Toneel- - uitgeverijen Terug naar Oegstgeest Het paard van Herbeleau I hebben alleen oog voor verkoop t Verbetering repertoire door meer opdrachten Anders maar niet minder goed Wonderschoon boekje van Jean Husson bekroond met grote romanprijs van Académie Froncaisè JUISTE KEUZE UIT NAJAARSOVERVLOED DE LETDSE COURANT JN ©en artikel „Liefhebberty toneel staat op het keerpunt" werd vorige week rater dag de huidige toestand van deze oude vorm van vrijettjdi- beeteding als weinig hoopvol gesignaleerd, terwfll door de opmars van steeds kortere arbeidstijd In de komende tientallen Jaren het toch van betekenis lm dat er aan deze zinvolle, tevens creatieve sector van de vrijetijds besteding een belangrijke plaats in het toekomstige cultuurpatroon van ons land blijft Ingeruimd. Scheiding tussen, met artistieke maatstaven meetbaar toneel, beoefend door niet beroepstonelisten (vrijetijdstoneel) en toneel, nagestreefd uitsluitend om redenen van vermaak, gezelligheid en liefhebberij (amateurtoneel) werd bepleit. Dit tweede en laatste artikel belicht enkele facetten, die met het noodzakelijk geachte toekomstbeeld nauw verband El- Nieuw boek vau Jan Wolkers Russische cineast naar Nederland AMSTERDAM (A.N.P.) De (65- larige) Russische cineast Ilya Kopalin <omt naar ons land. Hi) zal enige dagen de gast zijn van Bert Haanstra en van de Stichting Nederlands Filmmuseum te Amsterdam. In dit museum worden op 8 en 9 decem- >r zijn nieuwste film, „Pages of immor ality" (1965), gedeelten uit zijn vroeger werk en enkele films van jonge Russische kineasten vertoond. Kopalin zal daarop toelichting geven. Dit Jaar was Bert laanstra de gast van de unie van filmers de USSR. Zij meest recente werken werden toen voor een groot en geïnteres- ieerd publiek in Moskou vertoond. Op daanstra's initiatief brengt Kopalin nu een tegenbezoek. Vestzaktheater gaat (voorlopig) niet dicht AMSTERDAM (ANP) Het vestzak theater in Amsterdam zal ondanks de grote financiële moeilijkheden waarin het verkeert, (voorlopig) blijven voortbe staan. Vim Burkunk zakelijk en artistiek leider, is met zijn acht acteurs overeen gekomen dat zij van 1 januari tot het het eind van het seizoen, op 1 juli. geen ergoeding meer zullen ontvangen voor alle in het Amsterdamse theater gegeven oorstellingen. Daarnaast zal het gezel schap ernaar streven steeds meer voor stellingen in de provincie te gaan geven. et name het repertoire voor school gaande jeugd uit te breiden. Op deze wijze wil de heer Burkunk althans pro beren het toch al minimale basisloon dat de acteurs ontvangen 125 per maand) te handhaven. Het theater kampt met een belasting schuld van ƒ2.700,die niet kan worden voldaan. De toneelleider heeft wel hoop •n voor zijn theater gunstige rege ling met de belastingdienst. De weigering de gemeente Amsterdam om subsidie te verlenen heeft weer repercussies op de houding van de provincies en het rijk. De provincie wil de subsidie niet uit breiden als het rijk het niet doet terwijl het rijk geen subsidie wil verlenen als de gemeente niet voorgaat zo vertelde de heer Burkunk. Eduard Verkade: Toneeltechniek. r- iet de beoefening van het toneel in de vrije tijd faan verschijnselen gepaard, die bij een ontleding H rerwondering wekken en vooral in het licht van deze N ijd ten aanzien van het creatieve vrijetijdstoneel Iringend om verandering vragen. Zo hebben wij O >ne dikwijls verbaasd over de aparte plaats, die ft |e toneeluitgeverijen innemen. Zij vormen een W {roep op zich, die met de officiële uitgeverswereld in met de boekhandel nauwelijks binding heeft. In |3 'eite heeft men te doen met het in de handel meer doorkomende verschijnsel: van fabriek naar ver bruiker. Zij zijn de regelrechte leveranciers van de imateurgroepen. Facetten van vrijetijdstoneel Ia het gelukkigste geval bevindt zich (lier en daar een depot (meestal een vinkei In feestartikelen), waar de amateurs zich van boekjes kunnen voor ken. Het is een gebruik, dat er bij de uitgevers van amateurtoneelwerken ver- rhillende stukken „op zicht" kunnen warden aangevraagd, waarin de elk Jaar kwistig rondgestuurde catalogi door veel* al snorkende beschrijvingen aan het be stuur van de speelgroep de nodige hou vast moeten bieden. Bekend is het voor schrift tot aankoop van een verplicht aantaj. toneelboekjes om de toestemming te krijgen van een bepaald stuk een voor telling te kunnen geven. In de officiële boekhandel zijn stukken foor het amateurtoneel niet verkrflg- Alleen de toneelbibliotheek van Nationaal Centrum (NATU en WK A Utrecht biedt cultureel houvast bij keuze, omdat die losstaat van de boekjes" te verkopen. Een dergelijke gang van zaken heeft :t kreinig te maken met het stimuleren tot „culturele daden", omdat in feite de betreffende uitgeverijen slechts oog hebben voor de verkoop. Wij willen niet kennen, dat er ook bij enkele uit- 'erijen goed speelbare stukken zijn dat de een in ruimere mate bereid verantwoord toneelwerk in een fonds >p te nemen dan de andere. Maar over et algemeen is het percentage van het lantal goede toneelstukken, die aan- aardbaar zijn voor het vrijetijdstoneel de toekomst zeer gering. Indien het vrijetijdstoneel zich wil gaan ontwikkelen tot een element, dat van betekenis is voor de cultuur, hoe beschikken de beoefenaars dan over een repertoire, dat aanvaardbaar is, dat niet meer steunt op de uitgaven uit de vermelde sector „van fabriek naar ver bruiker" en dat niet steunt op uit gespeelde stukken van 't beroepstoneel? In de eerste plaats weten insiders, dat er een paar toneeluitgevers zijn, die hun publikaties qua inhoud op hoger peil pogen te brengen. In de tweede plaats is de centrale bibliotheek in Utrecht een vraagbaak van betekenis. Nóg belang rijker is, dat er door het overkoepelend orgaan het Nationaal Centrum op drachten aan daarvoor in aanmerking komende schrijvers worden verstrekt met de bedoeling het repertoire van het vrijetijdstoneel te verrijken. Het daarvoor ter beschikking te stellen honorarium moet redelijk, zo niet zeer redelijk zijn. Voor de auteurs zit er ook „zakelijk" een aantrekkelijke kant aan. Indien zij voor het beroepstoneel een stuk schrqven, beleeft dit bij een bepaald gezelschap meestal een beperkt aantal opvoeringen, maar verder zal het dooi een andere beroepsgroep in de eerstvol gende jaren niet op het repertoire wor den genomen. Hetgeen betekent: derving van auteursrechten. Bij het vrijetijds toneel bestaat de kans, dat het over het gehele land een groot aantal opvoerin gen zal beleven. Het is een recent gebruik in ons land met nog onervaren toneelschrijvers, dat de dramaturg van een beroepsgezelschap met de auteur nauw overleg pleegt over de dramatische mogelijkheden van het geschreven stuk. Dienovereenkomstig worden er op praktische adviezen steunende wijzigingen aangebracht, die de bedoeling hebben het stuk volledig speelbaar te maken. In dit opzicht ligt er bij opdracht aan auteurs voor het vrijetijdstoneel een prachtige taak voor de provinciale toneeladviseurs, die met hun deskundige bijstand ervoor kunnen zorgen, dat een stuk inderdaad kan worden opgevoerd. Indien deze weg wordt bewandeld ten i het repertoire kan er ge leidelijk een behoorlijk repertoire worden opgebouwd. Het komt ons voor, dat de overheden in het licht van de zinvolle en creatieve vrijetijdsbesteding bereid zullen blijken hiervoor extra-subsidies te verstrekken. Uit het slop Het grote voordeel zal onder meer zijn, dat men allengs raakt uit het slop van de „van fabriek naar verbruiker"- sfeer, dat het repertoire veel meer kans heeft om niveau te krijgen en dat het vrijetijdstoneel alleen al dank zij het repertoire meer verantwoord naar buiten kan treden. Groei van ervaring én artistiek aan zien zal niet onopgemerkt blijven, mits men ook de wegen vindt om regisseurs uit de vrijetijdstonelisten te rekruteren, die na een grondige instructie en op leiding in staat zullen blijken om in de gewenste richting leiding te geven. De bezieling betekent hier alles. Waardering moet er worden gekoesterd voor de nu en dan ondernomen poging om een beroepsacteur bij een amateur- speelgroep de regie te laten verzorgen. Maar vergeten we niet, dat dit voor de betrokkene dikwijls een kwestie is ge weest van honorarium. Wezenlijke be langstelling voor het amateurtoneel be stond er niet; de excepties niet te na gesproken. Doch scholing van begaafden én intellectuelen uit de eigen gelederen zal in de toekomst kunnen voeren tot een eigen artistiek kader. De pogingen die tot nu toe in deze richting zijn ondernomen, hebben naar verhouding weinig resultaat in den lande opge leverd. Men zal dit op een nieuwe leest moeten schoeien, met het oog gericht op de toekomst, namelijk, dat het vrije tijdstoneel in de komende decennia met „veel vrije tijd" cultureel waarschijnlijk Vrouwelijke leden van een Haar lemse amateurgroep onlange op het N.C.R.V.scherm in de ,J)e kolonie" van Mauriaux. Mogelijkheden voor t.v. Wanneer we er rekening mee houden, dat de televisie in stijgende mate pro gramma's nodig heeft, kan daarnaast worden geconstateerd de wrevel van huidige serieuze amateurtonelisten en van speelgroepen, dat zij zo weinig voor het kleine scherm worden ingeschakeld. De oorzaak ligt voor de hand. Men acht het bij de verschillende omroepen on mogelijk, dat er een enigszins aanvaard bare spelprestatie met amateurs op het scherm kan worden getoond. Men heeft de „amateurmarkt" enigszins afgetast, maar het is ons bekend, dat waarnemers uit de omroepwereld de ter beoordeling bezochte zaalvoorstellingen lichtelijk ont steld verlaten hebben. Met moeite blijkbaar omdat men toch iets wilde doen Is onlangs een amateurgroep uit Haarlem met een voorstelling op het scherm verschenen. Slechts Indien de door ons omschreven vorm van vrijetijdstoneel, deskundig ge leid en met een verantwoord repertoire, een plaats in ons cultuurpatroon gaat veroveren, zal het zich van tijd tot tijd ook via de televisie kunnen presenteren. Welke plaats zullen de katholieken in het toekomstige vrijetijdstoneel in nemen? Zij hebben altijd intensief aan het amateurtoneel deelgenomen, ondanks bestaande beperkende bepalingen. Zo was het tot ongeveer 1930 voor de ka tholieken niet geoorloofd om gemengd toneel (dames en heren) te spelen. De zich destijds manifesterende emancipatie heeft daaraan eigenlijk geruisloos een einde gemaakt. Het behoorde nog wel tot de „bon ton", dat een geestelijk adviseur de vereniging waakzaam terzijde stond. Ook deze zijn, vooral in de grote steden betreft deze functie geruisloos nen. Men kan hierin onmiskenbaar het zelfbewustzijn van de katholieke leek onderkennen. Heeft het nog zin om in de toekomst verder te gaan met de landelijke katho lieke organisatie voor het amateurtoneel n straks ook eventueel voor de sector rijetijdstoneel Er is in het kader van de centralisatie al een belangrijke stap gedaan door het formeren van het Na tionaal Centrum, waarin NATU en WKA elkaar organisatorisch, dus voor deel hebben gevonden. Wtj menen, in de komende jaren een evolutie één organisatie, waarin de katho lieke stem zich kan laten gelden, met het oog op de artistieke taak dé juiste oplossing zal zijn. Dit betekent, dat deze vrijheid ook moet worden toegelaten binnen de speelgroepen zelf, vooral b(J de groepen, die door creativiteit en aan leg willen streven naar de door ons geschetste vorm van exclusief vrijetijds toneel. Als het gaat om het bundelen in stad, streek en land van spelers en speelsters met aanleg, zou een keuze beperking remmend werken. Voorportaal van de kunst Amateurs kunnen geen toneelspeel kunst demonstreren, is een hechte over tuiging in de beroepswereld. Men heeft daarmee in verregaande mate gelijk, hoe wel het beroepstoneel haar suprematie overwegend baseert op techniek. Het de grote regisseur Eduard Verkade, die de enkele malen, dat h(J met het amateur toneel werkte, deze stelling uitsprak: „Toneelspel bestaat bij de gratie van de techniek." Laten we de tijd niet vooruitsnellen laten we niet verblind optimistisch zijn. Beroepstoneel is kunst misschien is het juister om te zeggen: kan kunst zijn. Het vrijetijdstoneel van de toekomst zal kunnen voeren in het voorportaal van de kunst, zelfs tot op de drempel, zoals het serieuze amateurtoneel van thans wel eens aantoont. Het is te hopen, dat men met dit doel voor ogen in de vrije tijd energiek aan de slag i i 'PIRTK.lt VAN DER VALK Het zou of is niet verwonderen als er (Jverlge lezer* van de verzamelde werken van Jon Wolkers waren die z|Jn nieuwste boek „Tterug naar Ofg»l*wk", dat bij J. M. Meulenhoff te Amsterdam verscheen, wat tecenvtel. Jan Wolkers ta een serieus schrijver, maar zijn lezers zijn niet allen even serieus. In „Terug naar Oegstgecet" kan men voor de Inhoudsopgave lezen dat „elke gelijkenis van figuren in dit boek met bestaande personen berust op toeval, behalve In het geval van ds ijscoman Blanchard aan de Ingai zeer sterk In „Terug naar Oegstgi Het heeft ook de autobiografische kenmerken in de strikte zin van het woord. Dat wil zeggen dat dit laatste werk van Jan Wolkt ra anders is dan al le andere werken die hij tot nu toe schreef. hoeveel autobiografische In slag die ook vertonen. In die andere werken gebruikte hij namelijk de auto biografische stof voor een verhaal voor een verbeeldingsdrama. Daar zat hij midden ln die stof, daar was hij de pro tagonist of verteller, daar was hij de Jongen die al deze angsten en schok kende gebeurtenissen, die sommige le zers zo uitermate geschokt hebben, zelf meemaakte. In „Terug naar Oegstgeest" is hij de toeschouwer die terugkijkt op die Jongen <Ue dit alles deed of onderging en hij geeft dat op strikt autobiografische wijze weer. Openhartig Hij neemt ook hier en we geloven doorgaans terecht geen blad voor de mond. hij ia heel openhartig, maar de spanning van de vroegere vertellingen treft men hier uiteraard niet meer, het is zoals een dagboek of autobiogra fie behoort te zijn mededeling op de eerste plaats, geen dramatisering. De bezinning heeft in deze mededeling en deze verbeelding want dat is het na tuurlijk toch ook de boventoon. Het ls daarom dat sommige lezers er in teleurgesteld zullen worden ook zelfs de serieuze lezers van vertellingen en We kunnen dat begrijpen, maar ze zouden naar onze mening onjuist oor delen als ze meenden dat „Terug naar Oegstgeest" daarom een minder boek is dan de boeken die Jan Wolkers reeds eerder publiceerde. Het ls geen minder boek, het is sen ander soort boek. Men sen die bij voorkeur dagboeken, brie venboeken of mémoires lezen en die komen er steeds meer zullen ge neigd zijn „Terug naar Oegstgeest" te stellen boven de vorige boeken van Jan Wolkers. Ook zij hebben ongelijk. In de gedramatiseerde vertelling of roman zit namelijk een element dat de strikte autobiografie nooit geven kan tenzij in verminderde mate en dat blijkt ook ln „Terug naar Oegstgeest". Men mist dus iets in dit laatste boek, maar men krijgt ook Iets meer aan de ander* kant. Wat men meer krijgt la. zoals we JAN WOLKERS reeds opmerkten, de bezinning op het verleden in nuchterheid, en daarbij "n levensgevoel dat ontdaan is van de fan tasten van do man die nl.-t slechts te rugkijkt, maar die zelf In het drama, zij het In de verbeelding, woer Hanwezig Is, handelende, dromende, verlangende en vooral door angst bezeten. Die bezeten angst, die in zovele Ver tellingen van Jan Wolkers de stuwende kracht ia. vindt men In zo'n autobiogra fische terugblik uiteraard niet. Byron Terwijl we zeer geboeid „Terug naar Oegstgeest" lazen, moesten we soms denken aan geschriften van een man die zijn tijd ln de vorige eeuw ook schokte en die ook een buitenbeentje leek of was. namelijk aan Byron, de man met de romantische wereldsmart ln zijn eerste gedichten en in zijn later verhalend gedicht Don Juan, dat niet voltooid werd. een van de grootste sa tirici aller tijden. Lord Byron heeft namelijk zeer vele brieven geschreven en ln die brieven la hij volkomen nuchter, vrijwel onro mantisch, zeer openhartig, soms zelfs wijs en zeker wereldwijs, dus in de juiste zin autobiografisch. Deze brieven zijn verrukkelijk en laten niet de dichter zien de veel be wonderde en beklaagde dl* tot een legende werd, maar de werkelijke In „Terug naar Oegstgeeet" leert men de werkelijke mens kennen die Jan Wolkers nu Is, terugblikkend op zijn jeugd. Het boek Is Ingedeeld ln zestien ge deelten, telkens eerst een herinnering rn dan een bezoek aan Oegstgeest. Het motto werd ontleend aan Through the Looklng-Gias* van Lewis Carroll, aan de Avonturen van Allee In het Splegelland. De walrus en d* tlm- zljn daar in gesprek. „Als honderdnegentig plumei Hier veegden veertien jaar. Vat denk je", vroeg dr timm ..Kwamen ze er dan mee klaart" l), walrus Luchtte: ,.'fc Weef 't niet", met troosteloos gebaar. Aldus vertaalde dit Alfred Koasmann. Het slaat in „Terug naar Oegstgeest" uiteraard op de jeugd van Jan Wol kers, de onuitveegbare. Maar hier verschijnt die Jeugd zonder versplege- llng, hier maken we kttnnls met de i (Van onze correspondent) PARIJS Een wonderschoon boekje van nog geen 250 groot bedrukte blad zijden is bij de Parijse uitgeverij Editi ons du Sueil van de pers gekomen: „Le eheval d'Herbeleau" van de band van Jean Husson (16.10 franc). Zou de Aca démie Francaise het niet dadelijk niet de grote romanprijs hebben bekroond, dan zou de schrijver een grote kans hebben gemaakt in aanmerking te ko- de Pr (iOI •ourt, die einde ind werd toegekend. JEAN HUSSON Al op de eerste bladzijden ziet men het drama naderen. Herbeleau heeft I een paard, een lievelingspaard, dat een zekere Vanden van heni wil kopen voor 80.000 oude francs. Maar Herbeleau schudt het hoofd, pakt met zijn magere boerenhanden zijn pijp, sabbelt er wat aan en weigert. De prijs is 100.000 franc en of Vanden hoog of laag springt geen centime minder. Het liefst ver kocht hij het paard helemaal niet. Na veel gevloek en gescheld van „vrek" telt Vanden de gevraagde 100.000 franc neer en verdwijnt met het paard. De volgende dag hoort Herbeleau, dat hij er toch maar 80.000 franc voor ge kregen heeft, omdat zijn vrouw, Sandri- ne, uit de linnenkast 20.000 franc heeft gehaald en die aan Vanden heeft terug gegeven. Als Herbeleau dat hoort, staat zijn besluit onherroepelijk vast. Het paard dat hij toch ai zo slecht kon missen, gaat hij met 80.000 franc in zijn portefeuille achterna om het terug te kopen. Op zoek naar het paard laat hij alles achter zich in de steek: zijn boer derij, de veilige stal. zijn vrouw en het graf van zijn zoontje, dat hij in de oor log heeft verloren. Alleen de herinnerin gen aan dat kind, dat spelend aan zijn hand over de velden liep, neemt hij met zich mee op zijn verre tocht naar Pa rijs. Herbeleaus lijdensweg Die tocht, waarin Herbeleau ook zich zelf gaat ontdekken, wie en wat hij me cabine, of hij sluit de ogen en geeft zich over aan zijn eigen gedachten. Nom de Dieu, dat paard zal hij vinden! Honderduit praat die vrachtwagenrij der. A1b droog zand hangen zijn verha len aan elkaar. In de donkere nacht brengt hij Herbeleau langs de aanleg- kroegen, waar de boer nog nooit van heeft gehoord of gezien. BIJ de slachthuizen zet hij hem af. De controle bij de hekken is maar opppervlakkig. Herbeleau ziet nie( maar één paard vroeger is geweest, wordt één lange lij densweg. Op het station van zijn dorp zoekt hij in alle treinen, die met paar den kluar staan voor de abattoirs in Pa rijs. Krom getrokken door de reuma tiek begint hij in de nacht maar vast te lopen naar de hoofdstad, waar hij nog nooit is geweest. Hij kent er weg noch steg. Een vrachtwagenrijder pikt hem op. Nauwelijks zit Herbeleau in de war- maar wel honderden paarden. Gewillig laat leder paard zich een doek voor de ogen binden en Btort dan met een zware slag op de grond als de hamer van de slachter zijn dodelijk werk heeft ge daan. Overal vraagt Herbeleau naar zijn paard. Overal hiialt men de schou ders op voor hem. Overal lacht men de boer uit. Doodvermoeid, verkleumd van kou. doornat van de regen, krijgt Herbeleau in een paardestal een paar bossen stro toegeworpen door een Hongaarse stal knecht. Nog diezelfde nacht wordt de stalknecht overvallen door een handiet die de stal In brand steekt om geen spoor van de misdaad achter te laten. In paniek denkt Herbeleau alleen muur aan de paarden Eén paard slaat hij een halster om. Datzelfde paard sleurt hem OM"it dl st.il Hint. li vm.lt BM hl deerlijk verbrand aan handen en ge- De laatste vlam Op zijn propere bed ln het ziekenhuis is Herbelenu alles kwijt: zijn paard, dat geslacht werd voor hij het kon ver hinderen. Ook zijn geld. verteerd door de vlammen. Het verhoor van de inspec teur van politie gaat langs hem heen. Maar vier woorden komen hem over de lippen: „Mon petit, mon fila". Mijn jongen, mijn z«>on De kaars van zijn lichaam brandt snel op. Nog één grote vlam: „Het licht, hetwelk zo fel brandt, dat ulles wat in hem nog leeft er door wordt geconsacreerd". Met die woorden eindigt het levens verhaal van de boer Herbelau. De Aca démie had gelijk door het uit de grot* stapel najaarsboeken te kiezen en er de grote romanprijs aan toe te kennen. der i de i pder. Eei udlge i il de dominee. Je moet het hun niet zo moeilijk maken. En Jan Wolkers werd door dat woord van de oude, ver moeide man. die de dominee was. ge- Onvergetelijk Hier zien we de oudste broer, die vroeg stierf, opnieuw onvergetelijk her dacht Hier zien we oom Louis en Frtta Vree»juffrouw Vink, de aange bedene. en juffrouw Hakkenberg met da hards kaokkafta, Boathav en Brood- ■tas aa umviuuw Van Te©ng. die Jan Wolkers' vader eens een oneerbaar voorstel deed. Waar haalde ze het on- bagrtp an davandaanT Hier ©rvn- ren we dat Jan Wolkers' moeder knap was geweest en dat zijn vader 't moei- lijk heeft gehad In zijn leven. Toen da kruidenierswinkel het niet meer deed, werd hij stoker bij de steenfabriek. De vertelier vertelt van zijn eigen erotisch* avonturen uiteraard, maar bijzonder ob- j.'.ti.i, InJ vertal! ook van de wreedhe den die hij beging als dierenverzorger aan het pathologisch laboratorium van het Academisch Ziekenhuis te Leiden en vnn zijn wens om sehllder te wor den. Wie dc vorige boeken van Jan Wol kera las, zal ook „Terug naar Oegst geest" willen lezen. Het ls anders, maar het haalt ln dlo andere orde hetzelfde niveau en dat is hoog. Het ls uiteraard geen kinderlectuur. JOS PANHUU8EN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 11