TRANEN UIT EIGEN OOG ALS GENEESMIDDEL is hei product van een verkoudheid Nieuwe uitgaven DE LEIDSE COURANT PENICILLINE Sir Alexander Fleming aan het werk in het St. Mary's hospital te Londen, waar het grootste deel van zijn werk met penicil line gedaan werd. „HET LIJKT WEL EEN WON DER", ZEI PROFESSOR HO WARD FLOREY, TOEN HIJ ALS EERSTE ZAG, HOE GE NEESKRACHTIG PENICILLI NE IS. Het bekende ziekenhuis St. Mary's Hospital is gelegen in de Londense wijk Padidington. Boven een der in gangen staat te lezen: „Wright-Fle- ming Instituut voor Microbiologie". Deze naam is een eerbewijs voor twee van 's werelds grootste biologen. Zij heetten Almroth Wright en Alexan der Fleming. Fleming was een leer ling van Wright. Wright vond een se rum tegen typhus. Fleming ontdekte de penicilline. Begin 1955 overleed de we reldberoemde ontdekker Sir Alexander Fleming. Hoe hij de penicilline „vond", is een even boeiend als belangwekkend relaas. Fleming's leermeester Wright is al vele jaren dood. Fleming werkte door tot zijn twee-en-zeventigste jaar. Toen pas nam hij ontslag van het Wright-Fleming Instituut. Lang ge noot hij echter niet van zijn zozeer verdiende rust, want begin 1955 - hij was toen 73 jaar - overleed hij. Het is zeer de moeite waard om een ogen blik stil te staan bij het leven en het baanbrekende werk van deze be roemde „Strijder in het Wit" en wel doener der mensheid. BEKWAME BOERENZOON Alexander Fleming was een brave, energieke en begaafde boerenzoon. Op veertienjarige leeftijd vertrok hij uit Ayrshire (Schotland), waar zijn vader een landbouwbedrijf had, naar Londen om zijn schoolopleiding te voltooien. Na zijn eindexamen trad hij in dienst van een scheepvaartkan toor. Geld om te studeren had de jonge Alexander tot zijn spijt niet. In 1901 viel hem echter een buiten kansje ten deel. Hij erfde toen een som gelds. Zijn besluit was snel ge nomen: Medicijnen studeren. Reeds als student viel hij op door zijn bekwaamheid. Toen hij in 1960 was afgestudeerd, benoemde Wright hem direct tot assistent. Wright had zich omringd met een ploeg' onder zoekers, die uitstekend en baanbre kend werk deden. Wright's theo rieën waren voor die tijd gerucht makend. Maar zijn laboratorium in het St. Mary's Hospital kwamen art sen uit de gehele wereld. Ja, zó'n op merkelijke figuur was Wright, dat hij de grote toneelschrijver Shaw inspi reerde tot het schrijven van het be kende toneelstuk „The Doctor's Dilemma". Tijdens de Eerste Wereldoorlog ging Fleming met zijn medeonderzoekers naar Frankrijk. Daar wijdde hij zich inzonderheid aan de bestudering van septische wonden,' die grote verlie zen aan mensenlevens veroorzaakten. Fleming's proeven die men nu tot de „Klassieken op Laboratoriumge- bied" rekent versterkten hem steeds meer in de overtuiging, dat antiseptica te weinig doeltreffend waren. Toch was hij de geleerde, die later een der meest volmaakte anti septica ontdekte! ZO KWAM HET Op wel heel bijzondere wijze kwam hij tot ontdekking. In 1922 had hij een fikse kougevat. Een geleerde, die ziek is, blijft echter een man van de we tenschap. Fleming besloot om een cultuur te maken van de stoffen, die zijn (verkouden) neus afscheidde. Hij was verbaasd, toen hij ontdekte, dat die afscheiding een stof bevatte, welke de groei van bacteriën tegen hield. Nadere onderzoekingen brach ten aan het licht, dat die merkwaar- rige stof in zijn tranen zat. Hij noem de dé stof lysoziem. Zes jaar later, in 1928 dus, bevond hij zich in zijn laboratorium, toen zijn oog getroffen werd door heldere plekken op een glasplaat met een bac- teriëncultuur. Er bleek op dat glas wat schimmel te zijn beland. Nu is schimmel in een laboratorium een niet al te vreemd verschijnsel. Menig onderzoeker zou dan ook de .bedor ven' cultuur weggesmeten hebben. Niet echter Fleming. Hij begreep in tuïtief, dat hij iets van belang had ontdekt. „Ik besloot om de zaak te onderzoeken", vertelde hij later, „en ik was toen blij, dat mijn aandacht al vele jaren op antiseptica gericht was geweest en dat ik reeds enige jaren tevoren een natuurlijk antisepticum, de lysoziem, had gevonden". Nadien bleek, dat de methoden, dde Fleming had gebruikt ter bestudering van de lysoziem, van grote waarde waren bij de nadere bestudering van de gedraging van de penicilline, die hij op die gedenkwaardige dag in 1928 in zijn laboratorium had gevonden. Aanvankelijk kostte het grote moeite om de penicilline wetenschappelijk onder de, knie te krijgen. De stof bleek eigenschappen te bezitten, die een onderzoek moeilijk maakten. An deren hechtten derhalve aanvankelijk weinig waarde aan Fleming, „een eenling, al had ik dan enige jonge ren om mij heen verzameld. Aanvan kelijk vonden we een heleboel uit be treffende penicilline, maar toen ble ven we stilstaan ingevolge onze on voldoende scheikundige kennis". Professor Harold Raistick, hoogle raar aan de Londense School voor Hygiene en Tropische Geneeskunde, had Fleming's verhandelingen over penicilline gelezen. Hij besloot om de stof eveneens te gaan onderzoe ken. Maar zomin ais van Fleming waren zijn vorderingen groot. Wel bereikte Fleeming in enige gevallen goede resultaten bij de toepassing van zijn nieuwe stof als geneesmid del, doch opzienbarend waren die successen niet. ,$EN WONDER!" Pas in 1938 begon de .bloeitijd' der penicilline. In dat jaar namen twee Oxfordse geleerden het initiatief tot een systematische studie betreffende organismen, die stoffen afscheiden, welke de groei van andere organis men beïnvloeden. Tijdens een avond wandeling besloten professor Howard Florey en Dr. E. B. Chain (zo heetten die geleerden) om te beginnen met Fleming's penicilline. In 1940 toen de Duitse legers in Frankrijk stonden en op weg waren naar de Kanaalkust, waren beide mannen gereed voor, de beslissende proef. Zij spraken af, dat zij, als de Duitsers in Engeland zouden landen, zouden uitwijken en dan de voering hunner jassen zouden bestrijken met penicilline-cultuur. De Duitsers kwa men echter niet. De grote proef kon daarom in Oxford plaatsvinden. Professor Florey gaf vijftig witte muizen een injectie met een sterke dosis zeer virulente bacteriën. De helft der muizen behandelde hij met penicilline. De andere helft niet. En ziet, binnen zestien uur waren alle niet-behandelde muizen morsdood, terwijl de met penicilline behandelde proefdieren op een na allemaal in le ven waren. De hoogleraar was zo verbaasd en opgetogen over dit over tuigend resultaat, dat hij onmiddellijk de telefoon van de haak nam en tot •een collega zei: „Het lijkt wel een wonder!" WERELDVEROVERAAR Inderdaad,toen eenmaal het bewijs was geleverd, dat Fleming's penicil line een uiterst heilzaam geneesmid del was, was er alle reden om te spreken van een wonder-stof. In de oorlogsjaren heeft de penicilline ve len het leven gered en talloze an deren gespaard voor blijvende ge brekkigheid. Geen wonder, dat Duits land en zijn bondgenoten heel veel moeite hebben gedaan om tijdens de oorlog het geheim van Fleming's pe nicilline te leren kennen. Fleming, Florey en Chain kregen voor hun bijzondere prestaties hoge Britse en andere onderscheidingen. Natuurlijk deelden Florey en Chain in de eer, die Fleming ten deel viel, want zij hadden in Oxford het werk voltooid, waarmede Fleming in Lon den begonnen was. Peniciline is, vooral na de oorlog, ge worden tot een wereldveroveraar van de allereerste orde. Tot aan zijn dood toe zag Fleming met voldoening te rug op zijn onderzoekingen en op zijn verkoudheden! Sir Alexander wist, toen hij sterven moest, dat hij zijn wetenschappelijke nalatenschap veilig kon achterlaten in handen van vrijwel alle artsen op aarde, die er vrijwel dagelijks een dankbaar ge bruik van maken ten bate van de lijdende mensheid. BHHMi Sir Alexander Fleming, ontdekker van de penicilline, Nobelprijswinnaar 1945. „Mogen wij nog anti-Duits zijn?" Uitgave Soheütema en Holkema N.V. Dit boekje geeft geen oplossing of antwoord, maar is de neerslag van een „gesprek", waarin vier schrijvers, met ieder een andere mening, na een inleiding van de hand van dr. W. Drees, aan het woord komen. De auteurs zijn bet misschien met uit zondering van J. B. Charles erover eens, dat een volstrekt afwijzende houding tegenover onze oosterburen uit den boze is, maar met name door L. Aletrino wordt gewaarschuwd te gen een al te grote tegemoetkomend heid. „Duitsers ongewenst - een natie in de spiegel van generaties en bewonderaars", door Hermann Eioh Uitg. „Nederlands Boekhuis", Tilburg. Hermann Ei ah, zelf een Duitser, heeft, zo blijkt uit de titel van zijn boek, eigenlijk niet meer willen doen dan het geven van feitenmateriaal en me ningen van anderen. Zijn poging is lofwaardig, maar loopt vast in on overzichtelijkheid en een verdedigen- baonder-meer van het Duitse voilk. Dit laatste is hem beslist niet zo kwalijk te nemen, maar iets meer nuancering zou het boek zeker ten goede gekomen zijn. Overigens is het toch wel boeiend te lezen, hoe een Duitser de zwakke plekken in het karakter van het Duitse volk ge lukkig soms met een verrassende openhartigheid blootlegt. De wijze, waarop hij ze bespreekt, kan niet steeds onze volledige goedkeuring Het verlaten strand. door Armand Lanoux Uitg. Nygh Ditmar, 's-Gravenhage /Rotterdam. Dit boek behandelt de geschiedenis van ben 19-jarige Canadees Abel Le- derc, die aan de invasie in Norman- dië heeft deelgenomen. In 1960 komt hij met een groep Canadezen naar Nommamdië met het doel Normandiërs en Canadezen, die de naam Leclerc dragen samen te brengen. Het heden roept weer het verleden op, doch hij ontdekt dat hij niet naar dit land kwam om alle plaatsen nog eens te zien, maar om de kloof tussen het afschuwelijke verleden en het heden De Amerikaanse ambassadeur speldt Sir Alexander Fleming de medaille van verdienste van de Verenigde Staten op voor zijn voortreffelijke diensten met pe nicilline tijdens de tweede we reldoorlog. te overbruggen. Een interessant ver haal, maar door enkele vrijmoedige paissages alleen geschikt voor rijpere lezers. Achtergrond, door Maurits Mok Uitg. Nygh Ditmar, Den Haag. „Nimmer Dralend" -reeks. De verschrikkingen van een wereld oorlog kunnen iemand, die ze in volle bewustzijn heeft beleefd, tot een ob sessie worden. Zonder te willen zeg gen, diat dit bij Maurits Mok het geval is, zijn wij ervan overtuigd, dat aan het schrijven van deze dichtbundel een onuitwisbare herinnering aan deze ramp en haar huiveringwekken de gevolgen ten grondslag heeft gele gen. Mok drukt zijn ontroerend-men- selijke en diep-bezonnen herinnering uit in een heldere, lyrische poëzie van het beste soort. Moge het thema vooral voor jongeren, wat onwezen lijk zijn, de poëzie, die Maurits Mok in deze bundel heeft geschreven, is zó voor zichzelf sprekend en bezit een zó grote zeggingskracht, dat „Achter grond" - tevens titel van het eerste gedicht van de bundel tot het beste moet worden gerekend, wat er aan „oorlogsliteratuur" is verschenen. Binnen bereik, door Heriuf van Meriiet Uitg. Nygh Ditmar, Den Haag. Een posthuum verschenen bundel van de onder pseudoniem schrijvende hoofdredacteur van „De Tijd-Maas- bode", H. C. J. A. baron van Lams- weerde. Boeiende, maar niet overal even sterke epische poëzie, met een sterk ironische inslag, waarmee de dichter bepaalde door hem gehate misstanden te lijf gaat. Anderzijds dragen verschillende andere gedich ten een veel milder karakter, maar de dichter toont zich o.i. op zijn sterkst als „polemisch poeet". Het begin, door Herbert Haag, Theoloog en Kerk, door Hans Kung. Uitg. Paul Brand. Twee theologische meditaties waar van de eerste vooral de theologische zienswijze geeft op de eerste hoofd stukken van de Genesis en de twee de de theologische zienswijze op de Theologie en op de Kerk Vlinders en hun verwanten, door dr. Walter Robert Cor- ti. Uitg. Elsevier Briljant Boeken. Met illustraties van Walter Linsen- maier geeft de schrijver een prach tig boekje uit over vlinders Geschiedenis van het ver keer te land, Maurice Fabre. Uitg. Scheltema Holkema. De vele manieren van het verkeer te land worden in deze uitgave in woord en beeld weer gegeven. Een boek uit de serie „Kennis en Ver nuft".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 4