ZUID-AFRIKA VIJF JAAR REPUBLIEK
HET BELOOFDE LAND VOOR NIEMAND ANDERS
De Boer
versloeg
tenslotte
de Brit
PAGINA 10
DE LEIDSE COURANT
ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1966
BBHIHHII
Als de Heer
tot onze zwarte
broeder zegt:
„Waar zijt gij",
dan kan deze
antwoorden:
„Hier ben ik",
want wij
hebben onze
zwarte broeder
niet gedood
Op de uiterste zuidpunt van het zwarte
werelddeel leeft een blanke maatschappij,
die tot de welvarendste op aarde behoort.
De nauwelijks drie miljoen blanken die
zich hier hebben gevestigd, regeren over
een meerderheid van ruim elf miljoen
Bantoes en een kleine twee miljoen kleur
lingen en Aziaten. De manier waarop dit
wordt gedaan staaf, bloot aan kritiek van
vele kanten. „Vroeg of laat zaj Zuid-
redacteuren
Afrika de wrange vruchten van zijn on
rechtvaardige rassenpolitiek plukken",
zeggen velen. „Alle onrecht in de wereld
straft zichzelfZal dit werkelijk ge
beuren? Zuid-Afrika is waakzaam. Het
leeft al sinds mensenheugenis in een
atmosfeer van rassenangst. Uit een be
wogen historie meent het de kracht te
kunnen putten om de tijdgeest, die wil
dat de wereld zwart zal zijn, te trotseren.
Toen Zuid-Afrika vijf Jaar geleden uit
het Gemenebest trad en de republiek
uitriep, kreeg het ala erfgoed uit het
verleden onder andere de opvatting
mee, „dat de StAat in zulke belangrij
ke zaken als ras, kleur en cultuur,
recht zal doen aan de idealen van bei
de bevolkingsgroepen, door geschei
den woonplaatsen en aparte instellin
gen voor blanken en niet-blanken".
Deze plechtige verkondiging van het
principe der apartheid dankte men aan
de legendarische Boerengeneraal Jan
Smuts, in het begin van deze eeuw.
Wie nog verder teruggaat in de Zuld-
afrikaanse geschiedenis stoot op meer
van deze „credo's".
De Transvaalse grondwet werd in
1858 al met een artikel verrijkt, dat
luidde: „Het volk zal geen gelijkstel
ling van gekleurden en blanken toe
staan, in Kerk noch in staat".
In deze beginselen is, na alle weder
waardigheden die Zuid-Afrika heeft
meegemaakt, geen verandering geko
men. Ook i^iet in het eerste lustrum-
Jaar van de Zuidafrikaanse republiek
- een lustrum dat gevierd werd onder
de slagzin „Vijf goue Jare van voor-
Er is niets verarderd sinds 1858. Inte
gendeel. Het beginsel is tot dogma en
tot norm voor „zedelijk handelen"
verheven.
Het heeft zijn eigen argumentaties ge
kregen en zelfs zijn eigen rechtvaar
diging in de strenge woorden van het
Testament, met name in het boek Ge
nesis, waar Kaïn wordt verweten dat
hij zijns broeders hoeder niet geweest
is.
„Door onze politiek van aparte ont
wikkeling voor zwarten en blanken",
zeggen de Zuidafrikaanse regeerders,
„tonen wij dat wij onze zwarte broe
ders willen leiden en opvoeden.
Als de Heer tot onze zwarte broeder
zegt: „Waar zijt gij", dan kan deze
antwoorden: „Hier ben ik!" Want wij
hebben onze zwarte broeder niet ge-
HOEKSTEEN
In de „vijf goue Jare van voorspoed"
1* de apartheid meer dan ooit de hoek
steen van de Zuidafrikaanse rege-
rtngspoiitiek geworden. Toen de Zuid
afrikaanse premier dr. II. I1'. Ver-
woerd ruim vijf Jaar geleden tot de
Britse regering zei: „WIJ zullen de
Kroon niet dwingen tot een keuze tus
sen ons en het Gemenebest", waarmee
hij de Unie van Zuid-Afrika ten grave
droeg, trok de later geproclameerde
republiek zich met gekwetste trots,
volledig overtuigd van haar goed
recht, terug op eigen terrein.
De jonge republiek begon inet het
scheppen van een natie, zoals men die
al Jarenlang als ideaal voQr ogen had
gehad en waarvan men al droomde tij
dens de Van Riebeeckfeesten in 1951,
die gehouden werden onder de titel
„Ons bou 'n naaie".
VICTORIE
nis, omdat Zuid-Afrika de economische
banden met Engeland intact liet.
Maar emotioneel was de uitroeping
van de republiek niet minder dan een
moment van victorie, de bezegeling
van een emancipatiegeschiedenis van
meer dan drie eeuwen. Boer versloeg
Brit!
Nabij het pompeuze Voortrekkersmo
nument bij Pretoria, waar alle natio
nale gedenkdagen luisterrijk worden
gevierd, rees fier het oranje-wit-
blauw naar de stralende hemel en
menige nazaat van de Boerenhelden
heeft gedacht dat Pieter Maritz, Paul
Kruger, Retlef, Botha, De Wet en ve
le anderen met voldoening vanuit de
hemel neerzagen op hun nazaten.
Dit felle nationalisme kan ons onecht
en overdreven voorkomen het Is In
de republiek van Zuid-Afrika een rea
liteit; de bitterzoete vrucht van een
bewogen historie.
Praktisch sedert het moment in 1651,
toen Jan van Rlebeeck de Kaap be-
trad, tot aan de oprichting van de Unie
van Zuid-Afrika in 1910, hebben de
Nederlandstaligen zichzelf beschouwd
als mensen, die tegelijk uitverkore
nen en vervolgden zijn.
Daarbij werd en wordt de Zuidafri
kaanse maatschappij patriarchaal ge
typeerd, naar oud-testamentlsch voor
beeld.
De kiem voor het latere Zuid-Afrika
werd gelegd door de zogenaamde
„Vrijburghers", oude getrouwen van
de Nederlands Oostindische Compag
nie, die zich als beloning voor bewezen
Met grote luister
werden in de hoofdstad
Pretoria de Republiek
feesten gevierd. Op
Church 8quare ver
zamelden vele duizen
den mensen zich rond
het standbeeld van
Paul Krilger (onder
zijn monument ligt de
kluis van de nationale
bank), de patriarch
van de Boeren.
nes die elkaar aan de noordelijke oever
van de Oranjerivier moesten ont
moeten om daar een nieuwe samenle
ving te stichten, bracht dit roepingsge-
voel van de Boeren onder woorden. Hij
zei: „WIJ trekken weg van hier, met
'n vast vertroue op een alsiende, reg-
verdige en genadigde God. wat ons
altoos zal vrees en in alle nederigheid
sal probeer te gehoorsaam". Het is
alsof wij Mozes horen spreken.
Het lot scheen de Boeren gunstig ge
zind.
Ten tijde van de Grote Trek was er
evenwel nog een andere volksverhui
zing op gang gekomen. Het machtige
Toen premier Verwoerd de banden
met het Britse Gemenebest verbrak,
was dat méér dan een staatkundige
Ingreep.
Het was het triomfantelijke gebaar van
een geëmancipeerde Boer, nazaat van
de Voortrekkers, die de gehate Britten
inet hun eigen onderhandelinggvoor-
waarden om de oren sloeg. Politiek
was de ingreep nauwelijks van beteks-
diensten, een stuk grond aan de Kaap
zagen toegewezen.
Later in 1685 voegden zich zeshon
derd verdreven Franse hugenoten bij
hen en in de 18e eeuw stroomden nog-
eens duizenden Nederduitsers naar het
schiereiland, waar de Nederlands
Oostindische Compagnie Intussen met
Ijzeren vuist regeerde. Uit Nederlan
ders, Franse hugenoten en Neder-
duitsers ontstond het Zuidafrikaanse
stamvolk.
DE GROTE TREK
Een plezierig leven was hun niet be
««•horen. despotisme VU
Compagnie" trokken veel pioniers weg
van de Kaap. om zich noordelijker Ie
estigen. Na 1814, toen de welvarende
Kaapkolonie door de Engelsen werd
veroverd omdat zij een strategisch
punt voor hun wereldomvattende han-
delsoperaties nodig hadden, vluchtten
do Boeren bij duizenden weg van de
Kaap. ZIJ zochten en vonden ruimte
om hun landbouwbedrijven te vestigen
In het binnenland.
Deze vlucht, die in de Zuidafrikaanse
geschiedenisboeken als „de Grote
Trek" vermeld staat, was geen ge
wone evacuatie. De Boeren tiendui
zend in getal voelden zich zoals de
joden zich gevoeld moeten hebben bij
hun vlucht uit Egypte. ZIJ gingen een
beloofd land tegemoet. Een eindeloos,
leeg land.
Piet Retiefde leider van één der colon-
Bantoeras, komend uit Kongo en An
gola. was bezig In zuidelijke richting
te trekken. De zwarte stammen stoot
ten op de lange colonnes van de Voor
trekkers en er ontstonden bloedige bot
singen, die hun hoogtepunt bereikten
in de slag om de Bloedrivier
Daar brachten de Boeren een beslis
sende nederlaag toe aan de Zoeloe-
vorst Dlngaan, die op verraderlijke
wijze een wapenatilstandovereenkomst
had geschonden.
De trek kwam langzamerhand tot
stilstand. De Boeren namen onmete
lijke landbouwgebieden in bezit en
begonnen die als kleine potentaten te
regeren. Elke Boer was een „koning
op sy uitgestrekte plaas en hij het nie
graag die rook van sv buurman se
skoor8teen geai«;n nie".
I)e bindende factor tussen al deze klei
ne „koninkrijken" waren .1.- \.,l,i
duits hervormde predikanten, die al
reciterend uit het Boek der Boeken,
een gemeenschappelijk geloofsbesef en
daardoor een natlebevvustzljn onder de
Boeren In stand hielden.
STANDEN
Port Natal (het tegenwoordige Dur
ban) was de havenstad van de nieuwe
Boerenstaat. Spoedig verschenen ech
ter de Engelsen op het toneel. Zij
vreeaden dat Port Natal hun eigen ha
ven, Kaapstad, concurrentie zou aan
doen. Zij namen de kuststreek van de
Boerenstaat in bezit en begonnen met
grote energie het land te ver-Engel
sen. Er kwamen fanatieke Britse zen
delingen aan, die zich vooral bezig
hielden met de prediking onder de
Bantoestammen.
Dit zinde de blanke Boeren in het ge
heel niet. Zij hadden (toen al) een mo
del geschapen voor de verhouding tus
sen blanken en negers. Al lang vóór de
Engelsen verschenen waren er „sla-
ven8cholen", waar de Bantoes werd
geleerd dat God de standen gewild
heeft. Talloze Bantoes waren zoals
in die dagen niet ongewoon was als
slaven werkzaam op de plantages van
de Boeren, maar vele duizenden zonen
van het Bantoeras leefden van roof en
plundering.
Het kostte de Boeren moeite genoeg,
zich deze aggressieve lieden van het
lijf te houden.
Tussen deze mensen traden nu de Brit
se zendelingen op, met in hun achter
hoofd de ideeën die door de Franse re
volutie waren .opgewekt, en sterk be-
invloed door Rousseaus dwepen met
,.de edele barbaar".
Het maakte de verhouding tussen de
Boeren en hun „medebewoners" in het
Afrikaanse huis bijzonder gespannen.
Het duurde tot 1854. eer Engeland on
derhandelingen met de Boeren begon.
Er werden conventies gesloten, die
leidden tot de stichting van Transvaal
en Trans-Oranje als onafhankelijke
Boerenrepublieken.
Later werden dezp republieken her
doopt tot Oranje-Vrijstaat".
In 1881 kwamen de Engelsen echter op
hun besluit terug Zij veronderstelden
grote bodemrijkdommen in de Vrij
staat, en besloten het land opnieuw te
bezetten.
Deze eerste veroveringsoorlog werd
stopgezet, omdat het bericht over de
bodemrijkdommen onwaar bleek te zijn.
In 1899 kwamen er echternieuwe In
formaties in Londen binnen. Aan de
Witwatersrand in Transvaal waren
grote goud- en diamantvelden ontdekt
Nu begon er een oorlog, die enerzijri-
de laatste koloniale veroveringstocht
was. maar tevens de laatste oorlog tuc
sen gentlemen. De Bopren vochten on
gelofelijk fanatiek tegen een meervou
dige overmacht, maar tegelijkertijd met
een gevoel voor fair play dat wij in
de moderne oorlog vergeefs zullen
zoeken.
De wereldopinie was op de hand van
de Boeren, maar de Britse wapens be
slisten uiteindelijk de strijd In 19"^
werden de Boerenrepublieken tot Bit
se kroonkolonies gemaakt en begon liet
goud van de Witwatersrand naar d»
Engelse schatkist te vloeien In 1910
kenterde het getij. De kroonkoIoni*-
werden. na een periode van geleidelljkf
vrijmaking. samengevoegd tot dj» Unit
van Zuid-Afrika. Deze Unie kreeg een
grondwet naar Brits model, waarbij
slechts twee zaken apart werden be
klemtoond.
De wet eiste, dat de kleurllngenbevol
king In de Kaapprovincie het stem
recht zou behouden, en voorts dat de
belde landstalen Zuidafrikaans en
Engels gelijke rechten zouden heb-
Het „verschanste" artikel ln de Grond
wet over de politieke rechten der
kleurlingen gaf al vrij spoedig aanlei
ding tot moeilijkheden Na de totstand
koming van de Unie namelijk, ontstond
er onder leiding van de Boerenleider
Jan Smuts een politieke beweging, die
zich als „Verenigde Partij" voor de
eerste verkiezingen aandiende.
De blanke draagt kennis, macht en waardigheid over aan de zwarte. Een Bantoe
ontvangt de baret ten teken dat hij zijn graad heeft behaald (Plechtigheid aan
de universiteit van Zuid-Afrika).
Het programma van deze party kwam
ln hoofdzaak neer op het punt: Posi
tieve samenwerking tussen Boeren en
Britten. Als bij instinct stemden de
Kaapse kleurlingen (de Bantoes waren
van politieke rechten verstoken! op
deze partij en niet op de tegenhanger
daarvan, de Nationale Partij, waarin
de Boeren zich hadden georganiseerd.
Deze partij stelde zich tegenover
Engeland uitermate gereserveerd op.
Ook teraake van het samenwonen der
verschillende rassen in één land had
den de Nationalisten extremere denk
beelden dan de Partij van Smuts.
Veel Boeren vertrouwden de verzoe
ningspolitiek die Smuts tegenover de
Engelsen voerde niet en evenmin de
verdraagzaamheid die de Britten ln de
piepjonge Unie demonstreerden.
Terwijl de Unie vol jong elan haar eer
ste industriële revolutie binnenging en
er een imperium van mijnen en fabrie
ken ontstond, probeerden de Boeren in
hun heimwee naar het verleden, een
landbouwstaat in stand te houden. De*e
plattelandssamenleving was streng,
vroom en weinig verdraagzaam.
Zij leek erop uit de klok der geschie
denis stil te zetten. Mede hierdoor ont
stond er een diepe kloof tussen de ont
wikkelingen op het platteland en in de
stad. Misoogsten kwamen de ondergang
van de Boerensamenleving versnellen;
in 1926 telde de Unie meer dan 160.000
verpauperde Boeren Tien proeent van
de plattelandsbevolking gleed af naar
de totale ontreddering
De Boeren waren echter nog niet
reddeloos Zij vormden, dank zij het
voortdurende ijveren van hun predi
kanten. nog steeds een staatkundige
eenheid.
Van deze predikanten, met de avant-
garde onder de Intellectuele Boeren
samengegroepeerd tot de zogenaamde
,3roederband", ging in de twintiger
jaren de oproep voor een nationaal her
stel uit. De theologlsehe faeultelt van
de universiteit van Stellenbosch werd
de morele kraehteentrale van de
nieuwe Zuidafrikaanse beweging, die
in wezen niet veel verschilde van de
Vlaamse beweging.
Voor herwinning van het nationaal
zelfbewustzijn was echter allereerst
nodig, dat de „Underdogs" aan werk
werden geholpen. Op het platteland
konden zij niet meer terecht en in de
industrie had men hen, de ongeschool
den, niet nodig. De handel was prak
tisch geheel ln Britse handen. De eni
ge weg. die voor de naar aansluiting
op de welvaart snakkendeBoeren
openlag liep via de politiek! Dit was 'n
gebied, waarvoor de Britten zich niet
bijster interesseerden. Zij beheersten
de mijnindustrie en trokken zich hoog
hartig met hun dividenden in de sta
tige landhuizen op de Kaap terug.
Voor de nationale Partij lagen de
parlementszetels dan ook voor het
grUpen. Toen zy zich eenmaal door de
macht van hun stemmenaantal in
Volksraad en Senaat hadden ver
schanst, begonnen zy een stormloop op
dé departementen. Gaandeweg wer
den talrijke belangrijke posten in het
staatsapparaat door de nazaten van de
Voortrekkers bezet.
De volgende stap was: het onder
brengen van de verarmde en werklo
ze Boeren in staatsbedrijven, speciaal
het spoorwegbedrijf en de politie.
De intellectuelen onder de Boeren kre
gen departementale posten. Op elk ni
veau van belang nestelden zich leden
van de Broederbond, waardoor de Na
tionale Partij op den duur een soort
schaduwstaat opbouwde, die een ge
duchte macht vormde.
Tot 1948 toe dwars door de tweede
wereldoorlog heen nam de Afrikaan
se beweging steeds meer de vorm aan
van een stroming van een ten onrech
te miskende elite, die haar rechten
komt opeisen.
Toen men eenmaal met zijn partij-
filosofie zover was, dat men bewust of
onbewüst het verleden wilde wreken,
duurde het niet lang meer of van het
„Vervolgde Volk" werd het „Uitver
koren Volk" gemaakt.
Een uitverkoren volk heeft vooral
als het zich sterk laat inspireren door
het Oude Testament zekere voor
rechten, waartoe in de eerste plaats
een voorbestemd woongebied behoort.
Een beloofd land.
Waar moesten de Boeren dit beloofde
land anders zoeken dan in de onmete
lijke ruimten die zij eeuwenlang had
den bewoond? Waar anders dan in de
nieuwe metropolen, waar goud en dia
mant werd gedolven
Kenmerkend voor het beloofde land is,
dat er geen andere inwoners geduld
kunnen worden, behalve de uitverko
renen. Hier ligt de filosofische grond
slag voor het apartheidsbeleid van de
Zuidafrikaanse regering. Deze grond
slag lag er al eeuwen. Zij werd alleen
niet manifest.
De bybelse idee van het beloofde, het
iemand rechtens toekomende land, ge
paard aan de vrees voor de zwarte oce
aan die het beloofde, blanke land om
spelt, appelleerden bij de verkiezingen
van '48 aan gevoelens die vele Ne
derlandssprekenden ln Zuid-Afrika
hadden.
De Nationale Party had haar verkie
zingsprogram dan ook gebaseerd op
wat artikel 9 van de Transvaalse
grondwet ln 1858 al zei: „Het volk zal
geen gelijkstelling van blanken en ge-
kleurden toestaan, in Kerk noch in
staatOok de Verenigde Party be
leed het beginsel van een scheiding
binnen het land van zwarten en blan
ken, maar in de praktyk was het met
de toepassing van dit beginsel altyd
nogal meegevallen.
De verkiezingspropaganda van óe Na
tionale Partij sloeg echter zo onver
bloemd alarm over de problemen, die
gepaard gaan met het samenleven
van verschillende rassen, dat de kie
zers deze problemen toen eerst duide
lijk begonnen te zien. Hun reactie had
iets paniekerigs alsof men te lang
had verzuimd 'n groot gevaar naar
waarde te schatten. En de Nationale
Partij, gefuseerd met de verwante par
tij van Havenga, won de verkiezingen.
Boer versloeg Brit. De nederlaag van
1902 scheen goedgemaakt.
SNELLE DADEN
Waarschijnlijk zijn zelfs de Zuidafri
kaanse kiezers verrast geweest door
de vaart waarmee het verkiezingspro
gramma van de Nationalisten ln da
den werd omgezet.
Drie opeenvolgende meerderheidsre
geringen van de Nationalisten zagen
kans om zonder al te veel consideratie
de klenrllngenkleswet gewijzigd te krij
gen, de Senaat te hervormen zodat de
Boeren het daar voor het zeggen kre
gen, het hooggerechtshof op een zij
spoor te rangeren, over de oppositie
van de Verenigde Party heen te rijden
en vijf apartheidswetten door te druk
ken, die de rechtsregels opleverden
om Zuid-Afrika etnografisch totaal te
reorganiseren. Grote gedeelten van
het land werden tot „blanke" woonge
bieden verklaard en andere, volgens
de „Native Land Act" van 1918, tot
„zwarte" thuislanden. Deze laatste
gebieden beslaan 20 procent van het be
bouwde oppervlak. Tevens kon men
kort na 1948 al zien aankomen, dat het
hierbjj niet zou blijven, maar dat liet
einddoel zou zijn: losmaking van Zuid-
Afrika uit het Gemenebest en uitroe
ping van de republiek Zuid-Afrika.
Pas dan zou de Boer de Brit ln het
zand hebben doen by ten. Maar voor
het zover was, kreeg Zuid-Afrika eva
cuaties van zulk een omvang te zien
dat men zich nauwelijks kon voorstel
len dat dit in de twintigste eeuw moge
lijk was. In korte tyd verdwenen er
b.v. uit de vervallen negerdorpen aan
de buitenrand van Johannesburg zes
tigduizend negers, een schouwspel dat
zich in de buurt van alle grote steden
herhaalde.
De Bantoes werden overgebracht naar
zogenaamde „lokasies", een soort
model woonkampen. waar zij ver
plicht waren te blijven totdat de blanke
hen nodig had voor het leveren van
goedkope arbeid. Het onderwijs werd
fundamenteel gereorganiseerd. De
scholen, die missie en zending voor de
Bantoes hadden gesticht, werden onder
staatscontrole gebracht. Er werd een
speciaal departement voor Rassen-
zaken opgericht, waarvan de huidige
premier, dr. Verwoerd, de portefeuille
te beheren kreeg.
Tevens werd er werk gemaakt van het
principe der „eiesoortelijke ontwik
keling". hetgeen wil zeggen dat Zuid-
Afrika begon te denken over een sys-
steem, waarbij de Bantoes in hun re
servaten een eigen sociaal-economische
en culturele ontwikkeling ter hand
konden nemen, terwijl de rest van 't
land ..blank" zou zijn. In de reserva
ten zouden Afrikaans-getypeerde land-
bouwmaatschappiien ontstaan en in
het blanke gebied een westerse, indus
triële samenleving.
?I0NIERS
,.Wij hebben onze zwarte broeder nief gedoodzeggen de blanke regeerders.
Maar de elf miljoen Bantoes leven niet in hun eigen, maar in een volkomen
blanke wereld.
Tegen het beginsel, dat de Nationale
regering hanteerde, rees overal in de
wereld sterk verzet. Op 10 novermber
1955 trok Zuid-Afrika uit protest zijn
delegatie bij de Verenigde Naties terug,
omdat de Algemene Vergadering van
de wereldorganisatie het Zuidafrikaan
se apartheidsbeleid niet van de agen
da wilde afvoeren.
Vijf jaar later sloot de cirkel zich. BIJ
een referendum onder de blanke be
volking won Venvoerd een meerder
heid voor zijn kreet: „Zuid-Afrika
moet republiek worden". Het einde
van de tweede Grote Trek, de trek
naar de staatsmacht, was bereikt.