voormalige president,
die zich even guitig toonde als zijn
tweelingbroeder Marius. Nu was het
de beurt aan mevrouw Overbeek, die
vol vuur en hartstocht „The Ode to an
Expiring Frog", een gedicht uit de
'Pickwick Papers' deklameerde, tot
grote pret. van alle disgenoten.
DICKENS-ENQUETE
De twee Amsterdamse studenten
Brinkman en Van Dijk onthulden de
resultaten van een enquête over het
onderwerp: Charles Dickens.
I Tot grote ontsteltenis van alle aan-
I wezigen bleek, dat in de hoofdstad
i mensen, die denken dat Dickens
een befaamd trompettist is, nog zo
maar vrij mogen rondlopen; boven
dien waren er enkele ondervraagden
geweest, die hadden gemeend, dat
'Tom Sawyer' door Charles Dickens
geschreven was, hetgeen iedereen met
afgrijzen vervulde.
Nadat mevrouw Kamerlingh Onnes
(een lieve oude dame, echtgenote van
meergemelde schilder), de heer Frank
van Oorschot op vertederende wijze
in het zonnetje had gezet, verleende
Godfried mij het woord, daar ik mij
als jongste en tevens enig Leids lid
van de Fellowship verplicht voelde,
de genodigden toe te spreken. Ik poog
de enige verbanden aan te geven tus
sen Dickens en Leiden, doch zowel
mijn aangeboren bescheidenheid als
de „beknoptheid" van dit artikel weer
houden mij ervan, in details te treden,
zodat gij voor eeuwig van het kennen
dezer overeenkomsten verstoken zult
moeten blijven.
BESPROKEN AFSTAMMELING
Toen te elfder ure Chrales Dickens
himself het spreekgestoelte betrad,
kende de uitgelatenheid der feestvie
renden welhaast geen grenzen meer.
Nu moet u weten, dat de Nederlandse
vereniging van Dickensvrienden zich
gelukkig mag prijzen, een afstamme
ling en naamgenoot van de grote
schrijver tot haar leden te kunnen re
kenen. Deze fenomenale persoonlijk
heid is voortgekomen uit een familie
Dickens, die aan het einde van de vo
rige eeuw in het noorden van Frank
rijk is gesignaleerd. Godfried wist er
nog aan toe te voegen, dat de Engelse
schrijver in de omgeving van Calais
een buitenhuisje bezat, waarin hij zich
- vergezeld van een vriend, terugtrok
om „tot rust te komen", maar waar hij
in feite op uiterst grondige wijze de
bloemetjes buiten zette. Hier wilde hij
echter niet verder op ingaan, hetgeen
blijkens luide hilariteit alom ook to
taal overbodig was.
De heer Bomans vertelde nog een
en ander over de naderende Annual
Conference, die nu ten tweede male
in Nederland gehouden zal worden en
waarvoor tot op heden nog maar 25
uitheemse inschrijvingen zijn binnen
gekomen (hetweljc niet zo verwonder
lijk is, daar deze bijeenkomst pas rond
Pinksteren van het volgend jaar zal
plaatsvinden). Hij hoopte, dat dit aan
tal echter niet verder stijgen zou, zo
dat voor de eerste maal in de geschie
denis der Dickens Fellowship een
niet-Engels Branch op deze vergade
ring de meerderheid van stemmen zou
bezitten, hetgeen naar zijn zeggen on
gekende perspektieven zou openen,
zoals de mogelijkheid om te beslissen,
het gehele Dickens House van Londen
naar Haarlem te doen overbrengen.
Marius Beek had als president de
onaangename taak deze onvergetelijke
avond met een dankwoord te beëin
digen en nadat allen op uitbundige
wijze afscheid van elkaar genomen
hadden, viel er rond het middernach
telijk uur een diepe stilte over de
stad Leiden, van waaruit eenieder
met de meest aangename herinnerin
gen aan deze feestavond vertrokken
PETER VAN ZONNEVELD
Belangstelling ook
van ouderen
„Ik weet niet waarom de kerk van
avond tjokvol is; misschien uit nieuws
gierigheid met net oog op de -beatgroep
die hedenavond z'n muzikale medewer
king zal verlenen, of uit interesse om
in eigen sfeer, met volle aandacht deze
H. Mis-vierlng mee te maken", aldus
aalmoezenier Reginald, die met deze
woorden de jongerenmis inleidde.
Niet alleen inwoners van Hoogmade
vulden de kerk, maar ook uit de om
liggende gemeenten waren de mensen
gekomen om deze jongerenmis by te
De teksten der Mlsgebeden waren
door de jonderen der NKJB zelfge
maakt.
De wisselende gebeden, epistel en e-
vangelie werden door enkele bestuurs
leden voorgelezen. Als preek hield Wim
Hoogenboom (voorzitter NKJB) een
korte toespraak.
Het jeugdkoor, dat voor deze gelegen
heid was samengesteld, zong de liede
ren o.l.v. de dirigent en voorzanger, de
heer H. J. Booms. Tijdens het 'commu
nie-uitreiken zong de voorzanger (die
al in verschillende opera's meegezon
gen heet) het lied: „First one".
Tot slot werd gezongen, op de melo
die van „Oh, when the saints" een dank
lied, dat iedereen dank zy de bekende
medodie mee kon zingen; dit alles on
der de muzikale begeleiding van „The
Butts" uit Leiden.
Aalmoezenier sprak het slotwoord
uit.
BROODMAALTIJD
In aansluiting op de jongerenmis,
kon iedereen, die zich daar voor opge
geven had, aan de broodmaaltyd deel
nemen. De oud-Hollands ingerichte zaal
van rest. v. d. Ploeg was tot de laatste
stoel bezet. „The Butts" bespeelden hun
instrumenten weer. Hier wareu ook
aanwezig de pastoor v. Vugt, aalmoe
zenier Reginald, de heer Booms met col
lega. de heer Selder, een uitstekend zan
ger. afgevaardigden der KPJ; mej. Li-
neke Mourlts en fam. Pennings; afge
vaardigden der KWJ mej. Toos Joosten.
Ook de afd. Oud-Ade en Rijpweterlng,
zowel de afd. Woubrugge en de plaat
selijke CVJ waren vertegenwoordigd.
Tijdens deze maaltijd richtte Wim Hoo
genboom woorden van dank tot dege
nen, die aan deze geslaagde jongeren
mis meegewerkt hadden en overhandig
de daarbij enkele geschenken als blijk
van waardering.
Overste van rusthuis te Langeraar
bij ongeluk om het leven gekomen
Maandagmiddag is de Moeder-
Overste van het Sint Antonius Rust
oord, zuster Martia, bij een auto
ongeluk om het leven gekomen. Met
nog twee andere zusters uit het Rust
oord, was de Moeder-Overste op weg
naar het zusterhuis Bosbeek te Heem
stede. De heer L. Bosland, inwoner
van het rustoord, bracht hen met zijn
personenauto naar Heemstede. Van
de rijksweg moest hij daarvoor via
een afrit op de Kruisweg komen. Ter
wijl hij de Kruisweg opdraaide werd
de auto van achteren gegrepen door
een passerende vrachtauto.
Bij deze botsing kwam de Moeder-
Overste om het leven, zij was op slag
dood. De bestuurder, de heer Bosland
en de beide andere religieuzen werden
met ernstige verwondingen opgeno
men in het ziekenhuis van Haarlem.
Zuster Martia, geboren te Haarlem
in 1897 was een zeer bekende ver
schijning in de Langeraarse parochie.
Uitgezonden door de Orde der Voor
zienigheid te Amsterdam heeft zij
zestien jaar als onderwijzeres gewerkt
aan de R.K. Lagere School en ook aan
de Huishoudschool. Vele volwassenen
hebben van haar de eerste beginselen
van alle kennis ontvanger! op de
school, waarvoor ze haar nog danlr-
baar zijn.
Vervolgens vertrok zij als onder
wijzeres naar Kwintsheul om op 24
augustus terug te keren naar Lange
raar als Eerwaarde Moeder van het
St. Antonius Rustoord, zoals destijds
haar titel moest zijn. Haar leiding aan
de zusters in het rustoord was vast
beraden, doch kalm en haar zorgen
voor de bejaarden, die hun thuis in
dit rustoord hadden gevonden was al
tijd liefdevoL Zij ondervond een gro
te mate van waardering. Haar plotse
ling heengaan schokte iedereen die
haar kende en moet als een groot ver
lies worden beschouwd voor het Rust
oord. Zij heeft ook niet mogen beleven
het voltooien van het in aanbouw
zijnde bejaardencentrum „De Aar
hoeve". het toekomstige tehuis voor
de bejaarden.
ONTMOETINGEN
Zijn studeerkamer, éénhoog,
heeft nog steeds iets studen
tikoos. Al was het alleen maar
door de vele oude stoelen, in
allerlei uitvoeringen, de sta
pels boeken en een grote hoe
veelheid paperassen, die her
en der verspreid liggen. Van
uit de ramen ziet men dat
deel van de Witte Singel, waar
bijna huis-aan-huis studenten
wonen.
Prof. dr. L. Kukenheim Ezn,
hoogleraar in de Romaanse
taal- en letterkunde aan de
Leidse universiteit, gekleed in
een streepjespak, zegt, zijn
pijp stoppend» „Daar staat hij
alen hij wijst naar de
schoorsteen, waar te midden
van tal van voorwerpen, zo
als kaarten, pijptabak en een
antieke pendule, een legpen
ning staat te glanzen, de
„Prix de la langue fraiujaise"
hem toegekend door de „Aca
démie Frangaise".
Er vallen er veel af.
vergezelde, staat dat hij deze heeft
gekregen voor het geheel van zijn
publicaties op het gebied van het
Frans, maar in het bijzonder voor de
publicatie „Esquisse historique de la
linquistique frangaise", uitgegeven
door de Universitaire Pers, een stich
ting waarvan hij voorzitter ls. „Een
van de vele bijbaantjes, die Je hebt
als hoogleraar", zegt hij, met een
glimp van een glundering in zyn
ogen, die allerminst schuil gaan ach
ter zijn bril.
„De prijs bestaat sinds 1914
dat heb ik uitgezocht toen ik hem
kreeg en is bestemd voor buiten
landers. Het is een prys van de
Académie zelf om diensten te erken
nen aan de studie van het Frans be
wezen, buiten Frankrijk.
Meisjes bijv., die
denken alleen maar
chansons te krijgen. qv
hun recht komen. Ze doorbreken de
uniformiteit. De leden van deze be
weging komen elk jaar op Pinksteren
ln een andere plaats in Zuid-Frank
rijk by elkaar. Ze dragen dan hun
nationale costuums en spelen hun
volksliederen, dat is een heeriyke mu
ziek, wat zal ik zeggen, 't is erg
licht. We zyn er twee jaar geleden
naar toe geweest, met een stel stu
denten, post-kandidaten. De tocht
werd door de Curatoren en het Leids
Universiteits Fonds gesubsidieerd.
Dat was wel mooi. Nou ja, het
droeg tenslotte toch by tot de kennis
van het land."
prof. Kukenheim Ezn. - Eduards
Zoon- „ik heb een neef met
dezelfde voor- en achternaam",
werd In 1905 ln Amsterdam gebo
ren. Hy studeerde daar Oude talen
en Frans, was géén Corpslid
(ziet er evenwel volkomen „Leids"
uit) en promoveerde op een dis
sertatie getiteld: „Contributions a
l'hlstoire de la grammaire ita-
lienne, espagnole et frangalse k
i'époque de la Renaissance".
Daarna werd hy leraar aan ver
schillende scholen en ln 1951
maakte hij de sprong van Alk-
maarse leraar tot Leids hoog
leraar.
OP DE VRAAG HOEVEEL colle
ges hij geeft zegt hy: „Even na
denken hoor. Da's dinsdagsdon
derdagsvijf, ja vijf! In de Fran
se taalkunde en het Provengaals, zo
wel oud als modern. Er bestaat in
Frankryk een Zuid-Franse beweging,
ja Juist, net zoiets als bij ons de
Friese, inaar dat weten maar heel
weinig mensen en ik tracht die be
weging wat meer bekendheid te ge
ven. Ik ben corresponderend lid en
heb er ook een penning van", en hij
staat voor de zoveelste maal op om
zijn uitspraken te laten vergezellen
van het „levend" bewijs.
„Ik ben voor minderheden", zegt
hij fijntjes lachend, „die moeten tot
de Franse studie zegt hy:
Het is niet eenvoudig om je
van een taal te bedienen, maar je
moet toch ook nog Iets weten van
de geschiedenis van een taal, hè.
De opbouw van de studie heeft
bij ons iets van een pyramide:
drie jaar oriëntatie en dan twee
jaar specialisatie op het gebied
\wn letter- of taalkunde of de Oud-
Franse letterkunde.
Ik hen er een groot voorstander
van om voor degenen, die het on
derwijs ln gaan en dat is toch
het merendeel een studie-bekor
ting in te voeren, In die zin, dat
zy na hun kandidaats en een jaar
praktische taalbeheersing de vol
ledige bevoegdheid tot leraar kry-
gen. Ze hebben dan echt vol
doende oriëntatie en op die ma
nier wordt er minder gemorst met
geld, tyd en energie. Nu zyn we
verplicht mensen, die toch In 't on-
derwy's gaan, door hun doctoraal
te slepen; ze scripties en voor
drachten te laten maken, wat
hun vaak helemaal niet ligt. Ik
zou willen voorstellen, de studie
pas voort te zetten, wanneer het
kandidaats een zeven oplevert,
dan heb je tenminste kans op re
delijke werkstukken".
MIJN BIJBAANTJES? Ik ben
twee jaar decaan geweest, dat
is voorzitter van de Faculteit. En
dan ben ik, maar dat heeft eigen
lijk niet zozeer iets met myn hoog
leraarschap te maken, voorzitter
van de Nederlands Israëlitische ge
meente hier in Leiden. Het is een
kleine gemeente van zo'n 90 zielen.
Ik ben ook voorzitter van een Joodse
instelling, die tot doel heeft kinde
ren die naar Israël komen, op te
vangen en een vak te lerenen
ook nog lid van de „Commissie prak
tische talenkennis", die het perfec
tioneren van de taalkennis van niet-
talen-studenten beoogt. Ik was voor
zitter van het werkcomité dat de
Franse week heeft voorbereid. Dat
is anders een groot sukses gewor
den; je staat er van te kyken, hoe
veel mensen ln Leiden zich voor
Franse zaken Interesseren!"
•T^alryk zyn de anekdotes en ver-
I halen, die In Leiden de ronde
doen over de „Image" van de
Leids hoogleraar, met name owr
byv. de onmogeiykheld om met
hem (spontaan) contact te zoeken.
„Tja", zegt hij, om vervolgens
na een stilte slechts een beperkte
reactie hierop te geven, „als ik
door wie dan ook word aange
sproken. geef Ik een zo'n volledig
mogeiyk antwoord. Al was het al
leen maar om een afspraak te
voorkomen. Maar 'verderby
ons in de Franse sectie bestond
het overleg niet de studenten al
voordat de studie-raden wetteiyk
voorgeschreven werden.
We hebben hier zo'n 300 stu
denten Frans. Er zijn er veel,
die aan deze studie beginnen,
maar er vallen er veel af.
Meisjes ook bijv., die denken,
dat ze alleen maar chansons
krijgen
En de hoogleraar, die van
de taalkunde zijn specialiteit
heeft gemaakt, lacht, beter
wetend.
H. C.-v. B.
De heer W, Burer
(oud-goiiveriiementssecr.
van Nederlandsch-Indië)
te Zoeterwoude overleden
Te Zoeterwoude ls gistermorgen over
leden de heer W. Burer ln de leeftyd
van 96 jaar. De heer Burer heeft een
vooraanstaande positie bekleed ln het
voormalige Nederiands-Indlë, waar bij
Gouvernements-secretaris was. Hy heelt
ook grote verdiensten voor de missie ge
had.
De overledene werd in 1912 benoemd
tot Ridder in de orde van Oranje Nassau.
In 1926 ontving hy de pauseiyke Rid
derorde van de H. Gregorius de Grote.
In 1951 kwam hy naar Nederland en
woonde sedert 1954 in Zoeterwoude.
De begrafenis zal plaats vinden na een
Plechtige Uitvaartsdienst in de Sint
Jan op het r.k. kerkhof aan de Zuid-
buurtóeweg.
BUSJE 8CHEPT WIELRIJDER
Gistermiddag om 5 uur had een ver
keersongeval plaats op de hoek Dorps
straat-Watertje. De 62-jarlge J. d. B.
uit Zoeterwoude wilde, komend van de
Noordbuurtseweg, llnksafalaan het Wa
tertje op. Mede door de regen ontging
het hem dat op hetzelfde moment een
Volkswagenbusje, bestuurd door de 20-
jarige Katwyker J. V.. naderde vanuit
de Dorpsstraat. De wlelryder werd door
dit voertuig geschept en kwam een aan
tal meters verder in het gazon terecht.
Wonderiyk genoeg beperke hot letsel
zich tot verwondingen aan hoofd en be
nen. Nadat De B. door dokter Kortmann
wa* behandeld kon hy naar zyn woning
worden vervoerd. Het rijwiel werd
zwaar beschadigd ook de auto liep scha
de op.