Britse dame zocht juwelen voor man Specialisten en laboranten streven naar kwaliteit Generaal met zeer briljante belangstelling DE LEIDSE COURANT CIVO zoekt naar BETER VOEDSEL De proefdieren hebben in het instituut een verzorgd leventje. Hier een witte rat op de weegschaal. (Van een onzer verslaggevers) ZEIST Het Centraal Instituut voor Voedings onderzoek T.N.O., thans gevestigd aan de Utrechtse- weg te Zeist, is in zijn verschijningsvorm uniek in Europa. Het houdt zich bezig met medisch en bio logisch voedingsonderzoek, maakt voedingsmiddelen analyses en beweegt zich op het gebied van de technologie en de verpakking. Veel onderzoekingen worden verricht in opdracht van belangengroepen en fabrikanten of produktschappen en daarnaast houdt men zich bezig met het zogenaamde vrije speurwerk. Men zoekt nieuwe of verbeterde werkwijzen voor de bereiding van voedingsmiddelen, tracht tot kwaliteitsverbetering te komen en het bederf tegen te gaan, terwijl gegevens worden verzameld over de samenstelling van de voedingsmiddelen. m De massaspectograaf is een belangrijk apparaat, dat in het infraroodonderzoek gegevens levert. Het spreekt vanzelf, dat bij een derge lijke veelomvattende taak het kader moet worden gevormd door specialisten. Veertig academici leiden de onderzoe kingen. Zij werken daarin samen of zit ten elkaar in de haren. Zij steunen op de medewerking van tachtig analisten en laboranten. Nu, na 25 jaren speurwerk, is een bekendheid verkregen, die tot ver buiten de landsgrenzen reikt. „Het werk begint, als er ergens moei lijkheden zijn ontstaan", zo zegt dr. C. En gel,, directeur van het CIVO, die ons een kijkje achter de schermen gunt. Hij ver duidelijkt dit met een voorbeeld. Enige jaren geleden ontstond vrij algemeen ver breid, plotseling de klacht over muffe eieren. Er werden manden met eieren naar het CIVO gezonden. De moeilijk heid was echter, dat niet alle eieren muf waren. Spoedig bleek, dat de oorzaak niet moest worden gezocht in h"et voer. Toen ook in de eigen proefstal het ver schijnsel zich voordeed, ontdekte men, dat het gebruik van houtschaafsel in de hokken het ongemak tot gevolg had. Na een enquête in het land bleken verschil lende houtsoorten en bepaalde conser veermiddelen, die bij de bewerking van het hout waren gebruikt, de boosdoe ners te zijn. Voordat men tot deze con clusie was gekomen, had men een jaar lang onderzoekingen verricht. Daarbij was dankbaar gebruik gemaakt van de massaspectograaf, een zeer kostbaar apparaat, dat mede de indentificatie van de veroorzaker hielp bepalen. AROMA Dit wonder van techniek is tevens een onmisbaar hulpmiddel in het aroma-onderzoek, dat momenteel by het CIVO in volle gang is. Bepalend voor de kwaliteit van bijvoorbeeld koffie of cacao of veel sterker nog voor alcoholische dranken, zoals rum en cognac, is het inzicht over de kleinste hoeveelheden van een geurcomponent. In de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied maken de onderzoekers aan de Utrechtseweg niet alleen gebruik van het infra-rood-onderzoek van de massa- spltograaf. Zij schakelden ook de gas- chromatograaf in. Door de gasfasechro-^ matografie kunnen de verschillende stoT- fen vluchtig worden gemaakt en worden gescheiden. Men komt zelfs tot de ana lyse van een miljoenste milligram van een component. Door deze wijze van „herkennen" zijn de onderzoekers in staat de kwaliteit te verbeteren, waarmee concurrentiepositie wordt geboden. Zelfs Amerika is nog niet zo ver op dit gebied als het CIVO in Zeist. In de toekomst ziet dr. Engel naast dit onderzoek, dat ook veel rekenwerk vraagt, een com puterinstallatie komen, die de ontwikke ling van dit werk nog zal versnellen. VERPAKKING Het aroma-onderzoek leidt dus tot ver betering van het produkt. Het onderzoek naar het verpakkingsmateriaal en het ge bruik van conserveringsmiddelen heeft dit evenzeer op het oog. Bovendien speelt hierin de gezondheidszorg 'oor de con sument mee. In dit onderzoek is men reeds ver gevorderd. Men meet de in vloed van een verpakkingsmateriaal op de kwaliteit en de houdbaarheid van het produkt. Men bepaalt welke kwaliteiten van een verpakkingsmateriaal onder be paalde omstandigheden het beste kun nen worden benut en adviseert tenslot te welk materiaal het best bij een ge geven voedingsmiddel kan worden ge bruikt. VLEESBEDERF In de loop der jaren hebben zich ver schillende werkgroepen in het CIVO ge vormd. Eén hiervan is het Nederlands Centrum voor Vleestechnologie. In het gebouw aan de Utrechtseweg is een com plete slagerij ingericht met rokerij, pekel- kelder, conservenruimte, koelcellen en al. Het onderzoek in deze „super-slagerij" richt zich op de verbetering van de kwa liteit van vleeswaren. Er wordt onderzocht hoe het best de mooie kleur en de goede smaak hiervan kunnen worden bewaard. Belangrijk is ook het onderzoek, dat voorkomen van bederf beoogt. De opgedane ervaringen worden doorgegeven aan de slagerijen. Zelfs technische adviezen bjj winkel- vernieuwing of -bouw worden verstrekt. En ook hier geldt weer, dat zowel de fabrikant en de detaillist als de consu ment sterk worden gediend. PROEFDIEREN De voedingswaarde van voedsel wordt niet alleen onderzocht door middel van chêmiséh laboratoriumonderzoek. Een belangrijk facet hierin is het werk met de kleine proefdieren. Men beschikt over een grote stal zelfgekweekte dieren. Men werkt momenteel met witte ratten, hon den en Japanse kwartels. In het onderzoek naar schadelijke stof fen, die in het voedsel kunnen geraken door verpakking, door conserveermidde len, door toevoeging van smaakstoffen BABYVOEDING Vanaf de oprichting van het Instituut voor Voedings Onderzoek is de voeding van zuigelingen en kleuters een onder werp van studie geweest. En nog beweegt men zich in samenwerking met het Wil- helmina Kinderziekenhuis te Utrecht in tensief op dit terrein, dat zelfs uitbrei ding kreeg. Men onderzoekt allergische reacties, bestudeert de voedingstoestand van bepaalde bevolkingsgroepen (school kinderen, bejaarden, sportlieden) en be perkt' zich daarbij niet alleen tot Neder land maar strekt dit onderzoek uit tot zelfs in de tropen. Lang niet alle facetten van het werk van het CIVO kunnen worden belicht. Wel is duidelijk hoe belangrijk deze onderzoekingen zijn. De huidige maat schappij in haar snelle ontwikkeling is niet denkbaar meer zonder het toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek. In de ^super-slagerij" richt het onderzoek zich voornamelijk op kivaliteitsverbetering en behoud van goede kleur van vleeswaren en op het tegengaan van bederf. 1 Het CIVO beschikt over een uitgebreide bibliotheek, waarvan ook onderzoekers van buiten het eigen instituut gebruik kunnen maken. Van onze correspondent Jan Dijkgraaf) ROME Er zijn toch zulke prettige manieren om aan de kost te komen. Bij een juwelier treedt een gedistingeerde dame binnen in gezelschap van een wat oudere vriendin, die ietwat moeilijk loopt met haar stokje en derhalve on middellijk een stoel krijgt aangeboden. Eerstgenoemde cliënte is het bazige ty pe, dat graag alles zelf opknapt. Ook andermans zaken. Zij deelt mede dat haar vriendin een Engelse is en geen woord Italiaans verstaat. Zij wil even wel haar man als souvenir aan hun „roman holiday" een gouden sigaretten koker gevenlaat u dus maar eens wat zien". Er wordt nu elegant en met smaak op een speciaal daartoe gespreid rood fluweel kleed een aantal gouden kokers neergevlijd. De categorie van 100 tot 150.000 is doodgewoon rommel! Zy buigt zich voorover en schreeuwt in het oor van de oudere dame „don't you think so dear?" Zwijgend geknik. In de klasse van 150.000 tot 250.000 zijn er enkele „beslist de moeite waard", maar tjè, u moet wél begrijpen dat je die dingen ook in Regent Street kunt krijgen. Nee, het móet een, van die beroemde voor beelden zijn van Italiaanse goudsmeed kunst. We zijn dus nu definitief boven de 300.000 aangeland. En opeens is het of de kleine Engelse èen gebaar maakt en meteen grijpt de bazige dame in en neemt een loodzware koker met juwelen slot, weegt hem op naar hand, vraagt losjesweg de prijs (450.000) en buigt zich wederom voor over en schreeuwt iets onbegrijpelijks in het oor van de ander (maar de ju welier spreekt of verstaat, als altijd, toch geen woord Engels) en de oude da me mompelt iets en schudt haar hoofd. De bazige wordt nu boos en wanhopig stort ze haar hart uit: „O dio, als u toch eens wist hoe lastig zij is. Ik word er gek van boodschappen met haar te doen". Er gebeurt nu even helemaal niets en dan beslist de bazige dame als volgt: „Weet u wat? Laat haar nou maar even hier zitten, dan ga ik dit ding zelf even aan haar man laten zien. We logeren met ons allen in hotel X. Hier vlak bijja, kamer 24! Ik ben zo terug. Misschien kunt u haar een koffie laten brengen?'' En weg met koker en al en toen na anderhalf uur de politie arriveerde, bleek dat er met deze (gehuurde) imbe ciele oude dame helemaal niets te be ginnen viel. Het enige wat ze deed was maar steeds een beetje bang een bil jet van 10.000 tonen, dat ze van die me vrouw had gekregen. Een generaal van de artillerie komt plechtig binnen. Zijn chauffeur, even eens in uniform, houdt de deur open. Buiten staat een auto van de generale staf. De generaal heeft zijn rechterhand in het gips en is zichtbaar „onthand". Juwelier en personeel schieten toe en schuiven een zetel aan. De eccellenza wuift het personeel weg en ook de ju welier gaat zitten. Volgt een vertrou welijk aandoend gesprek: „Overmorgen is het Sint-Agnes en dat is het naam feest van mijn vrouw en uh De juwelier slaat beide armen ten hemel en roept „oh ja weet u, ook mijn vrouw heet Agnesohh, neemt u mij niet kwalijk, eccellenza". Generaals zijn inderdaad niet gewend te worden onderbroken of in de rede gevallen. Hij hervat dus ria een pijnlijke stilte zijn „discorso". Het is al jarenlang een har- tewens van zijn vrouw om een briljan ten speld te hebben. „Ja, een broche, qf hoe ze heten mag. Welnu, daarom ben ik hier". „Nou" denkt de juwelier, „dat is het ware werk". Hij nodigt de eccellenza uit naar een rustige hoek van de voorname zaak, zet hem daar in een andere zetel en haalt persoonlijk een oogverblindende collectie briljanten broches voor de dag. De generaal k(jkt ietwat grimmig toe en bekend rondbor stig dat hij geen zier verstand heeft van die rommel. „Mijn vrouw natuurlijk wel, dus het moet wel iets goeds zijn, begrijpt u". De juwelier begrijpt het vol ledig en na een kwartier loven, prijzen een aanbevelen van zijn kant en even- zolang en grimmig grijnzen van des ge neraals zijde, wordt men het eens inza ke een fantastisch juweel van maar liefst 850.000 lire. „Maar omdat u het bent en omdat mijn vrouw ook Agnes heet, krijgt u het voor rond 800.000" KLAAR Alles is klaar. Het juweel wordt in gepakt, terwijl de generaal onder steeds heftiger uitdrukkingen onhandig naar zijn chequeboekje zoekt entot zijn zichtbare ergenis (generaals kennen geen verlegenheid) moet vaststellen, dat hij het vermaledijde ding op het mi nisterie heeft laten liggen. De juwelier vindt dat helemaal niks: „Eccellenza, neemt u het gewoon mee en u betaalt me morgen." Nü is de generaal oprecht verontwaardigd en hij begint een korte afdoende lezing: „Jonge man, in mijn hele lange leven heb ik alles maar dan ook alles wat ik kocht contant betaald dat moderne gedoe van maar-kopen -zonder-betalen vind ik immoreel!" De jonge man schrompelt ineenmaar de grijze vechtjas is alweer vriendelijk. Hij deelt mee een prachtidee te hebben: „kijk, ik zit met die vervloekte hand, maar als u nu even een briefje aan mijn vrouw schrijft ik heb het geld thuis en zij weet waar dan stuur ik mijn chauffeur even". Aldus gebeurt. „Cara, wil je als de hazen aan de chauf feur 800.000 lire meegeven. Als ik thuis kom, zal ik het je wel uitleggen, maar zo spoedig mogelijk, ti prego!" Chauffeur-met-auto van het toneel. Generaal raadpleegt zijn horloge maar accepteert toch nog even een vermout en zit gemoedelijk te praten met „de jonge man", die hij nog even op het hart drukt om in het vervolg nooit meer de naamdag van zijn vrouw te verwaar lozen. Na een half uurtje wordt de ec cellenza zichtbaar nerveus: horloge, grommen, schouders trekken en „waar blijft die lummel nou? Dat rot verkeer van tegenwoordig ze moesten alle au to's afschaffen, behalve ha ha van de generale staf. Maar jonge man, ik had al op het ministerie moeten zijn, wees zo goed en bel mij een taxi en als die chauffeur van mij komt, dan mag je hem gerust uitkafferen". En als de juwelier 's avond thuis komt en zijn vrouw vraagt: „Waar had je in hemelsnaam die 800.000 lire zo gauw voor nodig?", tja dan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 6