LATIJNS- AMERIKA gemeen schappelijke markt NIEUWE INITIATIEVEN VOOR ECONOMISCHE INTEGRATIE PAGINA 11 op weg naar een Vier Latijns-Amerikaan se economen, dr. Raul Prebisch, de Argentijnse secretaris-generaal voor de V.N. Wereldhandel conferentie, dr. F. Her- rera (Chili), president van de Inter-Amerikaan- se Ontwikkelingsbank, C. Sanz de Santa Maria (Columbia), voorzitter van de Inter-Amerikaan- se commissie van het Bondgenootschap voor de Vooruitgang en dr. J. Mayobre (Venezuela), voorzitter van de Econo mische Commissie voor Latijns-Amerika (ECLA) van de V.N., hebben on langs op verzoek van de Chileense president Frei, een plan opgesteld voor een Latijns-Amerikaanse Economische Gemeen schap. Dit plan dat nieu we perspectieven opent voor de economische in tegratie in Latijns-Ame- rika, heeft zowel in Latijns-Amerika, de Ver enigde Staten als in Europa grote aandacht getrokken. In neven staand artikel geeft de Mexicaanse econoom Pe dro Uribe zijn visie op het „Plan Prebisch" voor een gemeenschappelijke markt. Voorts wijst hij op een aantal coördina tieproblemen, die zich in verband met de Latijns- Amerikaanse ontwikke ling voordoen. Het idee van een Latijns-Amerikaanse econo mische gemeenschap is niet geheel nieuw. Zowel het resultaat van de Europese ervaringen op dit terrein als de bijzondere problemen en behoeften waarvoor de Latijns-Amerikaanse landen zich de laatste jaren gesteld zien, zijn er oorzaak van geweest dat in deze richting reeds het een en ander is bereikt. De vorming van de Latijns- Amerikaanse Vrijhandelsassociatie in 1960, het Verdrag van Punta del Este van 1961 betreffende het initiatief van de Verenigde Staten, bekend onder de naam „Bondgenootschap voor de Vooruit gang", en de Midden-Amerikaanse Gemeen schappelijke Markt waartoe Panama, Guate mala, Honduras, Nicaragua, Salvador en Costa Riqa behoren vormen van dit Latijns-Ameri kaanse streven naar eenheid reeds duidelijk benijs. De Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (Inter- american Bank for Development, I.B.D.) heeft hier altijd sterk op aangedrongen en hanteert het „integratiecriterium" als grondslag voor zijn be leid. In dit verband is het interessant op te merken dat op de bijeenkomst van directeuren van deze bank, in 1963 te Caracas, de financiële aspecten van de integratie het centrale thema der be sprekingen vormden- Eind 1964 en begin 1965 zijn twee belangrijke nieuwe, initiatieven aan deze reeks toegevoegd. In de eerste plaats de oprichting van een Instituut voor de Integratie van Latijns- Amerika, dat een initiatief is van de Inter-Ameri- kaanse Ontwikkelingsbank en ook daardoor wordt ge-„sponsored". Vervolgens een plan tot het nemen van maatregelen teneinde te komen tót een Latijns- Amerikaanse gemeenschappelijke markt, ontwor pen door een groep erkende economen èn voor gelegd aan alle staatshoofden, van het Latijus- Amerikaanse continent. Dit plan is het gevolg van een suggestie, afkomstig van de president Chili, de christen-democraat Frei. Begin december 1964 besloot de raad van directeuren van de Inter-Ameri- kaanse Ontwikkelingsbank over te gaan tot de oprichting van het Institute pa ra la Integración de Amerika-Latina" (IPIAL) dat in 1965 zou moeten starten in Buenos Aires. Het instituut zal zich bezig houden met opleiding, research, advies en verspreiding van ideeën m.b.t. het proces van de economische, sociale en politieke integratie van La- tijns-Amerika. Twintig van dergelijke instituten in Europa werden door een missie van de bank bezocht. Hun opbouw, financie ringsmethoden en studieprogramma's werden bestudeerd alvorens het con crete voorstel tot oprichting van de IPIAL werd ingediend. Op verschillend gebied denkt men reeds aan samenwer king tussen de Europese instituten en de IPIAL. Zo zal ei? een speciaal pro gramma voor gezamenlijke onderzoeks projecten worden opgezet naast de ge bruikelijke uitwisseling van studenten, researchspecialisten en docenten. Hierbij dient uitdrukkelijk te worden opgemerkt dat de plannen van de IPIAL zich niet uitsluitend beperken tot het leggen van contacten tussen de regeringen van de Latijns-Amerikaanse j landen; zo kan bijv. aan seminars! en cursussen worden deelgenomen door „een of meerdere regeringen, universi teiten, hogescholen of andere gekwalifi ceerde groepen zowel van publieke als van private zijde". De adviserende functie is echter uitdrukkelijk gebon- den aan zaken van onderzoek en op leiding met betrekking tot de Latijns- Amerikaanse integratie. Plan Prebisch In januari van dit jaar zond president Frei van Chili een brief naar Raul Pre bisch, Felipe Herrera, José Antonio Mayobre en Carlos Sanz de Santa Ma ria, allen topfiguren van verschillende economische organisaties. In deze brief toonde Frei aan dat de Latijns-Ameri kaanse Vrijhandelsassociatie niet doel treffend is en wees hij op de noodzaak van een grote en gezamenlijke krachts inspanning teneinde tot een Latijns- Amerikaanse gemeenschappelijke markt te komen. Frei verzocht Prebisch, Her rera, Nayobre en Sanz een concreet plan in te dienen bij de regeringen van de Latijns-Amerikaanse staten. Kortheidshalve zullen wij dit plan, zoals het uiteindelijk is ingediend, aan duiden als het „Plan Prebisch". Het Plan Prebisch houdt aanbevelingen in betreffende een gecoördineerde han delspolitiek, overeenkomsten tussen de regeringen op het gebied van de coör dinatie van investeringsprogramma's in de strategische industriële sectoren, een aanbeveling voor speciale krediet- en aflossingsregelingen en een voorstel be treffende de institutionalisering van een gemeenschappelijke markt. Het plan doet ook een aantal concrete suggesties voor de minder ontwikkelde (ontwikke- lings-) landen in het gebied, voorname lijk mb.t. langere termijnen voor het bereiken van bepaalde doeleinden van j de gemeenschappelijke handel, techni sche en financiële bijstand en preferen tiële behandeling binnen industrialisa tieprogramma's. Tenslotte wordt een aantal maatregelen in overweging ge geven tot ordening en stimulering van bet lokale private bedrijfsleven. De op stellers van het Plan Prebisch hebben een brede opzet gegeven van de hoofd lijnen waarlangs concrete doeleinden bereikt zouden kunnen worden. Met na druk wijzen zij op de noodzaak van po litieke beslissingen op het hoogste ni veau alvorens enige technische uitwer king van het plan aan te vatten. Inkomensverdeling Terwijl in 1963 het gemiddelde inko men voor Latijns-Amerika ongeveer 400 dollar per jaar was, en Argentinië, Cos ta Rica, Chili, Panama, Uruguay en Ve nezuela in 1963 reeds boven dit gemid delde zaten, waren er, ook na 1963, lan den waar het gemiddelde inkomen veel lager lag zoals in Haïti (77 dollar) en Bolivia (110 dollar). Wanneer men uit gaat van gelijkblijvende prijzen en een gemiddelde jaarlijkse inkomenstoename van 3 procent per hoofd van de bevol king, dan zal Bolivia de 400 dollar over 40 jaar halen, Haïti over 52 jaar, Paraguay over 36 jaar, terwijl Colum bia en Mexico reeds in 1967 zover zul len zijn, Salvador in 1973, Guatemala in 1975, Brazilië en Ecuador in 1976 en Peru in 1979. Rekening houdend met de bestaande bevolkingstoename komt het erop neer dat het reële bruto natio naal produkt in feite met 6 procent per jaar zal moeten stijgen. Voor landen met een monetaire stabiliteit is dit niet moeilijk te bereiken; monetaire stabili teit is echter geenszins regel in Latijns- Amerika. Sinds vijf Jaar b vier meisjes van San Sebastian Garabandal, een klein bergdorpje ln Noord-Spanje, dat geregeld de Heilige Maagd zien. De bis schop van Santander, mgr. Eugenlo Beltla Aldazabal, onder wiens jurisdictie het plaatsje ressorteert, verklaart echter: „Er Is absoluut geen sprake van Marlaverschijningen in dat dorpje!" Monseig neur Beltla Aldazabal is een „montagnard", een man met een recht oordeel, aan wie nog niemand een knol voor een citroen verkocht heeft. IIgelooft vast als een rots, dat er geen verschijningen te San Sebastian Gara bandal plaats hebben. Men verwacht dan ook dat Aldazabal zeer binnenkort formeel de „verschijningen" zal veroordelen als listige bedriegerij. Hiermee lijkt het duidelijk dat de .langere termijnen" waarover het Plan Prebisch spreekt moeilijk zijn te han teren, althans wanneer het erom gaat het inkomen per hoofd te verhogen in landen als Bolivia, Haïti en Paraguay. Wanneer men daartegenover als doel ou stellen de vierhonderd dollar van 1960 te bereiken in 1975 dan zou het groeipercentage van het bruto nationaal produkt voor Haïti 17 procent jaarlijks moeten zijn, Bolivia zou 13 procent moeten halen, Paraguay 11.3 prl Honduras 10.5 procent en de Domini caanse Republiek 9 procent. Nationale investeringen en buitenlandse hulp, al thans wanneer zij uitsluitend binnen de- grenzen van ieder land afzonderlijk worden aangewend, zouden volstrekt on voldoende zijn om ook maar het laag ste percentage te halen. Grote verschillen bestaan ook op me disch gebied. Het kindersterftecijfer va rieert van 170 per 1000 in Haïti en Bra zilië tot 47 en 48 in respectievelijk Uru guay en Venezuela. De bevolkingsdicht heid op het platteland vormt voor som mige landen een ernstig probleem. In Haïti wonen 4110 mensen op i tare, in de Dominicaanse Republiek 1465 personen en in Guatemala 1450. Voor andere landen geldt hetzelfde pro bleem maar dan in de omgekeerde be tekenis van een te geringe dichtheid, zo als 27 inwoners per hectare in Uruguay en 52 inwoners in Argentinië. Voor zo ver het belastingpeil, gezien als 'n per centage van het bruto nationaal pro dukt, gehanteerd kan worden als maat staf voor de inspanningen die men zich getroost om landen tot ontwikkeling te brengen, blijkt dat ook op dit punt gro te verschillen bestaan. Men dient hierbij te bedenken dat de noodzakelijke her verdeling van de inkomens, de ernstige budgettaire problemen en de urgente behoefte aan een gezonde infrastruc tuur van wegen, bruggen en dergelijke openbare voorzieningen in geheel La- .ijns-Amerika een hoge belastingdruk In Peru is dit percentage 17 procent; in Guatemala en Paraguay is het onge veer 6 procent, in Bolivia, Haïti en Co lumbia ongeveer 7 procent. Algemeen is men van oordeel dat deze percenta ges veel te laag zijn om een werkelijk serieuze poging tot ontwikkeling moge lijk te maken. MADRID, Het „mirakel" van San Sebastian Garabandal trekt I sinds 1961 elke zomer en vooral gedurende iedere junimaand steeds meer en meer mensentwijfe laars, gelovigen en nieuwsgie rigen, De dorpelingen danken de „hemel" voor de uitverkiezing van hun plaatsje, dat vijf jaar geleden daar lag in de bergen, onbekend en zonder leven, zoals zovele dorpjes in het Spaanse gebergte. Nu komen er grote groepen mensen naar toe en deze mensen laten allen harde pesetas achter: bij de souve nirverkopers, in de herbergen en in de talrijke, in allerijl tot pension ge bombardeerde bergwoningen, leder een looft en dankt de Santissima Ma- dre de Dios voor haar getoonde voor liefde jegens San Sebastian Garaban dal... en voor de pesetas. Het arme dorpje is op, weg naar de internationa le bekendheid en naar de schittering van de rijkdom!.. „Was die bisschop maar wat schappelijker. De man lijkt f wel een Spaanse stier, zo gauw men hem over de „verschijningen" van San Sebastian Garabandal praat", zei een San Sebastian Garabandaliaar. De kerkelijke hiërarchie maakt zich jerg bezorgd over de gebeurtenissen. Volgens haar zijn de steeds terugko- mende „verschijningen van de H. 'Maagd", annex de „extase" van de vjey meisjes slechts. Jiet lokags van 'n handig gefabriceerde toeristénval. De hele zaak is begonnen in juni 1961. 11 Vier' meisjes van San Sebastian Ga- rabandal, van 11 en 12 jaar, vertel- den thuis, dat zij bij schemering plot- seling een fel licht uit de hemel za- gen vallen. Zij waren naar de plaats gelopen waar het licht was neerge- komen. Daar troffen zij een engel aan die hun, in naam van de H. Maagd, gebood om de volgende dag terug te komen op dezelfde plaats. De volgen de dag begaven Maria Cruz Gonzales- Madro, Dolores Lazon én de twee zusters Conohita en Jacinta Gonzales zich naar de plaats van de „verschij- Voor de ontmoeting met de „hemelse verschijning" hadden zij hun beste jur- ken aangetrokken. Toen 't donker werd, vielen de meisjes plotseling in „ex- tase". Later vertelden zij, dat de H. Maagd hun glimlachend was versche- San Sebastian Garabandal lokt toeristen met verschijningen' De Latijns-Amerikaanse gemeenschappelijke markt zal vooral aandacht be steden aan snellere industrialisatie in de Latijns-Amerikaanse republieken. onooglijk dorpje in het Cantabrische gebergte Planning noodzakelijk Het valt moeilijk in te zien hoe bo vengenoemde problemen en de reeks van andere problemen waarmede de Latijns-Amerikaanse landen worden ge confronteerd, kunnen worden opgelost zonder een algemeen ontwikkelingsplan. Om precies te zijn, het is onmogelijk de aanbevelingen van het Plan Prebisch los te zien van een dergelijk plan. In Ook mgr dr. Pedro Cantero, bis schop van H:ielva, heeft kritische geluiden laten horen over de ver schijningenin San Sebastian Gara bandal. feite liggen een aantal elementen vooi planning reeds in het Plan Prebisch op gesloten, maar een kwantitatieve con cretisering van doeleinden noch van de middelen om die te bereiken, is sedert de totstandkoming van de Latijns-Ame rikaanse Vrijhandelsassociatie voorwerp van stuclie geweest. Naar mijn mening is dit de eerstvolgende stap die gezet moet worden. Hiervoor is 'n vrij zwaar bezet technisch apparaat noodzakelijk dat kan starten met de meest eenvou dige multi-regionale planningsmodellen om te komen tot de meer complexe in put-output tabellen voor ieder land af zonderlijk en voor het continent als ge heel. Het is de taak van de economen in Latijns-Amerika dit mogelijk te ma ken, maar het is duidelijk dat een uit gebreid programma voor uitwisseling van technici daarvoor tevens noodzake lijk is. Een dergelijk programma dient spoedig te starten, hetzij als onder deel van de activiteiten van het nieuwe Instituut voor de Integra tie van Latijns-Amerika, hetzij als uitvloeisel van de activiteiten van andere instituten. anbandel zien vol goede hoop de toekomst dorp tegemoet. Een vernuftig opgezette propaganda zal hun dorp promoveren tot een Spaaiis Lourdes. nen en dat zij hen had toegesproken. „Nuestra Senora" was omringd door een aureool en haar voeten rustten op een kussen van licht". Begrijpelijk baarde het verhaal veel opzien in het dorp. In San Sebastian Garabandal gebeurt nooit iets bijzon ders. De afleidingen zijn er erg sch^a^s. Het dorpje ligt, zoals vele andere dorpjes in het Cantabrische gebergte,gedurende de wintermaan den compleet afgesloten van de bui tenwereld door de metershoge sneeuw. Het dorp beschikt zelfs niet over een enkele telefoon. De volgende dagen waren de ver schijningen het gesprek van de dag, op straat, in de huizen en in de her berg. De een overtuigde de andere en al gauw was iedereen het er over eens: de H. Maagd wilde van San Se bastian Garabandal 'n Spaans Lour des maken. In het begin toonden de mannen zich, tenminste uiterlijk, wat minder enthousiast dan de vrouwen. Maar rond de tafels met glazen vol stimulerende bergwijn was het ieder een na een paar dagen toch wel dui delijk: de „Madre de Dios" verscheen in San Sebastian Garabandal. Het aanschijn van het dorp en het lot van de dorpelingen zou nu gauw gaan veranderen. Degene, die het tegen overgestelde durfde beweren, werd als dorpsvijandig beschouwd. Ondertussen hadden de vrouwen al 'n versierd altaar opgericht op de plaats van de beweerde verschijnin gen, De meisjes, waaraan het dorp al les te danken had, werden door ieder een niet de grootste eerbied bejegend. Iedere dag begaven zij zich naar het „altaar van de verschijningen", waar zij al gauw omringd werden door godvruchtige personen uit de he le omtrek. Negatief De pastoor die San Sebastian bedient woont in een ander dorp. Hij komt al leen 's zondags naar San Sebastian Garabandal voor het lezen van de H. Mis. Tevergeefs trachtte hij 't steeds hoger laaiende heilige vuur van zijn parochianen te temperen. Hij maan de hen aan tot voorzichtigheid. Hij sprak over de kerkelijke hiërarchie, waarvan zij de uitspraak geduldig en gehoorzaam moesten afwachten. Maar de beminde parochianen bleven staan op hun mirakel. Zij vroegen zich af, waarop de bisschop wachtte om hun dorp tot een „Spaans Lourdes" te proclameren. De goede man kwam zelfs niet eens kijken te San Sebasti an Garabandal. Hij stuurde een wij ze kanunnik naar het dorp, ter obser vatie. Deze concludeerde, dat de ver schijningen hoogst waarschijnlijk voortkwamen uit een collectieve hal lucinatie, veroorzaakt door een over dreven, religieuze, kinderlijke vroom heid, die men vaker tegenkomt bij kinderen met een grote verbeelding. De bisschop zelf bleef zwijgen. Hij dacht: de bedevaarten van uit de omtrek zullen wel vanzelf ophouden als de sneeuw het dorp weer geïso leerd heeft. En dat ivas ook ;.o. In de winter was de plaats van de „verschijningen" al leen maar toegankelijk voor de in woners van liet. dorp. Maar toen de sneemo rond San Sebastian Garabandal gesmolten was, kroop de pelgrims koorts weer in de mensen van bui ten het dorp. Het aantal gelovigen en nieuwsgierigen steeg met de dag toen het eindelijk weer zomer ivas. Hon derden en honderden togen naar het kleine bergdorpje, zelfs kwamen er al mensen uit de bisschopsstad, he lemaal uit Santander. De meisjes hadden weer geregeld hun visioenen en zij verzekerden de menigte, dat de H. Maagd weer verschenen was en dat zij gesproken had. Jaar na jaar werden èn de bisschop èn de pastoor èn de mensen van San Sebastian Garabandal koortsiger: de bisschop en de pastoor vanwege de verschijningen, de mensen door de pe setas die zich in de huizen ophoopten. Want het z.g. mirakel herhaalt zich elk jaar ln de tweede helft van juni. Bij elke beweerde verschijning spruekt^üe. H. Maagd met de meis- Spaans Lourdes Een vernuftig opgezette propaganda probeert San Sebastian Garabandal in binnen- en buitenland bekend te maken. Op 19 juni van dit jaar waren verschillende duizenden tegenwoordig bij de „extases" van de meisjes, die nu 15 en 16 jaar zijn. Daar waren ARM SPAANS DORP MIKT OP SCHITTERING VAN DE RIJKDOM niet alleen Spanjaarden, maar ook veel Fransen, vooral uit de Pyre neeën, en zelfs Duitsers. De handel van het dorpje bloeide. En men ging door met dromen over O. L. Vrouw van San Sebastian Garabandal en over grote hotels en enorme souve nirwinkels en over terrasjes met dorstige pelgrims en toeristen en over het kleine dorpje, dat dank zij de H. Maagd, een respectabele stad zou worden! Men droomde en droom de totdat daar opeens voor de geesten het beeld verscheen van de bisschop van Santander Als die niet tot re de gebracht kon worden, zou San Se bastian Garabandal nooit een ander Lourdes worden. Mgr. Aldazabal interesseert zich ech ter meer voor het kerkelijk recht dan voor de verkoop van coca-cola, wijn en souvenirs. De nacht na de verschij ningen op 19 juni sliep monseigneur maar heel slecht. De 20e juni liet hij een communiqué publiceren, waarin hij de priesters en de gelovigen de raad gaf af te zien van elk bezoek aan San Sebastian Garabandal „waar vier meisjes ernstig beweren de H. Maagd gezien te hebben en met haar te hebben gesproken", De bisschop gebood een nieuwe en quête. Op 10 juli verscheen een bis schoppelijk verbod, gericht aan alle priesters en gelovigen om de extases bij te wonen. Het bisschoppelijk ver bod betreft ook allp publikaties in boeken, bladen en kranten over z.g. verschijningen, wonderen of profetie- en in San Sebastian Garabandal. De bisschop verwijst ln zijn verbodbrief naar canon 1399 van het Kerkelijk Recht. Veroordeling Verwacht wordt dat mgr. Beitla Al dazabal eerstdaags formeel de ver schijningen van San Sebastian Gara bandal zal veroordelen en straffen uitvaardigen waaronder, indien nodig zelfs die van de excommunicatie, te gen degenea die serieus materialiter of normaliter - meehelpen aan de dwaze droom van een Noordspaans Lourdes. De kerkelijke hiërarchie be schouwt de verschijningen van Sen Sebastian Garabandal doodeenvoudig als een toeristenval.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 11