V/epnderd genootschap M.S.Q. tiekt in nieuw/ schoolgebouw/ Het circus, dat dagelijks opcbekt NEDERLANDS ENIGE CIRCUS HEFT 25» MENSEN EN 180 WAGENS VRIJDAG 29 APRIL LEIDSE COURANT IN DE PISTE VAN BOLTINI BRULT DE BEAT HET HARDST (van onze redactrice) Krimpen aan de IJssel, woensdagavond. Een ver regende plek in het Hollandse land, waarin boerde rijtjes omringd door drassige weiden het hoofd boven water proberen te houden. Daar waar de IJssel zich kronkelt langs het laagste gedeelte van het dorp is in het diepst van de nacht de caravan van het circus Boltini heimelijk neergestreken. Pas de volgende ochtend ontdekken de 15.000 Krimpena- ren de metamorfose, die hun dorp heeft ondergaan. Want de tijd, dat een circus in een luidruchtige triomftocht een stad of dorp binnentrok, de bevol king door over het plaveisel buitelende artiesten en trompetterende olifanten een voorproefje kreeg van wat de circus-directeur met zijn glimmende, hoge „zije" het hooggeëerde publiek zou gaan presente ren, is voorbij. Een circus is voor de buitenstaander een wonderlijk, ondefinieerbaar verschijnsel, dat appelleert aan nieuwsgierige, maar vooral roman tische gevoelens. In feite wordt het circus steeds meer een modern bedrijf, dat zijn oorsprong welis waar in eeuwenoude tradities vindt, maar die door een financieel en technisch gezond functioneren de gratie van het publiek probeert te beïnvloeden. Van ouders, die zich met hun aan lollies sabbelend kroost rond de piste scharen kan een circus niet meer bestaan in een tijd waarin de mensen hun amusement binnenskamers in een handomdraai kunnen regelen. Iets nieuws, iets sensationeels, iets i sf1 de woonwagen zitten Rob de bijzondersdat waarborgt sukses in deze tijd. Een ^üis. Johïiny vóórziet™, circusdirekteur, die dat begrijpt vertrouwt zijn jacquet en hoge hoed toe aan de mottenballen en wordt manager en burgemeester tegelijkertijd van „„j„ j- 11 j. /ventuele rivaliteit bil deze pijlers een nederzetting, die volkomen afwijkt van welke j de vaderlalldse lichte muzrek is samenleving dan ook. Toni Boltini is zo'n directeur, leilijk bespeurbaar. Ze zijn zo ver- Terzijde gestaan door zijn vrouw Dicky, wier blon- "'lend als hun sportwagen. Het ge- J x. oomlijnde wagentje van Johnny, de, lange vlecht een mengeling is van romantiek,orzien van een goecj dekkend laagje van vroeger en het image-kweken van nu, zint hijlververf, het ouderwetse wagentje op allerlei middelen, die door het doel het voort*" Rob. degelijk groen gespoten, bestaan van het circus kunnen worden geheiligd M.el zoet-gevooisde stem zegt John- t ,°ly Lion: „Dóór samen uit te gaan, znn In de pauze van de voorstelling, wanneer de notab^ob en van te voren alewat a*r len van het dorp op het circusterrein wat verdaaseikaar gewend geraakt". Een giege- hun schoenen aan het slijk ontrukken, staat To/lend lachje boven het geruiten, roze Boltini onopgemerkt in zijn „demietje" de stei0p?r^e^^ en -het mille-fleurs-dasjr ming van het publiek te peilen. Buiten kijkt de jeu bewonderend naar de sportwagens van twee Ned landse tieneridolen, de parade-paardjes in de pi van het circus anno 1966. Er zijn in circus Bo> minder dieren, dan in andere circussen. Niette1 zijn er fraai gedresseerde leeuwen en paarden, r nies en poedels, maar wanneer Lion-Johnny L sophisticated krullenkopje schudt, zijn muiltje c1* om „Sophietje" het publiek in te werpen, gi^e menigte niet van ontzetting, maar van verruig- In de piste van Boltini brult de beat harde/an het beest Toni Boltini, om zijn „stunten" menigmaal verguisd alsof hij geen „fair play" zou spelen, is helemaal niet de doorgewinterde, niets ontziende zakenman, zoals hij weieens afge schilderd wordt. Een innemende man, met uiterlijk helemaal niets wat aan het „circus" herinnert. Hoewel opzien barende technische vindingen de ex ploitatie van het circus hebben ver gemakkelijkt, is zijn financieel ach terdeurtje toch zijn winterverblijf in Soesterberg, waarvan hij een beatcen- trum van nationale vermaardheid heeft gemaakt. Geboren als kermiskind van een va der, die het een koud kunstje vond om zeven volwassenen van de grond te tillen, begint hij op 20-jarige leef tijd te bouwen aan het piepkleine RANJA MET EEN RIETJE, MAAR OOK: RITME VAN DE REGEN De avontuurlijke, roekeloze „komt-het-zien-sfeer" van het circus duurt zo lang het hooggeëerd publiek aanwezig is. Heeft het zijn hielen gelicht, dan maken de lovertjes-jurken plaats voor over alls, de clowns zijn gewone werkers geworden met twee rechter- i.p.v. linkerhanden, de onmondige Lilliputters blijken hun man netje te kunnen staan. Plotseling wordt de achterblijver gecon fronteerd met de realiteit: een circus wordt „opgedoekt"men moet zo snel mogelijk vertrekken naar de plaats waar men de volgende dag zal gaan optreden. De kennismaking met circus Boltini, die van 's avotids heel vroeg tot diep in de nacht duurde, maakte duidelijk hoe moeilijk en hard werken het bij een circus is. Het leven in de Boltini-gemeenschap is „ranja met een rietje", maar ook „ritme van de regen". Applaus van een opgetogen publiek binnen, parate brandweerwagens buiten. Het engageren van twee zangers tegen een fabelachtig bedrag daarmee brekend met de traditie, die in een circus zo sterk leeft omdat zij wellicht beter dan de olifanten in staat zijn, om de belang- selling voor het circus nieuw leven in te blazen, de jeugd te winnen voor iets dat nu nog leeft, maar wellicht ten dode is op geschreven. Dat en de ziekten onder de beesten, het uitvallen van een nummer, een standplaats, die ondergelopen is of weinig pu bliek bij een voorstelling, dat zijn die tegenvallers, die een cir- cusdirecteur elke dag te wachten kunnen staan. Het voortdurend risico's moeten nemen, het onrustige reizen en trekken, opbou wen en afbreken, schijnen echter niet op te wegen tegen de voor delen, die een zo internationale en toch gesloten groep als een circusgemeenschap is, biedt. Wie in het circus het levenslicht aanschouwt, is voor goed verloren. Zijn werkterrein zal de piste zijn, zijn grillige xoerkgever het hooggeëerd publiek. amusementsbedrijfje van i vader. Thans beschikt hij over enÓ?e. echte Nederlandse circus/3*1 kan wedijveren met de grootsUrcussen in de wereld. 250 mensen maken deel yan het dorp Boltini, mensen uit =r'ei lan" den, die vaak Duits, ma/10^ meer met hun handen en vos spreken. Het wagenpark van BoltP^taat uit 180 wagens, een spec fourage- dienst zorgt er voor dat/ns en dier dagelijks datgene krijgo^3* ze aan voeding nodig hebben. Per de wa gens bevinden zich ee|»tsc"ulfpaar restaurant, twee wag/ me* licht- aggregaten, die voldof vermogen hebben om heel vlieg/ Soesterberg te verlichten, een perjBen; een bu reauwagen, een keukeP wielen, een rijdende werkplaats v monteurs en een radio-wagen. T circusmensen werken in dag- en ptploegen, bet geen elke week wiss Johnny Lion: rcusmensen minder tygerlijk „.„oorstelling pein zend: „Elke dag»*1" anders, kun je je voorstellen j we nof> kunnen lachen. Onze men zÜn dolblij als ze ergens een 11 dagen kunnen blijven". Het toêe 1966 omvat 180 verschillende ge;n^en en vanaf half april wordt er eral maar één dag gespeeld. Op fcokerkleurige bank- „Circusmensen? Dat is een heel ander slag. Minder burgerlijk. Och, kom, je weet wel wat ik bedoel". Geen misvattingen DE ONMIDDELLIJKE acceptatie door de circusgemeenschap is hem bijzon der meegevallen. Tijdens zijn optre den in het circusprogramma zingt hij voornamelijk Nederlandse liedjes. „Ja, dat is inderdaad gekomen door „So phietje", maar ik vind het ook wel leuker dan in het Engels zingen". Over zijn veelbesproken relatie met het fotomodel Sophia van Kleef zegt hij geroutineerd: „We zijn vriend en vriendin". Ik zoek een modezaakje voor haar in Amsterdam. Ze heeft een geweldige feeling voor mode, zes jaar geleden heeft zij al voorspeld, wat nu mode zou worden. Ongelooflijk niet waar". Een tersluikse, peilende blik. Na een slokje cognac, wat geintjes, die de goe de verstandhouding met Rob de Nijs moeten accentueren, vervolgt hij „Circusmensen zijn leukze hebben geen misvattingen. Proost!Neem nu bijv. Staphorst, daar begint de on verdraagzaamheid. Mensen, die op een duffe manier achter venster loeren, dat plant zich voort". Wat actiever vraagt hij opeens: „Dicky, waar is de cognac, die heb jjj natuurlijk weggestopt. Toekomstplan nen? mmmm. Een maand Duitsland, na Boltini en dan vakantie. Verder nog niets. O, ja, mijn „Sophietje" in het Engels staat nr. 3 op de hitparade in Singapore Kinderen volgen elders schoolopleiding HET DOMEIN van Dicky Boltini blijkt een centrum te zijn van allerlei lieden, die iets kwijt willen of iets willen weten. Iemand komt zijn gitaar brengen, een politie-agent vraagt naar de „baas", een monteur vertelt dat er iets hapert aan een bepaalde installa tie en een groepje Marokkanen maakt druk gebarend duidelijk dat hun slaapwagen kapot is. Met een bewon derenswaardige verdraagzaamheid aanvaardt Dicky Boltini het feit dat zij bijzonder privacy heeft. Ze heeft een normaal leven geleid, totdat Toni Boltini in haar leven kwam. Op 16-jarige leeftijd werd ze verliefd op hem en raakte met haar ja-woord verzeild in een wereldje, waarvan zij vroeger niet had kunnen vermoeden, er ooit in terecht te zullen komen. De twee dochters Annette en Josette weten niet beter. Ze werken met een eigen nummer en als beatgirls aan het circusprogramma mee. Annette is een wildzang, schriel in de schouders, wit jes door het tekort aan slaap en het enerverende circusleven. Ze is dol op paarden en beat. Josette ouder, zelf bewuster, haar charmes goed gecon serveerd, houdt het bij de poedels, die zij naar de stroken van haar jurk laat dansen. „O, nee ik wil mijn hele leven bij het circus blijven", zeggen beide zusjes beslist. Annette weet ook niet beter. In tegenstelling tot andere kin deren in het circus die ergens in het land een schoolopleiding volgen en gedurende die tijd, niet bij het circus zijn, is zij telkens wanneer het circus een andere plaats aandeed, naar een andere school gegaan Krijsende tieners bij Rob de Nijs Wanneer er om half acht een fluitje klinkt op het circusterrein, dan be tekent dat, dat het publiek in aan tocht is en dat de voorstelling weldra zal aanvangen. De artiesten maken zich in hun wagens klaar. Even na achten sluipen de negen Berberleeu wen van Boltini grommend de piste De dompteur laat voorstelling na voorstelling een stukje vlees door een leeuw van zijn hals aflikken, een han deling, waarvoor maanden is gerepe teerd. Het blijft elke avond weer een gok. et zo als het trapeze- en het pyra- midewerk, de kunstjes op de hoge fietsen, de sprongen op de trampoline de ui^ Italië afkomstige Folcos. Vader Folco heeft daar nog een cir cus. Zoals ,de meeste circuskinderen werd hij geboren in een circuswagen, vergezelde als kleuter als zijn vader de manege en wat hij van zijn ouders aan circus-ervaring meekreeg, gaf hij weer door aan zijn kinderen. Als laatste nummer voor de pauze het optreden van Rob de Nijs. Gil lende en krijsende tieners, maar hun idool zijgt na zijn optreden uitgeput neer op de canapé in de wagen van Boltini om zich met welriekende lo tion te betten, waarvan Annette Bol tini grijnzend een beetje pikt. „Rob, Rob" blerren de fans in de deurope ning. Eeuwenoude artiestenfamilie The Rudolfo Stey Troupe in het hoogdraad-nummer na de pauze vormt Europa's oudste artiestenfamilie. Het verhaal gaat dat zij rechtstreeks af stammen van een in de 15de eeuw regerend landvorst. Rudolf Stey (58) stortte 12 maal in zijn loopbaan neer. In 1948 sloot hij zijn loopbaan als cir cusartiest af. De „pensionering" van een circus artiest ligt aanmerkelijk veel vroeger dan in de gewone maatschappij, het zijn de kinderen die het werk voort zetten en de oudere familieleden daar mee onderhouden. Wanneer tenslotte de pyrimade- bouwers uit Marokko de grote finale van de voorstelling inluiden, heeft het publiek alle sensatie gehad, die het circus Boltini te bieden heeft. Nauwe lijks zijn de laatste tonen van de cir cusfanfare verstomd, of men begint met het afbreken van het circus. Afbreken lol op de minuut gepland Het dagelijks opbreken van een cir cus ls wellicht enigszins te vergelij ken met een huisvrouw, die na een lekkere maaltijd in de keuken een „af was zonder einde" vindt. De irreële sfeer van het circus heeft plaats ge maakt voor een ontnuchterende reali teit, niets blijft er na de voorstelling van de illusie over. Groepjes mensen lopen schijnbaar chaotisch touwen los te rukken; lilliputters klappen de loge- stoeltjes op en halen de lege flessen weg. Circuskinderen, tijdens de voorstelling. Alles is tot op de minuut gepland en er wordt zwijgzaam en gediciplineerd gewerkt. Tegen twaalven vertrekken de eerste slaapwagens van het circus. De activiteiten zijn inmiddels van binnen naar buiten geplaatst, waar zo'n vijftig Marokkanen met balken lopen te slepen, donkere schaduwen toverend op het tentzeil. In het dorps café kijkt de bevolking enigszins ont hutst hoe lilliputters aan het biljar ten slaan. Ze hebben zo volkomen van de nood een deugd gemaakt, dat ieder een schaterlacht om hun koddige be wegingen, hun grimassen naar el kaar. Langzaam komt er beweging in de tent; de tuien zijn losgegooid en onder het toeziend oog van „Oom Piet" van Grinsveen nadert het fasci nerendste ogenblik: het neerhalen van de tent Naar Roelofarendsveen Dan komt technicus Huug Wols uit Rotterdam in beweging. Volgens een hydraulisch systeem een eigen vin ding van het circus, waarvan de ver wezenlijking meer dan een miljoen heeft gekost zakken de vier mas ten, waarop het zeven ton wegende tentdak hangt. Als de masten zich hebben opgevouwen op de wagen die tegelijkertijd piste is, klinken er aan de waterkant opjuttende kreten. In koor tellend rollen de werklie den het enorme tentendoek op. De drie auto's die de tent en de hydrau lische installatie torsen vertrekken het laatst. Hekkensluiters van de gele Boltini-earavan. die zoemend over de grote weg trekt. Vandaag in Delft, 1 en 2 mei in Roelofarendsveen efrHil- legom. Elke nacht afbreken, elke ochtend opbouwen. Dat is het circus- leven. En de Boltini-mensen lachen nog steeds. Zo lang het hooggeëerd publiek maar in groten getale komt. IS H BEGON ALS SCHOOL VOOR RIJGS- EN ZEEVAARTKUNDE ET I^AKTER van het onderwijs aan MSG is in de loop der jaren weiigszins aan verandering onderhevig geweest. Bij de oprich ting whet onderwijs gericht op de Krijgs- en Zeevaartkunde. Een Zeeva/chool is MSG echter nooit geworden. Het valt niet met zeker heid peggen, hoe lang het onderwijs in het gebruik van sferische drieh^n, de hemelloopkunde en de kennis van de grote vaart een plaat/ Let leerprogramma heeft behouden. Spoedig werd het onder wijs /eel gericht op de onderrichting van de reken-, teken-, bouw- en werpkunde. Later werd daar nog aan toegevoegd natuur- en schei- kun( waterbouwkunde en electrotechniek. Efiuitie van glas cn staal Lost ierenhalf miljoen r/G heeft in 't tegenwoordige onder- wijspatroon sinds 1951 haar studie- jid aan de UTS aangepast. Het UTS— erwijs leidt op voor talrijke kader- .cties in het bedrijfsleven tussen de leiders en de hogere leiding, die een leiding kunnen ontvangen in resp. iger Technisch Onderwijs en Hogere ichnische School. Na een passende óortgezette opleiding in het bedrijf :ah een UTS'er functies gaan bekleden )tls tekenaar, calculator, werkmeester, ■Uitvoerder etc. Ook is de opleiding ge- kghikt voor de a.s. patroons in kleine bedrijven, zoals aannemers en installa teurs. De cursusduur is voor leerlingen met een vooropleiding op ULO of drie jarige HBS-niveau 3 jaar, waarvan de eerste twee jaar klassikaal en het laatste jaar in de vorm van een stage in het bedrijfsleven. Voor leerlingen met een LTS-vooropleiding duurt de UTS vier jaar, het hiervoor genoemde programma wordt dan n.l. uitgebreid met een jaar voorschakelklasse. Naast de grondpijlers als bouwkunde, electro techniek, werktuigbouwkunde en weg en waterbouwkunde dragen vakken als maatschappijleer en esthetischevor ming bij tot een harmonische ontwikke ling van de leerling. Uitbreiding HET IS BEGRIJPELIJK dat na de verregaande democratisering van 't onderwijs, jongelieden uit leder milieu het onderwijs aan MSG kunnen volgen, hoewel het toch wel financiële offers oude schoolgebouw ls het koel als In aansluiting op het eerder ge publiceerde omtrent het ontstaan en de ontwikkeling van het Ko ninklijk Genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix te Leiden, laten we hier een overzicht volgen van de ontwikkeling van het on derwijs aan dit Instituut, om ver volgens oppervlakkig kennis te maken met het nieuwe schoolge bouw van de UTS in het Boerhaa- vekwartier. een kloostergewelf. Het is de laatste jaren wel wat verwaarloosd, hetgeen volkomen begrijpelijk is als men weet, dat een volledige restauratie in de mil joenen zou gaan lopen. De overgang naar de nieuwbouw zal misschien wel enige aanp&ssingsttjd vergen. De outillage verschilt een eeuw. In het oude gebouw moest de concierge nog altijd met de kolenkit langs de pot kachels in de lokalen om ze brandend te houden. In de toekomst vervalt de zorg voor de verwarming geheel. Via het Diaconeaaenhuls krijgt men de stoom voor de centrale verwarming recht streeks van de elektrische centrale van de Stedelijke Lichtfabrieken. Twee binten Hf, i overblljfrulmte met beperkte toneel accommodatie, een gymnastieklokaal en werkplaatsen voor bouw- en werktuig bouwkunde, elektromontage en een la boratorium voor metingen. In het cen trum van de werkplaatsen die in totaal oppervlakte van ruim 1800 m2 be slaan. zijn de sanitaire voorzieningen gesitueerd. Plastic koepels verschaffen de werkruimte i licht. Ter linkerzijde van de drie verdie pingen tellende tbeorielokalenvleugel - in de laagbouw zijn de werkplaatsen ondergebracht - rijst een toren op. die uit twee binten bestaat, die door twee dwarsliggende balken verbonden wor den. Een vrij nuchter en koud bouwsel, dat in de plaats is gekomen van een oorspronkelijk meer fantasierijke toren, die constructief niet uitvoerbaar bleek. Het doel van de toren moet worden ge zien als noodzakelijk element om de school aan de omgeving aan te passen. Niet ver van het gebouw ligt het impo sante acht verdiepingen tellende Dla- conessenziekenhuis, dat het bescheiden UTS-complex weg zou drukken als er niet zoiets als een overgangselement zou bestaan. Vandaar die binten. Kunstwerk HAAGSE kunstenaar P. Struyc- ken werkt nog aan een artistiek werkstuk, dat zal worden aangebracht in de voorgevel, op een wijze, die de indruk moet wekken, dat de beweging van radiaal geplaatste U-proflelijzers zich door het glas van de wand doorzet tot in de kantine. De kunstenaar heeft de intentie gehad aan de buitenzijde ac tiviteit uit te beelden, die aan de bin nenzijde tot rust komt. De activiteit in de beelding is ontdaan van bijkom stige associaties, waardoor het gege ven van een gerichter karakter krijgt. Door het gebruik van In elkaar overlo pende kleuren, van dieprood tot git zwart, wordt deze gerichtheid nog on derstreept. Milji oenen J_|ET NIEUWE GEBOUW, dat ls gecon strueerd om een staalskelet, la ont worpen door het architectenbureau Lu cas en Niemeyer te Voorburg. Aanne mer Is de Nederlandse Bouw Maat schappij. Werd in 1955 reeds met de plannen begonnen, begin januari 1964 kon eerst een aanvang worden gemaakt met de bouw, die rond de 4 en een half •miljoen gulden zal gaan kosten. Het ls de wens van de directeur van de M.S.G., lr. W. F. Engels, nog voor het eind van het schooljaar geheel naar de nieuwbouw verhuisd te zijn. In de werkplaats machinebankwerken worden thans de werkbanken en ma chines door de leerlingen geplaatst onder deskundige leiding van hun vraagt. Evenzeer zal men kunnen be- I grijpen, dat er geen universiteitsstu denten meer aan deze school lessen ontvangen, zoals dat-overigens in 1935 nog wel het geval was. Bedroeg het I leerlingenaantal in 1800 ongeveer 80, in 1935 was het uitgebreid tot 400, ter- j wijl de avondschool op het ogenblik bijna 600 leerlingen telt. Het dagonder wijs. dat wordt gegeven sinds 1951, wordt gevolgd door nog eens ruim 400 leerlingen en in het praktijk jaar staan tenslotte circa 100 leerlingen ingeschreven. Nieuw gebouw HE blokkenfor- matie van glas en staal, waarin het genootschap M.S.G. te zijner tijd zijn intrek zal nemen, beantwoordt aan alle eisen die men aan een moderne onder wijsinstelling kan stellsn. De lichte constructie, de helder beschilderde pa nelen en de honderden vierkante meters glas staan wel sterk in tegenstelling tot het oude HBS-gebouw aan de Pie terskerkgracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1966 | | pagina 7