Broeders hopen op klankbodem in Nederland >P/ef Verhulst Protestantse kloosterlingen gemeenschap in Amersfoort UIT PURMEREND CIRCUSDIRECTEUR IN ZAKFORMAAT DE LETDSE COURANT O ET protestantse klooster Tal zé vindt zijn oorsprong bij een groep theologiestudenten te Lausanne onder leiding van Roger Schutz. Het verlangen naar een geordend geestelijk leven, gedragen door een gebedsleven en een vruchtbaar contact met de huidige samenleving, deed deze communiteit ontstaan. Taizé ligt op tien kilometer ten noorden van de eertijds beroemde benedictijner abdij te Cluny. Met Pasen 1949 legden zeven „frères'' voor het eerst hun drie voudige professie af: een leven in dienst van God en mede mens, in celibaat, gemeenschap van goederen en aanvaarding van een gezag. Het klooster telt nu meer dan zestig leden, afkomstig uit Frankrijk, Zwitserland, Nederland, Duitsland, Scandinavië, Schotland, Verenigde Staten en andere. De leefregel voegt zich bij de monastieke ervaringen van de oosterse en westerse christenen en heeft zijn wortels over de reformatie heen, in het leven van de eerste eeuwen der Kerk. Driemaal per dag worden de getijden gebeden en gezongen. Oecumenische ontmoetingen, theolo'gischee en sociologische studies, het aanwezig zijn onder de mensen (frères en mission) beheersen hun leven. In de Verzoeningskerk bij het klooster worden protestantse, anglicaanse, orthodoxe en rooms-katholieke diensten gehouden. De patriarch van Constantinopel richtte er een orthodox cen trum op. Prior Roger Schutz en frère Max Thurian, op wiens naam enkele zeer mooie boekwerken staan, volgen momenteel het tweede Vaticaans concilie als waarnemers. (Van onze correspondent In de heuvels rond het Franse dorp Taizé ligt een protestants klooster. Prior Roger Schutz wil daar met zijn kloostergemeen schap de oecumene een nieuwe dyna mische ruimte geven. De invloed van dit weldadig streven krijgt een steeds grotere actieradius. Op een der heuvels van de Utrechtse heuvelrug, de Amersfoort- se Berg, ligt nu ook een protestants „kloostertje". Vier „frères" van Taizé heb ben zich daar gevestigd. Ze zijn gekomen met dezelfde zendingsroeping: een zicht bare manifestatie te zijn van het streven naar broederlijke liefde en tastbare een heid onder de christenen om hen, die niet kunnen geloven, beter te kunnen ont moeten. Drie Nederlandse en één Franse broeder leven, bidden en werken daar; ze vormen er een nieuw centrum, een nieuw hart van de oecumene. Op de vooravond van Hervormingsdag waren we samen met deze vier protestantse monniken, toen ze in hun blanke kovels het officie zongen in de Bergkapel. De zon gloeide door het raam van frère Eric: de berg Tabor. „Het is goed hier te zijn". VAN HUIS WEGGELOPEN DE ROMANTIEK ACHTERNA Oude liefde weer opgepoetst tot Hagenbeek in het klein e wilden me voor de televisie heb- Akkoord. Daar voel ik wel wat voor, r de heren dachten dat ik met minuten genoegen zou nemen en lat ik dankbaar zou zjjn voor de ver- ;oedlng van reiskosten en een bedrag 200 gulden. M(jne heren, heb ik ge- igdj nog In geen 200 jaar. Zolang jul- het optreden van huilebalken, van rilt, tienduizenden guldens leertellen, vraag Ik vier vijf mille, wil ik dan minstens drie kwar- )or op het scherm. Want wat ik te 'ertellen heb en wat ik kan laten zien, It de mensen wel een vol uur." Ach- grote brilleglazen fonkelen de ogen van Piet Verhulst, een klein mannetje, een 61-jarige Purmerender die zichzelf een circusidioot noemt en zijn bezeten- ■Id uitdraagt in een zelfgebouwd ml- liatuur van het grote circus Carl Ha genbeek dat hem op veertienjarige eeftyd deed weglopen uit z'n ouderlijk ïuis te Schevenlngen. In het laatste jaar van de eerste we- eldoorlog deed Piet Verhulst, „liever geen mijnheer, zeg maar „Piet"," zijn liefde voor het circus op. De Ha- fenbecks traden op in Scheveningen, cleine Piet was niet weg te slaan uit de itallen, van de artiestenverblijven. Verd hij er door de voordeur uitge- aagd, door de achterdeur glipte hij binnen. Zijn passie werd gewaar- ieerd, de artiesten mochten het knaap- 1 en lieten hem zijn hartstocht uit- in allerlei klusjes die hem de in druk gaven ook bij te dragen aan het :chte circuswerk. Het was voor Piet liet genoeg. Toen circus Hagenbeek Duitsland vertrok, schaarde Piet ich, tegen de zin van z'n ouders, on der de „bemanning". {Groeten uit Hamburg Pas in Hamburg liet hij vader en noeder door middel van een ansicht taart weten met het circus mee te zijn ;ereisd. In 1922 kwam hij terug met ge- ioeg circuservaring om welkom te zijn lij het circus van de familie Roberti. Drie jaar ging het daar goed. Toen kwamen de moeilijkheden. In Oosthui- paar kilometer boven Purme- end leidde een al lang smeulende on enigheid tussen de Robertl's tot een ireuk. Dochter Amanda bleef achter in Oosthuizen in gezelschap van Piet Ver hulst en Hans Siegfried, oftewel de sterke man. „Velen zullen zich hem nog herinne ren als de grootste krachtpatser die zij ooit gezien hebben. Aan beide armen liet hij een auto vastbinden. De auto's niet in staat de armen weg te trekken, 'één man hield dus twee auto's In bedwang". Met een gezicht van „wat zegt u daarvan?" hervat Piet Verhulst levensverhaal dat tot z'n laatste ademtocht verbonden zal blijven het circus, al is dat er dan nu e« zakformaat. Liever in de hel „We hebben veel steun gekregen in Oosthuizen. Jan Slager, bestuurslid van de harddraverjjvereniging, hielp ons aan een tent, kastelein De Boer (eige naar van het café waar nu Jan Kaan in zit) stelde ons coulissen ter beschikking en het nieuwe circus Roberti kon be ginnen. Pas daar leerde ik de fijnere, kneepjes van het vak. Ik was er ma- nusje-van-^lles, wat ook inhield. dat ik er paard reed en voor de domme August speelde. In 1936 was het afge lopen. Toen werden Amanda Roberti en Hans Siegfried aangetrokken door het. naar hun zeggen, zo veelbelovende nieuwe regiem in Duitsland, hun vader land. Natuurlijk bleef ik achter. Het eni ge wat ik ze zei was: gaan jullie maar naar de hemel, ik blijf liever in de hel". Sindsdien is Piet Verhulst niet meer in een circus werkzaam geweest. Hij zocht ander werk en vond het gemak kelijk, want „m'n handen stonden niet verkeerd. Ik was gewend allerlei werk aan te pakken". Pas in 1954 hiernieuwde Piet Ver hulst het contact met het circusleven. Eerst toen hoorde hij van het bestaan in Nederland van een Vereniging van Circusvrienden. Hij meldde zich natuur lijk meteen als lid. werd geïnterviewd voor het verenigingsorgaan „Piste" en had toen al weer genoeg van de sfeer geproefd om te besluiten 'n miniatuur- circus te gaan bouwen. Het was niet moeilijk te besluiten welk circus hij levensecht zou nabootsen. „Natuurlijk circus Hagenbeek. Dat was m'n •es- Echt is het Nu dus is Piet Verhulst eigenaar of om in circustermen te spreken, direc teur van een circus en al is het er niet een waarin hij het „hooggeëerd publiek" kan verwelkomen, hij kan er datzelfde publiek wel mee bezighouden, want écht is het. „Ik ben niet zomaar met de bouw begonnen. Eerst heb ik er tekeningen van ge maakt, louter uit m'n geheugen. Toen ben ik stukje voor beetje met de op bouw begonnen. Door drukke werkzaam heden zijn er winters genoeg geweest, waarin ik geen tijd had me met m'n nieuwe hobby bezig te houden, maar nu kan ik zeggen, dat het hele zaakje bij na compleet is en in overeenstemming met het circus Hagenbeek dat me in 1918 als een soort „rattenvanger van Hameln" bij m'n ouders vandaan lokte". Artiesten komen nog Piet Verhulst heeft geen mogelijkheid om dagelijks met z'n circus bezig te zijn, want meestal staat het opgeslagen in de fabriek in Purmerend waar hij nu werkt. Thuis heeft hij geen ruimte om het hele „spul" in vol ornaat uit te stal len. Dat ls geen wonder, want de tent (in circustermen het chapiteau) heeft een doorsnee van 1.68 meter en daarbij komen dan nog 45 wagens, 24 paarden, vijf olifanten, („in Duitsland laten ma ken voor vijftien gulden per stuk"), drie kamelen, drie zebra's en drie drome darissen en twee roofdierenwagens en tien ijsberen. Natuurlijk zijn er ook drie stallen en al even vanzelfsprekend is het dat de entree opgefleurd wordt door vlagge- masten, dat het hele circusspul omge ven wordt door hekken en dat er schop pen, spaden, houwelen en voorhamers zijn, onontbeerlijk voor de opbouw van De artiesten ontbreken nog. Maar ook daar heeft Piet Verhulst een oplos sing voor gevonden. Binnenkort krijgt hij vijftig mensenfiguurtjes van Madu- rodam en als hjj dan ook nog 'n stuk of vijf pony's op de kop heeft getikt kan Plet Verhulst zeggen dat hij in minia tuur een circus Hagenbeek heeft opge bouwd zoals het er uitzag in de t(jd dat het in Scheveningen triomfen vierde Dan hoopt Piet Verhulst nog vaker z'n cir cus voor een zacht prijsje te exposeren („natuurlijk moet er voor worden be taald want het heeft me een schep geld gekost") voor de mensen die er aar digheid in hebben het te zien. Gehen wir mal Daar heeft h(j graag elke keer weer acht werkuren zes voor de opbouw en twee voor 't afbreken voor over, want de onwrikbare liefde die hij in 1918 voor het circus opdeed, is veran derd in de hartstocht om de mensen- van-vandaag waar en wanneer ze maar willen te laten proeven van de echte circussfeer. En als er ergens geen mogelijkheid is zijn circus in z(jn geheel uit te stallen, dan wil Plet Verhulst het doen met dia's die hjj in de loop van 't volgend Jaar gaat vervaardigen. Dan gaat hrj het hele circus slopen om het om wille van de dia's stukje voor stukje weer op te bouwen. Maar dia's of niet, waar Plet Verhulst komt zal in ieder geval de echte clrcusmuziek klin ken, die hij op een bandje heeft opge- demonstraties laat ik de wereldberoem de mars horen die me In 1918 zo heeft gepakt „Oehen wir mal zu Hagenbeek". Broeder Frank, Jean- Paul, en Philippe. De leegstaande kosterwo ning. die tegen de Nederlandshervormde Bergkerk ligt verscho len, is hun klooster ge worden. Met nyvere hulp. zowel van katho lieke als protestantse zyde. is het huis provisorisch ingericht. Provisorisch? „Ja, in de zomermaanden verblijven alle broeders in Taizé". vertelt frère Frank. „De tallozen, die dan daar heen komen, vragen onze volledige aan dacht. Door kampen, retraites en persoon lijke contacten, trachten wij deze bezoe kers onze zielzorg, in oecumenische geest, aan te bieden. In de winter maanden gaan we in kleinere teiten op trek. Gaan met de mensen; vooral in de steden van Europa. Er zijn ook „verborgen" fra- terniteiten. In Amersfoort blijven wij tot Pasen. Twee van ons werken hier nu in een bedrijf; broeder Philippe is illustrator". Een felle prent uit de ate- iplex rond de Bergkerk in Amersfoort. Het huis rechts dient als kloostertje; het grote gebouw herbergt boven de Bergkapel. willen de kloof tussen beide kristallisa- ten zijn en oecumenisch zijn same- gaat. Onze kerk in Taizé heet „Verzoe ning rk": dat zegt genoeg. Zo mogelijk, willen we proberen ook hier de oecumene nieuwe perspectieven te geven. We denken aan gezamenlijke evangelisatie, gezamenlijk bedrljfsnpos- tolaat. weekend-hulp. Kortom: het gaat om de vernieuwing van het christelij ke leven en niet op de eerste plaats om de discussie. We moeten daarbij als Paulus durven hopen tegen alle hoop in. We trachten ons aan te passen vanuit dit leven bij het concrete leven gering mogelijk trachten te maken. De oecumene is als 't ware de nood zakelijke consequentie, het doortrekken van de lijn van ons leven vanuit een groep mensen, die in éénheid toil leven. Om met onze prior te spreken: ,Moe zouden de niet-Christenen ons ernstig nemen, zolang onze broederlijke liefde niet in zijn zichtbare manifestatie door breekt T De eenheid gaat vooraf aan de pastorele benadering van massa's on gelovigen". Wij trachten deze eenheid existent!- ilililü'lti1:!1:.'!,!'!?:!!1!!,;: .!lll||i||;i;;:; I'lliSIUil!:1: 'lliiillil'raüiH Vier man willen oecumene tie nodige rui mie geven Hers van Taizé hangt boven het hoofd van broeder Jan, die zegt: „We zorgen voor eigen levensonderhoud. Maar het accent ligt op het liturgisch gebed en 't oecumenisch apostolaat." Vonk „Ons leven in een kloostercommuni teit wil in het protestantisme 'n vrucht bare spanning herstellen tussen de di- eel te benaderen, als een avontuur. Ze heeft geen vaste vorm. We moeten ons vandaag nog geen vragen stellen, waar op geen antwoord te geven is. Denken we téveel aan morgen, dan vergeten we hetgeen ons vandaag te doen staat. We wachten erop. zonder te weten hoe dit vorm zal krijgen. Het verlangen naar het verlossend woord over de eenheid wordt steeds Intenser. We mer- z"ielzorg~in de parochie en 'n leven I k?n door vele contacten in Tai- beschlkbaarheid en liturgie kloostervorm. We zagen het als verarming, dat het er niet was in 1 zé; we merken 't ook in de korte tijd een van onze aanwezigheid In Amersfoort, j In deze enkele weken mogen we al I dankbaar ervaren, dat ons verblijf I werkt als een „vonk" door heel het land". Voor ons op tafel liggen de zojuist verschenen Nederlandse vertalingen van twee werkjes van Roger Schutz: „Deze dag is van God" en „Levens moed en genieenschap". We krijgen 't advies daarin de verdere ontplooiing van deze gedachten te lezen. De deur „Maar hoe. denkt u elell deze ge dachten vanuit Amersfoort concreet te „Op de •■el ite plaats door een doorlopend gebed ,oor de eenheid. We hopen, dat steeds neer mensen, katholiek zowel als pro- estant. zleh hierbij aansluiten. I»e leur van de Bergkapel staat altijd open. >e oKicictijden van 7.15—7.45 uur; des ulddags van 12.15-12.S0 uur en 's avonds an 19.15-19.45 uur". Deze kapel werd nine tijd geleden gebouwd; een juweel an een geliedsruinite. De negen ra- nen zijn voorzien van glas In lood, ervaardigd door monnlkkunstenaars an Taizé. Roger 8ehutz spreekt van de ,J)yna- mique du provisoire" in zijn gelijkna mige boek. Hij zegt het zo: ,,Waar alle ontwikkelingen steeds sneller verlopen, geeft de dynamiek van het voorlopige, die des te meer vrij laat naarmate men trouw is aan 't essentiële, nog de mogelijkheid altijd opnieuw bezield te worden. Was de roeping van de hervor ming in het begin niet juist dit zich ia het voorlopige houden tegenover wat zij wilde hervormen: een gebeuren dat in het hart van de oude instituties door breekt f Hoeksteen Wat ons betreft in Taizé, wij weten dat wij voortdurend in het voorlopige leven. Onze liturgie en regel zijn Instru menten die ons in staat stellen In de verwnehting van de eenheid vol te hou den. Zijn dit niet in zeker opzicht voor lopige gegevens, die geroepen zijn op de dag van de zichtbare eenheid te ver dwijnen Broeder Frank vult ann: „We moeten consequent zijn met het engagement van onze doop staan In de bepaalde realiteiten". Protestants kloosterleven, terwijl het katholieke kloosterleven tanende Is. „Ik geloof zegt een van de broeders, „dat de houding in dc katholieke Kerk te reactionair ls; een houding, die in de protestantse wereld overwonnen is. De kritiek van de reformatie op het kloos terleven was wezenlijker dan de huidi ge rooms-katholieke reactie, die dikwijls meer de buitenkant van dit leven raakt dan het essentiële." Er wordt gebeld. Nieuwe gasten mel den zich. Iedereen is te allen tijde wel kom. We zijn getuige van de ontvnngst en denken aan het opschrift bij de In gang van de Verzoeningskerk in Taizé: ..Allen, die hier binnentreden, verzoent lovei icheiden zijn". zij die in Broeder Jan schenkt koffie kommen: „Bovendien moet o|I wezigheld hier een teken zijn: een orga nische zichtbare éénheid. Do-- een broederlijke houding, openheid en een positief vooroordeel (préjugé) willen w« daadwerkelijk laten zien, dat chris- De entree lot de Taizé-Bergkupel ls gemarkeerd door 'n hoeksteen, waarin I gehakt staat: „Een stad, die op do Borg ligt, kan niet verborgen blijven". Op do Amersfoortse Berg Is door deze naars broedergemeenschap een teken opge- richt, dat niet verborgen kan blijven, grote noodt tot bezinning en ontmoeting in gebed en gezamenlijke daadwerkelijke bekommernis om één heid In Christus' Kerk. Een teken voor hen, die niet kunnen geloven In een christendom, dat verscheurd Is,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 7