ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1966 DE LELDSE COURANT PAGINA J De nieuwe wintermode heeft haar gelaat getoond. Wat we met versluierde woorden geschreven hebben, komt nu reëel en duidelijk te voorschijn. En we herlezen in onze teksten datgene wat soms zo onwezenlijk klonk en toch waarheid bevatte: Paraplujurkjes DIOR: japon in flesgroen wolkrip, de naden verbergen geknoopte zakken. UNGARO: japon uit oranje wolstof. Recht kraagje, plat stuk in vorm van omgekeerde ,t'. PATOU: zwierige japon uit roze wolkrip, geheel in schuindraad verwerkt. Halslijn op 3 cm. van de hals, opgewarmd door een bij passend halsdoekje, Zakken in da heupnaden. Kort of... lang? DIORéén van de Dr. Zjivagomantels, die een „test" wordt op een langere mode. Op 30 cm. boven de grond, met soldateske sluiting. Rood zuiver wollen lakenweefsel. Middeleeuwen of toekomst? LAROCHE: een mantel van 9/10e lengte in middeleeuwse stijl. Uit kastanjebruine wolkrip. Zwarte lederen ceintuur. Raglan mouwen. Een pand vooraan verbergt de sluiting en wordt aan de rugzijde herhaald. ST. LAURENT: zware wollen jersey, in kas tanjebruin, werd aangewend voor dit geheel. Vestblouse. Naden en siernaden zijn doorstoken met vergulde spijkertjes. CARDINkazuifelkleed uit kerskleurig wol len laken. Recht kraagje met punt aan de nek- zijde. Meloenhoedje uit kastanjebruin vilt. Donkerbruine kousen. Kostuum uit wijnrode wolkrip. Het vestje heeft een opgeknoopt voor pand. Recht kraagje, dat de hals vrij laat. Tuniekkleed van de typische Cardinstijl: voor aan wordt het lijfje weggeknipt tot een „op houder", achteraan is het rugdeel normaal. Minilijf jes MAGGY ROUFF: elegant, dit geheel uit wit-grijs tweed. Kleed met bijpassend aanslui tend bolerovestje. Recht kraagje, rugmartin- gale. Zijplooien in de rok. CASTILLO: verfijnd model uit blauw krip: het lichtjes overbloezend korte lijfje geeft een verhoogd middel aan. FERAUD: stiksels in speciale stijl geven het effect aan dit mooie wit-gabardine kleed,- Mantels verliezen ruimte CASTILLO: uiterst mooie mantel uit beige laken. Effect van cape door de ruimte die vanaf het schouderhalsbandje vertrekt. ST. LAURENT: paars wollen lakenstof voor deze mantel in militaire stijl. Opgeknoopte schouderpatjes en mouwpatjes. Brede zak- kleppen. NINA RICCI: koetsiersmantel uit wollen Madras-gabardine. Herfstkleuren. Afneembare .schoudercape. De hoed is van doorstikt fluweel. Broeken GUY LAROCHE: voor de koude, en vooral voor wagenbestuursters kan dit kostuum aan bevolen worden. Het is uit beige wollen jersey. De knooprok opent op een Bermudageheel in verschillende kleuren gestreepte bruine jersey. PATOU: één van de „test"-modellen voor verlengde mode: een rokbroek voor wandelin gen, fietsen en autorijden. Aan de rugzijdei wikkelrok, vooraan broek, Hoeden naar keus Tomaatkleurig vilt: een voortrekkershoed. Avondtoque uit goud en lovertjes, en een dagtoque, met oorwarmers in vilt. In middeleeuwse stijl wordt deze toque zeev recht gedragen. Plezierige „kruisvaardershelm" uit vilt. Breedgerande hoed uit stopverfkleurig rilt, met breed fantasielint. C.Qepatentaarda modellen, namaak vartodan't

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1966 | | pagina 9