Een halve eeuw molenaar op de „Zelden van Passe" PI r ff PI ill 1 i m\ wmmuM Willem Borst zette vijftig jaar de wieken naar de wind SÜSKE-WISKE P Eaw ook in nee natie wmomme mmmenmom om fhmrm te Ba smanen. .sJAG 14 AUUUöiüü 1965 DELElDSh COUKAXSi i PAL. io OPZIJ VAN „DE HEL" in Zoeterwoude staat, diep in het wijde groene land langs de Meerburger Wetering, een stoere molen. Al van ver zien we zijn naar de hemel opgestoken kAiis en een tafereel, méér Hollands dan dit, is niet mogelijk. Rondom de wazige einder, groen tot in het on eindige, doorgesneden met sloten .vaarten en watergangen, dikwijls even groen als het weidegras maar soms ook als een gekreukelde prent van de strakke hemel erboven. Zwart en bont grazen er de koeien. Aan de brede vaart ligt een zeug, die op een zeugenmanier een aantal biggen hun dagelijkse menu oorzet. En diep in het land staat dan de „Zelden van (Pksssj" 'iiüt. warm«tö in de zon en te spiegelen in het rimpelende water van de wetering. Aan de overkant raast het moderne verkeer voorbij, maar stoïcijns ziet de meer dan drie eeuwen oude reus daar op neer. maar op een gegeven plaats houdt /"\M ER TE KOMEN moesten we ook deze weg op weg te zijn en moe- een eind „de hel" in, een land- ten we verder fietsen over een smal schap met veel boerderijen en voor groen spoor van een grasdijk, tot ook iedere hoeve een min of meer rus- deze zich verliest, nu in het water, tiek bruggetje. Die weg krijgt ergens Een aantal knaapjes brengen daar een abrupt einde. Een zijweg voert wat leven en vertier en spartelen, al ons in de richting van de molen, dan niet hangend in een oude opge blazen autoband, in het met riet en andere oeverplanten omzoomde nat. Langs de wetering moeten we ver der om bij de molen te komen, via overstappen aan damhekken over een smal krom dijkje. Dan komen we aan 's molenaars woning. Ook daar is vertier van kin deren langs de waterkant. De doch ter des huizes viert haar verjaardag en uit alle windstreken zijn de zus ters en broers met man of vrouw en nakomelingsschap komen overwip pen. Maar dat feest was niet de reden van onze hellevaart. Ons bezoek gold molenaar Willem Borst, die binnen kort zijn gouden jubileum gaat vie ren als voogd van de „Zelden van Passé", de grote watermolen, die vroeger alleen, tegenwoordig met hulp van een gemaaltje elders in de polder de vijfhonderd bunders van de Groot-Westeindse polder van overtollig water ontlast. WILLEM BORST was 22 jaar, toen hij 1 september 1915 als mole naar de molen introk. Nu is hij 72. Dat zie je hem overigens niet aan; hij denkt er ook niet aan om „er mee uit te scheiën". Wat moet je anders? zegt ie. Van oud molenaars geslacht is hij. Hij werd in een molen geboren, de Vlietmolen in Woubrugge, waar zijn vader en zijn grootvader molenaars waren. Als dertienjarige hielp hij daar al mee met het dagelijkse werk, maar toen hij oud genoeg was om als volleerde zelf de stiel te gaan be oefenen, werd hij de mulder van de „Zelden van Passé". Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Op hun beurt zijn drie Willemszonen ook molenaar gewor den (dertien kinderen zagen op de molen het eerste levenslicht). Een zoon in Akersloot op de „Noorder molen", een tweede in Wogmeer en de derde in Krommenie. Dat zijn overigens watermolens met een ma chine, in tegenstelling met vaders molen, die geheel van de wind af hankelijk is. Tenslotte is er nog een dochter getrouwd met de molenaar van de „Doesmolen" onder Hoog- made. f"VE MOLEN is meer dan drie eeu- wen oud, ze werd gebouwd in 1646. Tot voor kort heeft ze enkele jaren als een afgeleefd wrak langs de rijksweg gestaan en je kon er de ribben van tellen. In 1962 is ze ge restaureerd door de huidige eigenar resse, de Rijnlandse Molenstichting,- natuurlijk met flinke subsidies, want molen-restauraties zijn duur. De woonruimte in de molen is verhuurd als weekeind verblijf aan een Haags zakenman. Vroeger deed deze ruim te dienst als warme winterwoning voor het molenaarsgezin, 's zomers trok men in het nabij staande huisje. Willem Borst is trots op „zijn" mo len. Het is de mooiste uit de wijde omtrek, zegt ie en wij konden niet anders dan ja-knikken. Wij zijn het gevaarte met hem wezen bekijken. We zijn langs de steile trappen ge klommen tot in de kap met het grote eikenhouten tandrad, dat door het wiekenkruis tot draaien wordt ge bracht. Dat rad grijpt met z'n tan den in een haaks erop staand kleiner wiel aan de top van de lijfdikke mo- lenspil. Onder aan die spil zit weer zo'n wiel, dat op zijn beurt het rad doet draaien, waarop het ijzeren schoepenwiel correspondeert, dat het water uit de polder in de Meerbur ger wetering „uitslaat". Zestig kubie ke meter - dat is zestigduizend liter - draait het rad er bij gunstige wind iedere maalminuut uit. De wieken zijn niet gestroomlijnd, dus missen ze het lelijke en lompe van de z.g. verdekkerde wieken, wèl zijn ze bij de restauratie wat breder gemaakt, ten behoeve van de windvang. De wieken worden van de grond af naar de wind gezet, daarom is het een „onderkruier". De kap draait dan op een groot aantal houten rollen over de bovenkant van het vaste gedeelte. Met verbazing hebben we gekeken naar de zware eikenhouten balken en spanten van het molengeraamte, meer dan driehonderd jaar oud. Op oude wijs vlakgehakt, want de schaaf bestond toen nog niet. Op het schoe penrad en de stenen molenvoet na, is alles van hout. Zwaar en stoer en voor eeuwen gebouwd, vol gebalde kracht. Maar als de wind vat krijgt op de brede wiekenvlucht, dan wordt deze kracht tot één suizende en rui sende beweging. „Wat hebt u nu zoal te doen, als er niet te malen valt?" vroegen we. Zegt molenaar Borst: „Och, er is altijd wel wat te doen, maar meestal vis ik. Vroeger had ik ook het visrecht in de polder, maar dat is nu van de hengelaarsbond, die er geregeld pootvis uitzet. Ik mag nog wel een fuikie zetten voor pa ling of zeelt, maar van de witvis moet ik afblijven. Die is trouwens niks waard en van brasem, die ze vroeger „jodenvis" noemden, houd ik niet. Hengelen doe ik nooit, want dat gaat me al gauw vervelen. Vroeger had ik aan die visserij nog wel wat bijverdienste. Dat was wel nodig ook, want toen ik op de molen kwam was het loon drie gulden per week. Daar kon je natuurlijk niet van komen, al had je dan vrij wo nen. Dat kun je trouwens van een molenaarsloon nog niet, al zijn de tijden veranderd; een watermolenaar moet er wat bij hebben, 't zij een boerenspulletje of wat anders. Mo lenaars worden niet rijk, toen ik be gon had ik niks en nou heb ik nog niks". Daaruit blijkt dan weer, dat het oude liedje van de rijke molenaren- bij-de-vleet, ook niet helemaal de waarheid spreekt. Of de Zaanse mole naren een uitzondering geweest zijn. „Het IJ is breed, de Zaan is breed, wie wil de Zaan bevaren? Men vindt er molens bij de vleet en rijke mole naren", zei dat oude rijm. Maar hoe het zij, molenaar Borst is er met z'n dertien kinderen toch gekomen en hij is tevreden over en met het leven. Hij kijkt naar de lucht en weet wat er voor weer op komst is. Dat heeft ie van jongsaf geleerd en hij leert het dagelijks nog, zegt ie. Als er gemalen moet worden draait hij het wiekenhuis op de wind en laat - als het nodig is - het gemaaltje aan de Verlaatweg z'n eigen toer gaan. Dat draait wel door, maar als de molen maalt, moet je er bij zijn. Zo leeft Willem Borst, de molenaar van de „Zelden van Passé" al meer dan een halve eeuw van wind en wa ter. 1 September viert hij zijn gou- ren jubileum in dienst van de Groot- Westeindse polder. Dat gaat officieel gevierd worden. U zult daar nog meer van horen. WILLEM PRINS. „de nemecwnhwi v<vn Hor.: 1 lengtemaat (afk), 3 plaats in Groningen, 9 uitroep, 11 bastaard uitgang, 13 vervoermiddel, 14 rivier n Engeland, 15 zuilengang in oud- Athene, 17 eer, 18 palmboom, 19 vat met een hengsel, 21 hebben sommige schepen, 23 oude rekening (afk), 24 onzes inziens (afk), 26 voornaamw., 27 soort onderwijs (afk), 29 welige groei, 31 korte degen, 33 hoepel, 35 voegwoord, 36 vogel, 38 afkorting van dyne, 39 kleur, 40 ongaarne, 41 uitroep, 42 volbloed Hollander (Ind), 44 lidwoord (Fr), 46 deel. van de on derarm, 48 sportterm, 49 vreemde munt, 51 rund, 52 voorzetsel, 54 lid woord, 55 dam langs een water, 56 jongensnaam, 59 deel teken op een klinker, 61 meisjesnaam, 62 vuur (Mal), 64 plaats in Gelderl., 66 gra vure, 67 gem. in N.H., 69 voorzetsel, 70 welaan, 71 rivier in Frankrijk, 72 rijschool (afk). Vert.: 1 broeibak, 2 grondstof, 4 bijwoord, 5 inwendig lichaamsdeel, 6 voorzetsel, 7 gast, 8 staatsbedrijf (afk), 9 plaats in Limb., 10 telwoord, 12 jongensnaam, 14 spoedig, 16 god der liefde, 18 bloedhuis, 20 voedsel, 22 in het jaar der wereld (afk. Lat), 23 jongensnaam, 25 honigbij, 28 voor zetsel, 30 hemelgeest, 31 een der middelste Cycladen, 32 genieting, 34 nobele, 36 voorzetsel, 37 bosje haren, 41 ko9tjuffrouw, 43 achting, 45 smal deel van een vloot, 46 rivier in Ita lië, 47 gebloemd katoen, 49 wortel, 50 bekende afkorting, 53 scheik. ele ment (afk), 54 titel (afk), 57 buurt schap onder de Dr. gem. Borger, 58 zonderling, 59 telwoord, 60 voorzet sel, 61 onderricht, 63 voor, 65 zijtak Donau, 67 muzieknoot, 68 onbeken de. OPLOSSING VORIGE WEEK Hor.: 2 mals, 6 onan, 10 RN, 12 Leersum, 14 v.e., 15 gom, 17 naast, 18 pol, 19 agama, 21 haard, 23 aard, 24 bes, 26 stee, 27 malta, 29 deken, 31 alert, 34 do, 35 An, 36 le, 37 os, 38 genie, 41 genre, 44 ereis, 47 iris, 50 pet, 51 eder, 53 Segre, 55 Peize, 56 pee, 57 Lesse, 60 nek, 61 et, 62 mastiek, 64 le, 65 kant, 66 knap. Vert.: 1 orgaan, 3 al, 4 Lena, 5 sea, 6 Oss, 7 Nuth, 8 A.M., 9 kelder, 11 noga, 13 rakel, 14 vore, 16 Marie, 18 pater, 20 md, 22 as, 24 ban, 25 sta, 27 menie, 28 alles, 29 dog. 30 kan, 32 een, 33 toe, 39 enige, 40 Erp, 41 git, 42 rodin, 43 mispel, 45 eerst, 46 krekel, 48 reet, 49 sr, 51 Ee, 52 ezel, 54 elan, 55 peen, 58 Est, 59 sik, 62 ma, 63 ka. EVEN NAPRATEN Hoewel de toevloed in deze zomer se week weer niet zo groot was als we wel gewend zijn, waren er toch nog heel wat goede (en enkele foute) oplossingen, die ons per post bereik ten of die door de oplossers in de brievenbus van ons bureau werden gedeponeerd. De gelukkige is dit maal Ted Krom uit de Jacob Cats- laan 49, te Leiden, die binnenkort zijn prijs kan tegemoet zien. B im. Me faalden!Cr motten ito te middelen iebrnUft widen! Uilulltnjltentei Luister,ïk hebJ een nlm! Hebben on lamtrih V miatïieêiedlooMeïL MsMskenei teen eat...met Giéefried}eiettts te treuren omffono^X maar 'ns wu dee, maar ik heb eenbeter ideei Geef me een schaar!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 15