Praatwei in Vondelpark HUIZE ARNOLD IS EEN FIETSENREK Hoeder wil je een stok kaas uit het ruistje Luchtvaart pioneer Versteegh 80 jaar IDEE VOOR BURGEMEESTER VAN HALL Waar Amsterdam zijn hart kan luchten Oprichter van Koninklijke Luchtmacht ZATERDAG 7 MEI 1968 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 (Van een onzer verslaggevers) HAARLEM. Omtrent acht jaar geleden kocht de heer C. F. Arnold uit Haarlem een oude carbidlamp, een simpel ding, dat in vroeger jaren als veilig oog diende voor de vermetelen, die per fiets langs 's heren wegen durfden razen. De oude lamp zomaar opgedoken bij een scharrelaar heeft inmiddels op z'n geweten, dat huize Arnold drie tamelijk diepe woonlagen is veranderd in een fietsenrek. Want de heer Arnold is verzamelaar geworden van fietsen, oude en nieuwe, heren- en dames-, kinder- en grootvadersfietsen, van rijwielen in alle rangen en standen. Ook wat in de loop der tijden op en aan de fiets heeft gezeten is, soms half voor het oog verborgen, soms ook uitdagend, geëtaleerd op een van de verdiepingen van huize Arnold. Het is er een sprookjesoord voor wie nog eens wil worden herinnerd aan vroeger jaren, maar meer nog en vooral voor leden van het fietsenmakersgilde. Haarlemmer bezeten van rijwielen en alles wat erbij hoort De heer Arnold heeft zich bewust niet beperkt tot de fiets alleen. Im mers, zo redeneerde hij terecht, de wor dingsgeschiedenis van de fiets is moei lijk precies af te lezen uit een verza meling van alleen maar naakte rijwie len. Daar hoort meer bij. En daarom boog de heer Arnold z'n speurneus in veel méér richtingen. Hij legde beslag op kaars-, carbid- en elektrische lam pen, op bagagedragers In de meest gek ke vormen en afmetingen, op bellèn waaronder een speciale dameebei, klein van afmeting en met een hoger geluid op fietspompen, zadels, handvatten, sturen, wielen, belasting- en merkplaat- jee. In vele tlentaUen jampotten, in tal 1* van doosjes ook verleent hij onderdak aan de kléinere snuisterijen als 'scftróë-1 ven, moeren, bóuten en spieën. De metalen reclameborden van rij- wielfabrlkanten zijn ook niet veilig voor zijn verzamelwoede, borden waarop de fietsenmaker bekend maakt een „bonds gediplomeerd rijwielhersteller" te zijn evenmin. Kortom de heer Arnold is in de tijd van acht jaar bezeten geraakt van het rijwiel, hij is expert geworden. Hij vertelt met graagte over z'n hobby, wijdt daarbij soms uit in technische de tails die de leek wel moeten ontgaan maar pakt dan, begrijpend, een zijn vele boeken over de flets om de hand van afbeeldingen te onderstre pen wat hij precies bedoelt. Scharen en flessen De bezoeker krijgt reeds een voor proefje van de heer Arnolds verzamel woede in de hal van zijn woning waai 'aan de wand geen plekje vrij is gela ten. Het hangt er vól, in de gang is het van hetzelfde laken een pak met echter als onverwachte uitschieter een hele collectie scharen. Ik ben eens een paar keer tegen een leuk oude schaar aangelopen en tan daar toen ook maar een kleine verzameling van gaan aan leggen, zoals ik ook veel flessen bezit in allerlei vormen en afmetingen. Maar mijn voornaamste hobby is en blijft de flets. Daarvan laat ik me door geen schaar of fles afleiden. Dertig exemplaren Dit Dehoefde de heei heer Arnold nauwe lijks te vertellen. Dat is niet slechts in de hal of gang, maar zelfs ook in de huiskamer zichtbaar. Want -wie- bjj de familie Arnold 5 kinderen aan ta fel zit behoeft zich maar even' om te draaien om in een serre een aantal ou de fietsen te zien staan.. Het is het eerste gedeelte van het hoofdstuk fiets dat op de bovenverdie pingen wordt voortgezet en besloten wordt in de schuur achter het huls. „Ik heb in totaal dertig verschillende fiet sen, waaronder vier tandems, vier uit neem- of opvouwbare en één voor drie personen. Voor de ouderdom van de fietsen leg ik me geen enkele beperking op. Ik heb bijvoorbeeld een nieuwe uit- neembare Franse fiets en ook de nieuw ste opvouwbare-van Nederlandse make lij. Ze zijn me even lief als de kinder fiets van 1890, de^parachutistenfiets van het Engelse leger, het miniatuur a fiets met zijspan die in vroeger jaren in het .Nederlandse leger werd gebruikt, of de houten nergomobiels die alleen soort vliegen'' Hollanderbewe ging zijn vooruit te krijgen. Naar schroothoop Het is een moeilijke zaak mijn verza- Oude snuisterijen doen, zetten de nog wel eens weg op zolder, m fiets die niet meer gebruikt wordt gaat zonder pardon naar de schroothoop, en mét de fiets de onder delen en toebehoren die voor mij inte ressant kunnen zijn. Wie toevallig iets bijzonders bewaard heeft, vraagt er vaak een zodanige prijs voor' dat ik me bescheiden moet terugtrekken. Geluk kig-» zijn er ook mensen die mijn hobby r waarderen en graag afstand doen iets wat betrekking heeft op de ge schiedenis van de fiets, alleen al om- weten dat die dingen bij mij in goede handen zijn. Ik koester ze". Museum Zo spoedig mogelijk wil de heer Ar nold alles precies gaan inventariseren juist overzicht van zijn bezit bij de hand te hebben zodra zich de mo gelijkheid voordoet er iets méér mee te gaah doen. Onder dat méér verstaat hij zijn plan tot het oprichten van een rijwielmuseum. ,.Ik vind het voor de Ne derlanders gewoon noodzakelijk dat hun als fietsende mensen bij uitbtek, gele genheid wordt geboden meer te leren de geschiedenis van de fiets. Daar toe ben ik alléén niet in staat, maar ik dat ik genoeg medewer king kan krijgen als ik serieus met de uitvoering van mijn museumplan ga 1 ginnen". Intussen stroopt hij verwoed stad en land af, op zoek naar fietsen, zadels en at al niet meer. Mocht Iemand hem an een stuk fletsantlek kunnen helpen, het adres In Haarlem Is Coornhertstraat 4. Eén tip en de heer Arnold komt on middellijk. Maar niet per fiets: MIk heb nogal gauw last van zadelpijn". Het pronkstuk van de verzameling van de heer Arnoldr- een puntgave, bedrijfszekere fiets van bijna hon derd jaar geleden. Hij rijdt er dik wijls mee in historische optochten. (Var onze correspondent) AMSTERDAM Midden in de perio de. waarin burgemeester Van Hall om afkoelingsredenen iedere vorm van demonstratieve meningsuiting in Am sterdam met bezwerende handen te genhield. belandde er een brief op zijn bureau, waarin voor het absolute tegendeel werd gepleit. ..Laat de ge meenteraad". aldus het schrijven, „in het Vondelpark een stuk grasland ter beschikking stellen ten behoeve van alle Amsterdammers, die hun mede burgers wensen te informeren om trent datgene, wat hen bezig houdt". De ondertekenaar was de 22-jarige Jan van der Weide, die als maat schappelijk status „zonder beroep" op geeft. Dit wil niet zeggen, dat hij zijn tijd in ledigheid doorbrengt. Hij is zojuist teruggekeerd van een 12 maanden lange reis door het nabije en midden- oosten en tracht nu zijn ervaringen te boek te stellen. Een auteur onderweg dus. wiens geestelijke bagage mis schien het beat gekenschetst wordt door het feit. dat hij in zijn diensttijd uit het keurkorps der koninklijke marechaussee werd verwijderd, omdat hij weigerde, een op scherp gezette handgranaat te werpen. Wat zijn „praatwei" betreft: dit Idee deed hij (uiteraard) op tijdens een be zoek aan Londen, waar hij op een zon dagmorgen bij Hyde Park Corner een handvol Engelse profeten al dan niet onlustmatige wereldvisies ten beste hoorde geven. „Wat hier een traditie is geworden, moet bij de praatgrage Amsterdammers ook kunnen", flitste het door zijn krullebol. Vandaar die brief, waarop hij overigens nog geen antwoord heeft ontvangen. Jan van der Weide is ervan overtuigd, dat zijn idee niet alleen levensvatbaar is. maar zelfs de gespannen sfeer in de hoofdstad een nuttige uitlaatklep kan verschaffen, „mits het althans geen kleuterklas wordt, waar de politie processen-verba&l uitdeelt, als er Iets pittigs wordt gezegd tegen het ningshuis of voor de republiek". Er zjjn volgens hem zaken te waarover de moderne Nederlander publiekelijk zijn hart zou willen luch ten zie de rubrieken van ingezon den stukken in de kranten en de stij gende belangstelling voor het nieuwste nationale instituut: de teach-in. Wo ningnood, bureaucratie, mllitairisme. geboortebeperking, provotariaat. de dictatuur in Spanje en Portgual. Vietnam. Rhodesië. Zuid-Afrika met zijn rassendiscriminatie: allemaal pro blemen. die voor een pittig openbaar debat kunnen zorgen onder het uit bottende lover van het Vondelpark, waar het standbeeld staat van de man. die dank zij de spreekwoordelijke Am sterdamse verdraagzaamheid, de prins der Nederlandse dichters kon worden. Over alles zou men er trouwens vol gens Jan van der Weide moeten kun nen spreken, „ook over de verhoogde prijzen van ondergoed, als dat op <*n gegeven moment voor een vader van acht kinderen belangrijk is". Hamburgs openluchtkansel Dat deze vorm van openbare menings uiting mogelijk is, wordt niet reeds sinds mensenheugenis bewezen bij Hyde Park Comer, maar ook sinds kort in Hamburg. Daar beleefde on langs de Westduitse „praathoek voor iedereen" zijn première. Aan de rand van een door grote gebouwen omgeven wel, niet zover van de binnenstad, schiep het gemeentebestuur als eerste in de Duitse bondsrepubliek, een oprn- luchtkansel, waar lekenredenaars van allerlei pluimage vrij mogen spreken een symbool van de liberale geest in de Hanzestad. Het rPoht van vrije meningsuiting ligt in de Duitse grondwet verankerd. Toch was er tot nu toe altijd toestemming van de overheid noodzakelijk, wanneer een enkeling of een kleine groep in formatiestands of preekgestoelten op openbaar terrein wilden opstellen. On der verwijzing naar het straatregle ment of de verkeersveiligheid zagen de Hamburgse autoriteiten zich de laatste Jaren steeds weer genoodzaakt, zulke aanvragen van de hand te wij zen. Dat moest anders worden, en der halve ls het parool op Iedere zaterdag en zondag: vrij baan voor critici en wereldverbeteraars, voor dienstwei- geraars en vegetariërs, kortom: voor ledereen, die gelooft iets te moeten zeggen. Meer humor In een memorandum, dat op het Ham burgse gemeentehuis ter inzage ligt. kan een ieder zien, dat op de praatwei bijna alles geoorloofd en bijna niets verboden is. Menigeen stond sceptisch tegenover dit nieuwe experiment. Maar de overweldige weerklank van de praatwei bij de bevolking bracht ook de scherpste criticus tot zwijgen. Kou nooh regen, noch het terughou dende Hamburgse temperament kon- Eerst waren er 100, daarna 300 en op de hoogtepunten van het gebeuren bijna 500 mensen, die naast de tal rijke radiomicrofoons en televisie camera's opmerkzaam lachend of met vrolijke uitroepen luisterden naar het geen ongeveer 30 njedeburgers te vPr" tellen hadden. Er werd gescholden, geklaagd en gedreigd, bezworen en ge prezen. Er werd gediscussieerd over de oorlog in Vietnam, de noodtoe standswetgeving. de sociale reformatie, de verkeerswetgeving en de te hoge Daarnaast beatle trok van leer tegen de Roling Stones, een 87-jarige eiste meer hu mor, een donkerkleurige Afrikaan wil de, dat men hem niet langer een neger noemde, oen hondenvriend beklaagde zich over het pekelzout op de straten, dat de poten van de dieren verbrandt, en een man met één been mopperde over het karige resultaat van een aan vraag om ondersteuning. De toehoorders uit alle kringen van de bevolking, waaronder opvallend veel jeugdigen, toonden zich verheu gend kritisch. Er werd veel. maar niet uitsluitend gelachen. Met tolerantie en aanmoediging, met bijval maar ook protest, leidde het publiek op geslaag de wijze deze bijeenkomst. Toen de toehoorders tenslotte met koude voe ten van banken, papierbakken en in gesneeuwde bloemvazen afstapten, hadden de Hamburgers bewezen, dat zij deze nieuwe vrijheid niet alleen te waarderen maar ook te gebruiken Burgemeester Van Hall zou er eens moeten gaan kijken, voordat hij Jan Binnenkort een dagelijks tafereel DEN HAAG (ANP) Donderdag 19 mei, Hemelvaartsdag, hoopt lucht vaartpionier Willem Versteegh tachtig jaar te worden. Op 20 mei 's middags wordt hem in het officierscasino Soesterberg een receptie aangeboden. De heer Versteegh, die in de Neder landse militaire en burgerluchtvaart op velerlei gebied pionierswerk heeft richt en als gonuraal-majoor-vlieger bij «Ie Koninklijke Luchtmacht, als direc teur van de voormalige Koninklijke N ederlands- Indische Luchtvaartmaa t schappij en als onderdirecteur dei KLM werkzaam is geweest, heeft in 1913 de militaire luchtvaartafdeling van liet leger geformeerd waaruit de ko ninklijke luchtmacht is ontstaan. Hij was toen tweede luitenant, der infante rie. In de Jaren tussen 1913 en 1935 heeft Versteegh ertoe bijgedragen dat de militaire luchtvaart kon uitgroeien. Be kend uit het einde van de jaren twin tig en het begin van de jaren dertig zijn „De vijf vingers aan één hand", de groep van vijf vliegers die in binnen- en buitenland demonstraties gaf in het formatievliegen en overal groot opzien baarde. Niet minder bekend was zijn werk als instructeur, waarbij hij en zijn collega's Nederlandse jongemannen de kunst van het vliegen bijbrachten daardoor veel vliegers afleverden die na de diensttijd bij de KLM vlieger werden en over Europa en naar het voormalige Nederlands-Indië uitvlogen. Als kapitein-vlieger verliet hij de mi litaire luchtvaart ln 1935, omdat hij op 1 oktober van dat jaar in dienst trad bij de Koninklijke Nederlands-Indische Luchtvaartmaatschappij. Hij was daar werkzaam als chef vliegdienst, verte genwoordiger en directeur bij de uit bouw van de burgerluchtvaart in 't uit gestrekte gebied tussen Singapore en Sydney. Waardevolle diensten Na de bezetting van Nederland werd de directie van de KLM opgedragen aan de directie van de KNILM. Zo was de heer Versteegh tot oktober 1943 direc teur van de KNILM en van de KLM, „in welke functie hij zeer waardevolle diensten heeft bewezen", zo meldt het KLM-verslag over de jaren 1941 tot en met 1946. De Indiëlijn, de ruggegraat van het vooroorlogse KLM-bedrijf, had vanaf 16 september 1939 niet meer Amsterdam, maar Napels als begin- en eindpunt. Na 15 mei 1940 is de dienst tussen 't toen malige Batavia en Napels nog korte tijd eenmaal wekelijks uitgevoerd, maar toen ook Italië aan de oorlog deel nam, werd Lydda begin- en eindpunt. Tot februari 1942 werd deze lijn ge handhaafd. Voordat de Japanners op Sumatra landden, werden allt vliegtuigen en be manningen van de tyeide luchtvaart maatschappijen op Indië teruggetrok ken, waar ze belangrijke diensten heb ben verricht bij de evacuatie naar Australië. Verscheidene toestellen zijn daarbij beschadigd of verongelukt met verlies van mensenlevens. De overgebleven vliegtuigen zl'i overgedragen aan de geallieerde luchtmacht, de bemannin gen gingen voor een deel over naar 't Westindische bedrijf der KLM, naar de Bristol-Lissabonlijn of naar de Ameri kaanse luchttransportdienst van 't le ger, die van Australië uit opereer le. Weer in dienst De heer Versteegh kwa. i weer in militaire dienst en was onder meer commandant van het 19e squadron. La ter was hij ten behoeve van de lucht vaart werkzaam in de Verenigde Staten. Na het einde van de tweede wereld oorlog hernam hij zijn taak bij de KNILM, totdat deze maatschappij werd overgenomen door de KLM en hij in haar dienst overging. Op 20 januari 1948 werd hij onderdirecteur der KLM, een functie hij tot en met 31 december 1951 vervulde, toen hij de pensioenge rechtigde leeftijd had bereikt. In 1953 kreeg hij nauwer contact met de militaire luchtvaart toen hij benoemd werd tot voorzitter van de raad van ad vies inzake luchtvaartongevallen bij de koninklijke luchtmacht. Hij werd tege lijkertijd bevorderd tot generaal-ma- joor-vlieger. Ruim vijf jaar vervulde hij deze taak, waarna hij zich terug trok.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1966 | | pagina 9