Toneel-
- uitgeverijen
Terug
naar
Oegstgeest
Het paard van Herbeleau
I hebben alleen oog voor verkoop
t Verbetering repertoire
door meer opdrachten
Anders
maar niet
minder goed
Wonderschoon boekje van Jean Husson
bekroond met grote romanprijs van Académie Froncaisè
JUISTE KEUZE UIT
NAJAARSOVERVLOED
DE LETDSE COURANT
JN ©en artikel „Liefhebberty toneel staat op het keerpunt" werd vorige
week rater dag de huidige toestand van deze oude vorm van vrijettjdi-
beeteding als weinig hoopvol gesignaleerd, terwfll door de opmars van steeds
kortere arbeidstijd In de komende tientallen Jaren het toch van betekenis
lm dat er aan deze zinvolle, tevens creatieve sector van de vrijetijds
besteding een belangrijke plaats in het toekomstige cultuurpatroon van ons
land blijft Ingeruimd. Scheiding tussen, met artistieke maatstaven meetbaar
toneel, beoefend door niet beroepstonelisten (vrijetijdstoneel) en toneel,
nagestreefd uitsluitend om redenen van vermaak, gezelligheid en liefhebberij
(amateurtoneel) werd bepleit. Dit tweede en laatste artikel belicht enkele
facetten, die met het noodzakelijk geachte toekomstbeeld nauw verband
El-
Nieuw boek
vau
Jan Wolkers
Russische cineast
naar Nederland
AMSTERDAM (A.N.P.) De (65-
larige) Russische cineast Ilya Kopalin
<omt naar ons land. Hi) zal enige dagen
de gast zijn van Bert Haanstra en van
de Stichting Nederlands Filmmuseum te
Amsterdam.
In dit museum worden op 8 en 9 decem-
>r zijn nieuwste film, „Pages of immor
ality" (1965), gedeelten uit zijn vroeger
werk en enkele films van jonge Russische
kineasten vertoond. Kopalin zal daarop
toelichting geven. Dit Jaar was Bert
laanstra de gast van de unie van filmers
de USSR. Zij meest recente werken
werden toen voor een groot en geïnteres-
ieerd publiek in Moskou vertoond. Op
daanstra's initiatief brengt Kopalin nu
een tegenbezoek.
Vestzaktheater gaat
(voorlopig) niet dicht
AMSTERDAM (ANP) Het vestzak
theater in Amsterdam zal ondanks de
grote financiële moeilijkheden waarin het
verkeert, (voorlopig) blijven voortbe
staan. Vim Burkunk zakelijk en artistiek
leider, is met zijn acht acteurs overeen
gekomen dat zij van 1 januari tot het
het eind van het seizoen, op 1 juli. geen
ergoeding meer zullen ontvangen voor
alle in het Amsterdamse theater gegeven
oorstellingen. Daarnaast zal het gezel
schap ernaar streven steeds meer voor
stellingen in de provincie te gaan geven.
et name het repertoire voor school
gaande jeugd uit te breiden. Op deze
wijze wil de heer Burkunk althans pro
beren het toch al minimale basisloon dat
de acteurs ontvangen 125 per maand)
te handhaven.
Het theater kampt met een belasting
schuld van ƒ2.700,die niet kan worden
voldaan. De toneelleider heeft wel hoop
•n voor zijn theater gunstige rege
ling met de belastingdienst. De weigering
de gemeente Amsterdam om subsidie
te verlenen heeft weer repercussies op
de houding van de provincies en het rijk.
De provincie wil de subsidie niet uit
breiden als het rijk het niet doet terwijl
het rijk geen subsidie wil verlenen als
de gemeente niet voorgaat zo vertelde
de heer Burkunk.
Eduard Verkade:
Toneeltechniek.
r- iet de beoefening van het toneel in de vrije tijd
faan verschijnselen gepaard, die bij een ontleding
H rerwondering wekken en vooral in het licht van deze
N ijd ten aanzien van het creatieve vrijetijdstoneel
Iringend om verandering vragen. Zo hebben wij
O >ne dikwijls verbaasd over de aparte plaats, die
ft |e toneeluitgeverijen innemen. Zij vormen een
W {roep op zich, die met de officiële uitgeverswereld
in met de boekhandel nauwelijks binding heeft. In
|3 'eite heeft men te doen met het in de handel meer
doorkomende verschijnsel: van fabriek naar ver
bruiker. Zij zijn de regelrechte leveranciers van de
imateurgroepen.
Facetten van
vrijetijdstoneel
Ia het gelukkigste geval bevindt zich
(lier en daar een depot (meestal een
vinkei In feestartikelen), waar de
amateurs zich van boekjes kunnen voor
ken. Het is een gebruik, dat er bij de
uitgevers van amateurtoneelwerken ver-
rhillende stukken „op zicht" kunnen
warden aangevraagd, waarin de elk Jaar
kwistig rondgestuurde catalogi door veel*
al snorkende beschrijvingen aan het be
stuur van de speelgroep de nodige hou
vast moeten bieden. Bekend is het voor
schrift tot aankoop van een verplicht
aantaj. toneelboekjes om de toestemming
te krijgen van een bepaald stuk een voor
telling te kunnen geven.
In de officiële boekhandel zijn stukken
foor het amateurtoneel niet verkrflg-
Alleen de toneelbibliotheek van
Nationaal Centrum (NATU en WK A
Utrecht biedt cultureel houvast bij
keuze, omdat die losstaat van de
boekjes" te verkopen.
Een dergelijke gang van zaken heeft
:t kreinig te maken met het stimuleren
tot „culturele daden", omdat in feite
de betreffende uitgeverijen slechts oog
hebben voor de verkoop. Wij willen niet
kennen, dat er ook bij enkele uit-
'erijen goed speelbare stukken zijn
dat de een in ruimere mate bereid
verantwoord toneelwerk in een fonds
>p te nemen dan de andere. Maar over
et algemeen is het percentage van het
lantal goede toneelstukken, die aan-
aardbaar zijn voor het vrijetijdstoneel
de toekomst zeer gering.
Indien het vrijetijdstoneel zich wil
gaan ontwikkelen tot een element, dat
van betekenis is voor de cultuur, hoe
beschikken de beoefenaars dan over een
repertoire, dat aanvaardbaar is, dat
niet meer steunt op de uitgaven uit de
vermelde sector „van fabriek naar ver
bruiker" en dat niet steunt op uit
gespeelde stukken van 't beroepstoneel?
In de eerste plaats weten insiders, dat
er een paar toneeluitgevers zijn, die hun
publikaties qua inhoud op hoger peil
pogen te brengen. In de tweede plaats
is de centrale bibliotheek in Utrecht een
vraagbaak van betekenis. Nóg belang
rijker is, dat er door het overkoepelend
orgaan het Nationaal Centrum op
drachten aan daarvoor in aanmerking
komende schrijvers worden verstrekt
met de bedoeling het repertoire van het
vrijetijdstoneel te verrijken.
Het daarvoor ter beschikking te stellen
honorarium moet redelijk, zo niet zeer
redelijk zijn. Voor de auteurs zit er ook
„zakelijk" een aantrekkelijke kant aan.
Indien zij voor het beroepstoneel een stuk
schrqven, beleeft dit bij een bepaald
gezelschap meestal een beperkt aantal
opvoeringen, maar verder zal het dooi
een andere beroepsgroep in de eerstvol
gende jaren niet op het repertoire wor
den genomen. Hetgeen betekent: derving
van auteursrechten. Bij het vrijetijds
toneel bestaat de kans, dat het over het
gehele land een groot aantal opvoerin
gen zal beleven.
Het is een recent gebruik in ons land
met nog onervaren toneelschrijvers, dat
de dramaturg van een beroepsgezelschap
met de auteur nauw overleg pleegt over
de dramatische mogelijkheden van het
geschreven stuk. Dienovereenkomstig
worden er op praktische adviezen
steunende wijzigingen aangebracht, die
de bedoeling hebben het stuk volledig
speelbaar te maken.
In dit opzicht ligt er bij opdracht aan
auteurs voor het vrijetijdstoneel een
prachtige taak voor de provinciale
toneeladviseurs, die met hun deskundige
bijstand ervoor kunnen zorgen, dat een
stuk inderdaad kan worden opgevoerd.
Indien deze weg wordt bewandeld ten
i het repertoire kan er ge
leidelijk een behoorlijk repertoire worden
opgebouwd. Het komt ons voor, dat de
overheden in het licht van de zinvolle
en creatieve vrijetijdsbesteding bereid
zullen blijken hiervoor extra-subsidies
te verstrekken.
Uit het slop
Het grote voordeel zal onder meer
zijn, dat men allengs raakt uit het slop
van de „van fabriek naar verbruiker"-
sfeer, dat het repertoire veel meer kans
heeft om niveau te krijgen en dat het
vrijetijdstoneel alleen al dank zij het
repertoire meer verantwoord naar buiten
kan treden.
Groei van ervaring én artistiek aan
zien zal niet onopgemerkt blijven, mits
men ook de wegen vindt om regisseurs
uit de vrijetijdstonelisten te rekruteren,
die na een grondige instructie en op
leiding in staat zullen blijken om in de
gewenste richting leiding te geven.
De bezieling betekent hier alles.
Waardering moet er worden gekoesterd
voor de nu en dan ondernomen poging
om een beroepsacteur bij een amateur-
speelgroep de regie te laten verzorgen.
Maar vergeten we niet, dat dit voor de
betrokkene dikwijls een kwestie is ge
weest van honorarium. Wezenlijke be
langstelling voor het amateurtoneel be
stond er niet; de excepties niet te na
gesproken. Doch scholing van begaafden
én intellectuelen uit de eigen gelederen
zal in de toekomst kunnen voeren tot
een eigen artistiek kader. De pogingen
die tot nu toe in deze richting zijn
ondernomen, hebben naar verhouding
weinig resultaat in den lande opge
leverd. Men zal dit op een nieuwe leest
moeten schoeien, met het oog gericht
op de toekomst, namelijk, dat het vrije
tijdstoneel in de komende decennia met
„veel vrije tijd" cultureel waarschijnlijk
Vrouwelijke leden van een Haar
lemse amateurgroep onlange op het
N.C.R.V.scherm in de ,J)e kolonie"
van Mauriaux.
Mogelijkheden voor t.v.
Wanneer we er rekening mee houden,
dat de televisie in stijgende mate pro
gramma's nodig heeft, kan daarnaast
worden geconstateerd de wrevel van
huidige serieuze amateurtonelisten en
van speelgroepen, dat zij zo weinig voor
het kleine scherm worden ingeschakeld.
De oorzaak ligt voor de hand. Men acht
het bij de verschillende omroepen on
mogelijk, dat er een enigszins aanvaard
bare spelprestatie met amateurs op het
scherm kan worden getoond. Men heeft
de „amateurmarkt" enigszins afgetast,
maar het is ons bekend, dat waarnemers
uit de omroepwereld de ter beoordeling
bezochte zaalvoorstellingen lichtelijk ont
steld verlaten hebben.
Met moeite blijkbaar omdat men
toch iets wilde doen Is onlangs een
amateurgroep uit Haarlem met een
voorstelling op het scherm verschenen.
Slechts Indien de door ons omschreven
vorm van vrijetijdstoneel, deskundig ge
leid en met een verantwoord repertoire,
een plaats in ons cultuurpatroon gaat
veroveren, zal het zich van tijd tot tijd
ook via de televisie kunnen presenteren.
Welke plaats zullen de katholieken
in het toekomstige vrijetijdstoneel in
nemen? Zij hebben altijd intensief aan
het amateurtoneel deelgenomen, ondanks
bestaande beperkende bepalingen. Zo
was het tot ongeveer 1930 voor de ka
tholieken niet geoorloofd om gemengd
toneel (dames en heren) te spelen. De
zich destijds manifesterende emancipatie
heeft daaraan eigenlijk geruisloos een
einde gemaakt. Het behoorde nog wel tot
de „bon ton", dat een geestelijk adviseur
de vereniging waakzaam terzijde stond.
Ook deze zijn, vooral in de grote steden
betreft deze functie geruisloos
nen. Men kan hierin onmiskenbaar
het zelfbewustzijn van de katholieke leek
onderkennen.
Heeft het nog zin om in de toekomst
verder te gaan met de landelijke katho
lieke organisatie voor het amateurtoneel
n straks ook eventueel voor de sector
rijetijdstoneel Er is in het kader van
de centralisatie al een belangrijke stap
gedaan door het formeren van het Na
tionaal Centrum, waarin NATU en
WKA elkaar organisatorisch, dus voor
deel hebben gevonden. Wtj menen,
in de komende jaren een evolutie
één organisatie, waarin de katho
lieke stem zich kan laten gelden, met
het oog op de artistieke taak dé juiste
oplossing zal zijn. Dit betekent, dat deze
vrijheid ook moet worden toegelaten
binnen de speelgroepen zelf, vooral b(J
de groepen, die door creativiteit en aan
leg willen streven naar de door ons
geschetste vorm van exclusief vrijetijds
toneel. Als het gaat om het bundelen
in stad, streek en land van spelers en
speelsters met aanleg, zou een keuze
beperking remmend werken.
Voorportaal van de kunst
Amateurs kunnen geen toneelspeel
kunst demonstreren, is een hechte over
tuiging in de beroepswereld. Men heeft
daarmee in verregaande mate gelijk, hoe
wel het beroepstoneel haar suprematie
overwegend baseert op techniek. Het
de grote regisseur Eduard Verkade, die de
enkele malen, dat h(J met het amateur
toneel werkte, deze stelling uitsprak:
„Toneelspel bestaat bij de gratie van de
techniek."
Laten we de tijd niet vooruitsnellen
laten we niet verblind optimistisch
zijn. Beroepstoneel is kunst misschien
is het juister om te zeggen: kan kunst
zijn. Het vrijetijdstoneel van de toekomst
zal kunnen voeren in het voorportaal
van de kunst, zelfs tot op de drempel,
zoals het serieuze amateurtoneel van
thans wel eens aantoont. Het is te
hopen, dat men met dit doel voor ogen
in de vrije tijd energiek aan de slag
i
i 'PIRTK.lt VAN DER VALK
Het zou of is niet verwonderen als er (Jverlge lezer* van de verzamelde werken
van Jon Wolkers waren die z|Jn nieuwste boek „Tterug naar Ofg»l*wk", dat bij
J. M. Meulenhoff te Amsterdam verscheen, wat tecenvtel. Jan Wolkers ta een
serieus schrijver, maar zijn lezers zijn niet allen even serieus. In „Terug naar
Oegstgecet" kan men voor de Inhoudsopgave lezen dat „elke gelijkenis van figuren
in dit boek met bestaande personen berust op toeval, behalve In het geval van ds
ijscoman Blanchard aan de Ingai
zeer sterk In „Terug naar Oegstgi
Het heeft ook de autobiografische
kenmerken in de strikte zin van het
woord. Dat wil zeggen dat dit laatste
werk van Jan Wolkt ra anders is dan al
le andere werken die hij tot nu toe
schreef. hoeveel autobiografische In
slag die ook vertonen. In die andere
werken gebruikte hij namelijk de auto
biografische stof voor een verhaal voor
een verbeeldingsdrama. Daar zat hij
midden ln die stof, daar was hij de pro
tagonist of verteller, daar was hij de
Jongen die al deze angsten en schok
kende gebeurtenissen, die sommige le
zers zo uitermate geschokt hebben,
zelf meemaakte. In „Terug naar
Oegstgeest" is hij de toeschouwer die
terugkijkt op die Jongen <Ue dit alles
deed of onderging en hij geeft dat op
strikt autobiografische wijze weer.
Openhartig
Hij neemt ook hier en we geloven
doorgaans terecht geen blad voor de
mond. hij ia heel openhartig, maar de
spanning van de vroegere vertellingen
treft men hier uiteraard niet meer, het
is zoals een dagboek of autobiogra
fie behoort te zijn mededeling op de
eerste plaats, geen dramatisering. De
bezinning heeft in deze mededeling en
deze verbeelding want dat is het na
tuurlijk toch ook de boventoon.
Het ls daarom dat sommige lezers er
in teleurgesteld zullen worden ook zelfs
de serieuze lezers van vertellingen en
We kunnen dat begrijpen, maar ze
zouden naar onze mening onjuist oor
delen als ze meenden dat „Terug naar
Oegstgeest" daarom een minder boek
is dan de boeken die Jan Wolkers reeds
eerder publiceerde. Het ls geen minder
boek, het is sen ander soort boek. Men
sen die bij voorkeur dagboeken, brie
venboeken of mémoires lezen en die
komen er steeds meer zullen ge
neigd zijn „Terug naar Oegstgeest" te
stellen boven de vorige boeken van Jan
Wolkers. Ook zij hebben ongelijk. In de
gedramatiseerde vertelling of roman
zit namelijk een element dat de strikte
autobiografie nooit geven kan tenzij in
verminderde mate en dat blijkt ook ln
„Terug naar Oegstgeest". Men mist
dus iets in dit laatste boek, maar men
krijgt ook Iets meer aan de ander*
kant.
Wat men meer krijgt la. zoals we
JAN WOLKERS
reeds opmerkten, de bezinning op het
verleden in nuchterheid, en daarbij "n
levensgevoel dat ontdaan is van de fan
tasten van do man die nl.-t slechts te
rugkijkt, maar die zelf In het drama,
zij het In de verbeelding, woer Hanwezig
Is, handelende, dromende, verlangende
en vooral door angst bezeten.
Die bezeten angst, die in zovele Ver
tellingen van Jan Wolkers de stuwende
kracht ia. vindt men In zo'n autobiogra
fische terugblik uiteraard niet.
Byron
Terwijl we zeer geboeid „Terug naar
Oegstgeest" lazen, moesten we soms
denken aan geschriften van een man
die zijn tijd ln de vorige eeuw ook
schokte en die ook een buitenbeentje
leek of was. namelijk aan Byron, de
man met de romantische wereldsmart
ln zijn eerste gedichten en in zijn later
verhalend gedicht Don Juan, dat niet
voltooid werd. een van de grootste sa
tirici aller tijden.
Lord Byron heeft namelijk zeer vele
brieven geschreven en ln die brieven
la hij volkomen nuchter, vrijwel onro
mantisch, zeer openhartig, soms zelfs
wijs en zeker wereldwijs, dus in de
juiste zin autobiografisch.
Deze brieven zijn verrukkelijk en
laten niet de dichter zien de veel be
wonderde en beklaagde dl* tot een
legende werd, maar de werkelijke
In „Terug naar Oegstgeeet" leert
men de werkelijke mens kennen die
Jan Wolkers nu Is, terugblikkend op
zijn jeugd.
Het boek Is Ingedeeld ln zestien ge
deelten, telkens eerst een herinnering rn
dan een bezoek aan Oegstgeest.
Het motto werd ontleend aan
Through the Looklng-Gias* van Lewis
Carroll, aan de Avonturen van Allee In
het Splegelland. De walrus en d* tlm-
zljn daar in gesprek.
„Als honderdnegentig plumei
Hier veegden veertien jaar.
Vat denk je", vroeg dr timm
..Kwamen ze er dan mee klaart"
l), walrus Luchtte: ,.'fc Weef 't niet",
met troosteloos gebaar.
Aldus vertaalde dit Alfred Koasmann.
Het slaat in „Terug naar Oegstgeest"
uiteraard op de jeugd van Jan Wol
kers, de onuitveegbare. Maar hier
verschijnt die Jeugd zonder versplege-
llng, hier maken we kttnnls met de i
(Van onze correspondent)
PARIJS Een wonderschoon boekje
van nog geen 250 groot bedrukte blad
zijden is bij de Parijse uitgeverij Editi
ons du Sueil van de pers gekomen: „Le
eheval d'Herbeleau" van de band van
Jean Husson (16.10 franc). Zou de Aca
démie Francaise het niet dadelijk niet
de grote romanprijs hebben bekroond,
dan zou de schrijver een grote kans
hebben gemaakt in aanmerking te ko-
de Pr
(iOI
•ourt, die einde
ind werd toegekend.
JEAN HUSSON
Al op de eerste bladzijden ziet men
het drama naderen. Herbeleau heeft
I een paard, een lievelingspaard, dat een
zekere Vanden van heni wil kopen voor
80.000 oude francs. Maar Herbeleau
schudt het hoofd, pakt met zijn magere
boerenhanden zijn pijp, sabbelt er wat
aan en weigert. De prijs is 100.000 franc
en of Vanden hoog of laag springt
geen centime minder. Het liefst ver
kocht hij het paard helemaal niet. Na
veel gevloek en gescheld van „vrek"
telt Vanden de gevraagde 100.000 franc
neer en verdwijnt met het paard.
De volgende dag hoort Herbeleau, dat
hij er toch maar 80.000 franc voor ge
kregen heeft, omdat zijn vrouw, Sandri-
ne, uit de linnenkast 20.000 franc heeft
gehaald en die aan Vanden heeft terug
gegeven. Als Herbeleau dat hoort, staat
zijn besluit onherroepelijk vast. Het
paard dat hij toch ai zo slecht kon
missen, gaat hij met 80.000 franc in zijn
portefeuille achterna om het terug te
kopen. Op zoek naar het paard laat hij
alles achter zich in de steek: zijn boer
derij, de veilige stal. zijn vrouw en het
graf van zijn zoontje, dat hij in de oor
log heeft verloren. Alleen de herinnerin
gen aan dat kind, dat spelend aan zijn
hand over de velden liep, neemt hij met
zich mee op zijn verre tocht naar Pa
rijs.
Herbeleaus lijdensweg
Die tocht, waarin Herbeleau ook zich
zelf gaat ontdekken, wie en wat hij
me cabine, of hij sluit de ogen en geeft
zich over aan zijn eigen gedachten.
Nom de Dieu, dat paard zal hij vinden!
Honderduit praat die vrachtwagenrij
der. A1b droog zand hangen zijn verha
len aan elkaar. In de donkere nacht
brengt hij Herbeleau langs de aanleg-
kroegen, waar de boer nog nooit
van heeft gehoord of gezien. BIJ de
slachthuizen zet hij hem af. De controle
bij de hekken is maar opppervlakkig.
Herbeleau ziet nie( maar één paard
vroeger is geweest, wordt één lange lij
densweg. Op het station van zijn dorp
zoekt hij in alle treinen, die met paar
den kluar staan voor de abattoirs in Pa
rijs. Krom getrokken door de reuma
tiek begint hij in de nacht maar vast te
lopen naar de hoofdstad, waar hij nog
nooit is geweest. Hij kent er weg noch
steg. Een vrachtwagenrijder pikt hem
op. Nauwelijks zit Herbeleau in de war-
maar wel honderden paarden. Gewillig
laat leder paard zich een doek voor de
ogen binden en Btort dan met een zware
slag op de grond als de hamer van de
slachter zijn dodelijk werk heeft ge
daan. Overal vraagt Herbeleau naar
zijn paard. Overal hiialt men de schou
ders op voor hem. Overal lacht men de
boer uit.
Doodvermoeid, verkleumd van kou.
doornat van de regen, krijgt Herbeleau
in een paardestal een paar bossen stro
toegeworpen door een Hongaarse stal
knecht. Nog diezelfde nacht wordt de
stalknecht overvallen door een handiet
die de stal In brand steekt om geen
spoor van de misdaad achter te laten.
In paniek denkt Herbeleau alleen muur
aan de paarden Eén paard slaat hij een
halster om. Datzelfde paard sleurt hem
OM"it dl st.il Hint. li vm.lt BM hl
deerlijk verbrand aan handen en ge-
De laatste vlam
Op zijn propere bed ln het ziekenhuis
is Herbelenu alles kwijt: zijn paard,
dat geslacht werd voor hij het kon ver
hinderen. Ook zijn geld. verteerd door
de vlammen. Het verhoor van de inspec
teur van politie gaat langs hem heen.
Maar vier woorden komen hem over
de lippen: „Mon petit, mon fila".
Mijn jongen, mijn z«>on De kaars van
zijn lichaam brandt snel op. Nog één
grote vlam: „Het licht, hetwelk zo fel
brandt, dat ulles wat in hem nog leeft
er door wordt geconsacreerd".
Met die woorden eindigt het levens
verhaal van de boer Herbelau. De Aca
démie had gelijk door het uit de grot*
stapel najaarsboeken te kiezen en er de
grote romanprijs aan toe te kennen.
der
i de i
pder. Eei
udlge i
il de dominee. Je moet het hun niet
zo moeilijk maken. En Jan Wolkers
werd door dat woord van de oude, ver
moeide man. die de dominee was. ge-
Onvergetelijk
Hier zien we de oudste broer, die
vroeg stierf, opnieuw onvergetelijk her
dacht Hier zien we oom Louis en Frtta
Vree»juffrouw Vink, de aange
bedene. en juffrouw Hakkenberg met
da hards kaokkafta, Boathav en Brood-
■tas aa umviuuw Van Te©ng. die Jan
Wolkers' vader eens een oneerbaar
voorstel deed. Waar haalde ze het on-
bagrtp an davandaanT Hier ©rvn-
ren we dat Jan Wolkers' moeder knap
was geweest en dat zijn vader 't moei-
lijk heeft gehad In zijn leven. Toen da
kruidenierswinkel het niet meer deed,
werd hij stoker bij de steenfabriek. De
vertelier vertelt van zijn eigen erotisch*
avonturen uiteraard, maar bijzonder ob-
j.'.ti.i, InJ vertal! ook van de wreedhe
den die hij beging als dierenverzorger
aan het pathologisch laboratorium van
het Academisch Ziekenhuis te Leiden
en vnn zijn wens om sehllder te wor
den. Wie dc vorige boeken van Jan Wol
kera las, zal ook „Terug naar Oegst
geest" willen lezen. Het ls anders, maar
het haalt ln dlo andere orde hetzelfde
niveau en dat is hoog. Het ls uiteraard
geen kinderlectuur.
JOS PANHUU8EN