ALEXANDERSTAD
ZIELZORGEXPERIMENT
ÉÉN PAROCHIE
Is ALPINISME
moreel verantwoord?
Vragen in
Parijse
kranten
na drama
op helling
van Dru
proefterrein voor uniek
stadsdeel straks
ZATERDAG 3 SEPTEMBER 19«6
DE LEUDSE COURANT
PAGINA 11
Al Te vaak moeten reddingsexpedities worden uitgerust
geraakte klimmers naar beneden te halen. Slachtoffers v<
hun eigen waaghalzerij f
(Van onze correspondent)
PARIJS Het drama met de twee
Duitse alpinisten, die tien dagen en
nachten op meer dan 3.000 meter hoog
te op een smal plateau van de Dru In
het massief van de font Blanc hebben
doorgebracht, is ten einde. Meer dan
zestig gidsen en vrijwilligers hebben
hun leven gewaagd om hen uit hun be
narde positie te bevrijden en hen vei
lig terug naar Chamonix te brengen.
Een andere Duister, een medicus, die
zijn landgenoten de reddende hand
wilde toesteken, is in het hooggebergte
om het leven gekomen.
Hij gleed uit, het touw, waarmee hij
vast zat, sloeg als een strop om zijn
hals. Eenzaam, een klomp ijs gewor
den hangt tstoffeiyk overschot boven
de afgrond. Andere redders zagen het
voor hun ogen gebeuren, maar moes
ten er machteloos naar staan kijken.
Misschien hebben zij wel van ontzet
ting de handen voor de ogen geslagen.
De wanhopige verloofde van de medi
cus is naar Chamonix gekomen en
heeft tot de gidsen gezegd: als jullie
hem niet gaan halen, doe ik het zelf.
Nu alles voorbij is komt de vraag
aan de orde, al zoveel malen gesteld:
mogen alpinisten zhun eigen leven wa
gen en dat van hun redders in groot
gevaar brengen? De Parijse „Figaro"
had'er vlak na de redding een hoofd
artikel over van Jean Creiser, van wie
wij niet weten, of hij zelf alpinist is of
niet. Zijn oordeel is hard: de twee
Duitsers zullen nooit meer mogen
glimlachen als zij er aan denken, wat
hun redding heeft gekost, afgezien nog
van de financiële offers, die geschat
worden op 40.000 gld. en die de Duit
sers zelf moeten betalen, als zij bij hun
Alpinistenclub niet verzekerd zijn.
De schrijver wil op het reddingsplan,
waaraan meer dan zestig mensen heb
ben deelgenomen, geen kritiek oefenen. -
- verantwoordelijkheid daarvoor de schrijver
rust op kolonel Gonnet, commandant
van de militaire school voor het hoog
gebergte, die terecht op het standpunt
staat: alles moet worden gedaan om
mensen in gevaar te redden. Ieder
weldenkend mens zou in opstand
komen, als men de twee eenzame
Duitsers bij de top van de Dru aan hun
lot had overgelaten en hen langzaam
had laten verkommeren en dood gaan.
Maar, vraagt de schrijver, moet men
onervaren alpinisten niet verbieden de
bergen in te gaan? Moeilijk antwoord bieden. Natuurlijk gebeuren
te brengen. Bovendien was het verbod
in strijd met de Zwitserse grondwet,
die de vrijheid van het individu waar-
In Rusland en in sommige andere
landen achter het IJzeren Gordijn,
met name in Bulgarije vervolgt de
schrijver bestaat wèl een verbod.
Er zijn daar in het hooggebergte kam
pen waar de alpinisten alles kunnen
vinden, wat zijn nodig hebben. Er wor
den lessen gegeven van beginneling
tot ervaren alpinist. Alleen zij, die de
de laatste cursus met zeer moeilijke
bergbeklimmingen hebben doorstaan,
mogen vrij de bergen in. Maar ln dat
geval mag aan het opgegeven reisplan
niets meer worden veranderd. Deze
bepaling heeft echter niet kunnen ver
hinderen, dat in de afgelopen winter
in Bulgarije in één enkel ogenblik elf
alpinisten onder een lawine werden
verborgen en om het leven kwamen.
Men mag de vraag stellen besluit
de
bergen ingaan. De antwoorden lopen
uiteen. De een doet het om zijn li
chaam te trainen, de ander zoekt gees
telijke ontspanning en een derde
streeft een wetenschappelijk doel na.
Maar in wezen is de grondslag van het
alpinisme de vrijheid. Twee mensen,
samen aan één touw, op leven en dood
op elkaar aangewezen, zijn vrienden
voor het leven. Beter nog dan het al
pinisme aan banden te leggen zou het
zijn het alpinisme volkomen te ver-
moellijke vraag, want bij
bod tast men de persoonlijke vrijheid
aan. Bovendien kan men niet bij iedere
toegang tot het hooggebergte een gen
darme neerzetten. De schrijver pleit
voor de oprichting van een speciaal
bureau, waar iedere alpinist, alvo
rens te vertrekken, zich verplicht zou
moeten melden teneinde zich te laten
voorlichten over atmosferische en me-
trologische omstandigheden, waar hij
zijn reisplan zou moeten bekend ma
ken en zou moeten aantonen, met wat
voor materiaal hij is uitgerust, "'as
dan zou de vernantwoordelijke man
't bureau moeten zeggen: je mag
gaan of niet gaan.
De bedoeling van dit voorstel is goed.
Mogelijk zou 't menige alpinist ervan
weerhouden ondoordacht de bergen in
te gaan. Maar een oplossing van het
moeilijke probleem brengt het niet,
want als de a' '-list, ondanks alle
waarschuwingen, de stoute schoenen
aantrekt en toch gaat? Vasthouden
ongelukken bij beginnelingen, maar
ongelukken treffen ook de ervaren
klimmers. Wij waren met zes man,
toen wij de Annapurna in de Himalaya
beklommen. Van die zes zijn er nog
drie In leven. In Chamonix zijn wij met
120 gidsen. Statistieken tonen aan, dat
ieder jaar één gids om het leven komt.
Reglementering is ondenkbaar, prak
tisch en moreel onmogelijk. Wie nog
nooit als klimmer in het hooggebergte
is geweest kan zich niet voorstellen,
hoe moeite en levesgevaar worden b-
loond. Moeite wordt plezier en gevaar
een charme. Van nature is de mens er
op uit aangewezen obstakels te over
winnen, zijn karakter drijft hem naar
gevaren en avonturen.
i niel
de
Eenzaam tegen de bergwand geplakt
klimmen vier alpinisten naar boven.
Een strijd van hun uithoudings
vermogen tegen de elementen von
de natuur.
het hooggebergte zitten zovec mazen,
dat eigenwijze avonturiers er gemak
kelijk doorheen kunnen.
In het Parijse avondblad ..Le Monde"
pleit Gaston Rebuffat, blijkbaar zelf
een enthousiast klimmer, voor vrijheid
om de bergen in te gaan. De schrijver
herinnert aan het ongeluk met vier
Duits-Oostenrijkse alpinisten in Juli
1936, die de Eiger wilden beklimmen
over de noordelijke flank, wat tot dat
jaar nog nooit gelukt was. Alle vier
kwamen om het leven. De autoriteiten
van het kanton Bern, op welks grond
gebied de Eiger ligt, namen daarop
het besluit de beklimming via de noor
delijk flank te verbieden. Aan dat ver
bod is nooit gevolg gegeven. Men kon
niet overal gendarmes op post zetten
en ook was het uitgesloten, dat mili
taire alpinisten de avonturiers achter
na gingen om hen mét geweld omlaag
„Ik was een van de eersten, die een kort
jasje droegen en nu doen ze het allemaal.
Ik ben indertijd begonnen met het epistel
in de volkstaal te lezen en ook dat werd
normaal. Nu zeg ik de canon al helemaal
in het Nederlands Hij haalt zijn
schouders op, om te laten zien, dat het
eenmaal niet anders kan. Er zijn voor-
Tijdens een gesprek In zijn modern n
ingerichte flat aan de Aernt Bruun- I
straat, zeven meter beneden de zee- B
spiegel, het diepste punt van heel Ne
derland, vraag ik Jan van den Haak,
hoe hij aan zijn opdracht is gekomen.
Die blijkt een vrije lange voorgeschie
denis te hebben. De opdracht dateert
van vorig jaar. Maar reeds in 1958
heeft de dekenale raad van Rotterdam
de bisschop gewaarschuwd, dat er ln
Aiexanderstad iets bijzonders zou
gaan gebeuren. „Moet daar nu weer
gewerkt worden naar het oude stra
mien", was de bezorgde vraag die het
college de bisschop voorlegde. En het I
gaf er zijn antwoord meteen maar bij:
Alexanderstad zou één grote parochie
worden, alle zielzorgers zouden in één
centrum bij elkaar moeten gaan wo
nen onder leiding van één pastoor.
Die opzet vond geen genade bij de
bisschop. Maar tegen Jan van den
Haak zei hij vorig jaar: „Als jij uit
eindelijk tot dezelfde conclusie komt,
blijf ik niet tegensputteren".
UNIEK EXPERIMENT
De dekenaal assistent voor zielzorg
planning in Alexanderstad (wat een
mond vol, zo'n titel) kon dus met een
schone lei beginnen. Of eigenlijk, he
lemaal schoon was ze toch niet. Er za
ten in het nieuwe stadsdeel namelijk
al twee bouwpastoors, een in de Ceci-
liaparochle, een pas gebouwde wijk,
en een in de oude woonkern Capelle
aan de IJssel. Hun benoeming dateer
de van voor de nieuwe aanpak. Beiden
hadden al een noodkerk gebouwd, ge
lukkig nog geen definiteve kerk. De
plannen daarvoor zijn onlangs opge
schort door de Invoering vr een bouw-
Ik vraag, of het pastorele experiment
Alexanderstad uniek is in Nederland
en krijg een bevestigend antwoord.
„Nog nergens heeft men de gelegen
heid gehad, de zielzorg in een heel
stadsdeel van de grond af zo op te
bouwen als hier. Of je zou de Bijlmer
meer moeten noemen: maar dat is
momenteel nog een grote hoop zand
In zekere zin heeft pater Veelenturf
die voor de zielzorgplanning in de Bijl
mermeer is benoemd, nog betere kan
sen dan ik. Hij kan zich van het begin
af aan volledig bij de opbouw van het
stadsdeel inschakelen En dat ia 't juist,
wat wij in dergelijke gevallen die
nen te doen. Ik vraag me wel eens af.
of het nog netjes is, voor Jezelf en voor
Je eigen groep een heel eigen zaakje
op te zetten, een eigen kerkgebouw,
bijvoorbeeld van anderhalf miljoen.
Kijk maar eens naar de gereformeer
de kerk, die hier onlangs is neergezet.
Een enorme tent met een glazen punt
dak. Is dat nog verantwoord ten op
zichte van de gemeenschap? Zou het
niet beter zijn, ons helemaal in het
wijkleven in te schakelen en voor onze
diensten gewoon gebruik te maken van
het wijkgebouw?"
GEEN PASTORIE
Kan hij me kort en goed zeggen, waar
in het nieuwe van de zielzorg van Alex
anderstad zal bestaan? Ja, dat kan
hij, alhoewel ailes nog in een pril sta
dium verkeert. Het nieuwe stadsdeel
zal als één zielzorgeenheid worden be
schouwd, waarbinnen een stuk of vijf
zielzorgteams onder centrale leiding
hun werk gaan verrichten. „Het moc-
trekkers en er zijn achterblijvers. Maar de
voortrekkers krijgen gelijk. Zijn naam is
Jan van den Haak, geboren Haarlemmer,
43 jaar. De bisschop heeft hem opdracht
gegeven om een zielzorgplan te ontwerpen
voor Alexanderstad, de gigantische uit
breiding van Rotterdam in de richting
Capelle aan de IJssel. Honderdzeventig
duizend mensen moeten er straks komen
wonen. En voor die mensen heeft de Kerk
iets te doen. Op de oude vertrouwde wijze?
Of volgens een geheel nieuwe opzet? Dat
is de vraag, die bisschop Jansen aan deze
priester heeft voorgelegd. En het antwoord
erop is al geruime tijd in voorbereiding.
Veel
kleine kerkjes
dicht bij de hand
Naast die over Alexanderstad ver
spreide kerken zal er ergens een re
ligieus centrum voor het hele stads
deel moeten komen, waar bijv. huwe
lijken worden Ingezejend en uitvaar
ten worden gehouden. Als er zo Iets
komt, zou ik er zelf graag willen wo
nen, samen met de dominee en met
b(Jvoorbeeld een humanist".
DROMEN EN PUZZELS
HU gaat achterover zitten en begint
voor zichzelf te fantaseren, hoe dat
uit i
i ziei
„Ml».
i den Httak (\8) houdt zich al meer dan ee
t zielzorg »n Rotterdams jongst
Alexanderstad.
ten echte teams worden", zegt hij „be
staande uit priesters, broeders zusters
en leken. De laatsten als volwaardige
medewerkers, niet als leden van een
raad, die adviezen mag geven, maar
als echte collega's. Daar moeten we
naar toe. Maar liet zal wel moeilijk
zUn, geschikte figuren te vinden. De
opleiding voor leke-zielzorger komt
nog maar moeizaam van de grond".
Elk team krijgt een eigen woonflat.
zo goed mogelijk gespreid over hei-I
Alexanderstad. De zielzorgers van de
toekomst moeten dezelfde woonsitua
tie hebben als de mensen waarvoor ze
werken. Dat vindt Jan van den Haak
heel belangrijk. „Volgens prof. Tel-
legen, dte mij als deskundige van
advies heeft gediend, wordt de werk
situatie In toenemende mate gereser
veerd voor de nuttige prestatie, ter
wijl do woning meer en meer de ruim
te wordt voor het persoonlijk contact,
voor het onnut bij elkaar zijn, zo maar,
uit genegenheid en uit liefde. In de wo
ning, daar worden de levensvragen
aan de orde geateld. Als er mensen zijn,
die zich lM-ri>ep«hul\c niet dt l>\.na
vragen bezig gaan houden, dan moe
ten die weten en aan den lijve onder
vinden, wat modern wonen is. Daar-
kloi
huidige
dus en oc
i doodgewoi
flat.
IEDER ZIJN EIGEN BEL
Een team zal uit ongeveer 8 men
sen bestaan en de zorg krUgen voor
8 A 12.000 katholieken. Voor heel Alex
anderstad denkt men straks 30 A 40
man nodig te hebben, dat is vier of
vijf teams. Ik vraag of het bouwen
van woonflats voor deze tenms geen
dure aangelegenheid wordt. ..Dat
zou Je op het eerste gezicht inderdnad
denken", antwoordt Jan van den
Haak. „Temeer wanr we Iedere ziel
zorger (dus ook Iedere zuster, broeder
en leek) zijn eigen appartementje wil
len geven, bestaande uit woonkamer,
slaapkamer, douche en tollet, eigen
voordeur en eigen halletje. Een eigen
keuken is er niet bij, want eten dat
wordt ln een gemeenschappelijke
ruimte gedaan, niet alleen om geld uit
te sparen maar ook om het samenle
ven van de teamleden te bevorderen.
hebber
-dt niet ab-
let door het
II' >1 III.I.li (looi
bisdom laten onderzoeken. Daar zijn
ze tot de conclusie gekomen, dat twee
gewone pastorieën meer zouden kos
ten dan een zo'n flatgebouw. Het
schijnt vooral ln de hoge grondprijzen
te zitten".
Mijn vraag is, of er ook kerken ko
men voor de viering van de liturgie.
„Inderdaad hebben we daarvoor in
n-dere wijk een paar bescheiden ker
ken gepland, zo gesitueerd, dat ze
voor iedere bewoner gemakkelijk be
reikbaar zijn. Voor heel Alexander
stad worden er dat een stuk of twaalf,
allemaal gelijkwaardig aan elkaar,
geen hoofdkerken en geen bijkerken.
Persoonlijk zou ik liever zien, dat we
deze kerken niet nodig hadden, dat we
voor onze liturgische diensten ge
bruik zouden kunnen maken van al
gemene voorzieningen als bljvoor-
geweldtg beeld een wijkgebouw. Maar dat Is
voorlopig nog niet fee verwezenlijken
schlen een gebouw In ilc wtyi van
Le Corbualcr, een aoort schelp, waar-
In Je wordt opgevangen, ergens dicht
bU het station. Mensen die Alexander
stad binnen komen, moeten er even
kunnen uitrusten om de overgang van
werken nunr «MM '••aken. Ken
schelp met allerlei nissen en ruimten,
waarin je net zo goed de bfjhel kunt
lezen als de werken vnn Kablndrnu-
ath Tagorc. Ik droom er wel eens van.
Ook zou erhU die schelp een soort In
loophuis kunnen zijn, wnur Mg li
recht kan, die acuut hulp nodig licrft
op welk gebied dan ook: een bed om
te slapen, een tafel om te eten, een
nu om tagwuaa U pntir
Het klinkt allemaal een beetje gewel
dig en ik voel me gedrongen om Jan
van den Haak te vragen. In hoeverre
hij nu bezig is, luchtkastelen te bou
wen. „Daar moet de bisschop maar
over oordelen, zegt hij, „die zal aan on
ze plannen zijn fiat moeten geven.
Bovendien zullen ze daarginds op het
bisdom nog verschillende puzzels moe
ten oplossen. Bijvoorbeeld de vraag,
hoe Je vier of vijf teamleiders (die
kerkrechtelijk toch een soort pastoors
zullen moeten zijn) In het geheel van
de zielzorgeenheid kunnen Inschakelen.
Verbeeld Je, dat ze straks met de co
dex gaan zwaaien, en zeggen: volgens
canon zoveel en zoveel kan Ik dit en
kan ik dat, een ander heeft zich er
buiten te houden. Dan loopt heel on
ze planning in de war. En dat Is
geenszins denkbeeldig, want pas
toors zijn bijna niet klein tc krijgen.
Ze staan geweldig op hun recht. Als
de codex ons geen aangepaste struc
tuur voor het experiment kan bieden,
dan moeten we niaar Iets nieuws ont
werpen. Enfin, de heren canonlsten
zijn over dit probleem aan het denken
en ze moeten maar Iets uitdokteren.
Dat zou niet alleen voor ons, maar
voor héél de zielzorg van belang zijn.
De huidige wetgeving deugt op dit
punt nu eenmaal niet: de pastoor Is
juridisch alles, de kapelaan Is niets.
Tref Je een goede pastoor, dan bof Je,
tref Je een slechte, dan heb Je pech.
Maar de structuur, die deugt nergens".
TIENJARENPLAN
Op mijn 'vraag, wanneer hij met de
nieuwe aanpak gaat starten, antwoordt
Jan van den Maak dat hij eigenlijk
al gestart Is. „In september annstaan-
de komt een broeder van Maastricht
ons team versterken. Zijn taak ligt
voorlopig op oiderwijsgeblcd. later
ook op het terrein van het sociale
werk. Verder zullen binnenkort zus
ters worden ingeschakeld, ofwel Indi
vidueel als lid van een zielzorgteam
ofwel groepsgewlja ln het verband
van een kleine communiteit, die er
gens In een flatje gaat wonen Er is
een massa werk voor hen té doen.
hulp ln gezinnen, zorg voor zieken en
bejaarden, bezoek aan eenzamen en
alleenstaanden. Er schijnt In diverse
zusterscongregaties best animo voor
dergelijke plannen te bestaan: we
krijgen tenminste heel wat aanbiedin
gen".
Zo groeit de kerk In Allexanderstad
«amen met de urn lil uit dc grond
Over tien Jaar moet alle* op poten
staan. Jan van den Haak heeft met
zijn bisschop afgesproken, dnt bij be
noemingen en dergelijke het tempo
van de profane bouwerij zal worden
aangehouden. I)us heeft hij nog Uen
Jaar de tijd. Tien Jaar om te houwen
aan een nieuwe Kerk In een nieuwe
wereld.
Dr ALKRED VAN DE WXLJER