OPPENHEIMER, IEDEREEN TERUG VAN ■VAKANTIE ÖESSS Verkeer f is weer menens is ZATERDAG 18 SEPTEMBER 1965 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 (Van onze correspondent) PARIJS. Wij schrijven sep- i tember 1965. De vakanties zijn weer achter de rug. Parijs loopt irljangzaam vol. Het, grote voordeel ,a«Ws, dat de winkels weer allemaal open zijn. Afgelopen met het wachten in de rij voor de bakkers winkels, die op een paar uitzon deringen na in augustus gesloten grc waren. Onze slagersbaas met zijn gebruinde gezicht en de slagers knechts met hun ring- en punt baarden staan weer als vanouds achter de hakblokken. ,HET BEGON IN HIROSJIMA Z-WOTe CICinVClI Op schepper van de atoombom Sensationele publikatie van vroegere medewerker De Place de la Concorde op een rustige vakantiedag. Parijzenaars weer onder elkaar eu I nd het kleine winkeltje op de hoek „weer de vuile was en lakens en slopen n'j_,aan. Ze zien er goed uit, die twee. De vier weken vakantie bij Nice aan de Middellandse Zee hebben hun goed ge- órèdaan. Met trots laat zij haar bruin s, gestoofde armen zien en hij wijst op rijn luxe auto, die het met een ge middelde van tachtig in Wn ruk heeft gedaan, helemaal van Nice naar de Parijse voorstad Suresnes. De rekening zullen wij, klanten, in de komende weken wel gepresenteerd krlj- SEigen, want de wasbaas heeft door laten schemeren, dat de prijzen omhoog gaan. Zoals alles hier in Frankrijk geleide- I96fl]ijk stijgt. Langzaam, maar zeker. Van ne op de andere dag vraagt de patron van onze bistro voor een kop koffie aan de comptoir 55 in plaats van 50 centime. Zestig centime als we "41n op een stoe' ^tj Ka^n zitten. Wat nv (moeten we? De cafés mijden en voor as taan een kop koffie thuis drinken? Maar ti «daarmee verdwijnt een stuk aardigheid re jlian het Parijse leven. De gezelligheid ■re i -&n het slurpen van een kop koffie aan t"fde bar en luisteren naar de verhalen. ajJ~ dat de slechte zomer te danken is aön de bewoners van Mars^die wraak nemen se* omdat wij onze satellieten en automa tische fotografen op hen afsturen, zouden jJwe niet graag missen. Ij Weer onder elkaar UU Het volle PariJs heeft dus wel voor delen. We zijn weer onder elkaar. De buitenlandse toeristen zijn weg. Op de grote boulevards en op de terrassen kun nen wij elkaar weer in het Frans aan spreken. Eén van de nadelen is het weer sterk toegenomen verkeer. In de vakan tiemaand augustus reden wij uit Sures- nes naar de binnenstad in twintig minu ten. Over de Champs Elysées, als de verkeerslichten een beetje meewerkten en achter elkaar op groen floepten, met zeventig, tachtig kilometer per uur. Na 1 september wordt het van huis naar de binnenstad weer drie kwartier en 's avonds, op het spitsuur, een goed uur. Ook is een nadeel, dat de hulpagenten, die betaald worden om te bekeuren, weer van verlof térug zijn. In de twee vakantiemaanden juli en augustus ge loofden de paar ln Parijs achtergebleven agenten het wel. Als zij zagen dat een automobilist in zijn auto dook om stille tjes in de blauwe zone de parkeerschijf te verzetten wat normaal een dood zonde Is en met een dubbele boete wordt gestraft keken zij de andere kant Uit en deden of hun neus bloedde. Maar met een hulpagent valt niet te marchan deren. Zijn boekje met de bekende blauwe bonnetjes zit los ip zijn zak. Als hij niet 's avonds op het commissariaat van politie zoveel bekeuringen franc per stuk inlevert, deugt hij niet voor zijn vak. I Dodenhoekje Komkommertijd of niet: ergens op eer binnenpagina, weggedrukt in een onlees- De winkeliers bare hoek. kan men lezen, dat in het weekeind zo'n zeventig, tachtig mensen op de weg door ongelukken om het leven zijn gekomen. Ieder jaar 11.000 doden en 200.000 gewonden. In de afgelopen tien jaar, alleen door verkeersongelukken op de weg, 72.000 doden en 1.800.000 gewon den, van wie 500.000 voor hun verdere leven verminkt. De Paris Jour heeft de kat de bel aangebonden en het oordeel gevraagd van Maurice Trintignant, een van Fr ank rijks bekendste coureurs, die vijfmaal het kampioenschap van Frankrijk op zijn naam heeft staan. Maurice houdt snelle wagens en ls snelheidsbeperking op de weg. Wie hard wil rijden, moet aar gaan, op voorwaarde, dat hij over de nodige capaciteiten be schikt om snel te kunnen rijden. Mau rice stelt voor. dat de overheid voortaan drie soorten rijbewijzen verstrekt: een rood. een oranje en een groen. Met een rood rijbewijs zal de automobilist niet sneller mogen rijden dan 120 kilometer per uur en aan een streng examen moeten worden onderworpen. Hij zal niet alleen de code de la route (ver keersreglement) van bulten moeten ken nen, maar ook op gladde wegen moeten kunnen slippen, juist afstand weten te schatten en bochten kunnen nemen met 100 kilometer snelheid. Het oranje rij bewijs zou geldig moeten zijn voor maxi mum 150 en het groene rijbewijs voor maximum 175 kilometer. Vanzelfsprekend wil Maurice aan ieder rijbewijs een strenge medische keuring verbinden, zo dat voortaan uitgesloten is. dat Iemand met een slecht gezichtsvermogen 150 kilometer of harder rijdt. ROME Een vroe gere medewerker van prof. Robert Oppenhei- mer heeft in Italië een boek gepubliceerd, waarin hij een zware aanval doet op de schep per van de atoombom. De wereldberoemde atoomgeleerde, die zo wel wetenschappelijk als moreel een groot aanzien in de gehele we reld geniet, wordt hierin niet meer en niet minder dan dubbel spel, politie ke onbetrouwbaarheid, verraad van een vriend e.d. verweten, in een dusdanige scherpte en gestaafd met zo veel moeilijk te betwisten documenten, dat het Italiaanse publiek, dat van deze beschuldigin gen merkwaardiger wijze vóór alle overige landen kon kennis ne men, zich met enige spanning afvraagt of daarmede de mythe Op- penheimer een zware deuk gekregen heeft. In ieder geval wacht men hier op de eerste reacties van Oppenheimer en uit Amerika. Het boek waarvan we spre ken draagt de titel: „Comin- clo ad Hiroshima'- (Het be gon in Hiro6jima). uitgeve rij Edtzioni de Oomunitè. De auteur is de Amerikaan, prof. Haakon Chevalier, die op het ogenblik in vrij be scheiden omstandigheden in Frankrijk leeft. Het verhaal van Chevalier komt- in het kort hierop neer: de auteur heeft ln de oorlog en daarna met Oppenheimer samen gewerkt in het Amerikaanse atoomcentrum Los Alamos. Dit contact tussen Chevalier en Oppenheimer heeft ln het geheel acht jaar geduurd. In deze tijd heeft Chevalier de atoom geleerde als mens en trouwe geïnteresseerde vriend leren kennen, die vooral zijn medeleven met de lotgevallen van Chevalier toonde, toen deze zijn baan verloor en peen werk meer kon vinden, omdat de Amerikaanse veiligheidsdienst tegen hem bezwaren gemaakt had. Chevalier, een tijd pro fessor aan de universiteit van Califomië, moest tenslotte Amerika verlaten en in Frankrijk een baan zoeken. Pas later, veel later, ontdekte Chevalier tot zijn grote verbazing en verontwaardiging dat niemand anders dan Oppenheimer de oorzaak van al deze moeilijkheden en de aanleiding tot de regering gevraagd. Geen principieel het einde van zijn wetenschappelijke carrière was. Zo stelt bezwaar, heeft de minister van Binnen- Chevalier het tenminste ln zijn boek voor en hij voert hier- landse Zaken geantwoord, maar het voor- voor argumenten en documenten aan die op het eerste ge stel stuit af op financiële moeilijkheden. 1 zicht moeil'jk te ontzenuwen zijn. Om slipscholen te bouwen zou men over- De feiten blijken namelijk uit de in 1954 gepubliceerde al in Frankrijk moeten beschikken over i notulen van de commissie van onderzoek, die met het geval snelheldsbanen als die op Montlhéry en belast was. Hieruit, uit de briefwisseling tussen Chevalier daan-oor is geen geld. en Oppenheimer en uit de beweringen van Chevalier zelf. zou kunnen worden opgemaakt dat Oppenheimer op zijn minst een hoogst merkwaardig en moeilijk te verantwoorden ge drag aan de dag legde. In augustus 1943, zo ls in het boek van de Amerikaans-Franse "professor Chevalier te lezen, heeft Oppenheimtr aan de kolonel van de Amerikaanse veiligheids dienst in Los Alamos, de heer Pash, medegedeeld dat in het atoomcentrum een Engelse ingenieur werkte, mr. Eltenton, die tevoren enkele jaren in Rusland gewerkt had en die nu een Amerikaanse medewerker van Oppenheimer verzocht, vinden wij het onrechtvaardig, dat de Amerikaanse atoomgeleerden voor een uitwisseling van er- machintst van een sneltrein Milaan— varing en itennls met Russische atoomgeleerden te winnen. Parijs, die misschien niet eens door eigen Oppenheimer wilde eerst de naam van zijn Amerikaanse schuld het rode licht niet heeft gezien, medewerker niet noemen, maar zei dat deze Amerikaan reeds zijn betrekking kwijt raakt en dat eenmet enkele geleerden contact opgenomen had. Een paar wilde automobilist, door wiens schuld maanden later noemde Oppenheimer de naam van zijn me- doden en gewonden vallen, gestraft wordt dewerker aan generaal Groves: de man heette Chevalier met tijdelijke intrekking van zijn rij- Hiervan heeft Chevalier pas veel later gehoord. Hij was bewijs. I wel reeds in 1946 over deze kwestie ondervraagd en gaf toe Voorlopig zullen de wekelijkse staatjes van zestig tot tachtig doden per week eind nog wel niet uit de Parijse kranten verdwijnen. Wij zijn er zo aan gewend geraakt dat wij nauwelijks meer opkijken als dat schrikbarend aantal doden en gewonden door de nieuwsomroepers voor de radio wordt voorgelezen. Hoogs: dat hij door de Engelsman Eltenton was benaderd, doch dat hij hierover slechts met één persoon had gesproken: zijn baas Oppenheimer. toen voorzitter van de atoomcommissie die het atoomcentrum beheerde. Chevalier had toen niet het minste vermoeden dat het Oppenheimer was. die hem ln het kwade licht had gezet. Een „idioot" Uit het onderzoek, dat ln de tijd van het McCarthyisme. dus ln 1954. tegen Oppenheimer was ingesteld, blijkt nu dat Op penheimer gedurende de ondervraging verzocht werd te ver klaren waarom hij Chevalier in deze gevaarlijke positie had gebracht. Uit de antwoorden van Oppenheimer ls te conclu deren dat de zaak verzonnen werd en wel „pmdat Chevalier dat Chevalier onschuldig was, terwijl hij hem ln 1943 aan een een Idioot was", zoals zich Oppenheimer moet hebben uitge drukt. In 1954 heeft Oppenheimer dus praktisch toegegeven vreselijke verdenking blootgesteld had. Chevalier vertelt uitvoerig van de grote menselijke belang stelling van Oppenheimer in al die Jaren, van zijn bereidheid hem te helpen etc. en hij toont deze houding van de atoom geleerde aan de hand van authentieke brieven aan. Hij ver klaart 't gedrag van Oppenheimer: diens vroegere marxis tische overtuiging, die volgens hem zeker tot '40 heeft ge duurd, z'n vrees voor 'n Duitse overwinning, die hem ertoe rbacht tegenover de Russen toegevend te zijn, en temdotte t vermetele zelfbewustzijn dat Oppenheimer meer en meer ver vulde toen hij rich van de enorme betekenis van zijn schep ping, de atoombom, bewust werd. In dit geheel nieuwe beeld van de grote geleerde Oppenheimer zijn hier zeker enkele vertekeningen aangebrachtdie door persoonlijke tegenstellingen en verschil van temperament, door jaloezie en misverstand, zullen zijn ontstaan. Een aantal feiten echter die Chevalier noemt en met documenten staaft, vragen tenminste een opheldering. Duitsers voor de vraag: (Van een oneer redacteuren) DEN HAAO Achtendertig en Schaumburg zou willen terugzien. Er- hard is architect en toonbeeld van - I Duitslands welvaren na de oorlog, en half miljoen W«.t<hüt.e kleaer, moeten me( r0cht en re„en kan hlj z|Jf' zers voorhouden: nog nooit had u het zo goed: er is zekerheid tegenover het buitenland door de band met de De drukte op de Champs Elysèes die in augustus wat us ujyenumen, i. I gekeerd. Eindeloze rijen auto's kruipen omhoog of dalen omlaag Place de l'Etoile t e Are de Triomphe oprijst. morgen hun stem geven aan de christen democratische „Sleherhelt" of het „Sl- cher 1st sicher" van de Sl'D. Met deze verzekering dat het bij hen het beste is kijken Erhard en Brandt vanaf de aanplakzuilen naar het Duitse volk: „1 kunst 's nachts rustig slapen want wij geven u zekerheid", zegt Erhard, en Brandt daaroverheen: „Eenmaal moet u het toch eens proberenwant met de socialisten aan het bewind wordt al les noch mal so schön". De kiezers staan voor een moeilijke keus nu de socialisten zich hebben mees ter gemaakt van het succesrecept dat de CDU-CSU al zestien jaar aan de Duitser heeft voorgeschoteld. De 68-ja- rige Erhard ls er als minister' van Eco nomische Zaken geweldig populair mee geworden, en die populariteit heeft hij als kanselier maar niet '-«innen verlie- jzen. Erhard verkeert in de merkwaar dige positie dat men hem geen al te beste kanselier vindt, maar dat de gro-lln populariteit Itfe meerderheid herti toch in palels'Erhard. Een NAVO-partners en in het binnenland omdat met de komst van de welvaart de werkeloosheid is uitgebannen. Minder populair Brandt kan hier weinig tegen inbren gen. De 51-jarige burgemeester van Ber lijn heeft zijn kritiek gericht op de stij gende prijzen, op de verwaarlozing van de openbare gezondheidszorg en het onderwijs. De Duitse socialisten hebben ervoor gewaakt hun Engelse collega's na te volgen door te dreigen -net na tionalisatie van industrieën. De parti culiere eigendommen zullen niet wor den aangetast wanneer de SPD aan de regering komt. Maar het is de vraag of dit voldoende is om de party de meer derheid te geven. Willy Brandt haalt het •n.naal niet bij prof. e nederlaag van Brandt hij heeft in 1961 al van Ade nauer verloren zou weieens kunnen betekenen dat hij zijn plaats de volgen der keer moet afstaan aan b.v. Frits Erler, de leider van de fractie in de bondsdag. Op het terrein van de buitenlandse po litiek bestaat tussen beide partijen nau welijks verschil van mening. Ook Brandt geeft volledig steun aan de allianties die Duitsland weer op de been hebben geholpen: de NAVO en de EEG. Als Westduitser is hij anti-communist en voorstander van een nauw bondgenoot schap met de Verenigde Staten. Natuur lijk zijn er verschillen met de CHU: beide partijen willen praten over de Duitse hereniging, maar Brandt wil dit rechtstreeks met Moskou, terwijl de CDU het gesprek via Washington, Lon den en Parijs wil laten lopen. Belde kandidaten hebben hun verkie zingsstrijd met veel energie gevoerd. Erhard heeft er de laatste maand zo'n 18.000 kilometer voor afgelegd en Brandt zelfs 30.000. Belden hebben in honderden redevoeringen hun argumeii- naar voren gebracht, maar toch voor betrekkelijk weinig vuurwerk ge-ide liberale leider dr. Erich Mende, dat zorgd. De eanipagne Is niet te vergellj- oud-minister Franz-Joseph Strauss niet ken geweest met Mjvoorbecwd de Anie- in het kabinet wordt opgenomen. En dit rfkoanse of Britse verkiezingsstrijd van kan de CDU moeilijkheden opleveren de laatste jaren. Het vuur Is meer van met de CSU waarvan de oud-minister andere zijde gekomen: van Adenauer van Defensie voorzitter is. Strauss heeft die liet Amerikaanse outwapeningsplan drie jaar geleden zijn post moeten op- in (ienève Ineens „monstueus en ge- geven na de arrestatie van een journa- vaarlljk" noemde en korte tijd later list In Spanje en onjuiste voorlichting verklaarde dat een grote coalitie met van de Bondsdag. Maar Strauss telt de socialisten misschien wel een goed nog mee: hij is briljant en ener- idee zou zijn. Dit laatste is een idee dnt j giek en, volgens zijn tegenstanders, ge- Erhard helemaal niet aanstaat. 1 vaarlljk ambitieus. Coalitie? In totaa' nemen elf partijen aan d« verkiezingen deel. De meeste maken Toch bestaat de mogelijkheid dat de evenwel geen kans ook maar een enke uitslag van de verkiezingen ertoe gaat le zetel in de Bondsdag te verkrijgen, leiden. De CDU-CSU had ln 1961 met Een uitzondering hierop zouden kunnen 242 zetels (tegenover 190 van de SDP)j vormen de communistische „Deutsche de steun nodig va nde liberale FDP (67) j Friedens Union" en de neo-nazlstische om een regering te kunnen vormen. „Nationaldemokratische Partei Deutsch- Wanneer de beide grote partijen elkaarl lands", waarvan enkele kandidaten on zondag in evenwicht houden een ab-j langs een bloemenhulde hebben ge- solute meerderheid voor een van belde: bracht aan de graven van enkele "top- zit er nauwelijks in dan komt op-1 nazi-oorlogsmisdadigers bij de gevan- nieuw de FDP „op de wip" te zitten.genis van Landsberg. Want ook het ver- Maar voorwaarde voor deelname aan leden heeft In het Duitsland van. van een nieuw» regering met de CDU la voor' daag nog niet afgedaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 9