Marius Monnikendam 70 Rotterdams spion stuurde gegevens naar Oostduitsers Eis: vijfjaar gevangenis Gemeenschap moet in muziek zichzelf kunnen herkennen A.s. zondag: Pinkstermis Failliete circusbaas met noorderzon weg Winkelier wil bhj ven helpen Puf olfer-eng* Paleis van koning Freddie veroverd Nederland moet wat gas gaan terugnemen WOENSDAG 25 MEI 1966 DE LEIDSE COURANT PAGINA 5 (Van onze muziekredacteur) Marius Monnikendam wordt zaterdag 28 mei zeventig jaar. Een onloochenbare waarheid, even onloochenbaar als het feit, dat hij, hiermee de leeftijd van de sterken bereikend, nog in geen enkel opzicht aan produktief vermogen, aan scheppings kracht heeft ingeboet. Wat we, met hem pratend in zijn gezellige en sfeervolle werkkamer in zijn huis aan de Adelheidstraat te 's-Gravenhage, weer eens tot onze grote vreugde mochten constateren. Mijn liefde voor de muziek heb ik in het hartje van Amsterdam ingeademd. Ik herinner me nog heel duidelijk, hoe ik als kleuter van drie d vier jaar dagsmorgens voor het open raam zat te luisteren naar de prachtige orgelmuziek, die bij het uitgaan van de Augustijner - kerk in de Spinhuissteeg kwam over waaien. We woonden er recht tegenover." Aldus de geboren Haarlemmer, die op heel Jeugdige leeftijd naar de hoofdstad verhuisde. De leerling van Louis Robert van de St. Bavo, van wie hij zijn aller eerste orgellessen kreeg. De leerling van Sem Dresden, die hem, later, vertrouwd maakte met de geheimen der compositie. Het eerste, werkelijk grote succes in zijn nog jonge leven: hij won de staats prijs voor orgel, die het hem mogelijk maakte te Parijs bij Vincent d'Indy (18511931), de dirigent van de Concerts Colonne, de opriohter van de illustere Schola Cantorum, verder te studeren: dat was In 1925. tevens het jaar van zijn eerste compositie .een Magüificat voor mannenkoor. Terug in Nederland werd hij al spoe dig hoofdleraar aan 't Rotterdams Con servatorium en het Muzieklyceum te Amsterdam, twee functies, die hij, realist bij uitstek wist te verenigen met publi cistische activiteiten: we denken hier vooral aan zijn medewerkersschap aan het dagblad De Tijd. Realist bij uitstek, omdat hij wel be sefte. dat dit in ons goede Nederland de enige manier was om zijn werkelijke roeping, het componeren te volgen. We horen het hem nog zeggen: „De kopiist, die mijn composities uit schrijft verdient veel meer dan ik aan Wat overigens niet heeft kunnen be letten, dat hij blijkt een van de vrucht baarste scheppende toonkunstenaars in den lande te zijn: één oogopslag m de catalogi van Donemus bewijst zulks onmiddellijk. We vroegen hem, welke zijner geestes kinderen, zijn bijzondere affectie hadden. En zonder aarzelen kwam de reactie: Wij herinnerden ons deze muziek leven dig: niet omdat zij nog kort geleden op de programma's van het Residentie- Orkest heeft gestaan, maar speciaal dank zij een uitvoering ervan tijdens :t Neder lands Muziekfeest 1935 door het Concert gebouw-Orkest onder leiding van Willem Mengelberg De jonge Monnikendam stond, daar tussen destijds notoire groot heden als Bernard Zweers. Cornells Dopper, Julius Röntgen, Hendrik An- driessen, Willem Landré en Rudolf Men gelberg. Het maakte bij deze gelegenheid een nogal sensationele indruk: „dreigen den elevators, stampende cylinders, flit sende reflectoren, gonzende motoren en al wat „in het zweet des aanschijns" tot stand komt, voelde men in dit oer degelijke, aartsconservatieve gezelschap, nog niet zo terstond als bronnen van Van onze correspondent) HELMOND „Als hij terug komt zal lk hem met open armen ontvangen". Het Is een vreemde uitspraak van een man, die wacht op een vriend, een fail liete circusdirecteur, die met de noor derzon vertrokken is en die hem nog vele honderden guldens schuldig is. Die man is de Hebnondse winkelier Th. Spithoven. Twee jaar geleden verhuurde hij een stuk weiland in Brouwhuis bij Helmond aan Tony Jansen, eigenaar van het circus Salomon voor 150 gulden per jaar. Directeur Jansen had echter wei nig geluk met zijn circus. Door veel pech en tegenslagen achtervolgd kon hij weinig winst maken. Toen hij in ern stige financiële moeilijkheden raakte, leende de heer Spithoven hem 'n som geld. In januari van dit jaar zat de heer Jansen weer aan de grond. De heer Spithoven wilde Tony Jansen wel geld lenen op voorwaarde dat het onroerend goed van het circus op zijn naam werd gezet. Aldus geschiedde bij een Hel- mondse notaris. „Ik wilde de heer Jansen graag voor uit helpen, omdat hij altijd hard ge werkt heeft", vertelde de heer Spltho- ven. Omdat hij er niet zeker van kon zijn het geld ooit terug te krijgen, wilde I hij zich op deze wijze gewaarborgd we- ten. Op Hemelvaartsdag trok de heer 1 Jansen met zijn vrouw naar Grave. Hij nam de wagen, waarin hij woonde en enkele veewagens mee met 7 ponies, een ezel en een hond. Eigendommen van de heer Spithoven, die nog een ge regeld contact had met het circus in Grave. Tot zaterdag. Toen bleek, dat de heer Jansen met zijn echtgenote en de dieren met stille trom verdwenen was. De heer Spithoven vermoedt, dat Tony Jansen naar Duitsland is getrokken, omdat zijn vrouw Duitse van geboorte Het betekent voor hem een grote fi nanciële strop en om dat enigszins te compenseren heeft hij nu vast de cir custent aan Toni Boltlni verkocht. Wan neer hij de overgebleven circuswagens goed kan verkopen zal hij weinig ver lies hebben. Toch hoopt hij, dat de heer Jansen terug komt of iets van zich zal laten horen. Als ik weet waar hij is, pak ik mijn auto en rijdt onmiddellijk naar liem toe om hem te. helpen, zegt de heer Spithoven. Vandaag zal bij de rechtbank te Den Bosch de faillissementszaak van 't cir cus Salomon behandeld worden. Maar de heer Spithoven blijft er bij de heer Jansen te willen helpen. Hij heeft Tony Jansen een baan aangeboden, omdat 't niet mogelijk ia gebleken het kleine circus rendabel te maken. De heer Jan sen heeft tot nu toe echter deze baan geweigerd. dat alle muziek in en door de gemeen schap geboren weer tot die gemeenschap dient te worden teruggebracht. Waardoor we in het gesprek, dat verder volgde, de eompesities die zijn' voor keur hadden, bijna hadden durven raden: De Toccata voor orgel (1936), het Concerto voor orgel, trompetten en trom bones 1958), de Klaagzangen van Jere- mias (1960), het Magnificat voor blaas- orkest, slagwerk en mannenkoor, in 1965 geschreven in opdracht van Orpheus te Schiedam. Gemeenschapsgedachte Want de „gemeenschapsgedachte", hier in tot uiting komend, heeft Marius Mon nikendam steeds bezig gehouden: ze was ook het „leidmotief van het gesprek, dat e met hem mochten hebben. Want elk ander uitgangspunt leidt de scheppende kunstenaar op n dood spoor. iet kennelijke instemming toonde hij ons de inleiding van Benjamin Britten tot zijn „Noye Fludde" (niet lang geleden door de Amsterdamse gymnasiasten ge bracht): „De Middeleeuwse mirakelspelen wer den door het gewone volk gespeeld: plaat selijke werklieden en handelslui met hun gezinnen, geassisteerd door koristen, vol- enen en kinderen van de stedelijke kathedraal". Nog iets anders bleek hem, die toch •n stuk levende Nederlandse muziek in corporeert, te preoccuperen: de uitvoer baarheid en de verstaanbaarheid, de twee pijlers, waarop de muziek dient te berusten: „Men kan de uitvoerbaarheid opvoeren, de moeilijkheden in technische zin ver groten, doch dit gaat ten koste van de erstaanbaarheid". De gemeenschap moet in de muziek zich zelf kunnen herkennen, de melodiek speelt hierin een primaire roldat is wat de dodokafonische, de mannen van twaalftonenstelsel miskennen." Dat is, wat Monnikendam vertelde over de huidige muziek. De huidige muziek Eén gedeelte ervan, dat gedeelte, waarin men te materialistisch en (of) te indivi dualistisch denkt en voelt Want er zijn en blijven stromingen, waarin men de waarheden va nde metafysiek erkent en blijft erkennen. „Om in de buurt van onze tijd te blijven: denk aan César Franck. En con stateer, hoe er een lijn doorloopt over Tournemire, Messiaeu, Alain, over Diepen- broek en Hendrik Andriessen ten onzent" „Uitsluitend Frans?" merkten wij op „Niet uitsluitend, hoewel Frankrijk de oudste dochter van de Kerk is. Ik zou liever over „Romaans" willen spreken. Waarbij ik dan ook nog heel bijzonder aan Spanje denk. het volk. gekenmerkt door een hoge geestesadel, een „ontspan nen" levensvreugde. Dat zijn de elemen ten, die voor de kunst in het algemeen, de muziek in het bijzonder .bepalend en bevruchtend zijn". Pinkstermis „Mogen we na deze algemene beschou wingen weer eens even naai' u zelf terug keren .Naar uw werk. dat er thans op stapel staat?" Nu u weet het: Eerste pinksterdag gaat in de St.-Jacobuskerk te 's-Graven hage mijn „Pinkstermis", geschreven ter gelegenheid van 't veertigjarig priester feest van deken mgr. W. A. E. Bokeloh. Het R.-K. Residentiekoor, onder leiding Kees Stolwijk werkt daaraan mede, „Een doorgeoomponeerde mis?" „Een door gecomponeerde mis, waai ik dus én het nrdinarium èn het pro prium heb geschreven in het Neder lands. Het koor werkt als een soort tractor voor het kerkvolk: alles moest dus heel eenvoudig gehouden worden". „Uw mening over de tekst in ons „Het tekstprobleem: Nergens was dit zó urgent als in de sequentia Venl Sancte Spiritus", waar mij de vertaling van J. Schulte Nordholt werd voorgelegd. Er zijn plaatsen, waarmede ik me. met de Latijnse tekst voor ogen. onmogelijk heb kunnen verenigen. Ik heb daar ver anderingen aangebracht. Noem 't eigen machtig: ik kon doodeenvoudig niet anders". En hij liet ons, ter vergelijking, het origineel èn de bewerking zienhij kon doodeenvoudig niet anders. Overigens zat de schrijver niet met één, doch met twee taalproblemen: een Nederlands en een Engels. De Missa komt n.l. ook in Amerika uit, waai- men soms bezwaren, maak te tegen teksten, zoals die op de dag van heden in de Engelse katholieke kerken gebruikt worden. Opera Ziehier de Monnnikendam van het directe heden. En die van de nabije toekomst? „Ik ben momenteel doende met een opera „Van den Vos Reinaerde". De tekst werd door een Parijzenaar geschre ven: Michel Brochon, ik heb deze zelf vertaald: in 1967 wordt deze opgevoerd". WaarDat mochten we nog niet publiceren. Wel vertelde hij ons. dat het een „opéra ét grand spectacle" gaat wor den. Die opera, die bracht ons weer bij de man, die het muziekleven met de ont wikkelingsmogelijkheden ervan als be schouwer ziet. „De toekomst? Die zit niet meer in de concertzaal: het schrijven van een suite, een symfonie, heeft, na alles, wat er ge beurd is. weinig zin meer. Zie eens. hoe de Haagse Stravinsky-cyclus opgebouwd is-er is een duidelijk streven om te komen tot het totale theater". Bedenk hierbij wel: De mens van heden is steeds meer visueel ingesteldhij komt niet meer om alleen maar te luisteren, ook om te kijken!" Een slotopmerking, die een heel on deugende gedachte bij uw interviewer deed rijzen: lopen we met onze grote gesubsidieerde orkesten, met onze miljoe nen vergende concertzalen weer niet eens achter de feiten aan? ROTTERDAM (ANP) In en rond de grote zittingszaal van de rechtbank in Rotterdam heeft gisteren de gehele dag een waas van geheimzinnigheid ge hangen. Miniatuur camera's, valse pas poorten, onzichtbare inkt, „dode brie venbussen", dat waren de attributen waarmee in die rechtszaal een min of meer sensationeel, maar in ieder geval geheimzinnig spel werd gespeeld. Het hoorde allemaal hij het proces tegen de 39-jarige technisch inkoper Cor. S. uit Rotterdam, de man die ervan wordt ver dacht sinds 1961 spionageaetlviteiten te hebben bedreven voor de Oostduitse staatsveiligheidsdienst. Aan het einde van deze elf uren du rende zitting eiste de officier van justi tie, mr. R. Schimmel, vijf jaar gevan genisstraf met aftrek van voorarrest (7 maanden) tegen Cor S. wegens „het plegen van voorbereidende handelingen voor het verstrekken van een geheim aan een vreemde mogendheid". Het proces vond plaats achter gesloten deu ren. „Gewichtige redenen van staats belang", zo had de rechtbank-president, mr. R. J. Brunner zijn beslissing tot het sluiten van de deuren geformuleerd Het bleef allemaal geheimzinnig. Zo waren de getuigen van het openbaar mi nisterie vijf in totaal onvindbaar verstopt voor iedereen in enige lokali teiten van het huis van bewaring, van waar zij via de gang, die normaal wordt gebruikt voor terechtstaande gevange nen, onopgemerkt de zittingszaal kon den bereiken. Cor S. getrouwd, en vader van 2 kin deren, heeft sinds 1961 regelmatig in contact gestaan met Oost-Duitsland, zo heeft hij voor de rechtbank toegege ven. Dit kon men opmaken uit de woor den van een aantal mensen die de zaak ambtsbehalve hebben bijgewoond. Cor S. geeft ook toe, dat hij de afgelopen jaren de Oost-Duitse staatsveiligheids dienst gegevens over het Nederlandse leger heeft verstrekt. Per radio nam hij codemateiaal in ont vangst om daarmee gecodeerde berich ten uit de D.D.R. te kunnen ontcijferen. Om zich goed te kunnen informeren drong hij door tot militaire kringen. Hij sloot zich aan bij de nationale reserve en bracht het daar tot sergeant eerste klasse. Militaire gegevens zou hij vol gens bovengenoemde mensen ook in han den hebben gekregen door zijn vriend schap met een beroepsofficier van een Nederlands tankbataljon, een man die op de hoogte was met dé operatiebeve len van zijn onderdeel. Alles wat hem ten laste Is gelegd doör de officier heeft Cor. S. toegegeven. Ook het in de dagvaardiging van mr. Schim mel vermelde feit, dat hij zich bezig heeft gehouden met het opsturen naar Oost-Duitsland van telefoonboeken en stadsplattegronden. Cor S. had een zeer "e baan met een hoog salaris. Vol gens mr. Ivens, de raadsman, hééft Cor. S. op de vraag wat zijn drijfveer was geweest, voor de rechtbank zijn ant woord gegeven. „Hij maakte die contac ten in Oost-Duitsland 0111 daarmee later de Nederlandse veiligheidsdienst van nut te kunnen te zijn", zegt mr. Ivens in zijn pleidooi. De eerste aanzet van zijn handelen zou zijn geweest een artikel in een Ne derlands weekblad over de Oost-Duitse geheime dienst. Hij reisde enige malen naar Oost-Duitsland, Ostenrijk en Zwit serland, waar hij contacten had. Eind oktober van het vorig jaar werd hij in Oostenrijk gearresteerd. Later bleek, dat hij zich in Wenen had gemeld bij 'n (bevriende) buitenlandse veiligheids dienst om daar zijn diensten aan te bie den. Onmiddellijk vertrok een man van de BVD naar Wenen om Cor S. op te halen. Een dag later werd hij op Schip hol gearresteerd. Zeeliedenstaking kan nog vier weken duren (Van onze correspondent) LONDEN Het wordt thans uiterst onwaarschijnlijk geacht dat de staking van de Britse zeelieden een spoedig ein de zal nemen. William Hogarth, de Schotse secretaris-generaal van de na tionale vakvereniging van zeelieden, meent zelfs dat het conflict nog vier we ken zou kunnen duren. In dat geval zal het voor de regering Wilson zeker niet gemakkelijk zijn om in de essentiële levensbehoeften van de bevolking te blijven voorzien. Tot dusver acht zij het evenwel nog onnodig om speciale maatregelen te nemen in 't kader van de gisteren afgekondigde noodtoestand. Vermoedelijk zal ze toch nog voor het einde van de week of ten laatste begin volgende week een beroep moeten doen op sleepboten van de vloot om geblokkeerde havendokken te ont ruimen. (Advertentie) in de huid gezondheid en zuiverheid NAIROBI (UPI) De regering van Oeganda heeft bekendgemaakt dat het paleis van de kabaka („koning Freddie") in Loebiri door de politie is overgeno men. Over de kabaka zelf is in de re geringsverklaring niets gezegd. Bij de ongeregeldheden in de afgelo pen maanden zijn, volgens de verklaring 22 personen gedood, onder wie acht bur gers en tien politiemannen. De slacht offers vielen toen burgers trachtten de politiebureaus te bezetten. In de regeringsverklaring werd ge zegd dat bij de huiszoeking in het pa leis bleek dat de wapens afkomstig wa ren uit Men-go, zetel van de regering van Boeganda, Deze wapens werd op on wettige wijze verkregen zonder dat de regering van Oeganda het wist, aldus de verklaring, en konden alleen maar naar tOeganda gebradht zijn met het doel de regering van Oeganda omver te werpen. bootjes zetten het Debat Vondeling-Toxopeus Won i ngwetbouw veilig gesteld in bezu in igingsplan (Van onze parlementaire redacteyr DEN HAAG „We hebben Iets te hard gereden en moeten nu wat gas te rugnemen, maar de vaart blijft er in". Dat zei de minister van Financiën, dr. ir. A. Vondeling gisteravond op een ge combineerde verkiezingsvergadering van de PvdA en de VVD in een debat met mr. E. Toxopeus, liberaal fractieleider in de Tweede Kamer. Minister Vonde ling deelde over de ambtenarenstop me de, dat een vermindering van 1500 amb tenaren de schatkist rond 15 miljoen gul den zal besparen. Het was duidelijk, dat aan de voor avond van het grote Kamerdebat minis ter Vondeling nauwelijks zou kunnen ingaan op de zaken, die de Kamer van daag gaat behandelen. Mr. Toxopeus probeerde het wel, maar de minister liet zich niet uit zijn tent lokken. Dit had echter tot gevolg, dat het debat over het Pontamafrey, gelegen gevoerde regeringsbeleid bijzonder hard en zeker niet van demagogie gespeend was, een euvel, waaraan belden zich schuldig maakten. Het was eigenlijk jammer, dat de uit spraak van minister Vondeling, dat „wij iets te hard hebben gereden", later weer door hem werd teruggedraaid. Hij zei toen, dat hij met „wij" bedoeld had de hele Nederlandse gemeenschap. Ofschoon het beide debaters niet aan applaus en „boe-geroep" van de meer dan stampvolle zaal ontbrak, waren de reacties van de kiezers bij deze uit spraak overduidelijk. Te optimistisch Het centrale debatpunt was uiteraard de stijging van de overheidsuitgaven. Mr. Toxopeus verweet het kabinet, dat het ondanks de waarschuwingen uit de Kamer, inclusief de KVP, niet heeft willen luisteren en toch meer gedaan heeft dan mogelijk was. „Er ls een te optimistiscë en inflatoir beleid ge voerd", zei mr. Toxopeus. Hij hernaalde daarom nog eens zijn stelling, dat het kabinet Cals zou moeten aftreden, eraan toevoegend, dat dit toch niet zal gebeu ren, want met „pappen en nathouden", zal het kabinet de eindstreep in 1967 wel halen. Minister Vondeling antwoordde, dat t kabinet zijn beleid had gebaseerd op de ramingen van het Centraal Planbureau. „Maar", zei mr. Toxopeus, „dan had het kabinet zelf er' voor moeten zorgen, dat de uitgaven van de overheid ook binnen de ramingen van dat plan ble ven. En dat is nu juist niet gebeurd." Een bijzonder felle aanval deed mi nister Vondeling op de woningbouw plannen van de liberale oppositie, die via het plan Joekes 15.000 minder woning wetwoningen had willen laten bouwen. De minister gaf mr. Toxopeus in over weging hoewel deze zich smalend over het huisbezoek bij de kiezers door de bewindsman had uitgelaten eens te gaan kijken in de woningen van de arbeiders. Dan kon hij zelf waarnemen, welke ontoelaatbare en asociale toe standen op woongebied er nog bestaan. Gemeentelijk belastinggebied Door de bezuinigingsplannen van het kabinet zal de woningwetbouw niet wor- j| I den getroffen. De financiering daarvan I is veilig gesteld uit de overheidsmid- I I delen. Het kabinet Cals komt binnenkort jj met een wijziging van het wetsontwerp I tot invoering van een eigen gemeentelijk k belastinggebied, zo deelde minister Vondeling nog mede. Het nu bij de Ka mer liggende ontwerp was nog afkom stig van de ministers Witteveen en To xopeus. Tenslotte zei minister Vondeling, dat er moed en verantwoordelijkheidsbesef nodig was om nog vóór de gemeente- I raadsverkiezingen met deze nota aan de f Kamer te komen, waarin impopulaire maatregelen worden voorgesteld. Hij rdverschuiving. Modderstenen zei dat dit getuigde van het eerlijke be- leid, dat het kabinet Cals wil voeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1966 | | pagina 5