INTENDANT LEENT PALEIS UIT AAN
HOFMAARSCHALK MET CIRCUS
Op voet van oorlog met de honger
Dampaleis in sta at van beleg
„Betere afdeling" door hoofdingang
Eenpersoons
kamers voor
koninklijke
familie
ZUSTER EN ZWAGER
KOMEN MEEVIEREN
Gouden koets met 50 km
per uur naar A dam
EEN HALF MILJOEN INDIËRS ZAL ONDANKS
HULP VAN BUITEN NOG MOETEN STERVEN
Boude wijn
benoemt
nieuwe
formateur
Verspilling
door rijken,
maar paria's
kreperen
DONDERDAG 3 MAART 1966
DE LEIDSE COURANT
AMSTERDAM Op de twee schemerige binnen
plaatsen van het paleis op de Dam is de staat van
beleg afgekondigd. Er staan grauwe legertenten,
waarover camouflagenetten gespannen zijn. „De
ene tent herbergt de bloemisterij", legt de heer J.
van Dijk van 't Velde voor de zoveelste maal met
engelengeduld uit, „en in de andere eet het perso
neel. Die netten hebben we erover gedaan, omdat
Van het feest weet hij dus heel wei
nig, van de technische voorbereidingen
des te meer, maar ook daarover is hij
zwijgzaam. De restauratie van Van
Kampens schepping, waarover profes
sor Wegener Sleeswijk gaat, is namelijk
nog niet voltooid. De luister, die de za
len uitstralen, is tijdelijk.
Met de nagalm van de feestmuziek
nog in 'de oren zullen timmerlieden,
schilders, metselaars en loodgieters op
11 maart weer bezit nemen van het fie
re bouwwerk en pas later in het jaar is
het einde van de 12 miljoen dure op
knapbeurt in zicht. We mogen dus tij
dens de persrondgang, die ruim vijftig
binnen- en buitenlandse verslaggevers
naar de Dam heeft gelokt, maar wei
nig zien en nog minder vragen. „De
rest hoort u van de architect als we
klaar zijn", belooft de heer Van Dijk
van 't Velde.
Hij spreekt over het paleis met een
liefde, alsof het van hemzelf was, en
hij is het tussen de regels door hartig
oneens met bepaalde veranderingen die
zijn aangebracht. Zo betreurt hij het,
dat uit de kroonzaal, de MozeszaaJ,
de burgemeesterskamer, de majestu
euze empireluchters zijn verdwenen.
In plaats daarvan is er indirecte ver
lichting gekomen uit 50 staande sche
merlampen, die zo zwaar zijn, dat de
leverancier er ongevraagd maar een
karretje bij heeft gedaan voor 't trans
port van kamer naar kamer. Het voor
deel is, dat het bladgoud, waarmee de
restaurateurs de plafonds kwistig heb
ben ingelegd onbelemmerd kan stralen,
maar de heer Van Dijk van 't Velde
noemt de lampen geringschattend
„kerstbomen" en inderdaad lijken ze
daar wel wat op. Een troost voor hem
is, dat althans het galabal in de burger
zaal zal tintelen van onvervalst kristal,
want daar zijn de kronen blijven han
gen.
Dansvloeren
Timmerlieden hameren Ijverig dans-
vloertjes in elkaar en de podia voor de
vijf orkesten die op 8 maart de voeten
los moeten spelen. „Op de marmeren
tegels kun je niet dansen", legt de heer
Van Dijk van 't Velde uit. „De naald
hakken maken er veel te veel herrie
op". Onder de zitjes die de dansvloe
ren afzomen, komen ook al ter be-
verslaggevers)
de gasten vamuit de Burgerzaal op de binnenplaats
kunnen kijken en dat is met al dat gedoe natuurlijk
geen gezicht." Hij is even ademhalen intendant
van het paleis op de Dam en het paleis Soestdijk
met de domeinen. Zijn taak in deze berstensvolle
bruidsdagen formuleert hij als volgt: „Ik stel het
gebouw met inventaris beschikbaar zodat de hof
maarschalk er met zijn circus in kan trekken".
WW/W ÏT7A ni7ATO Prinses Beatrix en Claus von Amsberg hebben na
1 WHjjLj WArJüjlWj volgende week donderdag hun eigen gezamenlijk
vignet. Links het wapen van Claus: een zilveren
kasteel met rood dak op 'n gouden berg in 'n groen veld. Rechts 't familiewapen
van Beatrix: de gouden Nederlandse leeuw op een blauw veld en de
blauwe hoorn op een oranje véld. In het hart de rode roos van Lippe.
We mogen achtereenvolgens de
kroonzaal, de burgerzaal, de Van
Speykzaal, de burgemeesterskamer en
de krijgsmanszaal zien. Ze blijken van
de vloer tot de (zeer hoge) nok hele
maal opnieuw behangen te zijn met ve
lours. De kleuren zijn beige en mos
groen. De stof, zo wordt gefluisterd,
heeft 100 gulden per vlerkante meter
gekost. Het gerucht, dat in een bepaal
de zaal deze peperdure stoffering door
een andere moest worden vervangen,
omdat de kleur niet naar de zin was,
blijkt niet te verifiëren laat staan,
dat er een antwoord komt op de vraag,
of dit geschiedde op verzoek van prin
ses Beatrix dan wel op dat van de tele
visie. Wel wordt verteld, dat prinses
Beatrix zelf de hand heeft gehad in de
keuze van de schilderijenschat, die de
muren sieren en waarvoor de heer Van
Dijk van 't Velde leentjebuur heeft ge
speeld bij de andere paleizen.
In de krijgsmanszaal op de derde
verdieping (vroeger magazijn, nu een
statige ruimte met moderne luchters,
waar de gasten na het bal op 8 maart
een nachtelijk souper zullen gebruiken
en voor de lunch op 10 maart een ape
ritief kunnen drinken) voelen we even
aan het marmer. Het blijkt beschil
derd hout te zijn.
„De betere afdeling"
De buitenlandse gasten, vertelt de
heer Van Dijk van "t Velde onder het
wandelen, zullen het paleis betreden
via de hoofdingang aan de Dam. Hij
noemt ze „de betere afdeling". De rest
moet genoegen nemen met de achter
deur op de Nieuwezijds Voorburgwal.
De vijftien flats, waar de koninklijke
familie zal logeren, blijven op slot. We
horen echter, dat het op één uitzonde
ring na, allemaal eenpersoonsapparte
menten zijn, bestaande uit een woonka
mer, een slaapkamer, en een badka
mer. Ze zijn sober gemeubileerd. De
bedden zijn van mahonie, evenals de
toilettafel en de commode. Er zijn geen
kleedkamers of -kasten, de garderobe
is eenvoudig afgeschermd met een gor-
Ook de kamers van het personeel op de
vierde verdieping mogen we niet zien.
Het zijn er veertig, horen we, en op
elke kamer slapen drie mensen.
Ontbijtzaal
Teruggekeerd in de Mozeszaal, waar
de koninklijke familie zal ontbijten,
zien we, dat hel kolossale schilderij,
de profeet voorstellende op het moment,
dat hij de zeventig oudsten kiest, twee
naden vertoont. Het doek was te groot
om tijdens de restauratie in zijn geheel
door de deur te kunnen. Er moesten
links en rechts stroken worden afge
haald. Een onzichtbare ingreep is het
dichtmetselen geweest van de rookka
nalen der vele open haarden die zul
len dus nooit meer branden.
Veel valt er nog niet te bespeuren
van de praal, die hier over een week
zal heersen. Geen kostbare zijde ruist
door de hoge, kuislijke gangen, slechts
het manchester van de werkmans
broek en de sfeer is navenant. Temid
den van de chaos bewaart de heer Van
Dijk van 't Velde (via een ontvanger-
tje in zijn borstzak overal bereikbaar)
een beminnelijke kalmte. Vlak voor het
diner op 8 maart mag u nog een keer
komen kijken, belooft hij.
Nog 7 nachtjes
Buiten zien we, dat de Dam zich aan
het opwerken is tot een voorzichtige
feestvreugde. De Grote Club, waar de
hoofdstedelijke notabelen tussen de
middag lunchen, heeft het oranje al in
lange banen over de voorgevel ge
smeerd en op de kleine steentjes wor
den ingewikkelde vlaggemasten om
hoog gehesen. Bij het nationaal monu
ment liggen genoeg hekken klaar om
heel Amsterdam te veranderen in een
kolossaal Artis.
„Nog zeven nachtjes slapen", zucht
een functionaris van de rijksvoorlich
tingsdienst in het chaotische perscen
trum Kras achter zijn koudgeworden
uitsmijter. „Dan kan ik eindelijk op
mijn gemak weer eens biefstuk eten".
Nog twee dagen
(Van
verslaggevers)
DEN HAAG/ADAM De
gouden koets is vanochtend
tegen tien uur behouden af
geleverd in de hoofdstad. Het
overbrengen van het pronk
stuk van de Koninklijke Stal
len in Den Haag naar de
garage van de Heine ken's
brouwerij in Amsterdam ge
schiedde in een vlot tempo
en zonder dat enig obstakel
werd ontmoet.
Gistermiddag al
heit
kostbare rijtuig op een trailer
gereden, ontdaan van de
koninklijke kroon en gehuld
in een beschermende hoes.
Op het anders zo stille terrein
van de Koninklijke Stallen
achter de Hoge Wal zag
opperstalmeester luitenant
kolonel W. F. K. Bischoff van
Heemskerck nauwkeurig toe
of alles zonder ongelukken
verliep. Behalve de gouden
zijn ook de glazen koets en
vier Berliner galarijtuigen
vandaag naar Amsterdam
getransporteerd.
Het unieke transport kwam
tot stand onder leiding van
majoor H. M. Lempens,
commandant van een leger
onderdeel uit Soesterberg, dat
tien militairen naar Den Haag
had gestuurd. Het transport
van rijtuigen kon niet in een
keer geschieden, omdat men
maar een grote „koets
pyjama" ter beschikking
heeft, terwijl ook de glazen
koets afgedekt moest worden.
Met een vaartje van ten
hoogste vijftig kilometer per
uur en onder politie-escorte
Zeer behoedzaam is gister
middag reeds de gouden koets
op de trailer geladen, waar
mee het pronkstuk van de
Koninklijke Stallen vanmor
gen naar Amsterdam werd
getransporteerd.
De koets ds nog niet zo oud
als velen misschien denken.
Menig bejaarde kan zich wel
licht herinneren, dat koningin
Wilhelmina in 1901 bij haar
huwelijk het rijtuig als ge
schenk van de Amsterdamse
bevolking aanvaardde. Het
idee voor dit kostbare cadeau
kwam uit het hart van Am
sterdam: de Jordaan.
(Van onze speciale verslaggever Link van Bruggen)
NEW-DELHIEen hoge, weldoorvoede ambtenaar van 't ministerie
van Buitenlandse Zaken zei het de minister van Voedselvoorziening,
Subramaniam, na: „Wij zijn op voet van oorlog met de honger. De
regering zal erop toezien dat geen Indiër sterft als gevolg van de
misoogst, die ons als een ramp heeft getroffen."
Prinses Irene en haar echtgenoot, prins Charles Hugues zijn gisteravond per
K.L.M.-vliegtuig op Schiphol aangekomen. Vandaar ging het razendsnel in
een hofauto naar paleis Soestdijk. Zij zijn hier om het huwelijk van zus,
respeotievelijk schoonzus, Beatrix bij te iconen,
BRUSSEL (ANP) Na de voorzit
ters van de drie Belgische nationale po
litieke partijen te hebben ontvangen,
heeft koning Boudewijn gisteravond
de leider van de christelijke volkspar
tij, P. vanden Boeynants, belast met dc
vorming van een nieuwe regering. De
Belgische vorst had, alvorens deze be
slissing te nemen, behalve de voorzit
ter van de socialistische partij. L. Col-
lard. en de voorzitter van de (liberale)
partij voor vrijheid en vooruitgang,
Vanaudenhove, ook de socialistische
minister van Buitenlandse Zaken, P. H.
Spaak, geraadpleegd.
Hoewel de demissionaire katholieke
minister van Sociale Zaken. P. W. So
gers bij de aankondiging van het misluk
ken van zijn formatieopdracht gister
middag meedeelde, dat er tussen de
twee huidige regeringspartijen de
I christelijke volkspartij en de socialisti
sche partij geen „bijzondere" moei-
I lijkheden waren gerezen bij het opstel-
I len van een regeringsprogramma voor
een nieuw rooms-rood coalitiekabinet
I wordt het niet uitgesloten gedacht, dat
formateur Vanden Boeynants ook zal
onderzoeken of een regering kan wor
den gevormd op katholiek-liberale
grondslag.
Direct na het aftreden van het katho
liek-socialistische kabinet P. Harmei op
10 februari verklaarden de liberalen
zich bereid om samen met de CVP een
nieuwe regering te vormen. Na de mis
lukking van de formatieopdracht van
minister Segers worden echter in Brus
sel spoedige nieuwe verkiezingen het
meest waarschijnlijk geacht.
De bezoeker, zo plotseling overgeplaatst
naar van de grauwe maar welvarende lage
landen naai- het zonnige, doch armoedige
India, spitst de oren. Hij hoorde de kerk
klokken in Nederland beieren. Hij zag
de zo succesvolle straatcollectes in Italië
Zn gedachten flitsten van België naar
Duitsland en van de Verenigde Staten
naar Groot-Brittannië. kortomnaar al
die hartvel-wannende regeringsbesluiten
en particuliere acties, die leniging van de
nood beogen in dit alleen toeristisch
aantrekkelijke deel van Zuid-Oost-Azië.
Na een dag leerde hij er doorheen
zien. Na een dag werd hem duidelijk
dat India zich eigenlijk schaamt. Het is
een schaamte, die politiek begrijpelijk
is. Is dat dan het resultaat van negen
tien jaar onafhankelijkheid? Is de re
gering dan zelf niet in staat de schaars-
tegebieden van voedsel te voorzien? Is
het niet vernederend de hand te moe
ten ophouden en afhankelijk te zijn van
liefdadige bewegingen in het buitenland,
van op zichzelf ontroerende afspraken
tussen schoolkinderen
De bezoeker zag zijn dochtertje staan.
En daarachter dat leger van andere
kinderen in binnen- en buitenland, jon
gens en meisjes, die zo spontaan rea
geerden. „O nee. ik mag niet snoepen".
„Wat heb jij uit je spaarpot gegeven
voor India?" „Zeg mammie, jij moet
ook wat per giro overmaken".
Aan de andere kant in het hart van
het land, dat het merendeel van al die
gulle gevers en geefsters slechts van
naam kent, zag hij meer. Armoede, ja,
en horden van mensen, die dagelijks op
de rand van het bestaan wankelen. Kre-
peergevallen, slechts een paar kwartjes
per dag verdienende huisvaders, ziekte
de gemiddelde leeftijd in India is
veertig jaar krotten en hutten, die
in West-Europa zelfs voor het verlenen
van onderdak aan dieren zouden wor
den afgekeurd.
Luxeleven
Maar wat hij ook zag was het on
voorstelbare luxe-leven van de „Happy
Few". Overdadige rijke dissen met de
daarbij behorende onvermijdelijke voed-
selverspilling. Vorstelijke verblijven, in
richting als van nog in goede doen zijn
de, Westeuropese kasteelheren. Stro
men whiskey op partijen h raison van
75 gulden per fles.
En wat hij in die kringen miste, was
ook maar een greintje gevoel mede
menselijkheid. Geen woorden in de zin
van bijbelse, maar ook modern-maat
schappelijke naastenliefde, doch opmer
kingen met als heidense ondertoon:
„Ben ik mijn broeders hoeder?" Geen
warmte voor, zelfs geen medelijden met
de pauper, maar egocentrische verlan
gens voor alles. Op zijn hoogst de be
kentenis van een in zijde gestoken en
met juwelen behangen Indiase dame:
„Mijn man en ik zorgen voor deviezen
in dit land". In 't ergste geval de boos
heid van een copieus dinerende Indiase
heer aan het adres van een uitgemer
gelde ober, die hij nog geen dubbeltje
achterliet: „Boy, die biefstuk is mij te
bloederig. Wat je er mee doet kan me
niet schelen maar ik moet een nieuwe
hebben".
Geen inzameling onder de rijken ook
voor de armsten der armen, voor de
hongerenden aan de zelfkant van de sa
menleving? Nee de bezoeker merkte
het met verbazing op niets en dan
ook niets. Wat in het buitenland als een
ereplicht wordt gezien, als een materie
die het geweten raakt, wordt, waar dan
ook. in India nagelaten. De levensfiloso
fie. de maatschappijbeschouwing, is zo
heel anders dan die in Europa. Een
mens krijgt op deze wereld wat hij in
het vorige aardse bestaan heeft ver
diend. Iemand opheffen uit zijn ellende
druist tegen de leer van Boeddha ih, die
standen, klassen en rangen predikte.
Niet voor niets
De bezoeker kan na zorgvuldig onder
zoek het volgende melden: de hulp aan
India was en is dringend noodzakelijk.
Geen gift, geen offer, is voor niets ge
weest. Het enthousiasme, deze voor
beeldige „happening" van de moderne
jeugd, behoeft geen knak te krijgen. On
danks het feit dat New-Delhi zich
schaamt en ondanks de omstandigheid
dat de Indiase bovenlaag afzijdig blijft.
Welke hulp er ook geboden wordt,
volgens niet-politlek gebonden voedsel-
experts zullen tenminste een half mil
joen Indiërs moeten sterven als gevolg
van de misoogst en de ergste droogte
die het land sinds zeventig jaar geteis-
De >.js,oogst in gelukkiger dagen.
terd heeft. Men voorspelt een „uitput
tingsactie". Te weinig voedsel en voor
al een verkeerde, eenzijdige voeding
zullen vijfhonderdduizend mannen, vrou
wen en kinderen zo doen verzwakken
dat ze hun weerstand tegen de slopen
de volksziekten zullen verliezen.
De crisismaanden zijn april en mei.
En de crisisgebieden liggen voorname
lijk in het zuiden. In het bijzonder Ke
rala, een staat van dezelfde grootte en
dezelfde bevolkingsdichtheid als België,
zal het moeten ontgelden. Als er een
deel van India onderontwikkeld is - in
elk opzicht, niet in de laatste plaats op
het gebied van de voedselgewoonten
dan is het wel daar.
Een afschuwelijke gedachte, zowel
voor de bezoeker die dit schrijft, als
voor de lezer die er over nadenkt.
Een half miljoen mensen is bijna net
zoveel als de totale bevolking van Den
Haag. Nog erger en beschamender is
misschien het feit dat die van Kerala
bij honderd calorieën per dag minder,
van gebrek in elkaar zakken, terwijl
die van de residentie dagelijks wel vijf
honderd calorieën zouden kunnen mis
sen, en er waarschijnlijk zelfs gezonder
van zouden worden.
De vraag of hier dan niets aan te
doen is, dringt zich bij een probleem
stelling ais deze onweerstaanbaar op.
Kan die grote onderlaag van maat
schappelijke paria's dan niet alsnog ge
holpen worden? Ze leven toch nog? Hun
moeilijkste periode begint toch pas over
een maand
een schande,
maar niettemin waar: er is niets aan te
doen. Met hulpacties in het buitenland,
met het aankopen en verschepen van
tarwe, rijst of melkpoeder komt men er
niet helemaal, niet op korte termijn al
thans en daar gaat het op dit moment
De eerste handicap is dat de havens
van India slechts een beperkte loscapa-
citeit hebben. Do tweede houdt in dat
er onvoldoende transportmiddelen zijn,
de derde dat er geen burgerlijke stand
bestaat, de vierde dat een redelijk
werkend distributie-apparaat ontbreekt,
de vijfde dat er corruptie is en kapers
Dit neemt niet weg dat door de gebo
den en nog te bicden hulp miljoenen
mensenlevens worden gered. De slechts
aan zichzelf denkende Indiase boven
laag mag dit op een totale bevolking
van vijfhonderd miljoen zielen mis
schien niet zo belangrijk vinden de
hezoeker hoorde de huiveringwekkende
stelling aan dat „ze anders wel aan
ziekten zouden kreperen" de regering
denkt gelukkig anders, hoewel ze zich
schaamt.
„Hoe lang kunnen we leven op mede
lijden?" luidde de vraag van 'n schrij
ver van een ingezonden stuk in een te
New-Delhi verschijnende krant. Het ant
woord lijkt eenvoudig, althans de bezoe
ker en met hem iedere, zich van zijn
sociale verantwoordelijkheid hewuste
wereldbewoner. Het zou namelijk kun
nen luiden: zolang de brede massa van
uitgeworpenen moet sterven op valse
schaamte en verkeerd gerichte nationa
le trots.
Er zijn andere brieven, dankbare,
ontroerende, enthousiaste. Op de am
bassades van Nederland, Italië, de Ver
enigde Staten en Groot-Brittannië in
New-Delhi zijn ze bij tientallen tegelijk
binnengekomen. De stellers hiervan ver
tolken de gevoelens van al die Indiase
miljoenen, die niet lezen en schrijven
kunnen, nauwelijks een dak boven het
hoofd hebben, werkeloos zijn en een
hongerdieet als erfgoed hebben:
Vreemde onbekende mensen aan
de andere kant van de wereld, vol
wassenen en kinderen, hartelijk
dank 1