ook VOOR JOU Oecumene in de danszaal heeft geen enkele waarde' een vakantie met spanning ONS KNUTSELHOEKJE ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1965 DE LEIDSE COURANT PAGINA 10 De auto moet toen de zijweg inge draaid zijn naar het kasteel. „Maar waarom al die drukte Jan, ik zie daar niets opwindends in". „Nee", zei Jan, „maar wacht maar even tot ik het jullie heb uitgelegd". En toen begon hij hun een korte be schrijving te geven van de theorie, die hij had opgezet. „Lieve help" riep Piet, toen hij klaar was. „Dus jij denkt, dat die kerels, waarvan wij verohderstellen, dat zij 't kasteel moesten repareren, werke lijk dieven zijn, die al die tijd 't kas teel gebruikt hebben als hun hoofd kwartier?" „Ja", zei Jan, „en als jullie er goed over nadenken, ben ik er zeker van, dat jullie mij gelijk zullen geven. Waarom, zo vraag ik jullie, zijn ze er zo op gebrand om bezoekers ver van het kasteel af te houden?" „Omdat hij bang was, dat zij te veel zouden zien", zei Lex prompt. „Precies! En waarom gingen die werklieden vrijwillig by Sir George werken gedurende hun vrije tijd? „Wel, om er precies achter te ko men, hoe het huis er van binnen uit zag", vulde Sjaak opgewonden aan. „En om uit te zoeken, waar de kost baarste stukken zich bevonden", voeg de Joost er triomfantelijk aan toe. Jan knikte. „Ik zeg jullie, dat alles zo klaar is als een klontje. We moeten de inspecteur voorstellen onmiddellijk de auto te laten opsporen. Ik ben al leen bang, dat hij al weg zal zyn van de schuilplaatsen met zijn speurgroep, voordat wij 't politiebureau kunnen bereiken. „Maar kunnen wij de politie niet opbellen?" vroeg Sjaak. Doch Jan schudde z'n hoofd. „Het is een te lang verhaal voor 'n telefoongesprek met de politie en als moeder het hoort! „Nee. we kunnen het best vlug ont bijten en dan de zeilwagen mee naar het strand nemen, net alsof er niets bijzonders aan de hand is. We kunnen dan bij het politiebureau binnenlopen en de inspecteur het verhaal vertel len. Komt mee, jongens, laten we geen tijd verliezen." Wassen, aankleden en eten. het ging allemaal even vlug. Met de zeilwagen op sleeptouw ging het nu op weg naar het dorp. Maar een grote teleur stelling wachtte hen daar. De dienst doende agent vertelde nl. dat de in specteur al meer dan 'n half uur weg was en pas laat in de middag zou te rugkomen. Hij luisterde wel geduldig genoeg naar Jan's verhaal, maar toen de Renault werd genoemd, schoot de man in een harde lach. „Nee, nee, m'n jongen", zei hij, dat is onmogelijk. In werkelijkheid heeft mr. Collier, de meesterknecht op het kas teel, de vriendelijkheid gehad zijn auto ter beschikking te stellen. In specteur Craddoch is er juist een half uur geleden mee weggegaan." „Maar ziet u dan niet", legde Jan uit, dat dit alleen maar is om de po litie op een dwaalspoor te brengen. Misschien is de bende van plan een poging te doen om te ontsnappen en wel deze morgen, nu de kust vrij is. U moet niet vergeten, dat het één van de arbeiders van het kasteel was, die hen wegzond om deze dwaze speur tocht te maken naar de heuvels." Maar de agent grinnikte slechts en advi seerde de jongens niet voor detective te gaan spelen. Buiten in de hoofdstraat stopten zij en keken elkaar wanhopig aan. Maar Jan wilde zich toch niet verslagen voelen. „Ik weet zeker, dat ik gelijk heb, zelfs al denken alle politieman nen er anders over", zei hij. „Kom mee naar het postkantoor, ik ga de politie in Market Torbury bel len en dan zullen we eens zien, wat zij ervan zeggen. Als we geen succes hebben, gaan we ook naar de heuvel om de inspecteur te vinden. Ik weet zeker, dat hij ons zal geloven, hoe dan ook". Toen zy het postkantoor bereikten, hoorden zij. dat de telefoon defect was. „Ik weet niet, hoe het komt", zei de telefoniste. De lijn is sinds 10 mi nuten kapot." „Dat bewijst het al, zei Jan, toen ze weer buiten liepen. Die kerels pro beren nu te ontsnappen. De telefoon draden zijn al doorgesneden." „Maar de auto", zei Piet, „hoe kun nen zij weg zonder auto? De Renault is onderweg naar de heuvel met de inspecteur. Zij moeten een ander plan hebben. Ik geloof, dat ze nog een vrachtauto hebben op het kasteel. Misschien hebben zij „Maar luister eens! (Wordt vervolgd) Correspondentie We gaan weer verder met de ver haaltjes van de kinderen. Een derde klassertje van de Sint Antoniusschool heeft geprobeerd een versje te ma ken. 't Lukte niet overal even best. maar dat hindert'niet. Jammer dat er geen naam onder stond. IN DE BOOT Zo, nu gaan we lekker. In die nieuwe, mooie boot. Het is heus niet zo gevaarlijk. Het is een ondiepe sloot. Maar die kleine neger Bim-bim, Die Jiiet veel van varen houdt, Is toch wel een beetje bang hoor, O, wat kijkt Bimbim benauwd. Maar nu is Bimbim niet bang meer. Met zijn rode mutsje wuift hij. Kwak-kwak, die daar op die steen zit. Denkt: wat komt er nu voorbij? Jantje roept: „zeg, wil je mee soms? Het is leuk hoor, stap maar in. En kwak-kwak, de groene kikker, Zegti „ja graag, ik heb wel zin". Joke Mathot: OP REIS Ik ben met mijn oma en mijn opa naar Limburg geweest en ook mama en papa en mijn zusje zijn mee ge weest. Toen we in Limburg waren tijn we naar de Lindelaan 27 gegaan, dat is een hotel waar we heerlyk ge geten hebben en ook geslapen. De volgende dag hebben we heerlijk ge toerd en zijn we naar het Drielanden punt geweest, dat is vlak bij België en Duitsland. We hebben heel wat moois gezien. Het was alleen jammer dat het zo regende. Laurens de Does: DE VAKANTIE Ik heb een fijne vakantie gehad. We zijn naar de Efteling geweest. Daar waren heel veel sprookjes. Er was een put van vrouw Holle en als je daarin keek, zag je het sprookje. Er waren langs de weg paddestoelen, waar muziek uit kwam. We gingen door een hek en kwamen toen in het sprookjesbos. We zagen daar een heel grote reus en steeds kwam zijn nek omhoog. Er waren de dansende schoentjes. Er waren ruiters die op trompetten speelden. Het is een fijne dag geweest. Later gingen we weer heel lang in de trein en dat was ook leuk. Adrie Wijzwas, Leiden: VISSEN My'n broer en ik gingen om half zeven *s morgens, naar de Vliet om te vissen. Ik legde mijn dobber in en hij ging meteen onder. Ik sloeg op en ik had een snoek. We deden hem in het leefnet. Toen deed ik een wurm aan het haakje, ik legde weer in, m'n sim ging onder en nu was het een paling. Het haakje zat in zijn strot. Ik sneed toen zijn kop er af. Nu deed ik weer een wurm aan de haak en legd weer in, maar nu kwam er een grote rat op af. Ik nam het derde deel van mijn hengel en gaf hem een klap maar mis hoor, hij wou op my af springen. Ik sprong op zij, gaf hem nog een klap en toen bleef hij dood liggen. Ik ging weer door met vissen, legde in en nu was het een blei die aan de haak zat. Ik deed hem in het leefnet. Zo ving ik ook nog een baars. Onderdehand was het twaalf uur ge worden. We moesten naar huis om te eten. 's Middags zijn we met vijf jon gens in de Vliet gaan zwemmen. Cor Droogh, Leiden: HET SCHOOLREISJE We gingen eerst naar Madurodam. Daar was het leuk. We zagen een trein en een vliegveld, allemaal klei ne poppetjes. De vliegtuigen reden echt. Er was een orgelman, die aan een orgel draaide. Een waterskiër zat fcchter een motorboot. In een weiland zat een boer te melken. Op een grote autobaan reed de brandweer. Er stond een kerk, waar muziek uit kwam. Toen zijn we in de bus gaan eten. We reden naar Avifauna. Daar was een spookhol. In dat hol was het pik donker en langs de kanten waren prachtig verlichte schilderijen met molens er op. Ook was er een dieren tuin bij met allerlei beesten. Er liep een duif, die niet kon vliegen. Later zijn we nog naar de speeltuin-geweest en toen naar huis. Marijke Verplancke, Lelden: HET STOUTE ELFJE Op zekere dag kwam elfje Jolinda uit school. De school was een oude boe- renklomp. Moeder fee kwam van de trap gehold. „Is daar iemand?" „Ja mammie, ik ben al 5 minuten thuis". „O, luister eens. Er is een brief ge komen van oom Wijsneus en tante Kapoen". „O, wat fijn! En wat stond er in?" „Er stond in, dat we met z'n allen mogen komen logeren". „O, wat heerlyk. Mogen we alle maal?" „Ja allemaal. Maar waar is Wipneus en Peggie?" „O, die zyn nog op school", zei Jo linda, „en waar is Koentje?" „Die ligt nog in de wieg". „Zeg Jolinda, ik ben aan 't koffers pakken. Help je me?" „Goed, maar wanneer gaan we?" „Over 4 dagen al". Samen holden ze de trap op. „Maar mammie!" „Ja, kindje!" „Mag pappie niet mee?" „Ja natuurlijk wel". „Wel fijn". Ze gingen weer door met pakken en na een uur was alles klaar. Ping! ping! ging de bel. „Doe eens open Jolinda". Daar kwamen Wipneus en Peggy. „Hebben jullie het nieuws al ge hoord?" vroeg Jolinda. „Dat we mogen logeren?" zei Wip- „Ja ,dat weten we allang", zei Peg gy- „Hoe weten jullie dat?" „O. we kwamen de postbode tegen en die vertelde het." „We gaan, inpakken," zei Peggy. „Nee niet nodig, dat hebben mam mie en ik al gedaan." Heel blij gingen de vier dagen voor bij en eindelijk was het zo ver. Ze gingen met de trein: vier klompen op wielen, die aan elkaar zaten met een nylonkous. Moeder zat met Peggy en Koentje en vader met Jolinda en Wipneus. Na een uur rijden waren ze er. Ze pakten hun koffertjes en stapten uit. Ze had den nu drie weken pret. Oom en tante hadden drie kinderen: de jongens Tim en Tom en een meisje Rinda. Wipneus speelde meest met Tim en Tom. Op een dag hadden Rinda en Peggy een plannetje. Ze waren jaloers op Jolinda, omdat die zo gehoorzaam was. Ze deden een spelletje, wie het eerst op een rijdende auto sprong. Jolinda deed ook maar mee en ze had gewon en nu er af Jolinda!" schreeuwden ze. Jolinda deed het en boem, daar lag ze op de grond. Moeder holde naar buiten. „Jullie stouterds! Jullie zijn al 10 jaar en zij nog maar zeven." Jolinda had een gebroken arm. Drie weken duurde het, eer zij beter was. „Die deugnieten toch!" Maar Jolin da vergaf het. T T T T OP VAKANTIE IN HARDERWIJK Ik ben daar naar het strand geweest en het was daar heel leuk. Vlak bij het strand is een speeltuin met glij banen en hoge schommels. Naast de speeltuin is een grote vij ver, daar zwemmen zeerobben in. Die zeerobben worden ieder uur gevoe derd. Dat is een leuk gezicht om naar te kijken. De zee is daar niet diep, je kunt er heel ver in lopen. Evelinde Heintjes, Leiden SPINNETJE ZILVERDRAAD Er was eens een spin en die heette Zilverdraad. Hij woonde in een koe koeksklok. Op een keer kwam hij naar beneden. Daar kwam hij de koning van de spinnen tegen. Hij moest een karweitje opknappen en dat was een web maken. Hij nam het aan en hij deed er een dag en een nacht over. Eindelijk was het klaar en hij ging naar de koning. Deze woonde in een prachtig paleis. Er stonden schildwach ten voor de brug. „Wat moet je?" vroegen de schild wachten. „Ik moet de koning spreken." „Waarover?" „Z'n web is klaar en dat kom ik nu zeggen." „Loop maar door." Zo kwam hij bij de koning. „Majesteit, uw opdracht heb ik ver vuld", zei Zilverdraad. „Ik kom kijken" en de koning riep een lakei om de paarden in te span nen. Samen reden ze nu naar het web. De koning was heel blij, want het web was gevlochten van goud- De koning gaf zijn dochter aan Zil verdraad tot vrouw. Ze trouwden sa men en leefden nog lang en gelukkig. TANTE JO en OOM TOON De schoonste berg der Alpen, de Matterhorn, die op de grens tussen Zwitserland en Italië ligt, was naar de mening van die tijd onbeklimbaar. Velen hadden het reeds geprobeerd, maar allen waren teruggekomen, voor dat zij de eerste top zelfs maar had den kunnen bereiken. Toch waren er steeds weer nieuwe kandidaten, die aan de onmogelijkheid twijfelden en één hunner was de jonge Engelsman Edward Wliymper. Hij kwam in 1860 als 20-jariger in Zwitserland en werd al terstond begeesterd door de groots heid en de uitdagende ruwheid van de Zwitserse bergen. In de kleine Zwitserse stad Zermatt aan de voet van de Matterhorn vestig de hij zich en het duurde niet lang of de wens ontwaakte in hem om de wereld eens van de top van deze berg af te kunnen aanschouwen. Samen met de uitstekende Italiaanse berggids. Jean-Antoine Carrel, ondernam hij meerdere pogingen, maar deze mis lukten steeds maar weer. Maar des ondanks werd hij een geduchte berg beklimmer en de wil, om zyn doel eenmaal t« bereiken, groeide bij elke poging. In juli van 't jaar 1865 besloten Whymper en Carrel opnieuw een po ging te wagen, maar op 11 juli vernam Whymper. dat Carrel zijn belofte niet nakwam, maar met een Italiaanse groep op weg was om te trachten van de Italiaanse kant uit de bergtop te bereiken. Maar ondanks deze teleur stelling roor Whymper gaf hij aijn droom om als eerste die top te berei ken niet op. En hoewel daarvoor nu weinig kans was door de voorsprong van Carrel, had hij toch weer geluk; want hy kwam onverwacht in aanra king met 'n stelletje koene kerels, die bereid waren met hem 'n snelle be klimming te ondernemen. Die man nen waren een jonge lord (edelman) Francis Douglas, een berggids Peter, 'n zekere Taugwalder en zijn zoon, 'n Engelse dominee, een student en ver der Bergführer, de beroemde Alpinist Michel Croz. Op vrijdag 13 juli 1895 vertrokken de 7 mannen vanuit Zermatt. Het weer was goed en toen zij die nacht een kamp opsloegen, waren zij reeds tot een hoogte van 3350 m gevorderd, dus nog slechts 1155 m van de totale hoog te van 4505 m verwijderd. Whymper kon niet weten, hoe hoog Carrel aan de overzijde al gekomen was. Op 11 en 12 juli was het weer aan hun zijde heel slecht geweest en dat kon Carrel en de zijnen opgehouden hebben. Op de volgende morgen, nog steeds bij gunstig weer. begonnen zij aan de verdere bestijging en na enkele uren hadden zij nog slechts 'n 300 m voor de boeg. Nog steeds was de brandende vraag, of de Italiaan hen vóór zou zyn. Steeds stond Whymper en zijn man nen de vrees voor ogen. dat zij Carrel en zijn helpers als eersten op de top van de Matterhorn zouden zien ver schijnen. Maar tot hun grote opluch ting vertoonden zij zich nog steeds nergens. En toen Whymper en Croz om 20 minuten voor twee hun eerste schreden zetten op de top van de reus, hadden zij een dubbele overwinning behaald: zij hadden de top bereikt en wel als eersten! Een paar honderd me ter beneden zich, ontdekten zij toen ook de Italianen. Toen Carrel zag en begreep, dat Whymper hem overwon nen had, keerde hij meteen teleurge steld om. Na een korte pauze want 't was daarboven natuurlijk vreselijk koud begon het gezelschap de afdaling. Voorop de Alpinist Croz, dan volgden de student, de dominee, Lord Francis en de berggids Taugwalder en als laat- sten kwamen Whymper zelf en Taug- walders zoon. Allen met elkaar ver bonden, net als bij de opklim, bewo gen zij zich voorzichtig en langzaam naar omlaag. De eerste 100 meter ging alles goed, maar toen kwam de kata- strophe (ramp). Een der ondersten struikelde en sleurde bij zijn val de gids Croz mee en daarop verloren ook de twee volgenden hun evenwicht. De drie bovensten, nl. Taugwalder, zijn zoon en Whymper konden ondanks vertwijfelde pogingen deze twee ook niet meer redden, doordat de lijn, waar mee zij met hen verbonden waren, brak. Vier man stortten alzo de af grond in en vonden 'n erbarmelijke dood. De drie overlevenden werden desondanks in Zermatt met gejubel ontvangen. Van beneden af had men hun overwinning kunnen zien, maar niet de droevige val van de 4 slacht offers. Toen men deze vernam, sloeg de vreugde plots over in diepe smart. Zo had dus 't overwinnen van de Matterhorn een prijs gekost, die he laas al te hoog was! 15 7 S 1 16 3 1 7 8 9 2 1 14 7 5 1 3 8 12 3 8 S 16 5 6 1 4 12 2 5. 1 14 12 1 18 m 18 2 19 4 3 6 4 1 17 2 1 4 5 B c N.B. C. Goede oplossers van C mo gen meeloten om 'n boek! Even een geheugensteun Vorige week heeft een aantal dansleraren antwoord gegeven op de volgende vragen (tussen haakjes gemakshalve in kort bestek hun ant woorden): „Hoe denkt u over de dansprestaties van de „moderne jeugd?" („Wij zyn niet ongerust. Als ze die wilde periode achter de rug hebben, willen ze toch graag goed dansen leren, en dan komen ze wel.") „Hoe staat u tegenover de toevloed van steeds nieuwe dan sen?" („Wij nemen ze regelmatig in ons lesprogramma op, maar niet dan nadat we hebben afgewacht of het de moeite waard is die dans in te studeren") „Wat is volgens u de grote waarde van het dansonder- wijs?" („De dansles heeft een grote vormende waarde voor de leer lingen. Zij leren goede omgangsvormen tegenover de andere sekse. Wat dit betreft is er niets veranderd in de loop der jaren"). Vandaag vervolgen wij onze reportage over het dansonderwijs in Leiden en omgeving. Voor het gemak nog even de namen van de dans leraren, die aan de discussie hebben deelgenomen: De heren Castelein sr. en jr., de heer en mevr. Boes, Martin Visser en J. Alphenaar. GESPREK MET LEIDSE DANSLERAREN (2) „Over een gebrek aan wellevenheid onder onze dansleerlingen hebben wij geen enkele reden tot klagen", ant woordt de heer J. Alphenaar. „Ons pu bliek selecteert zichzelf. Er gebeuren wel eens vreemde dingen, natuurlijk, maar over het algemeen zal U In onze danszalen geen spijkerbroeken of slob bertruien aantreffen. In dergelijke kle dij gehulde figuren voelen zich bij ons niet thuis, en blyven daarom weg". 70% van de verkeringen begint in de danszalen Oecumene in de danszaal De meeste dansleraren geloven er niet ln. „San Ellippo Nerl", heeft er een speciale discussie-avond aan gewyd, aldus de heer Castelein sr. „De deelnemers mgr. 31. Jansen, ds. P. J. Schoonheim en dr. J. Lescrauwaet zyn toen tot de con clusie gekomen, dat deze vorm van „gemengd dansen" bepaald geen zaak is, die de zo vurig gewenste oecumene De heer Boes viegt hier nog aan toe, dat zeven van de tien verkeringen hun oorsprong vinden op de dansvloer. „Dansen is de meest ideale manier om een levenspartner te vinden", meent de heer Boes. „Maar omdat men op de leeftijd van 16 tot 19 jaar als katho liek of protestant meestal nog niet al te stevig in de schoenen staat, kan dansles geen positieve bijdragen geven voor de oecumene". Zijn vrouw, mevr. Maaike Boes: „De partners hebben el kaar dikwijls nog niet voldoende te bieden om tot echt resultaat te komen. Een gemengde verkering is naar mijn vaste overtuiging niet hét middel om de gescheiden kerken weer tot elkaar te brengen"é En by deze mening sluit de heer Alphenaar vertegenwoordiger van het dansonderwijs in protestantse sfeer zich van ganser harte aan. LOPEND VUURTJE... Ook onze berichtendienst staat in het teken van ,de dans'. We geven onderstaand een overzicht van de dansavonden, die dit weekend ln Leiden worden ge- Dansacademle Wiellnga, Nieuwe Rijn 28, Leiden, iedere zondagavond van 8-11 uur voor leerlingen en oud-leerlingen. Dansschool Henny Boes, iedere zondagavond van 7-11 uur in het Antonius Clubhuis aan de Mare. Morgenavond: Rhythme Club v. Hans Rysbergen. Dansschool Evert Casteleyn, wekelijkse dansavond in gebouw Hoogl. Kerkgr. 48 van 8-10.45 uur. Dansschool C. van Leeuwen, Oude Singel 116, iedere zondagavond van 8-10.30 Dansinstituut J. Alphenaar, Steenschuur, iedere zon dagavond De heer J. .Alphenaar treedt zo gelijk nog strenger op: „Als iemand by my de regels overtreedt, gaat hij of zy er onmiddellijk uit. Op schillende bals wordt trouwens he lemaal niet geschonken". DOODZONDE! PROPAGANDA Zoek een weg door 't vierkant A naar B, zodat de som der getallen, die je passeert, precies 59 bedraagt. Je weg mag horizontaal en vertikaal lo pen, nooit schuin! TV-Danaant heeft een enorme pro pagandistische waarde. Daarover be staat, aldus de heer E. Castelein sr., geen enkele tvvyfel. „Voor de propagan da van de goede dans staan ons gelukkig voldoende middelen ter be schikking", zegt de beer Alphenaar, die naast TV-Dansant nog de danscompe- titie van de AVRO, de nationale en in ternationale schooluitwisselingen, en de verschillende soorten eremetaal, die t« behalen zyn, noemt. De heer Castelein hecht byzondere waarde aan het nog niet zo lang gele den verschenen boekwerkje „Dat danst en doet maar!", waarvoor Miep Dlek- man de tekst, Otto Dlcke de Illustraties en Aldert Witte de lay-out verzorgde. „Dat werkje is een schot in de roos. „betuigen de dansleraren hun Instem ming met dit boekje, waarvan het de bedoeling is. dat het via de danslera ren zijn weg vindt naar de cursisten. De heer Boes vindt, dat er in dag en weekbladen veel te weinig aandacht geschonken wordt aan „het dansen": „Het is per slot van rekening de meest beoefende sport in Nederland..." „DANSLES IS DEEL VAN DE OPVOEDING" „Wy voelen ons ln ons dansonder wijs verantwoordelijk voor een deel van de opvoeding van de jeugd, die aan onze zorgen wordt toevertrouwd", antwoordt de heer Boes op de vraag, welke functie de dansleraar behoort te vervullen lil de opvoeding, „wy moeten er gezonde, frisse en eeriyke mensen van maken, die elkaar recht in de ogen kunnen en durven kyken". De heer Castelein is ervan overtuigd, dat sterke drank maar al te vaak de oorzaak is van allerlei ellende. „Daar om proberen wy dat spul zoveel maar enigszins mogeiyk is, te weren. Dat gaat soms maar tot op zekere hoogte, wy voelen ons gelukkig verzekerd van ,de steun van de zaal- en vergunning houders, die, mét ons, nauwlettend toe zien o,p eventueeel drankmisbruik." En hy voegt hier „eeriykhelds- halve") aan toe: „Soms moeten wy bepaalde figuren fouilleren, omdat ze jenéver by zich hebben, soms zelfs in het tasje van de dame ln vroeger jaren werd men nage wezen, als men ging dansen. „Dat kan niet!" Lichamelijk contact hoe onschuldig in onze moderne ogei ook is uit den boze. Erger nog: is dóódzonde", zo redeneerde men 1 een jaar of dertig, veertig geleden nog. De „Quadrille" kon dan nog wel (je gaf de partner alleen maar een hand), maar de Weense wals nee, dat stond geiyk met een dansje met de duivel zelf! Deze problemen, herhaalden zich by de Charleston, en ook bij de Tango. De heer J. Alphenaar vertelde na af loop van de officiële discussie nog een aardige anekdote, die wy u niet willen onthouden: wanneer er vroeger een bal werd gehouden in een van de palelzen van de koningin, wilde Hare Majesteit eerst weten, welke dansen er „ge pleegd" zouden worden, en herhaalde lijk kwam het voor, dat er dansen als „onzedeiyk" werden geschrapt. Na veel geharrewar werd by een bepaalde gelegenheid de Weense Wals toege staan, echter onder één voorwaarde: de partners moesten op een afstand van minimaal 30 cm. van elkaar dansen! LEIDSE TOPTIEN Nog steeds zyn The Beatles en The Rolling Stones in een felle stryd gewikkeld om de eerste plaats van de hitiysten. Voor lopig winnen The Rolling Sto nes. Enkele weken geleden tip ten wy ze reeds: het duo Sonnv and Cher, nu direkt naar de 3e plaats doorgestoten. Wie weet, misschien moeten onze lang harige vrienden uit Engeland dc eerste plaats aan dit duo la ten (1)1. Satisfaction The Rol ling Stones (2) 2. Help! The Beatles 3. I got you Babe Son ny and Cher (3) 4. You've got your trou bles The Fortunes 5. This strange effect Dave Berry 8. Like a Rolling Stone Bob Dylan 7. Heart full of soul The Yardbirds (4) 8. Wolly Bully Sam the Sham and the Pharaoh's (7)9. II Silenzlo Nlnl Rossi 10. He's got no love The Searchers IS ER ROMANTIEK IN DE DANSZAAL- „JA!" IV Romantiek in de danszaal? „Natuur lijk Ls die er," zo zou mep de ant woorden kunnen samenvatten van de danslustigen, die wij op een zondag in verschillende Leidse danszalen naar hun mening vroegen. Over het alge meen geeft het jeugdige publiek, dat wij hier aantroffen, duidelijk de voor keur aan de typische sfeer van een echte danszaal boven die van 'n roke rige gelegenheid, die ook een geheel eigen karakter heeft, maar „Die beat- herrie lusten we niet," luidde meer malen het antwoord. Bij Henny Boes troffen wij in het St. Antonius Clubhuis Elly de Groot (16 jaar, Leidse) en haar vriend Ge rard van der Geest (18, Oud-Adenaar). „Die muziek hier is fijn om op te dan sen. Daarvoor zorgt het orkest (The Mellow Tones)." Zo denkt Margot van Beek (18, uit „De Veen") er ook over. „Die tafeltjes maken het gezellig, en het orkest ook natuurlijk. Ik vind plaal-muziek zo kaal." Gerard Spruit en Elly Kneppers (resp, 20, met baard, Roelofarendsveen, en 20, Zoetermeer) hebben voor de eerste maal les. „We houden helemaal niet van beat-muziek. Geef ons maar het ritme van de latin- american!" De ginnegappende solist in „Hello Josephine" van The Scorpions schal de ons tegemoet, toen wij de dans school van EVert Castelein aan de Hooglandse Kerkgracht naderden. Géén orkest op het toneel hier, maar muziek op 45 toeren. „Heel prettig", vindt Jan van der Meer uit Voor schotel}. „Voor een gelegenheid als deze is deze vorm van muziekbrengen de beste". Anne Lodewijks uit Wassenaar (18 lentes) is bijzonder ingenomen met wat zij noemt, „de keurige manieren van de heren". „Zij zijn gelukkig niet zo plomp. De jongens vragen ons op een nette en wellevende manier ten dans", en zij voegt eraan toe, dat de ge zelligheid hierdoor wint. Beginner Plet van Klink prefereert styidansen. „Beat-muziek is wel aardig," vind hy, „maar niet voor lang, want voor de dans zijn er zo weinig mogelijk heden." Plet vindt een dansavond als deze de meest-geschikte gelegenheid om een meisje te vinden. „Onbewust kyk je toch uit naar een type, dat je wel ligt Zin in The Beeje hebben de dans lustigen wel op de „vrye" dansavonden van Dansinstituut Alphenaar aan ds Steenschuur. Als deze plaat op de draai tafel ligt, ls ledereen er als de kippen by. „Stijldansen? Ja graag," is het ant woord van Ben Smits, die op de dans vloer Ineke Braamzeel heeft leren ken nen. „We hebben nog geen verkering: we zijn allebei nog Jong en voorlopig vinden we het gezellig om elkaar hier elke zondagavond te ontmoeten en dan 'n beetje wang-aan-wang te dansen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 10