ook VOOR jou Negenduizend beginners stromen naar de danszalen ONS KNUTSELHOEKJE ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1965 DE LEIDSE COURANT JU - „Ja", mompelde hij opgewonden, „het helpt allemaal precies. Ik geloof, dat ik het geheim van de Renault heb doorgrond." Zijn hart klopte fel van opwinding en vreugde over deze nieu we ontdekking. Hier was de aanwij zing, waar de politie op wachtte. Al les wat hij had te doen, was deze in lichting aan inspecteur Craddoch te geven, met het nummer van de auto. Dat was natuurlijk zeer belangrijk. Maar wat was dat nummer ook weer? Jan trachtte het zich te herinneren. BD, ja daar was hij zeker van; BD. maar wat volgde daarop? Jan wist het niet meer. Hij stapte uit z'n bed en een moment later boog hij zich over het volgende bed. „Sjaak, Sjaak. ben je nog wakker?" „Eh", mompelde een slaperige stem. „Wat? Wat is er? Oh, ben jij het Jan, ik sliep al." „Luister", fluisterde Jan, „herinner Jij je die Renault, die we de vorige week op die weg zagen en kun jij me zeggen, welk nummer hij droeg?" Sjaak knipperde in slaperige ver wondering met zijn ogen. „Nummer?", mompelde hij. „Wel, natuurlijk, het was BD BD. Wat was het ver der ook weer? Ik ben het glad verge ten; maar waarom wil jij 't weten, Jan?" Jan was echter al naar 't volgende bed gegaan en schudde Joost wakker. „Zeg, Joost, hoor je mij? Kun jij me zeggen welk nummer de Renault had, die we de vorige week op de weg heb ben staan nakijken?" „De Renault?", foeterde Joost recht- opzittend in zijn bed en zijn ogen uit wrijvend. „Nee, ik weet 't niet meer." Jan ging ook de andere bedden langs, maar niemand wist het nummer nog. „Oh, het geeft niet ook", zei Jan vermoeid, „ik zal het jullie morgen wel vertellen, waarom het te doen is." En daarmee moesten de anderen maar tevreden zijn. Het duurde lang, voordat Jan die nacht sliep. Ten laatste dook telkens maar de vraag bij hem op: „Wie was toch de man, wiens gezicht hem niet onbekend voorkwam, 't Bleef evenwel bij die telkens terugkerende vraag, HOOFDSTUK VIII Het raadsel wordt opgelost Jan had die nacht een vreemde droom. Hij droomde nl., dat hij 'n rid der was in wapenrusting, terwijl hij met vier andere ridders over 'n wijde, groene vlakte reed. Voor hen uit stond op een heuvel -een kasteel met veel hoge torens, en vensters, die in het licht der zon glommen als vuur. Toen de vijf ridders het slot naderden, ver scheen er een man in de poort, die boos zijn vuist schudde tegen hen. „Gaat weg!" brulde hij. „Ik heb jul lie toch al eens gezegd, dat jullie bij dit kasteel hadden weg te blijven. Vin den jullie het soms nodig om mij mijn baantje te doen verliezen?" „Onzin", riep Jan terug, „wij willen het oude kasteel geen kwaad doen, we willen alleen maar eens rondkij- Het gezicht van de man werd even wel nog dreigender, het werd zelfs donkerrood van kwaadheid en scheen wel te worden opgeblazen, steeds maar Plotseling werd Jan wakker. Het was ochtend en de zon scheen reeds door 't venster; toen zag hij, dat de andere bedden al leeg waren. Vanuit de badkamer kwam het geluid van stromend water en van vrolijke stem men. De klok op de schoorsteen wees reeds kwart voor negen. Jan sprong uit 't bed en herinnerde zich meteen de vreemde droom. Even stond hij stil met de hand voor z'n ogen en toen kwam alles weer voor 'n geest, wat hij in z'n droom doorleefd had. Dan op eens rende hij naar de badkamer. „Hallo Piet. Lex en jullie allemaal, ik weet het, ik heb het raadsel opge lost!" „Wat, in 's hemelsnaam?", riep Sjaak. „Wel. de man, dik ik de vorige week in de Renault zag", verklaarde Jan ademloos. „Ik weet nu, waar ik hem gezien heb. Het was op het kasteel, ongeveer drie weken geleden, kort voordat jullie naar Thaneborough kwa men. Herinneren jullie je nog, dat ik jullie later verteld heb, dat ik erheen gegaan was om permissie te vragen het kasteel eens te mogen zien en hoe die meesterknecht me toen wegjoeg?" „De meesterknecht?", schreeuwde Piet. „Je wilt toch niet zeggen, dat Jan knikte. „Ja, dat was het gezicht, dat ik in de Renault zag." „En dat verklaart meteen, waarom de auto zo hard reed, toen ik hem on langs in het dorp zag", zei Sjaak. (Wordt vervolgd) NIEUWE RAADSELS Correspondentie Zóu de nieuwe derde klas van juf frouw de Leeuw ook zo knap worden als de vorige? Er hebben al een paar kinderen een verhaaltje ingestuurd. Ze zijn wel klein, maar dat hindert niets. Die kinderen proberen het tenminste. De verhaaltjes die in de krant komen worden natuurlijk uitgeknipt en in 'n plakboek geplakt. Hebben jullie nog geen plakboek? Dan maar eentje vra gen met je verjaardag of aan Sint Ni- colaas, en de juffrouw zal ze wel in plakken in het grote klasseplakboek, misschien wel met een foto er bij. Dag kinders! En nu: Els Oplossing fig. d. Wie weet het? II. Met een K bergt het. Met een L weegt het. Met een M vaart het. Met een KW veegt het. Met een G eet het En met een V gaat het niet los. III. Wit wast me niet het schoonste bad. Draai je me om, dan word je nat. IV. Wie kan dit lezen? Diti se ento er. Ikatjam. Hadek ateet. De oplossingen deze week insturen aan: Tante Jo en oom Toon. Kranten- tuin Leidse Courant, Papengracht, Lei- We verloten deze keer twee mooie boeken onder de goede oplossingen. Wie stuurt er een verhaaltje of vers je bij? ZOMERS BORDUUR WERK Fig. a. De overtrek voor het kleine vakan tiehuiskussen is uit helderblauw dralonweefseL De bloem en de vlin der bestaan uit gekleurd katoen, die bij het blauw past Rommel maar eens ge ducht in de lap penmand, tot je 't juiste gevonden hebt Lange slin gers van losse steken (luchtste- ken) die uit pa relgaren gehaakt worden omlijsten het motief (zie tekening). Knip eerst een vlinder, een paar blaadjes in een cirkel uit de stof- resten. Natuurlijk eerst uit de hand tekenen! Leg de delen los op het kussen. Verschuif ze tot je tevreden bent en rijg ze dan vast. Haak dan weer een ketting van losse steken. Ze moet om de bladeren heen reiken en dan als stengel tot aan de cirkel (de bloemkroon!) gaan, vervolgens nog om de bloemkroon. Als men ze opnaait legt men ze zo, dat de buitenzijde langs de kanten van het motief loopt. Leg de eerste steek van de ketting op de punt, waar de beide bladeren elkaar ontmoeten. Gebruik dan 'n naai- naald en gewone naaizijde. Naai van de linkerkant van de overtrek door beide stoflappen en hoog in het eind van de eerste steek en naai dan zo verder om de bladeren heen. De sten- HANS IN HET BOS Fig. b Vandaag heeft Hans 'n paar afgeknaagde den- ne-appels gevonden. Wie heeft ze afge knaagd? Hans' vader weet 't wel. Aan de eerste denne-appel heeft een eekhoorntje geknaagd voor zijn ont bijt. Hij schijnt even wel bij deze bezigheid gestoord te zijn en daar ons baasje nogal op vliegend van aard is, heeft hij de verstoor der de half afgeknaagde appel achterna gewor pen. De tweede appel is zo zorgvuldig afge knaagd, dat alleen de bosmuis daaraan mee geholpen kan hebben. Een bonte specht heeft zich tegoed gedaan aan de dikke pitten van de derde denne-appel. maar heeft met zijn snavel de appel heel anders achtergelaten dan de knaagdieren. an der Vooren NAAR HET CIRCUS In de vakantie ben ik naar het cir cus geweest. Ik vond het erg leuk. Ik kon alles goed zien. De leeuwen vond ik prachtig, het waren mooie leeuwen. Er waren ook twee tijgers en paarden die konden dansen. De apen hadden kleertjes aan en deden leuke kunstjes. Toen kwamen de clowns en daar heb ik erg om moeten lachen. Onder de pauze heb ik een flesje si-si gehad. De olifanten kwamen het laatst en daar- Roland Abspoel, Leiden EEN FIJNE DAG Wij zjjn met de speeltuinvereniging meegeweest. Eerst gingen we naar Schiphol. Daar was het erg fijn. We zagen daar vliegtuigen opstijgen en landen en er liepen daar veel mensen met KLM-speldjes op hun jas. Toen we alles gezien hadden gingen we de speeltuin. Daar ging ik eerst in de waterscooters. Ook was er een dool hof. Ik heb in een ponnywagen ge zeten en ben op de kabelbaan geweest. Later gingen we weer naar Amster dam en hebben daar een rondvaart door de grachten gemaakt. Dat was ook fijn. Het werd tijd om naar huis te gaan en daar heb ik alles aan vader Jacqueline DE VISITE KOMT Het was op een zondag en tante Lies du komen. Tante Lies bracht drie kin deren mee, een jongetje van 7 jaar en een kleine jongen van 3 jaar. Het meisje was 1 jaar. Dat kleine jongetje heel erg dom, want hij ging mid den op de weg staan. We hebben een tent op het balkon gemaakt. Een groot kleed hebben we aan de rand van het balkon vastgemaakt. We hebben in de tent boterhammen gegeten en gingen toen weer buiten spelen, 's Avonds hebben we warm gegeten en daarna hebben we nog met de poppen ge speeld. Toen was de tijd gekomen dat weg moesten. Wij zijn ons gaan uit kleden en onder de hand is mijn moe der tante Lies en de kinderen gaan wegbrengen. Wij mochten toen nog ven naar de t.v. kijken. Frans van Noort, Leiden JAN EN JOPPIE Jan en Joppie komen weer thuis. Moeder is aan de schoonmaak. Wat drukte! Jan en Joppie zoeken moeder. „Moeder, moeder, waar bent u?" „Op zolder, jongens!" De jongens vliegen naar boven. „Mogen we meehelpen?" „Vooruit dan maar." Er is daar een bende, een berg boe ken. Jan moet ze netjes op stapel leg gen. Daar ziet hij een mooi boek en hij gaat stillletjes zitten lezen. Joppie ziet een wit wagentje. „Jan. Jan, een wagentje!" Jan smijt zijn boek weg. „Mogen we dit hebben, moeder?" „Ja, hoor. Ga maar spelen." nJeugdrubriek-nieuwe-stijV Met de hele krant gaat ook onze jeugdrubriek „OOK VOOR JOU" ver anderen. Het is niet mogelijk gebleken deze tweewekelijkse rubriek in de oude vorm te handhaven. Er is een oplossing gevonden, in deze zin, dat voortaan wekelijks (iedere zaterdag) een OOK VOOR JOU zal verschijnen. Ook de inhoud zal een ander karakter krijgen: werd tot nu toe de pagina gevuld met nieuws zowel van (inter-) nationale als regio nale aard, vanaf vandaag zal het nieuws zich tot het laatste beperken. Dit lijkt op het eerste gezicht misschien een verzwakking, maar dat is het beslist niet. Leiden en wijde omgeving bieden voldoende stof voor een actuele jeugdrubriek. Vaste rubrieken als „Lopend Vuurtje" en „Leidse top-tien" blijven - met uitzondering van vandaag - gehandhaafd. GESPREK MET LEIDSE DANSLERAREN gel naai je langs de weefdraad van de stof of je trekt eerst een lijn met een liniaal tot aan de bloem kroon (cirkel). Naai de ketting rondom de bloem kroon. Als de ketting te lang gewor den is, repel je de overvloedige ste ken weer op. In 't omgekeerde geval, haak je er nog een paar bij. Bevestig de losse naaigaren en parelgarenein- den op de linker zijde. Als je ook de vleugels van de vlin der behandeld hebt, moet je nog een stuk ketting hebben om kop en lijf te vormen. De sprieten naai je met twee lange steken. Oom Hans heeft van zijn drie pad vindersvrienden een uitnodiging ont vangen, maar met voorwaarden. Hij moet door de gangen van de doolhof. Hij moet alle paden betreden, mag er niet overheen springen, 't zelfde pad niet tweemaal nemen en geen weg kruisen. Geen wonder dus dat oom Hans zo nadenkend voor 't labyrinth staat. Zoek! Ida Bouchaert: DE STAART VAN EVALIENTJE Er was eens 'n eekhoorntje dat heel trots en verwaand was. Weet je ook waarom? Omdat zij de mooiste staart had. Deze glansde als goud. Elke dag waste ze haar staart en dan plaagden de andere dieren: „Pas op dat de krokodillen niet in je staart bijten". Maar Evalientje wist dat er in een bosbeek geen krokodillen zitten en dus trok ze er zicht niets van aan. Op een dag dacht ze: „Bah, atijd maar n staart wassen en kammen, ik heb genoeg van. Hij zit altijd in de klit". En ze ging naar de bosfee, want alle dieren mochten één keer in hun leven een wens doen. De bosfee zei: „Je weet het toch hè. één keer in je leven. Heb je niets anders te wensen?" „Nee. nee en nog eens nee. Dit wil ik echt hebben. Ik wil ja, ik wil dat ik mijn staart, 's avonds, als ik ga slapen, over m'n stoeltje heen kan leggen". „Uw wens is vervuld!" zei de bosfee. Evalientje ging weg. Ze vond het fijn, dat ze het gedaan had. 's Avonds ging ze slapen en haar staart hing naast haar. Ze sliep rustig. Kraaloog, de uil, zei tegen de wind: „Kijk eens naar Evalientjes staart. Hij ligt los op het stoeltje". „Hi - hoe - hiü" lachte de wind en blies door ene kiertje en de staart waaide weg. Toen ging de wind lig gen. 's Morgens kwam de staart voor een boom terecht. Daar was het huis van de familie Specht. „Wat een mooi bandje!" zei Saartje, een specht van 14 jaar. „Dat mag je zo maar niet houden", zei vader Specht De volgende dag stond in de boskrant, dat er een mooie staart gevonden was en dat ze hem konden halen bij de familie Specht. Een week later was er niemand geweest. Evalientje had het In de keurig uitgevoerde prospectus sen vertellen de dansinstituten aller lei bijzonderheden over de mogelijk heden van het dansonderwijs en over de voordelen van het kunnen- dansen. In Leiden staan zes vrouwelijke en twaalf mannelijke „bevoegden" klaar om de naar schatting negenduizend beginners wegwijs te maken op de gladde vloer. Afgelopen zaterdag werden ons deze cijfers verstrekt, toen wij een gesprek hadden met een aantal Leidse dansleraren: mevr. Maaike Boes en de heren E. Castelein sr. en jr., Martin Visser, HennyBoes, A. de Groot en J. Alphenaar. Zij vertelden ons bovendien de nodige wetenswaardigheden over hun dansonderwijs. „Later wei- Vorming Jeugd niet slechter dan vr oeger September is een belangrijke maand. worden voornemens gemaakt en plannen voor het nieuwe jaar uitge stippeld. Ook het hele bedrijfsleven maakt zich op voor het drukke winter seizoen. Dag- en avondscholen begin niet hun lessen, de sportvelden lopen vol. De maand september be tekent ook de start van het nieuwe dansseizoen. Op de „beginnerscursus sen" worden de eerste schreden wan kel en wat verlegen op de vloer gezet. De „vervolgcursisten" zijn tegenwoor dig routiniers te noemen, die willen doorstoten naar „eremetaal". En dat er niet zo weinig. wel gelezen, maar ze kon toch niet zonder staart gaan. Op een dag ging Saartje. in het bos wandelen en ze kwam langs Eva lientjes huisje. „Saartje! Saartje!" riep Evalientje. Saartje kwam en Evalientje vertelde alles van haar staart. Saartje gaf dadelijk de staart terug. Zo wer den ze dikke vriendinnen. Antoinette Loenen Leiden: MOEDER FEE EN KABOUTER EIGENWIJS Moeder fee was op zekere dag op visite geweest bij de moeder van ka bouter Eigenwijs. Wat hadden ze el kaar veel te vertellen. De moeder van Eigenwijs moest even een boodschap doen. Ze moest kabouterpap en koek jes. lekkerbekjes, hebben. „Zal ik het doen moeder?" vroeg Eigenwijs. Moeder vond het goed, maar die domme kabouter kwam terug met zoutbekjes en koffie. Dom hè! Toen heeft zijn moeder 't maar zelf gedaan. Ze bracht toen meteen een kadootje mee voor moeder fee, want die zou morgen jarig zijn. Het hele dorp was I al versierd en de elfjes zouden zingen, j Dat klonk altijd zo mooi. Kabouter Eigenwijs wou ook een ka dootje geven. Dat was moeilijk hoor! Wat zou het Wezen? Ja, dat was het. Hij zou naar Goudhaar gaan en een paar mooie gouden schoentjes kopen. Hij kocht er een zilveren lint bij ..Moeder fee heeft al een zilveren lint", zei Goudhaar. Maar dat geloof de Eigenwijs niet. De volgende morgen was hij vroeg wakker. Hij kleedde zich in zijn beste pakje: een knalrode broek, een wit bloesje, een rood jasje en een rode puntmuts. Kabouter Eigenwijs was de eerste, die kwam feliciteren. Iedereen was nieuwsgierig en keek naar hem. Wat was moeder fee blij met de schoentjes. Eigenwijs zag niet dat de fee al een zilveren lint had. Moeder fee vond het niet erg om er twee te hebben, want nu had ze ook een door deweekse. Toen kabouter Eigenwijs groter werd as hij niet meer dom. Hij trouwde met de dochter van de moeder fee en leefden nog lang en gelukkig. Volgende week gaan we weer ver der met de verhaaltjes. Komt er ook een van jou bij? Dag allemaal. TANTE JO EN OOM TOON In Leiden en omstreken treden veel i beat-orkesten op tijdens dansavonden waarbij de dansprestaties van de jeugd over het algemeen beslist niet voor i een voldoende in aanmerking komen. De dansleraren maken zich blijkens hun reacties op een desbetreffende vraag allerminst ongerust over deze gang van zaken. „Ze komen later wel les nemen, wanneer zij zich oud ge noeg voelen om op les te gaan. Een vermindering hebben wij nooit kun nen constateren. Integendeel, er is de laatste jaren een opmerkelijke „trek" naar de dansschool." De gemiddelde leeftijd van de dans- leerlingen is de laatste jaren sterk teruggelopen, maar dit is niet zozeer een gevolg van dat „dans-op-beatmu- ziek" als wel van het feit, dat de tot voor kort nog streng gehandhaafde leeftijdsgrens niet meer houdbaar is. „We proberen er nog wel de hand aan te houden, maar het economische en sociale beeld van onze samenleving heeft zich in korte tijd sterk gewij zigd. De mensen kunnen zich meer per mitteren, de jongeren gaan gemakke lijk uit en kunnen eerder hun cursus geld betalen. Wanneer de ouders toe stemming geven, nemen wij nu ook jongelui van 15 en 16 jaar op dansles," aldus de heer Castelein sr. De heer Martin Visser gaat hierin nog iets verder: „Bij mij in de Rijn streek is het al jaren normaal, dat men op 14-jarige leeftijd gaat dansen. In de dorpen is doorgaans minder vertier en men mag niet vergeten, dat de danslessen en -avonden meestal wor den gehouden in de vertrouwde om geving van het parochiehuis, waar dik wijls toezicht is van de geestelijkheid. Nieuwe dansen Regelmatig worden nieuwe dansen in het programma opgenomen. De Jenka is al niets bijzonders meer in de danszalen. Van de nieuwste ontwikkeling op dansgebied, de Griekse „Sirtaki", verwachten de leraren over het algemeen niet bijster veel. Wel, zo vermoedt men, zal de nieuwste formatie- dans, de- „Beeje", het hier goed gaan doen. De heer Alphenaar heeft deze reeds in zijn repertoire opgenomen. Dit wil echter onder geen beding zeg gen. dat de dansscholen zonder meer achter iedere rage aanhollen.Eerst dient te worden afgewacht, of het wel antwoord is zich aan te sluiten bij die rage. „De dansles heeft belangrijke den: men leert om te gaan met di andere sekse, men leert zich kleden men leert omgangsvormen in acht t nemen. Met andere woorden: er gaa een grote vormende kracht uit van di dansles. We ondervinden evenwel de zelfde problemen als vroeger: er is ir. feite niets veranderd", reageert de heei W Castelein sr. op de vraag, of kledin; L en gedrag van de leerlingen in de loo( der jaren gewijzigd zijn. De heer Boes is ervan overtuigd, dal' ook de jongeren gevoelig zijn voor ad viezen. „Als er iets is, maken wij hem of haar daar voorzichtig op attent want het is een teer onderwerp. Eerj week later is in de meeste gevallen alles weer in orde." De heer Boes vindt, dat niet zo. zeer het soort als wel de wijze var,* kleding of haardracht een pun: I van beoordeling moeten zijn. „Ai bij mij een jongen komt met goe: verzorgd beatle-haar, is hij we n kom. Ook tegen verzorgde baarder heb ik geen enkel bezwaar." Vele dansleraren geven elk jaar een, boekje of folder uit over de kle M.'f ding en het gedrag in de dansscho-£7* len. Het blijkt telkens weei deze wenken hun uitwerking nie# VOLGENDE WEEK: Wellevendheid Oecumene in de danszaal Doodzonde! Romantiek Oplossing week- puzzel of 1 dire E. CASTELEIN jr. Oplossing hor.: 1. Kassei, 6. komeet,li 11. arm, 12. liaan, 14. Lea, 15. la, 16 Liessel, 18. R.K., 19. pets, 20. teer, 22 I stele. 25. riol, 27. Ari, 28. bes, 30. nep,|jlte 31. dn, 32. eruptie, 35. sa, 38. ar. 39. ed. 40. sta, 41. me. 42. stal-tekj les, 45. ar, 46. net. 48. not, 49. ton, 51 f ospel, 53. lende, 55. eros, 57. vers, r.i„ 60. episode, 62. dm, 63. ont, 65. tre, 66. ree, 67. satire, 68. krater. Vert.: 1 kalis. 2. ara. 3. sm, 4. elite, 5. lies. 6. kast, 7. oneer, 8. el, 9. 10. takel, 13. as, 16. leiie, 17. Leine, 19. per, 21. roe, 23 tangens, 24. nep, opstand, 28. buran. 29. stelt, 31. dam, 33. rat. 34. Ide, 36. aar, 42. stère, 43 'os, 44. stère, 47. Epe, 50. ons, 51. oeros, 52. loper, 53. leder, 54. emmer, 56. s 57. vork. 59. Ina, 61. st, 62. Dee, 64. tt, 66. R.T. Prijswinnaar puzzel vorige week: J. Burghouwt, Johan Verhulstlaan 4, Leiden. Oplossingen vóór donderdag a.s. zen den aan: Puzzelredactie Leidse Cou rant, Papengracht 32, Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 10