Liefhebberijtoneel
staat op
het keerpunt
VADER JANAROS
AMATEURISME OP
PLANKEN
MIST CREATIVITEIT
Langzaam vertrekken
ZATERDAG 27 NOVEMBER 1868
DE LETOSEJ COURANT
PAGINA II
Na de oorlog, en ln de afgelopen tien Jaar ln
versneld tempo, is er 'n iedereen aansprekend
begrip ontstaan: vrijetijdsbesteding. De ver
korte arbeidstijd, tot nu toe vooral geken
schetst door de totale vrije zaterdag, heeft
het vraagstuk geaccentueerd en veroorzaakt,
dat het tot de taak van de overheid wordt
gerekend om hierin voorlichtend en zelfs
regelend op te treden. Hoe belangrijk het
probleem wordt geacht, blijkt uit het creëren
van een ministerie, dat zich niet alleen bezig
houdt met cultuur en maatschappelijk werk,
maar ook met recreatie. Voor het geestelijk
niveau van het Nederlandse volk is van belang
op welke wijze er binnen het raam van de
vrijetijdsbesteding ook aandacht wordt be
steed aan het creatieve element. Een van de
aspecten die in dit verband zorgen baart en
op grond van de betekenis de grootste aan
dacht nodig heeft, ls het amateurtoneel. Deze
aloude vrijetijdsbesteding, die vóór de maiv
sale opmars van het automobilisme, vóór het
verschijnen van de „verslindende" televisie
en vóór de jaarlijks weerkerende vakantie
explosie tienduizenden beoefenaars telde en
honderdduizenden toeschouwers trok, ver
keert in een weinig hoopvolle toestand.
Soms viagen amateurs zich met succes aan Shakespeare, zoals in november 1963 „De Spelewaghe" onder beroepsreaie
met „Driekoningenavond", een vooretellingdie helaas niet meer werd geëvenaard.
Bij de Fontein te Utrecht te tn de se
rie de Fonteinboekerij een roman ver
schenen van Niko Kazantzakis, die de
auteur kort voor zijn dood heeft vol
tooid. Het werk heeft tot titel „Vader
Janaroe". Met uitsondering misschien
,JIet stenen hoofdkussen" (en ook
„De laatste verzoeking") staat het
boek dichter dan Kazantzakis' andere
ns bij de indrukwekkende ver
beelding „Christus wordt weer gekrui
sigd", die Kazantzakis' naam terecht
beroemd heeft gemaakt.
Laatste roman van
Niko Kazantzakis
Eerlijk
en fascinerend
De sttfl waarin Kazantzakis zijn ro-
heeft geschreven is typisch de
van de rasvolksverteller. Niet
van de volksverteller zoals we die
hier in onze contreien hebben gekend,
met verhalen die dikwijls vol zijn ge
veest van een gezapige stichtelijkheid
.f de „eeuwige adem van het land".
Dé stijl waarin Kazantzakis schrijft is
van vele andere Griekse auteur*
Balkanschrijvers. In hun vertellin
gen komen voortdurend herinnerin
gen op aan nationale strijd, volkson
derdrukking en volkstrots; de figu-
die in deze herinneringen optre-
hebben door die strijd, die onder-
Irukking en die trots allemaal iets
et elkander gemeen. Maar tegelijker
tijd zijn ze ook uniek: door hun dorp
lat, ondanks onderdrukking, op ge-
i voet kan staan met een dorp
'oorbij de berg; strijden ze gemeen-
ichappelijk tegen onderdrukkers,
vechten en doden ook onderling,
iefde, haat, zinnelijkheid, godsdien-
igheid ze hebben zowel de passie
i bekrompen horizon (eigenbe-
ig, dorpsinteresse, familie-eer e.d.)
de vurigheid van de volledige over-
e aan het grote. Deze elementen
taken de werken van de vertellende
:hrijver8 uit die Btreken zo ongemeen
lend, kleurig en menselijk.
Religie als oer-element
Vat Kazantzakis hier nog aan heeft
oegevoegd is zijn persoonlijke passie
n gelovige ongelovige. Kazantzakis
geen ontkenner van het goddelijke,
zou zelfs willen zeggen: integendeel,
taar het goddelijke ervaart hij het k
neest en het best in het volk. En
i mag „volk" niet gezien worden
klasseverband, het gaat om het
k voor zover het leeft in de' kracht
l een eerlijke, overtuigde, oor-
pronkelijke (in alle klassen bespeur-
menselijkheid. Die menselijkheid
or Kazantzakis nationaal gekleurd
n bij dat nationaal hoort ook een vu
ige, primitieve, haast heidense i|
hristelijkheid. De goddelijkheid van
christelijkheid ziet Kazantzakis
in het oer-religieuse, het oer-hei-
zou je kunnen zeggen, dan in
d et christelijk kerkelijke. Daarom ook
ij hem die spanning tussen de offi-
iële Kerk en het volksgeloof, tussen
hiëratische Christus en de doodge-
ne menselijke, kleine Christus.
'ij lezing van Kazantzakis' boeken
rijg je de indruk van een verbeten
zelfs bittere liefde tot God. Want
lijkt het werk ran Kazantzakis te
izen op een vage goddelijkheid en
iristelijkheid, meer dan op God en
'hristus, de gevoelsondergrond is
och die van het aanhangen van een
ersoon. Ook dat is een paradoxali-
it in Kazantzakis. Typerend daarvoor
ijn de twee motto's welke aan „Va-
Janaroszijn meegegeven. Het
luidt: ,Jk zei tot de amandél-
n: spreek me van God en de ap-
élboom bloeide" Verander God in god-
elijkheid en amandelboom in volk. en
hebt Kazantzakis. Maar hij is. met
jn gevoel, ook volledig in het twee-
e motto: ..God spreekt: wie mij zoekt,
ndt mij, wie mij vindt, kent mij.
ie mij kent. heeft me lief, wie mi;
efheeft, bemin ik. wie ik bemin, dood
Zoekend naar Christus
Binnen de spanning van deze twee
olen speelt zich de geschiedenis af
in „Vader Janaros."
De priester Janaros ls afkomstig
in een in Bulgarije levende Griekse
linderheld, met Turken verjaagd uit
et land waar deze minderheid al ge-
eratles heeft geleefd. (We zien hier
1 een der elementen van de volksver-
;lling zoals ik die hierboven heb om-
:hreven). De vrouw van pope Janaros
sterft tijdens de tocht naar Grieken
land; hun zoon een weerspannige,
harde jongen is van huis gelopen.
Als een van alles beroofde en eenza
me mens komt Janaros in Griekenland
aan; hij zoekt Christus maar vindt
hem nergens, vooral niet in de kloos
ters van de berg Athos, waar de mon
niken, volgens Kazantzakis" beschrij
ving, een vadsig, waardeloos leven lei
den. Janaros verlaat het klooster en
vestigt zich ais pope in een Grieks
bergdorp: daar vindt hij Christus in
het volk. Maar het is een verscheur
de Christus. Het dorp vormt een stra
tegisch punt in de trijd tussen Griekse
communisten (de roden) en de rege
ringssoldaten de zwartende com
munisten zitten hoog in de bergen, dei
regeringssoldaten zijn in en rond het
dorp gelegerd. Afwisselend raakt het
dorp in het bezit van de ene en de an
dere partij, wat alleen maar ellende
der Janaroe lijdt'
de maat loopt bij
hem over wan
neer een dikke
monnik van Athos
met een „sluier1
van de madonna"
in een zilveren
foedraal de men-'
sen nog komt ont
lasten van hun
laatste hebben en
houden. De mon
nik (representant
van de officiële
llng om inzicht en het medeleven met
de menselijke nood die een bestaans-
nood is z(jn even eerlijk en fasci
nerend als in „Christus wordt weer ge
kruisigd" of „De laatste verzoeking."
Misschien zal niet de figuur van pope
Janaros zelf onvergetelijk in de herin
nering achterblijven, maar wel zijn
gekweldheid: de gekweldheid van de
bloeiende amandelboom uit het motto,
die zoals uit het tweede motto'
blijkt dood moet, omdat h(J bloeit.
De vele nieuwe mogelijkheden, waarmede de vrije tijd kan worden gevuld dus
niet alleen door de televisie hebben de daadwerkelijke belangstelling voor hei
amateurtoneel bij beoefenaars en b|j publiek sterk doen dalen. Dit verschijnsel is
ook merkbaar bij zangverenigingen, koren, muziekgezelschappen en zelfs in de
actieve deelname aan de sport. Een merkwaardig verschijnsel bi) het amateur
toneel ls. dat na de oorlog juist organisaties zijn geformeerd, die zich ..opbouwend"
met deze vrijetijdsbesteding bezighouden.
De voornaamste instituten zijn de Ne
derlandse Amateur Toneel Unie en het
Werkverband Katholiek Amateurtoneel,
beide sinds een klein jaar overkoepeld
door het Nationaal Centrum met cen
trale zetel ln Utrecht, waar ook een
zeer ruim gesorteerde amateurtoneel-
bibliotheek is gevestigd. Belde organi
saties hebben behoorlijk gesalarieerde
directeuren, mitsgaders een uit intellec
tuele leken bestaand bestuur benevens
ieder een maandblad. Toneelverenigin
gen in den lande wordt nadrukkelijk
aangeraden lid van een dezer instellin
gen te worden, natuurlijk tegen een
contributie.
PROVINCIALE ADVISEURS
vaste dienst een zogenaamde beroeps
toneeladviseur, die tot taak heeft door
het houden van lezingen, leiden van
cursussen, geven van raamregie en wat
dies meer zij, stimulerend, voorlichtend
en alB het kan baanbrekend werk te
verrichten. Er ls ook een landelijk
amateurtoneeladviseur, namelijk Arend
Hauer, een figuur, die ln de wereld van
het beroepstoneel een klank had en nog
heeft.
Op de nieuwe rijksbegroting ls voor
het amateurtoneel een subsidie van bij
na 0.75 miljoen gulden uitgetrokken.
Voegt men daaraan toe de tienduizen
den guldens, die jaarlijks door provin
cie en gemeenten (vooral door de gro
tere) in een of andere vorm als subsi
die aan het amateurtoneel worden uit-
Niko Kazantzakis
religie) profiteert en doet niets om te'
bemiddelen. Daarom onderneemt Jana
ros, als representant van de echte Chris
tus het lijdende volk een poging
tot bemiddeling tussen de communisten
(aangevoerd door zijn zoon) en de rege
ringssoldaten. Maar de communisten
zijn. in hun felste doctrinaire versie,
even officieel en weinig betrouwbaar als
de officiële Kerk: Janaros" poging loopt
slechts uit op verraad en moord op
hemzelf.
Gekweldheid
Wat stijl en -compositie betreft ls
totaalbe
drag aan overheidssteun, dat de vraag
doet rijzen of hierdoor „zoden aan de
dijk" worden gezet.
Feitelijk is een dergelijke vraag ver
keerd bij het bezien van de besteding
van vrije tijd. Want de Juiste benade
ring van dit probleem bestaat niet uit
het Informeren naar het resultaat, maar
wordt beheerst door het streven, dat
velen ln hun vrije tijd bezig zullen
zijn. En die bezigheid behoeft niet eens
zinvol te zijn ln de betekenis van artis
tiek of cultureel. Gelukkig wordt de
mens ln ons land wat dat betreft dus de
volle vrijheid gelaten.
Grijpen we terug op de voor het ama
teurtoneel bestaande organisaties, de
provinciale adviseurs, de maandbladen,
de weekends, de soms plaatsvindende
Internationale uitwisseling en de land
juwelen (herinnering aan de Rede
rijkers), dan blijken de woorden „zin
vol" en „creatief' niet misplaatst, om
dat er geen sprake is van doodgewoon
genoegen, gelijk aan de vreugde van 'n
doe-het-zelver.
Er wordt uitgegaan van groepen, be
staande uit spelers en speelsters en
van zalen gevuld met publiek. Wat be
treft het eerste: de voorzitter van het
WKA onthulde kort geleden op een
landdag, dat er bij de amateurtonelis-
ten sprake ls van een vergrijzing"
(geen toeloop van jongeren). Tevens Is
het een algemeen verschijnsel, dat de
voorstellingen door steeds minder pu
bliek worden bezocht (aanvankelijk
vastgehouden thuis door de t.v., maar
er óók door verwend, zodat men zelfs
aAn het amateurspel hogere eisen is
gaan stellen).
INGEDUT
het
Bovendien weten minnaars
amateurtoneel, die het voorrecht heb
ben gehad de gang van zaken na de oor
log op de voet te kunnen volgen, dat 't
amateurtoneel na de zich soms in ver
rassende creatieve daadkracht tonende
„bevrijding" behoudens enkele lofwaar
dige en incidentele uitzonderingen. Is
Ingedut. Noch door spel noch door re
pertoire ls er de laatste Jaren veel fris
initiatief ontplooid, organisaties, subsi
dies en adviseurs ten spijt.
Moet het amateurtoneel langzamer
hand afglijden naar de toestand, dat 't
definitief de laatste partij in het cul
tuurconcert van ons lund heeft meege-
blazen? Dit zal nimmer afdoende kun
nen gebeuren, want de drang tot spelen
ln de mens, zelfs ln de mens van de
tweede helft van 20e eeuw. is onuitroei
baar. Er zullen altijd individuen zijn,
Belijdenis der desillusie
Het grootste gedeelte van de nieuwste bundel
van Mlcliel van der Plas best aut uit sonnetten,
een versvorm, eeuwen oud, en al eerder voor
uit de tijd en als volkomen v.-rsleten geken-
schetst. Telkens verworpen is hij telkens weer
opgedoken en enkele van de allermooiste verzen
ooit geschreven, hebben deze vorm. Shakespeare
onder meer drukte er zijn persoonlijkste gevoe
lens en waarschijnlijk de tragedie van zijn le
ven in uit en die tragedie is duisterder en sme
riger dan blijmoedige levensbeschrijvingen zou
den doen vermoeden. Luis de Góngora heeft in
sonnetten, die glinsteren van een onverbiddelij
ke schoonheid, al zijn ironie over dit zo vaak
miserabele leven laten spelen. Het sonnet leent
zich zowel tot bekentenis als tot satire en oor
deel en tot de verbeelding der magistrale schoon
heid van de aarde die de mensen vaak als hun
verwant ervaren, maar die hun tenslotte vreemd
Langzaam Vertrekken heet de laatste bundel
van Michel van der Plas die bij De Fontein te
Utrecht in de reeds bekende Ambo Reeks ver
scheen. Het Langzaam Vertrekken slaat op het
menselijk leven speciaal tegen het einde ervan
en Michel van der Plas laat dit in verschillen
de van zijn sonnetten en ook wel in andere ge
dichten zien.
i lachten zelfs
Ineenschrompeling
i sproken wee verraad
Zoals men ziet veroorlooft Michel van der Plas,
evenals Shakespeare zich vrijheden met de over
geleverde versvorm. Hij volgt het traditionele
rijmschema niet en hij neemt zelfs genoegen met
halfrijm als in de laatste twee regels. Maar
niettemin komt de eigenaardige kwaliteit van
dit korte gedicht volledig tot zijn recht, omdat
Michel van de Plas deze versvorm beheerst en
er mee doen kan wat hij wil, of men dat ouder
wets vindt of niet.
In die sonnetten en in de andere gedichten is
gewoonlijk de dichter zelf aan het woord en als
hij het in deze gedichten, zoals in het geciteer
de aanvangsgedicht, over andere mensen heeft,
is degene die leest dus geneigd te menen dat het
over bestaande mensen gaat. over vrouw, ou
ders, broers, grootouders, kennissen. In hoever
re dat juist is. valt moeilijk uit te maken. Men
zou er zich sterk bij kunnen vergissen. Een
persoon in een creatief literair werk ls altijd
een ander persoon dan de mens in het gewone
dagelijkse bestaan, die misschien enigermate
tot voorbeeld kan hebben gediend. Speciaal ls
dat het geval in een gedicht, dat indien het
goed is een nog verhoogder creativiteit tot
bron heeft dan bijvoorbeeld een vertelling of 'n
roman. Men dient dus bij vereenzelvlng van per
sonen in verzen met bestaande personen voor
zichtig te zijn.
Openhartig
Maar hiermede rekening houdend, kan men
niettemin vaststellen, dat Miohel van der Plas
ln deze gedichten, ln welke vorm zij ook ge
schreven zijn. een onverbiddelijk openhartige
onthulling geeft van het langzaam vertrekken
dat het menselijk bestaan uitmaakt. Er staan
ontstellende portretten in deze bundel.
Gelogen wat herb Je gelogen
erbarmelijk slecht Dij het leven gelogen.
Het^ meent, op rela^ onderweg naar het oonten,
l.lj ,1e stank van benzfne en «ten slechte sigaar,
met Je kin hoog opgetrokken. Je elleboog uit het raam
tot ik «ladht dat je barsten zou;
lagen en dagen,
hoe kreeg Je het allemaal bl) elkaar:
een stamboom een landgoed, een wapen.
«-en grootvader, tien keer onderscheiden soldaat.
godslasterend in zijn paard en wogen.
Wat heb ik het gehaat.
het meest dat Je all»-» zelf ging gekrven.
met een lachend verhit gezicht.
Ln Ik keek mijn broer Henk maar weer aan.
die had s|jn ogen «licht.
Maar niet alleen ln portretten ook in de onver
biddelijke analyse van menselijke verhoudingen
wordt het leven van de mens, wonend op de
aarde, maar ook niet van deze aarde, nauwlet
tend onderzocht. De man die ln de gedichten de
spreker is pijnigt zich voortdurend, maar hij
laat niet af om te zeggen hoe het ermee staat
ln dit zo onbevredigende op aarde zijn.
hol ls
gordijnlaag
Rome pussen zich aan «ie voortgezette ontluis
tering aan. In al de boeken die we over het
concilie gelezen hebben vonden we nergens Iets
zo ontnuchterende als op één van deze brief knar-
Praat. zegt oen stom. maar zfj bobben
I-""* do vruchten komen niet tot levi
ir hot wordt niet donk«r. zelf»
slaat de k/i mor klok twaalf msal.
Rn onder tafel ligt de kou, en tegen
de wanden van papier de regen.
De soms wat gemakkelijke vervoeringen ln
vroeger verzen van Michel van der Plas zal
men in deze bundel niet vinden, de weg aange
vangen ln Achter de Rattenvanger wordt hier
voortgezet, de weg naar ineenschrompeling en
verrotting.
Kleinduimpje
Het oppervlakkig schona ls hier niet meer te
vinden en zelfs de schijnbaar luchtiger verzen
als Kleinduimpje en Briefkaarten gezonden uit
Menige middag
en h«-,
met de ontdekking ven d
•n de royaJe erkenning
S3L?r.
elegantie van hogerhand
aan een glimmende toont
hebben afgedronken
Het staat er schertsend, met die verwijzing
naar Gabriel Smit, een zo geheel andere figuur
dan Michel van der Plas, maar het past precies
in deze belijdenis der desillusie die Langzaam
Vertrekksn heet.
JOB PANHUUSEN
Amateur» spsvld** veelvuldig God
fried Bomane' iut 1938 daterende
succeehlucht „De huistirandie
gisteravond door beroepsacteurs op
het K.R.O.-t.v.-scherm werd getoond.
die hun vrije tijd en bedenk, dat
vooruitziende geleerden omstreeks het
Jaar 2000 rekenen op 30 35 arbeids
uren per week -- geheel of althans
overwegend willen vullen met toneel
spel. Deze, naar creativiteit strevend»
individuen zullen in vereniging weer 'n
belangrijke plaata kunnen innemen in
de ontspanning van vete anderen tóók
beschikkende over veel vrije tijd en
langzamerhand verzadigd van uitslui
tend televisie).
Dan begint een vorm van artistieke
verantwoordelijkheid: men moet dit pu
bliek wezenlijk kunnen boeien door dra
ma, komedie of klucht. Niet alleen om
dat er entreegeld ls betaald, maar
omdat men door het beoefenen van het
toneelspel pretendeert zowel zinvol nis
creatief bezig te houden.
Vrije tijd van andi-ren wordt gevuld:
dit betekent bij toneelspel-tegen-entrée
een besef, «liep besef van een verant
woordelijkheid voor de tijd. die anderen
bereid zijn te geven om te komen kijken
en luisteren.
Veel vrijetijdsbesteding zal ln de
toekomst alleen „vullend" zijn, dus om
de mens bezig te houden, voor verve
ling te behoeden. Maar het beoefenen
van vrijetijdstonecl en het bezoeken er
van raakt de geest en deze mag In
de toekomst vooral nooit worden veron
achtzaamd door slordigheid en zeker
niet door verblinde eigenliefde bij do
executanten.
Het zal noodzakelijk zijn, dat binnen
het raam van een evolutie uit de nog ve
le bestaande speelgroepen de begaafde
vrijetljdaspelers zich plaatselijk en ge
westelijk aaneenvoegen, waardoor er
onder d«?skun«llge. maar vooral bezielde
leiding middels repertoire en voorstel
ling artistiek iets kan worden bereikt,
minstens nagestreefd, en een door do
televisie verwend publiek dit met be
langstelling volgt. Deze groepen kunnen
In streek of gewest desnoods een zelf
de geestelijke positie innemen, als de
Rederijkerskamers In hun beste, niet
verpolitiekte tijd.
OOK THEATERS
Alleen in die gevallen zal In de toe
komst ruime subsidie van de overheid
verantwoord zijn, waarbij tevens op
haar schouders zal rusten de taak om
déze groepen van vrlJeUJdaspelers aan
speciale theaters te helpen, omdat ze
een belangrijke plaats zullen Innemen
in het cultuurpatroon van ons land.
Indien het beroepstoneel, collectief en
Individueel, dAn zou kunnen komen tot
de erkenning, dat het ln dezelfde bodem
wortelt als het ton.-.-l van hen, die er
zich in hun vrije tijd aan wijden, zal er
••en verheugend perspectief kunnen ont
staan van wederzijdse waardering «4n
wederzijdse uitwisseling. Het spel van
«Ie vrljetijdstonellst zal dun genade,
meer: belangstelling vinden bU de be
roeps tonelist, Iets waaraan het te zeer
heeft ontbroken. Wij denken ln dit ver
band aan perloden van opleving van het
amateurtoneel: «Ie Jaren omstreeks
1930 de aanval op liet zogenaamde
patronaatstoneel i en de eerste Jaren na
de eerste wereldoorlog. Tenslott«a mag
het beroepstoneel nl«'t voofbljzlen aan
het feit, dat het momenteel eveneens 'n
verstarring demonstreert ten aanzien
van repertoire en presentatie en dat de
laatste tijd success, n meestal steunen
op individuele prestaties van acteurs en
actrices. Een wiaselwerking In de toe
komst met het vrijetijdstonecl zou de
horizon kunnen verruimen.
Betekent deze prognose over het vrlje-
tljdstoneel van «Ie toekomst toch een
dwang voor hen, die er niets voor voe
len om zich artistiek en cultureel voor
het toneelspel in te spannen? Voorwaar
de in«iet zijn, dat ook voor d«- gewone
liefhebbers, voor hen die we m«-t res
pect amateurs bljjven noemen, binnen
"t raam van de vrijetijdsbesteding de
mogelijkheid voor "t beoefenen van hun
liefhebberij aanwezig blijft. Zelfs menen
wij dat ook z(J recht hebb«-n op t«»ge-
moetkoming van de overheid. Maar niet
zo officieel en omvangrijk als het als
zodanig erkende vrijetQdstoneel, dat
zich bewust een plaats zal willen ver
overen ln het culturele leven van stad,
streek of van het gehele land.
Er zal gedokterd moeten worden om
In «Ie toekomst «Ie vrlJctljdaspelcrM met
artistieke mogelijkheden te scheiden
van de liefhebbers zonder meer.
Maar wil het vrlj«_tij.I:,t<,n. - I ultu-
reel zin krijgen, dan zal het vraagstuk
in deze richting moeten worden opge
lost, anders zal de speeldrang niet we
zenlijk tot zijn recht kunnen komen.
P. v. d. Vk.