ook VOOR JOU t IN DE KRANTENTUIN ONS KNUTSELHOEKJE „We worden wel wat..." Onderzoek naar beroeps- en studiekeuze van oud-ulo-scholieren Los Bravos: TOPPERS DE LEIDSE COURANT ZATERDAG 27 AUGUSTUS IS- CORRESPONDENTIE Agnes van der Maden, Abbenes heeft voor ons een verhaaltje over haar „leventje" gemaakt. Ze heeft ons daar in veel te vertellen en ik denk dat ze dit verhaaltje wel zal uitknippen en het dan in haar plakboek zal plakken. MIJN LEVENTJE Ik ben geboren 1 februari 1954 in het Academisch Ziekenhuis te Leiden. Ik was van mijn vader en moeder het eerste kindje. Al gauw was ik lekker dik en mollig en woog 8'/- pond. Bin nen tien maanden kon ik al lopen en ik liep steeds achter mijn moeder aan. Ofschoon ik een 't.v.-doos vol speel goed had, verveelde ik me dikwijls en had haast nooit iets te doen. '3 Alvonds ging ik mijn vader halen, op de step, want het was niet ver. Toen ik vier jaar was ging ik naar de kleu terschool. Wat was het daar fijn. Daar vond ik ook mijn eerste vriendinnetje. Ze heette Els van Eenenaam. Met mijn zesde jaar ging ik naar de grote school en kwam bij een juffrouw te zitten, die ik helemaal niet aardig vond. Nadat ik een half jaar in de eerste klas ge zeten had, gingen we verhuizen naar Zwijndrecht. Daar ging ik naar een andere school en kwam te zitten bij een zuster, die heel erg aardig was. We hadden op die school 's woensdags middags vrij en dan ging ik vaak met mijn vriendinnetje Marja op de trek ker naar de veiling in Barendrecht. Toen ik zeven jaar was, ging ik naar de tweede klas; daar ging het niet zo best met leren en ik werd terug gezet naar de eerste klas. Maar dat was van korte duur, want na anderhalf jaar gingen we weer verhuizen, terug naar Abbenes. We hebben daar twee jaar in een oud huis gewoond en daar kreeg ik mijn eerste zusje, dat was in het jaar 1965. Wat was ik blij met mijn zusje. We noemden haar Jolanda. Een jaar later kreeg ik een broertje en die heet Theo. Mijn klein broertje is een poos heel erg ziek geweest, hij had dubbele longontsteking en heeft twee weken in het ziekenhuis gelegen. We gingen weer verhuizen, ook in Abbenes. en gingen wonen in een heel nieuw huis. Ik kreeg daar een mooi eigen kamertje. Mijn vader heeft een heel mooie tuin met een kas met druiven, komkommers en tomaten. De vakantie is bijna voorbij. Ik ga naar de zesde klas bij meneer Van Diemen. Dit was iets over mijn „leventje". Yvonne HET DOMME EEKHOORNTJE Er leefde eens een eekhoornmoeder, die vijf kleine eekhoorntjes had. Ze waren erg lief maar jammer er was één dom eekhoorntje bij. Op een keer wou die domme eekhoorn niet meer zijn vier zusjes blijven. Hij wou de wijde wereld in. Hij ging eerst op stap in het bos. Hij trippelde van de ene boom naar de andere en hoorde plotseling iets heel vreemds. Daar kam een vos aangeslopen. Het eek hoorntje maakte dat hij weg kwam en ging doodstil achter een struikje zitten. Het begon te huilen, het wilde naar huis. Daar kwam meneer de Uil bij hem zitten. „Dag meneer de Uil, ik ben in dit diepe bos verdwaald. Kunt u mij naar huis brengen?" „Natuurlijk zal ik je naar huis bren gen. Ga maar op mijn rug zitten. En zo kwam het eekhoorntje thuis. Thea de Romijn: HET VERKEERSEXAMEN We moesten verkeersexamen doen en gingen met z'n allen naar het ver- keerslokaal. We mochten er niet dade lijk In, maar moesten ons opstellen in een steegje en daar kregen we een nummer. Onze fietsen werden gecon troleerd en daarna reden we één voor één weg. Ik moest lang wachten, want ik had nummer achtendertig, toen ik ein delijk aan de beurt kwam. Ik moest aan de rechterkant een hoek om en toen over een brug. Toen zag ik een bord waar dit op stond; VERKEERSEXAMEN Dus moest ik links de hoek om en verder alsmaar rechtdoor. Ik moest verscheidene bruggen over en steeds weer linksaf of rechtdoor. Er stond ook ergens een juffrouw, die opschreef hoeveel fouten je maakte. Op 't eind moest ik weer rechtdoor en kwam toen bij 't verkeerslokaal uit. Daar werd je bordje afgenomen en ik mocht weer terug naar de school, waar we verder gingen met de les. Petra Vorst, Leiden: IN DE DERDE KLAS In het begin van de derde klas was het een beetje vreemd, want alle kin deren moesten aan de juffrouw wen nen. In het begin was juffrouw Do Leeuw wel een beetje streng, maar dal was al gauw over. We moesten hard werken voor de vierde klas. We kre gen op woensdag tekenen en op vrij dag kregen we handenarbeid. Dat was wel leuk. We waren met. 16 jongens en 16 meisjes in de klas. Later zijn er twee jotfgens bij gekomen. Het waren Lex en Robbie. We kregen soms een film over Prik en Prak of Doornroosje. Onze juffrouw was op 7 maart jarig. Toen was et- feest, maar twee dagen later is de juffrouw ziek geworden. We kregen toen mevrouw Duindam, dat was ook een aardige juffrouw. Na twee maanden kwam juffrouw De Leeuw weer op school. We moesten weer hard werken, maar toen we onze rapporten kregen waren alle kin deren blij, want de he'e klas was overgegaan. Ik ook! Rinus v. d. Poel, Leiden: DE DERDE KLAS Ik zat in de derde klas bij juffrouw De Leeuw. Eerst was ze heel aardig, maar langzamerhand werd ze streng. De juffrouw draaide elke dinsdag een plaatje over sprookjes zoals: de Rat tenvanger van Hameien en Repel steeltje. Toen ik ziek was. kreeg ik huiswerk. Onze juffrouw zette ook koffie en dat deed ze in een hele goede koffiepot. Ja, in de derde klas was het wel leuk. Ik heb er veel gewonnen: schrif ten, potloden en een kleurpotlood. We zyn weer hard aan het werk voor de overgang. We maken proefwerk in taal, rekenen en geschiedenis. Van daag hoorden we dat we allemaal, ja dc hele klas, overgaan naar de vierde klas. Ik hou veel van tekenen en teken dan altijd een Indiaan met een In- dianenvrouw. Soms moet ik wel school blijven, maar toch heb ik dit jaar fijn gevonden. Eric-Jan Berendsen: NAAR DE VELUWE Wim, Ans, vader en moeder gaan een dagje naar de Veluwe. 't Is mooi weer! 's Morgens om 8 uur gaan ze op weg en om 10 uur rijden ze al door de bossen. Wat gaat dat toch vlug. Het is inmiddels al twee uur geworden en moeder deelt broodjes uit. Ze gaan een uurtje pick-nicken. Daarna gaan vader en Wim voetballen en de anderen spelen een partijtje badminton. Dan gaan ze weer verder. Onderweg ko men ze een ijscoman tegen en vader geeft een ijsje. Later krijgen ze nog een ijsje. Tegen vijf uur gaan ze naar huis. Het is een heerlijke tocht en om zeven uur zijn ze weer terug. Ze mogen nog wat naar de T.V. kijken, vooral het stuk van de Bosbrigadiers is spannend. Om 8 uur gaan ze naar bed. Vader en moeder gaan om half elf. Ze dromen die nacht van de reis naar de Veluwe en 's morgens op school vertellen Wim en Ans het aan hun juffrouw. Gerrie Serlier: DE WATERLELIES Het was pikdonker. Er ging een deurtje in een rots open en er kwam een heks uit de rots. Ja, een echte heks met een bezemsteel. Die heks was een boze heks. Ze ging iedere avond haar vliegtocht maken. Deze avond zouden de elfjes hun lentefeest vieren. Daar kwam de hoofd- elf al aan. Alle elfjes gingen dansen. Het werd een mooi feest. Toen 't feest afgelopen was ging iedereen weg, maar de twee kleinste elfje^, Tineke en Elsje, konden niet zo hard vliegen en bleven een eind achter. Dat had dc heks gezien. Ze toverde met haar to verstaf, de beide elfjes um in water lelies. Och, och, wat zielig! De volgende avond kwamen de elfjes weer bij elkaar, maar nu waren Tineke en Elsje er niet bij. Dat was jammer. Toen de elfjes weer allemaal naar huis waren, bleef de hoofdelf achter om de kleine elfjes te zoeken. Met Als je rover of gendarme wilt spelen, is 't prettig op grotere afstand elkaar mededelingen te kunnen doen, die je tegenstan der (speler) niet hoort. Daartoe maak je met wei nig middelen en kleine moeite een eigen tele foon. Het materiaal be staat slechts uit twee kar tonnen cylinders, wat perkamentpapier, een rol naaigaren en twee luci fers. Ofwel je maakt de kar- toncylinders zelf of moe der heeft een paar af gelopen W.C.-rollen voor je doel. Om 't ene eind van zo'n rol span je een stuk perkamentpapier, vastgemaakt met plak- pleister ofwel met gum miringetjes. Midden in 't perkament papier steek je heel voor zichtig een klein gaatje, haalt er 't ene einde van je klosje naaigaren door en wikkelt dit om één lucifer, zodat 't niet kan terugschieten. Dan doe je met de andere cylinder precies eender. Het draad kan 20 meter lang zijn I vanger zijn oor houdt tegen 't open en moet matig strak aangetrokken einde van zijn cylinder (rol). Als de worden. Ziezo, de telefoon is klaar, spreker zijn mededeling gedaan heeft, De spreker spreekt in 't open einde zegt hij „einde", waarna de ontvanger van zijn papiercylinder, terwijl de ont-1 zijn antwoord k»-« «"ven. Fig. B HANS EN DE BRANDNETEL „Au! alweer zo'n akelige brandnetel," riep Hans en trok snel z'n hanc terug. „Waarom doet zij dat?" „En hoe doet zij het?" „Wel, 't is haar afweer middel evenals doornen bij andere planten", ant woordde zijn vader. Deze netel heeft heel scherpe brandhaartjes, die een pijn verwekkend celvocht afscheiden, dat in het wondje vloeit, dat de scherpe haartjes veroor zaken." „Wat kwaadaai- dig", meende Hans. „Nou ja, maar de plant kan ook heel nuttig zijn In vele streken wordt ze b.v. gegeten en vroege, maakte men zelfs kleder stoffen uit de taaie vezels van haar stengeL En kleine boertjes, die slechts één of twee var kens hadden, mengden brandnetels onder zeme len en wei een melk- moet daarbij zijn hand van onder naar produkt en gebruikten dit mengsel boven bewegen en heeft dan geen of als veevoeder. weinig last van de brandpijn of Wie brandnetels uit wil trekken, handschoenen gebruiken! Fig. C IN DE DIERENTUIN Peter was in de dieren tuin. Daar hij 'n knap tekenaar was, tekende hij verscheidene dieren op een vel papier. Aan wel ke dieren denken jullie als je fig. C ziet? iiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiii haar lantaarntje In de hand ging ze langs de waterkant en speurde overal rond. Hoorde ze daar zuchten? Ja hoor, daar zag ze de hoofdjes van de water lelies bewegen en hoorde ze zachtjes snikken. De hoofdelf vloog naar ze toe en zette zich op een groot blad. Nu begonnen Tineke en Elsje te vertellen, hoe ze door de heks betoverd waren. Nauwelijks waren ze uitverteld of de hoofdelf nam haar zilveren toverstafje en zie. de bloemen waren weer elfjes geworden. Gelukkig dat het zo goed was afgelopen. Els v. d. Vooren, Leiden, vertelt over: EEN LOGEERPARTIJ Els wordt 's morgens vroeg wakker. „Hans! Hans!" roep ze. „We gaan vandaag al!" „Wat?", vraagt Hans slaperig. „We gaan logeren!" roept Els bly. „Natuurlijk! Ik was het bijna ver geten." „Wat een sufferd ben je!" ,,'t Is pas half zeven; laten we nog wat gaan lezen tot moeder ons roept", vindt Hans, Eindelijk komt moeder ze roepen. „We gaan vandaag naar Oom Frank en tante Nellie en kleine Lenneke!" roepen ze allebei. „Ja", zegt moeder, „ik was het heus niet vergeten. Ik heb de koffers al klaar staan. Gaan jullie je maar gauw wassen. Hoe vlugger we eten, hoe lie- Vindt U het zo leuk, dat we weg gaan?,, vraagt Els. „Nee hoor! Ik vind het juist jam mer, maar laten we opschieten kin- ders." Els en Hans doen hun best, ze eten vlug en een tijdje later gaan ze al op weg. Ze stappen ieder aan een hand van moeder en in de andere hand het koffertje. Ze stappen naar het station. De reis met de trein is lang. Ze moe ten helemaal naar Groesbeek en dat ligt in Gelderland, bij Nijmegen. Als ze uit de trein stappen, nemen ze de bus. Een poosje later staan ze by tante Nellie voor de deur. „Komen jullie maar gauw binnen!" zegt ze. „We drinken eerst een kopje koffie en jullie een glas limonade. De boterhammen heb ik al ingepakt, die gaan we fijn in het bos opeten. Even later stappen ze weg met Lenneke in de kinderwagen. Onderweg vertelt tante, dat oom Frank morgen een dag vrij heeft genomen, dan gaan ze met de auto uit. De dag vliegt voorbij en als ze 's avonds thuis komen, gaan ze na het eten dadelijk naar bed. Moe der blijft ook een nachtje slapen, maar ze gaat de volgende morgen vroeg weg. Oom Frank bracht haar weg. De auto werd weer ingeladen. Tante zorgde voor de broodjes en snoepjes. „Hebben jullie de bal niet vergeten en de tennisraketten?" vroeg oom. „Nee hoor!" roept tante. „We kun nen meteen weg." Ze rijden weg tot oom een mooi plekje in het bos gevonden heeft. Ze stappen uit en er wordt een groot kleed neergelegd. „Gaan we ballen?" vraagt Hans. Deze dag en de hele week vliegt om en als moeder ze komt halen, willen ze niet eens mee. „Ik heb een verrassing voor jullie!" zegt moeder. „We blijven hier nog een dag!" „Hoera!" roepen de kinderen. „Waar gaan we naar toe?" „We gaan naar de stad." Ze vinden het fijn. Ze gaan naar een lunchroom en gaan ook eten in de stad. Het is een fijne dag geworden. Nu zijn ze weer thuis en over een paar weken begint weer de school. DE NIEUWE DERDEKLASSERTJES hebben alweer geprobeerd 'n verhaal tje te maken. Bij sommige is het al aardig gelukt en de anderen zullen vast wel beter worden- Heeft de juf frouw weer een plakboek voor haar nieuwe klas? En gaan daar de uitge knipte verhaaltjes in? Misschien wel met een fotootje van het kind ernaast? 't Zal weer leuk worden. Hier hebben we eerst Els Bull, die van mij een grote pluim krijgt voor het mooie schrijven. IK ZIT NU IN DE DERDE KLAS Ik zit nu in de derde klas bij juf frouw De Leeuw. Ik vind haar een aardige juffrouw. We gaan in deze klas weer wat meer leren, moeilijker sommen en taal maken. Als het mooi weer is, gaan we in deze klas ook wel eens naar de speeltuin. Dat gebeurt natuurlijk niet dikwijls want we moe ten ook nog leren, daar is de school voor. Niet om te spelen, 't Is hier leuk in de klas. We doen nu nog niet zo moeilyk maar later wordt het moei lijker. We hebben in de klas veel vo gels, dat is zo leuk als ze fluiten. Des morgens fluiten ze niet zo veel, maar 's middags wel. Er mogen in de klas een heleboel kinderen ergens voor zorgen; twee meisjes mogen de thee rondbrengen, één kind mag voor de kast zorgen en voor de vogels zorgt ook een kind. Als het wat verder is, krijgen we ook huiswerk, maar nog niet zo veel. (Elsekind, dat heb je keurig ge- I I Cocky Ernst MIJN VAKANTIE IN AMSTERDAM Ik heb een heel leuke vakantie in Amsterdam gehad. De meeste dagen is het mooi weer geweest. Het heeft ook wel eens een paar dagen gerekend, maar dat was niet erg hoor! Ik ging dan in de kamer spelen met mijn lego. Ik ging dan een huis bouwen. Het heeft ook een keer heel erg geonweerd. Ik heb met een paar jongens in Am sterdam gevoetbald. Ik mag heel gauw lid worden van een voetbalclub. De Taatste dag van de vakantie was het schitterend weer. Cobie Bavelaar stuurt ons een klein verhaaltje over DE VAKANTIE Ik heb een leuke vakantie gehad. Ik ben naar de dierentuin geweest en heb daar een mooie papegaai gezien. Er waren ook leuke aapjes en muizen. Ook waren er olifanten en heel veel vogels, grote en kleine vogels. Ook waren er vissen. Ik ben er in de speeltuin geweest en heb daar in de draaimolen gezeten en op de schommels. Ook ben ik in het vliegtuig geweest en ik heb Flipper gezien. Wat heeft Brul- ler een plezier in de schommel! Dc eindexamens van de ulo- en middelbare scholen behoren al weer een paar maanden tot het verleden. De oud-leerlingen hebben inmiddels een besluit genotfnen: ze hebben werk ge vonden en/of gaan verder studeren. Er zijn er beslist onder hen, die aan het werk zijn geslagen, zonder dat ze bewust een beroepskeuze hebben gemaakt. „We worden wel wat", is hun redenering Verzonnen, deze uitdrukking? De cijfers wijzen wel anders uit! Schrik niet, maar het zegt toch wel iets, wanneer van 151 oud-ulo'ers even 54 pet. geen weloverwogen keuze heeft gemaakt Ze worden wel wat en de tijd zal leren, wat dat zal zijn. Van planmatig kiezen is nauwelijks sprake Een kantoorbediende was lie ver musicus geworden. Een vertegenwoordiger was lie ver psycholoog geworden. Een werkt op kantoor en was liever slager. Een ander werkt bij de PTT en voelt meer voor reisleider. Vier scholen gOV EN STAAND zyn enkele bevin dingen uit een onderzoek, dat de heer H. de Bree, Jeugdconsulent van het gewestelijk arbeidsbureau te Alphen aan den R|jo, Instelde naar de studie- en beroepskeuze van jongens, die in genoemde plaats uitgebreid .lager on derwijs volgden en né 1960 eindexa men deden. Oud-leerlingen van vier scholen uit de Ryn-gemeente werden in deze enquête betrokken: die van de openbare uloschool, de christelijke ulo Ichtus-sehool, de RK uloschool en de christelyke ulo-lmmanuelschool. De betrokken hoofden van school verleenden toestemming voor wat be treft genoemd onderzoek. Er konden derhalve 327 oud-leerlingen worden aangeschreven, die een ter zake dienen de vragenlijst kregen voorgeschoteld. Welgeteld 281 jongelui reageerden op het hen gevraagde. Ter oriëntatie: de destijds de eindexamenklassen bezoe kende leerlingen waren woonachtig in Alphen a. d. Rijn, Bodegraven, Bos koop, Haarlemmermeer, Hazerswoude, Koudekerk, Leimuiden, Nieuwkoop, Nieuwveen, Rijnsaterwoude, Ter Aar, Woubrugge en Zevenhoven. Wéér scholier De enquêtte, die de jaren 1961 tot en met 1965 beslaat, bracht interes sante gegevens aan het licht aan gaande de vraag, welke activiteiten de ulo-scholieren n& de examens in zake school en-of beroepskeuze ont plooiden. IIONDERDDERTIG jongens vervolg- den hun dagonderwijs. Dit varieer de nogal: van bijvoorbeeld HBS. kweek school, academie voor beeldende kun sten, school van radio Holland, conser vatorium, bakkerijvakschool tot hogere tuinbouwschool. Overigens: 67 van deze leerlingen konden bij het verlaten van de ulo-school geen opgaaf doen, in welk beroep zij later wilden gaan werken. En dan was er natuurlijk ook nog een aantal (20), dat de vervolg opleiding voortijdig afbrak. Aan het werk I TITERAARD Is ook aandacht be steed aan de categorie leerlingen, die na het verlaten van de uloschool een betrekking aanvaarden (120), maar niettemin in de avonduren tijd vonden een of andere studie te volgen. Begrijpelijk, gezien het algemeen vor mend onderwijs dat zij genoten, is, dat bijvoorbeeld 84 personen werk vonden in de administratieve sector. Opvallend is daarom des te meer, dat veertien jongens emplooi vonden als bijvoor beeld automonteur, technisch tekenaar, bankwerker of electricien. Militaire dienst, marine en politie „slokken" overigens ook elf personen op, terwijl welgeteld tien verkopers cq. vetegen- woordigers rechtstreeks uit het ulo- onderwijs werden „gerekruteerd". Uit de enquête zijn, vanzelfspre kend, nog méér cijfers naar voren gekomen: leerlingen die werken en een part-time bedryfscursus volgen: 17; leerlingen die werken en een part-time bedryfscursus én avond cursus volgen: 2; leerlingen die wer ken zónder avondonderwys: 11; leer lingen die geen werk konden vinden wegens op .handen zijnde militaire dienstplicht: 1. Ontevreden Van de 281 jongens, die zoals gezegd de gestelde vragen beantwoordden, ga ven er 35 te kennen dat zij met het door hen op dat moment uitgeoefende beroep niet content waren. Vierenzestig van hen vonden, dat de door hen des tijds gemaakte keuze om een ulo-oplei ding te volgen niet Juist was geweest. De meesten van hen (51) hadden toch maar liever de HBS doorlopen, te meer omdat ze zich dan meer kansen had den kunnen scheppen, in de maatschap pij. Geen definitieve keus De heer De Bree concludeert uit de door hem ingestelde enquête, dat een jongeman bij het verlaten van de ulo school zich weliswaar afvraagt, wat hij nu wel zal gaan doen, doch dat de keuze van het beroep in vele gevallen echter niet is uitgekristalliseerd. Ook is gebleken, dat een verdere dagstudie na de ulo-opleiding niet altijd gemoti veerd is. Een ander punt: vakonder wijs was bij de „doorstuderenden" meer in trek dan verbreding van algemeen vormend onderwijs. Overigens leidt het mulo b-diploma eerder tot verdere dag studie dan het mulo a-diploma. cr tallen wijzen het uit: tachtig om actfjl endertig procent. Isolement I^ATUURLIJK IS AL het bov. k staande niet helemaal represer, g tief te noemen voor ons lezersgeb: Immers, het onderzoek strekte zich d I tot de gemeenten, al eerder genoer: I HI Niettemin kan wel gesteld worden, t ui het geografische Isolement van de rf in meenten, dus vooral die in de P. B< streek en directe omgeving, een dc: A stroming naar voortgezet onderwijszi, genhoudt. vi Administratie De aan het arbeidsbureau te Alph aan den Rijn werkzame Jeugdcom lent, de heer H. de Bree, komt tenslor I tot een zeer belangrijke conclusie: jei I dige kantoorbedienden met ulo-op!: ding beginnen hun werkzaamheden de administratieve sector, zonder er t stil te staan, dat er voor hen een fur I tie op een ander terrein kan zyn wq gelegd. De meesten echter zullen d: V in deze sector werkzaam blijven. So: migen zelfs moeten dat, vooral \vt neer zij een bepaalde verantwoordelij. held (een gezin bijvoorbeeld) te drag. krijgen. Werksituatie, functie, salarS studie en vele andere factoren draga er, volgens hem, toe by dat degena die in de administratie biyven werk: van lieverlee interesse voor „het val krijgen. Systematische objectieve Informal^ g betreffende studies, beroepen en werlj situaties ls, zo meent hij, dringen noodzakelijk. j. 1 Volgende keer: Wéér studeert de ulo-scholier? Wéér werkt hy? LEIDSE TOPTIEN zullen wel geen zwartkijkers zijn Je hebt beslist geen reden om zwart te kyken, wanneer Je een hit op de markt brengt, die ln heel West-Europa gretig door tieners én twens uit de grammofoonplatenzaken wordt gegrist. Je hebt evenmin reden de toekomst donker in te zien, wanneer Je weet, dat er een fanclub achter Je staat, waarvan Je gezien de grootte Iets kunt verwachten! Black is black Die plaat mag dan „Black is black" heten wy zouden er „Zwart ls zwart" van maken een week nadat de Spaanse en een Duitse Jongens hun nieuwste in de verkoop zagen gebracht, was de hitparade in Engeland weer een naam rijker geworden: die van Los Bravos. Vorig jaar zomer speelden twee beatgroepen op het zonne-eiland Mallorca: Los Sonor en Los Runaways. Dat duurde niet lang, want twee So- nores en drie Runaways vónden elkaar en riepen de groep Los Bravos in het leven. O Ja, vijfduizend brieven hebben de Jongens ook nog per week te verwer ken! Je zou ze The Beatles van Spanje kunnen noemen, als je ook nog in ogen schouw neemt, dat na afloop van hun optredens taferelen van fans op jacht naar handtekeningen, foto's en kleding stukken aan de orde van de dag zijn. In Beatleland zélf zyn de Bravos ook „ln": in verscheidene radio- en teevee programma's, en ook in grammofoon opnamestudio's zyn ze sinds maart van dit jaar al geziene gasten. Beat vooral ligt de vier Spanjaarden en één Duitser wel het best. 1. Yellow submarine The Beatles 2. Summer in the city Le vin' Spoonful 3. Dans je de hele nacht met I mij Karin Kent 14. Lady Jane The Rolling I Stones 5. With the girl like you I The Kinks 6. Sunny afternoon The I Kinks 17. I see her again The Mama's en The Papa's 8. La pouppée qui fait non- I Michel Poknareff 9. Bus stop The Hollies 10. De wereld is leeg zonder jou Suzie. uit voorraad leverbaar. Gé Hofenk Muziek- en grammofoonplatenhandel HAARLEMMERSTRAAT Grote fanclub Hun eerste optreden had destyds een enorm succes. Dat was voor pakweg tienduizend Jongelui uit Madrid reden een club ln het leven te roepen, die Los Bravos adopteerde. De eerste single, die overigens niet meer geperst wordt, was binnen een recordtyd uitverkocht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1966 | | pagina 10