Rietdekker ECHTE RUST
P. VoogtVIND JE PAS OP HET DAK
Uitstervend vak heeft
verleden geconserveerd
„Rieten dak
is sterker
dan pannen
en geeft
vuur ook
geen kansen"
's Werelds kleinste stoomtrein
rijdt straks in Nederland
(Van een onzer verslaggevers)
Je kunt de heer P. Voogt uit Schipluiden geen groter plezier
doen dan door hem te vertellen, dat hij wat jou betreft het dak
op kan. Je hebt het nog nauwelijks gezegd, of hij veert reeds
stralend op uit zijn leunstoel en pakt zijn handig laddertje. Ver
volgens zet hij zijn ijzersterke fluwelen pet op, schiet in zijn
schoenen en begeeft zich met vaste tred naar het verlangde dak.
Van zijn rond, blozend gezicht dampt op dat moment een intense
tevredenheid, want zolang hij maar een dak onder zijn hoofd
heeft, weet hij zich veilig geborgen.
Tegen acht uur 's morgens zet hij zijn
trap tegen de gevel en klimt hij be
hoedzaam naar de schoorsteen, waar hij
dan tot zonsondergang verwijlt. Dat doet
hij, ijs en weder dienende, twaalf maan
den per jaar. Elke dag het laddertje
tegen een gevel, elke dag opwaarts stre
ven naar de nok van een weldoortimmerd
pand. Behalve zaterdags en zondags,
want dan rust P. Voogt. Dan werpt hij
zijn hengel uit in een naburige sloot of
turft hij de daken van de afgelopen week.
,.Ik zou een schep geld kunnen verdienen
als ik in he>t weekeind ook het dak op
ging". zegt hij grimmig, „maar ik doe
het niet. Maandag kunnen ze me weer
krijgen waar ze me hebben willen. Graag
zelfs. Dan ben ik echt niet te beroerd om
Pietepeuterig
knutselwerkje
gaat echt mensen
vervoeren
(Van ome verslaggever)
In een klein werkkamertje
bouwt de heer D. C. C. Morks,
58 jaar, aan 'n groots plan. De
gepensioneerde Shell-employé,
die zich met zijn vrouw twee-
eneenhalf jaar geleden uit Am
sterdam heeft teruggetrokken
In een mooi boerderijtje aan
het Terdlek In het Noordhol
landse Nieuwe Nledorp. wil een
écht rijdende mlnlatuurstoom-
trein maken, die de kleinste ter
wereld wordt. Een luchtkasteel?
Nee! Het echtpaar Morks Is
dezer dagen naar Engeland ver
trokken om tekeningen en ma
terialen voor de bouw van twee
sneltreinlocomotieven te halen.
Het is de bedoeling, dat deze
beide mlniatuurstoomlocomo-
tleven samen met twee werk
stukken die al klaar zijn, „Ro
bert the Devll" en rangeerloco-
motlef „Hugo", een trein van
kleine wagons gaan trekken,
waarin kinderen kunnen mee
rijden. Waar deze ongetwij
feld grote attractie zal gaan
„draaien", weet de heer Morks
niet. „In leder geval niet in
mijn tuin. Dat zou te druk zijn.
Maar ik wil de kleinste rijden
de miniatuurstoomtrein wel
graag ln de omgeving houden.
Misschien in hier wel een plaaU
aan de kust, die er belangstel
ling voor heeft", zegt hij. De
heer Morks heeft nooit aan de
weg getimmerd. Langzaam
maar zeker gnat hij nu toch
echter wel «lie richting uit.
Eukele weken geleden werd
hem gevraagd met een paar
oude miniatuurtreinen deel te
nemen aan de floraliu ten toon
stelling te Nieuwe Nledorp en
hij won er prompt een eerste
prijs. Op die tentoonstelling
was het, dat de heer Morks
aan de „buitenwereld" zijn wel
heel bijzondere hobby toonde...
„De stoomlocomotief boeide me
reeds als kind. Vroeger ging
ik altijd naar de overweg om
naar de locomotieven te kijken.
Ik kende ze allemaal van naam.
Mijn belangstelling gaat vooral
uit naar de EngeLae stoom
locomotief. Uiteindelijk is dat
land ook de bakermat. De En
gelsen hebben altijd een grote
plaate Ingeruimd voor de
schoonheid van de stoomloco
motief. Dit in tegenstelling tot
de Duitsers, die meer prak
tische voertuigen wilden",
Zó groot was de belangstelling
van de heer Morks voor «:1e
stoomlocomotieven, dat hij in
3938 „we wisten, dat het
met de stoomlocomotieven
gauw zou zijn afgelopen"
samen met zijn vriend, een
amateurcineast, 'n film maak-
De heer D. C. C. Morks bij zijn twee reeds vervaardigde werkstukken: op de voorgrond
rangeerlocomotief „Hugo", daarachter sneltreinlocomotief Robert the Devil". Samen met de
twee nieuwe sneltreinlocomotieven, die hij gaat bouwen, zullen ze misschien eens 's werelds
kleinste miniatuurstoomtrein vormen.
HOBBY VAN GEPENSIONEERDE
LEIDT TOT BIJZONDER PLAN
Veertien dagen lang reisde
met allerlei treinen mee
een zo goed mogelijke in
de stoomiocomotie-
de toekomst te be
waren in „De Titaan'', zoals
de film heet. „Ik heb 'm juist
aan het spooi wegmueeum ge
schonken. Over enkele weken
ga ik de film wegbrengen",
vertelt de heer Morks.
Romantiek
Wat trekt hem in de stoom
locomotief? „Dat is moeilijk
te zeggen. Enerzijds is de
stoomioeomotief nauw verbon
den met mijn jeugd. Er gaat
romantiek vanuit. Bovendien
ben ik vertrouwd met stoom.
Ik was machinist op 'n tanker!
Ook hou ik van het handwerk:
ik heb plezier in het maken
van zulke modellen".
In de oorlog maakte de heer
Morks zijn eerste miniatuur-
stoomtrein. De B 900. Drie jaar
deed hij erover. Na 1945 is hij
met zijn vrouw op een jacht
gaan wonen en daar was wei
nig ruimte voor zijn hobby.
Nu is hij gepensioneerd en
heeft er hij alle tijd en ruimte
De belangstelling van de heer
Mork6 gaat momenteel uit
naar de écht werkende, iets
grotere modellen. Vijf jaar
geleden begon hij daarmee. In
Engeland noemt men dat
„garden railway". Voor de
stoomlocomotieven, die de heer
Morks heeft, is minstens een
railscirkel nodig van negen
meter om de voertuigen te
laten draalen. „Bij mijn af
scheid van de zaak kreeg ik
120 meter rails. Maar het staat
er nog ongebruikt. Ik heb meer
genoegen ln het maken. Niet
zozeer in het rijden!", zegt hij.
Werkkamer
Aan de voorzijde van de boer
derij bevindt zich de kleine
knusse werkkamer van de heer
Morks. Vlak onder een vier
kant venster, waar laat ln de
middag en vroeg in de avond
nog enig zonlicht naar binnen
kan vallen, staat de werktafel
met de twee koperkleurige
stoomlocomotieven „Robert the
Devil" en „Hugo". Ingelijste
foto's en een schilderij
uiteraard met stoomlocomotie
ven als onderwerp zorgen
naast de glazen kast met
plastic modelletjes en hang-
potjes met schroefjes, moer
tjes, spijkertjes, enz. voor een
sfeerrijke wandversiering.
„Robert the Devil" heb ik uit
de beroemde serie Flying
Scotsman, die van Londen
naar Edinburgh liep, gekozen.
The Devil weid gebouwd in
1923 en is pas een jaar geleden
gesloopt. De rangeerlocomotief
heb ik „Hugo"' genoemd naar
een jongetje, dat altijd zoveel
belangstelling voor het minia
tuurvoertuig had. Eigenlijk
heeft dit soort locomotieven
nooit een naam. Deze 1106 is
afkomstig uit een kleine serie,
werd gebouwd in 1926 en is
vijf jaar geleden gesloopt".
Sterk gelijkend
Uit foto's, «lie de heer Morks
laat zien. blijkt dat de stoom
locomotieven zo getrouw mo
gelijk zijn nagemaakt. Alles
even vernuftig: de ketel, cilin
ders, zuigers, verbrandings
ruimte, veiligheidsklep, fluitje,
manometer, kraantjes, tender,
smering, schoorsteen, onder
stel, wielen, bufferblokken enz.
Alles is naar maat gemaakt.
De locomotieven kunnen zowel
vooruit als achteruit rijden en
zijn ook voorzien van remmen.
Hoewel het stoken met steen
kool in deze kleine miniatuur-
stoomlocomotieven niet onmo
gelijk is, maakt de heer Morks
gebruik van vloeibare brand
stof. De tender behoudt in
ieder geval zijn functie, name
lijk het bewaren van de opge
slagen brandstof en het voe-
dlugswater vbor de ketel.
Naur Engeland
In Engeland „De Engelsen
zijn wild van stoomlocomotie
ven" koopt de heer Morks
de tekeningen voor het bouwen
van de kleine modellen. Aan
de hand van allerlei boekjes
kan hij nagaan, welk ruw
materiaal (gietwerk) hij bo
vendien nodig heeft uit het
locomottevenland. Het andere
materiaal koopt hij in Neder
land. Alles moet worden be
werkt Slechts manometer,
kraantjes en het fluitje koopt
hij kant-en-klaar.
„Als ik al mijn vrije tijd eraan
besteed heb ik een jaar nodig
om een stoomlocomotief te
maken. Proefdraaien is daarbij
inbegrepen. Zo'n locomotief
kant-en-klaar komt dus wel
op een paar duizend gulden.
Maar het is geen werk v«x>r
amateuie, die nog nooit met
metalen produkten hebben ge
knutseld. Je moet echt wel
metaalbewerker of zoiets zijn".
Te duur ideaal
Waarom gaat de heer Morks
nu een stoomtrein maken
waarmee mensen zij het in
kleine groepjes kunnen
worden vervoerd?
„Ik weet geen raad met mijn
locomotieven. Wat zou ik er
mee moeten doen, als ze klaar
zijn? Om ze nuttig te gebrui-
ken hebben we onze gedachten i
laten uitgaan naar een echte I
stoomtrein. Het is geenszins
mijn bedoeling om mijn hobby
op deze manier rendabel tv
maken, maar met het geld,
dat ik eruit haal, kan Ik weer
aan een nieuwe locomotief
gaan bouwen", aldus de heer
Morks.
„De sneltrelnloconiotleven die
Ik ga maken, krijgen per stuk
een vermogen om ongeveer
drie volwassen personen te
trekken, dus zes kinderen.
Voor de wagentjes, waarop de
„passagiers" kunnen zitten,
zijn 1 wel bredere rails nodig. I
Het zal de kleinste miniatuur-
stoomtrein ter wereld worden".
nog een uurtje door te kruipen, maar d«
zaterdag is voor mij. De zaterdag ii
helemaal voor Voogt en zijn gezin.
Ik ben bijvoorbeeld een grote lief
hebber van dammen. Dammen maakt
rustig. Dammen maakt je tevreden. Als
het weer op de winterdag van dien aard
is, dat ik niet kan werken, pak ik het
bord en de stenen en dan speel ik
spelletje. Dat ontspant. Vissen ontspant
ook en daarom vis ik. Ik ben een en«
liefhebber van rust, van echte rust. Die
vind je bijvoorbeeld ook, als je op het
dak zit. Geen mens, die aan je kop zeurt.
Alleen vogels en af en toe een straal
jager, maar die neem je erbij, want dat
Begrijp je nou. waarom ik rietdekker
ben geworden? Nou zul je bij het gas
werken. Of bij het elektrisch. Je zult er
best goed je brood hebben, maar je hebt
ook een baas, die zegt, hoe het moet. Dat
is niks voor Voogt. Voogt wil de vrij
heid. Laat Voogt nou maar rustig op het
dak zitten. Daar doet hij geen vlieg
kwaad en voelt hij zich gelukkig. Hij zit
immers hoog en droog, want als het
regent klimt hij naar beneden en gaat
hij koffie drinken bij de boer of bij de
molenaar. Dat is bij de prijs inbegrepen.
Inclusief zal ik maar zeggen. Er zijn
dagen bij, dat ik alleen maar koffie
drink. Je zit dan met de familie in de
je praat wat. Neem maar
Voogt aan. dat zoiets ook
keuken
ontspant".
Kluit in riet
Hij schenkt ons een bemoedigende
glimlach en krabt behoedzaam onder zijn
fluwelen vest. Het is een fijne dag. Vol
zon. Vol rust. P. Voogt geniet. Dat is
voor hem niks bijzonders, want dat doet
hij al vanaf het moment, dat hij als
leerling met een oude rietdekker het dak
opging.
Hij is drie jaar soldaat geweest en toen
hij begreep, dat er wel degelijk geen
maarschalkstaf ln zijn ransel zat, heeft hij
zijn toèkomst met 'n voorzichtige kluit in
het riet gestuurd. Dat is nu op de kop
af twintig jaar geleden en in die tijd
heeft hij geen moment spijt gehad. Nooit
bekroop hem de vage lust om iets anders
te gaan doen, nooit werd hij verteerd
door heimwee naar de horizon, die hij
vanaf zijn hoge egelstellingen in de verte
zag dansen. Hij legde rustig zijn twaalf
vierkante meter riet per dag en gooide
op zaterdag zijn hengeltje uit. De avond-
reserveerde hij voor een spelle-
en wat schrijfwerk. En de rest:
silence. Eén zee vol verpletterende rust.
Geen tierelantijnen
Natuurlijk zijn er ogenblikken geweest,
dat P. Voogt dacht: „Zou ik nog meer
kunnen bereiken?" Hij had dan net een
aanbieding gehad om een kapitale villa
België. Duitsland of Frankrijk van
nieuw, solide dak te voorzien. Hij
heeft het een paar keer gedaan, maar dat
n is niks voor hem. Slapen in een
koude hotelkamer en nooit weten of er
dambord in huis is. Dat laat hij
graag over aan zijn collega's, die wat
avontuurlijker zijn uitgevallen. Buiten
land is natuurlijk mooi en het. is zeker
geweldige eer om als Nederlander
te worden uitgenodigd, maar hij heeft
toch liever zekerheid.
Hij heeft zijn eigen rayon, zijn ver
trouwde, vaste klanten. Wat boeren, een
enkele molenaar en af en toe een parti
culier met een hoop poen. De boer be
taalt hem zes gulden per uur, de parti
culier zeven. Dat heeft hij zelf bepaald
ïn dat is dus goed. De boer verlangt
immers geen ingewikkeld sierwerk, geen
tierelantijnen, geen flauwekul. De boer
ïen 9olide dak boven de stal en dat
krijgt hij van Voogt. Vijfentwintig lagen
met dikdraad en koperdraad vast
gesnoerd op ijzersterke latten. Dat zit
dan weer voor de eerstvolgende dertig
jaar en als een westerstorm alle pannen
van de huizen blaast, geeft het riet van
Voogt geen krimpie. Dat ligt als een
schapevacht op zo'n boerderij en een
storm moet van hele goeie huize komen,
wil hij het werk van Voogt aan flarden
trekken.
„De mensen denken dat een rieten dak
minder sterk is", zegt Voogt langzaam,
„maar dat is een leugen. Ze zeggen ook,
dat riet zo brandbaar is, maar ik weet
wel beter. Gooi maar rustig een bran
dende lucifer in die bos daar. Je zult
zien. dat er niks gebeurt, want mijn riet
Hij haalt een doosje lucifers uit zijn
vestzak en strijkt er één aan. Dan gooit
hij hem in de bos riet met het gulzig
manuaal van een pyromaan. Hij kijkt
ernstig en knikt. „Te hard", stelt hij te
vreden vast, „nou zie je het zelf."
Laaiende herfstzon
Voogt heeft zojuist de laatste, zekere
hand gelegd aan het rieten dak van een
boerderij in de Duifpolder. Nou alleen
het schoorsteentje nog bijmetselen en
dan kan hij weer verder als een mars
kramer. Het weiland trilt onder de laai
ende herfstzon, die al dagen boet voor
de zonden van de afgelopen zomer.
Langs de oprijlaan naar de vaart staan
de knotwilgen rechtsgericht en gebogen
als vermoeide soldaten. Verderop ligt
varken snuivend in de zwarte mod
der. met de bollende buik omhuig.
De Duifpolder is een onwezenlijke
ise in de randstad Holland, een groen
anachronisme, dat aan de aandacht van
de welvaartswals ontsnapt is. In de verte
kun je Maassluis en Vlaaniingen zien
liggen en daarachter rookt de voor
uitgang zijn zware fabriekspijp in Bot
en Europoort. Een samenleving in
chemie-neur. Schoorstenen en betonnen
kubussen bepalen de sky-line, vaalgele
dampen hebben de zon een voile voor
gehangen.
Terwijl het land rondom de Nieuwe
Waterweg hijgend en dampend opmar
cheert. maakt de Duifpolder op de plaats
rust. Auto's zijn er onbekend, want de
sen. «lie indertijd het water ver
dreven, hebben niet goddelijke intuïtie
de wegen in de polder zo smal gemaakt,
dat alleen een fletser er gebruik van kan
maken. In de winter binden de bewoners
de schaatsen onder en zeilen ze over de
>ren vaarten naar Delft of Maas
sluis. Niet te vaak natuurlijk, want een
n kun je niet straffeloos te vaak
onderbreken.
Voor de rest leven ze als onderduikers,
Twaalf maanden per jaar zit P. Voogd
uit Schipluiden, ijs en weder dienende,
ergens in Nederland op het dak.
met het water als wachter op de hori
zon en het grasland als veilige buffer
tussen hun erf en de stad, die als een
veelvraat de hectaren opslokt. Ze melken
de koeien en drinken koffie in de keu
ken. En zondags trekken de klokken,
van Maasland hen naar de kerk, waar
heen ze op weg gaan, fietsend achter
Eigen erecode
En eens in de dertig jaar komt P. Voogt
uit Schipluiden naar hun boerderij met
een schuit vol riet. Hij zet zijn ladder
tegen de gevel en klimt zwijgend het
dak op, Diploma's heeft hij niet, maar
de boeren weten, dat hij werkt volgens
hun eigen erecode. Hij neemt rooyaal de
tijd en minder de rust. Machines neemt
hij niet mee, computers en retorten laat
hij links liggen. Hij werkt, zoals het
eeuwen terug al gedaan werd. Hij vlecht
het riet en buigt de draden om het hout.
Dat is alles. Meer doet P. Voogt niet,
maar hij vindt het genoeg. Hij is één
van de laatsten der Mohikanen, die in
zijn arbeid het verleden heeft geconser
veerd en daar wel bij vaart. De tijd
heeft hem daarbij genadelijk gespaard en
zijn jachtterrein onaangetast gelaten.
Een dromerige boerderij in een stille
polder, een molen op de grens van de
eeuwigheid. Omzichtig drinkt hij het
leven door een rietje op.
Knoeiwerk
„Er is weinig ambitie voor dit vak",
geeft hij schoorvoetend toe, „en als je
een hulp hebt gevonden, loop je vlot
dé kans. dat ie op een gegeven moment
met jouw klanten gaat schuiven. Daarom
werk ik het liefst alleen, want dan weet
je tenminste wat je hebt. Ik zit al twintig
jaar op het dak en ik weet wat riet is.
Rechte 9tukken kan iedereen leggen. Dat
is geen kunst, maar nou staat er op
eens een dakkapel tussen of tref je een
dak met een gebogen kop. Op zo'n
moment moet de vakman erbij komen,
want anders wordt het knoeiwerk. Ik
heb overigens goeie hoop, dat mijn zoon
later ook in de zaak komt, want hij heeft
er zin in. In zijn vakanties helpt hij
me al en zaterdags vlecht hij het liefst
rietmatten.
Hij kan een hele goeie rietdek
ker worden, geloof ik, want zo'n
rustige jongen heb je nog zelden
gezien."
P. Voogt: laat zich graag met een kluitje i» het riet stui