VREDESKERK
IN YENRAY
SYMBOOL VAN
VERZOENING
Roeping op latere leeftijd
Oude vijanden
hielpen bouwen
Opleiding vol variatie
JULI 1965
DE LEIPSE COURANT
PAGINA
Van onze correspondent)
Iets meer dan twintig jaar nadat de vrede in de wereld werkelijkheid
was geworden, heeft de bisschop van Roermond, mgr. P. Moors,
onlangs in Venray de Vredeskerk geconsacreerd, een Godshuis, dat
tot stand is gekomen dank zij niet alleen de steun van de Venrayse
bevolking, maar ook van West-Duitsland, de Verenigde Staten en
Engeland, die eens in de oktoberdagen van 1944 op dezelfde plaats als
bittere vijanden tegenover elkaar stonden.
Daar in Venray en omgeving, met
name in Overloon, is in de trieste ok
toberdagen een van de zwaarste veld
slagen van de tweede wereldoorlog ge
leverd, waaraan herinneren de 31.000
betonnen kruisen op het Duitse oorlogs
kerkhof in het Venrayse kerkdorp IJs-
selsteyn en de enkele duizenden mar
meren kruisen op de Engelse oorlogs
kerkhoven in Venray en in Overloon.
De tijd heeft de wonden geheeld. En
dat gelukkig niet alleen. Er is vriend
schap gegroeid tussen de vroegere vij
anden, die zich tezamen hebben inge
zet voor de totstandkoming van de Vre
deskerk, het symbool van de verzoe
ning en de verbroedering.
Reeds enkele jaren nadat Venray en
Overloon het toneel waren geweest van
de bloedigste gevechten, ontstond het
plan om in Venray, met de hulp van
Westduitse katholieken een vredesmo-
nument te stichten. De gedachten gin
gen aanvankelijk uit naar een herbouw
van de verwoeste toren van de deke
nale kerk St.-Petrus' Banden. Van de
uitvoering van het plan kwam niets te
recht; de kloof tussen de herinnering
aan wat was geschied en de verzoe
ning bleek nog te groot. Maar de nieu
we toren kwam er toch, dank zij de
steun van voornamelijk de Venrayse be
volking.
Toen, in 1957, kwam pastoor W. Gee-
rits als kapelaan naar Venray en bij
zijn benoeming kreeg hij de boodschap
mee, dat hij eerlang bouwpastoor zou
worden van een nieuwe parochie in 't
centrum van Venray. Die benoeming
kwam precies twee jaar later en de
nieuwe pastoor had er zich toen al ter
dege op voorbereid. Binnen veertien da
gen had hij een actiecomité gevormd,
waarvan voorzitter werd dr. J. Litjens,
directeur van de pedagogische acade
mie in Roermond en geboortig uit Ven
ray. Dat pastoor Geerits voor die func
tie 't oog op dr. Litjens liet vallen, had
zijn reden; hij kende hem uit zijn stu
dietijd en had hem leren waarderen als
een bekwaam organisator. En in zijn
verwachtingen werd hij niet beschaamd.
Dr. Litjens lanceerde het idee om 'n
vredeskerk te stichten, een nationaal
monument, dat een symbool zou moe
ten zijn van de internationale vrede.
Met dit idee maakte hij propaganda in
de hele wereld, vooral in West-Duits
land. Er werd een erecomité gevormd,
waarin onder anderen zitting namen de
ambassadeurs van West-Duitsland, de
Verenigde Staten, Engeland, Frankrijk
en een groot aantal kerkelijke hoog
waardigheidsbekleders als de kardina
len Spellman (V.S.), Leger (Canada),
Frings (Did.) en mgr. Moors, de bis
schop van Roermond. De Vredeskerk
zou toegewijd worden aan* Christus Ko
ning en naast een parochiële ook een
internationale functie krijgen.
Het idee van dr. Litjens sloeg in de
wereld aan. Speciaal West-Duitsland
liet zich van de beste zijde zien. Mede
dank zij vele publikaties in kranten
brachten onze oosterburen liefst 220.000
DM bij elkaar. Het begon met een gift
van 10.000 DM van de bondsregering.
Amerikaanse bisschoppen maakten gif
ten over. Paus Joannes XXiil stelde
vlak voor zijn dood 1.000 gulden be
schikbaar uit de hem toegekende Bal-
zanvredesprijs en uit diverse andere
landen rolde ook geld binnen. Venray
zelf bleef trouwens ook niet achterwe
ge; tal van acties vonden bijzonder veel
weerklank, niet in het minst de Molen-
pleinkermis, die telkens vele duizen
den guldens opbracht. In 1962 had ar
chitect Th. Boosten uit Maastricht het
eerste ontwerp klaar voor de nieuwe
kerk. Het was het startpunt van een
papieren lijdensweg, die voert van de
bisschoppelijke bouwcommissie tot het
ministerie van Volkshuisvesting. Het
gevolg was, dat er nieuwe ontwerpen op
tafel kwamen en zo duurde het wel een
tijd eer met de bouw kon worden be
gonnen. In september 1963 was het ein
delijk zover.
De Vredeskerk, die aan elfhonderd
mensen plaats biedt, is in vele opzich
ten anders dan de meeste Godshuizen.
Hij valt uiteen in een middenschip, dat
elf meter hoog is, een lagere vleugel,
die als dagkerk dienst doet en HET
een galerij, die toegang geeft tot de
twee sacristieën. Het gebouw is 55 me- INTERIEUR
ter lang en 33 meter breed. Boven het
altaar bevindt zich een fraaie lichtkoe- VAN
pel, die veel daglicht brengt. In een
hoge zijwand heeft de kunstenaar Eu- DE
géne Laudy een groot driehoekig glas-
in-lood-raam aangebracht. Wie de kerk VREDESKERK
bezoekt, om welke intentie dan ook,
hij wordt erdoor geboeid. Het is een in
bijzondere schepping van internationa
le allure, een uniek monument, waarin VENRAY
evenals in El Alamein en Monte Cas-
sino The Lamp of the Brotherhood per
manent zal branden.
Li deze weken valt bij velen de beslissing over de keuze van de
levensstaat: De opleiding tot het priesterschap behoort daartoe. En
de keuze daartoe valt dikwijls op late leeftijd. Wij willen hier speciaal
aandacht besteden aan de opleidingscentra voor zogenaamde „late
roepingen". De zeven instituten die als zodanig erkend zijn en ook
nauw samenwerken, worden hier stuk voor stuk belicht. De gegevens
zijn verstrekt door de directeuren-rectoren van de zeven centra. Wij
hebben de kwestie van kost- of lesgeld terzijde gelaten omdat deze
van geval tot geval wordt bezien en eigenlijk nimmer een struikelblok
dient te zijn.
Eén op twintig
Als late of latere roeping worden al
lereerst degenen gezien, die voor het
eerst op 17-jarige leeftijd of ouder de
studie voor het priesterschap zijn be
gonnen en daarbij een zekere bij- of
omscholing nodig hebben alvorens de
hogere studies te beginnen. Deze om
schrijving sluit een aantal groeperingen
uit, die men er desnoods toe zou kun
nen rekenen:
1. jongens die reeds op jeugdige leef
tijd tot 't priesterschap getrokken wor
den, maar van wie de ouders prefere
ren dat zij 'n gewoon gymnasium be
zoeken.
2. jongens die op de derde of latere
klas van het gymnasium de richting
van het priesterschap uitgaan.
Recente gegevens
Eén op de 20 Nederlandse priesters is
een latere roeping. De laatste jaren
melden zich ongeveer 150 kandidaten;
gemiddeld 50 kandidaten gingen naar
het grootseminarie; in 1964 zelfs 58.
Voor de helft (55 procent) komen de
kandidaten uit een beroep en voor 45
procent uit een of andere vorm van on
derwijs (55 procent hiervan heeft ulo
opleiding gehad; 16 procent h.b.s., 13
procent technisch onderwijs en 16 pro
cent een andere vorm van onderwijs
bijvoorbeeld handelsschool).
De cijfers liggen in Nederland lager
dan in het buitenland. Zo is in Frank
rijk 15 procent van de theologiestuden
ten een „latere roeping"; dr1 is een
stijging ten opzichte van de jaren 1930-
1945 waarin maar 8 procent bij de in
trede in het seminarie tot de „latere
roeping" gerekend kon worden. Van de
1000 latere roepingen in de periode
1946-1951 gingen er 854 naar de hogere
studies; daarvan werden er 816 priester
gewijd (een rendement van 75 procent).
Frankrijk telt 23 vormingscentra voor
de „latere roeping" met ongeveer 800
studenten.
In Duitsland is 15 procent van de
theologiestudenten tot de „latere roe
ping" te rekenen; er zijn 20 vormings
centra, waarvan het avondgymnasium
te Neuss (vooral werkstudenten) het
meest bekend is.
Aparte problematiek
Allereerst kan gewezen worden op het
verschil in leeftijd, waarop de mogelijke
keuze voor de priesterlijke levensstaat
gemaakt wordt. Jongens van 17 jaar en
ouder hebben reeds enigszins in een an
dere richting geleefd en zijn daardoor
op een enigszins andere wijze ge
vormd; zij zijn doorgaans zelf
standiger, kritischer; vaak beoefenden
zij een eigen beroep en bepaalden zelf
hun vrije tijd; zij hadden contact met
meisjes, soms zelfs verkering.
De nieuwe levenskeuze brengt dus 'n
omscholing en omschakeling met zich
mee, waarin tevens de motivering en
het bestaansrecht van de gespecialiseer
de scholen voor de „latere roeping" be
sloten liggen.
Deze omschakeling is nodig zowel
op intellectueel als op geestelijk ter
rein. Het studieprogram vraagt om een
eigen methode, die individueel of in
kleine groepen wordt uitgevoerd; de
vooropleiding die zo verschillend is
geweest, vraagt om aanpassing en aan
vulling. De geestelijke vorming moet
geheel persoonlijk zijn omdat de groep
zeer heterogeen is wat betreft voorop
leiding, stand, milieu, mentaliteit en
levensopvatting; de idee van pries
ter-worden is niet steeds zo diep gewor
teld en de vorm waarin zij zich hun toe
komstig priesterschap denken is vaak
nog niet gevonden. Daartoe is geestelij
ke vorming en scholing nodig.
Moeilijkheden
De „latere roeping" brengt zijn eigen
moeilijkheden mee; de gegroeide ver
bindingen moeten verbroken worden;
er is gevaar dat er een vlucht uit le
vensmoeilijkheden in gezien wordt; fi
nanciële offers moeten soms gebracht
worden; en niet in het minst de inner
lijke onzekerheid, die de definitieve keu
ze bemoeilijkt.
Daarom is het zaak voor het instituut
de roeping te toetsen en te beproeven.
Hoe onderkent men immers in de mo
tieven om priester te worden, de roe
ping zelf Vlucht uit huiselijke of maat
schappelijke moeilijkheden, compensa-
tiedrang en dergelijke vormen geen ba
sis voor een echte roeping. Het verlan
gen, zijn leven waardevol te maken in
dienst van het geestelijk welzijn van zijn
medemensen moet het grondmotief zijn.
Inzicht en ervaring worden hier ge
vraagd van degenen die dit moeten be
oordelen.
Antonianum
Het Antonianum te Amsterdam stelt
zich ten doel jongemensen die op latere
leeftijd priester willen worden in aan
passing op hun reeds genoten oplei
ding aanvullend onderwijs te geven en
hun hulsvesting te verlenen in een voor
hen geschikt milieu. Het wil tevens hun
verdere godsdienstige, zedelijke, maat
schappelijke en culturele opvoeding be
hartigen.
De lessen worden gegeven in de
avonduren. Jongemensen die een mulo
diploma bezitten volgen de lessen op het
r.-k. avondlyceum „Contardo Ferrini"
en worden opgeleid tot het diploma
gymnasium A. Voor degenen voor wie
dit te moeilijk mocht zijn bestaat de ge
legenheid een apart en verlicht pro
gramma te volgen. Deze cursus duurt
4 of 3 jaar. Jongemensen in het bezit
van diploma h.b.s., kweekschool en der
gelijke volgen een tweejarige cursus La
tijn en Grieks. Jongemannen die alleen
maar l.o. hebben genoten moeten eerst
een voorbereidende cursus volgen
alvorens op het avondlyceum te kunnen
worden toegelaten.
De lessen worden uitsluitend in de
avonduren gegeven om de jonge mensen
in staat te stellen door arbeid (halve
of hele dagen) hun eigen kost- en stu
diegeld te verdienen en tevens een stuk
levenservaring op te doen. Dispensa
tie in de arbeid wordt verleend wan
neer er voldoende reden aanwezig is.
De leeftijd om toegelaten te worden
is ongeveer 18-30 jaar. Om voldoende
redenen kan de leeftijdsgrens zowel
naar boven als naar beneden overschre
den worden. Het Antonianum is 'n open
convict. Er bestaat dus een behoorlijke
vrijheid van beweging. Iedere maand
geeft een vrij weekend. Ofschoon men
als regel intern woont, is in bijzondere
gevallen de mogelijkheid open gelaten
extern te blijven. Voor verdere inlich
tingen wende men zich tot: pater-di-
recteur, Antonianum, telefoon (020)
222582 of (020) 238200.
College „Nazareth"
Het doel van het college Nazaret' in
Horst met vrije keuze voor het seculie
re of reguliere priesterschap, is jonge
mannen die op latere leeftijd priester
willen worden, hun opleiding te geven
in aangepaste vorm.
Voor toelating tot het college is ver
eist, dat men de lagere school door
lopen heeft. Wie na de lagere school
geen onderwijs meer heeft genoten of
alleen vakopleiding heeft gevolgd, zal
normaal vijf jaar over de cursus doen;
voor een kandidaat met een ulo-diplo
ma duurt de cursus vier jaar. Verder
wordt zoveel mogelijk rekening gehou
den met andere vormen van reeds ge
noten onderwijs. College Nazareth is 'n
internaat. De leiding van deze school
meent dat een internaat, wanneer er
voldoende begrip getoond wordt voor de
nodige openheid en vrijheid, uitstekend
tegemoet komt aan de geestelijke be
hoefte van vele late roepingen. In ve
lerlei opzichten kan de vorming volle
diger en intensiever zijn, terwijl ook 'n
gemeenschapsleven en het veelvuldig
en nauw contact binnen een grote groep
hun voordelen bieden.
Voor degenen die er behoefte aan
hebben nog eens rustig na te denken
over hun roeping, bestaat de gelegen
heid in „Nazareth" enkele dagen door
te brengen en zich daarover met een
andere pater te bezinnen.
Nadere inlichtingen: pater rector
College Nazareth, Hofst (L.), telefoon:
(04709) 1346.
Latijnse school
De Latijnse School In Gemert leidt
jongemannen vanaf 16 jaar tot de hoge
re studie voor het priesterschap op in
de ruimste zin; zowel voor de seculiere
geestelijkheid als voor iedere congrega
tie of orde. Voor toelating volstaat lage-
gereschoolopleiding; ulodiploma is ech
ter wenselijk. Het studieprogram omvat
d oude en de moderne talen, gods
dienstleer, bijbelse en profane geschie
denis, aardrijkskunde, rekenen, boek
houden en muziek.. Wiskunde is facul
tatief.
Duur der opleiding verschilt naarge
lang vooropleiding en capaciteiten.
Leerlingen met u.l.o.-diploma kunnen in
3 of 4 jaar Maar komen. Iemand met
minder vooropleiding heeft 5 of 6 jaar
nodig. Voor de leerlingen beschikt de
school over 8 kosthuizen, elk voor on
geveer twaalf leerlingen. De zorg daar
voor is toevertrouwd aan particulieren.
Volgens een vast reglement leiden de
leerlingen daar een gemeenschappelijk
leven.
Inlichtingen pater rector Latijnse
School, Ruysschenberghstraat 1, Ge
mert. Telefoon (04923) 1474 of 1629.
Schola Carolina
Een jongeman, die kloosterling of
wereldpriester wil worden en reeds eni
ge algemene ontwikkeling bezit, kan de
ze in de Carolinagemeenschap te Den
Haag aanvullen ter voorbereiding van
zijn hogere studies. Het dagonderwijs
omvat Latijn, desgewenst Grieks, bij
belse oriëntatie, kerkmuziek, gymnas
tiek, expressie, en, zo nodig, Neder
lands en moderne talen.
Daarnaast bestaat voor werkende
inwoners van Den Haag en omge
ving gelegenheid tot volgen van avond
lessen.
De dagcursus duurt één en drie jaar,
naargelang vooropleiding, studie-aan
leg en toekomstplannen. Desgewenst
kan men ook aanvullend staatsexamen
gymnasium voorbereiden.
Inwoners van Den Haag en omgeving
kunnen als extern worden aangeno
men. De anderen verblijven in een con
vict. Hier bestaat de nodige openheid en
vrijheid om sociale activiteiten en ont
spanning naar eigen voorkeur in te
richten.
De schola is behuisd in een villa met
een rustige omgeving aan de rand van
de stad. Men leeft In een huiselijke
sfeer. De financiële regeling geschiedt
in overleg.
Aan de geestelijke vorming en de
keuze van de toekomstige geestelijke
staat wordt veel aandacht besteed door
jaarlijkse retraite, wekelijkse instruc
tie, regelmatige recollectie, verzorgde
liturgische viering, geestelijke begelei
ding en door brede oriëntatiemogelijk
heden.
De voornaamste toelatingsvoorwaar
den zijn allereerst de serieuze wil om
de geestelijke staat te kiezen, en in nau
we samenhang hiermee de geschiktheid
tot deze staat en voldoende algemene
aanleg voor de hogere studies, zoals dit
alles kan blijken uit getuigschriften.
De leiding berust bij de paters jezuïe
ten, zonder dat de vorming op toetre
ding tot de orde gericht is. Voor inlich
tingen wende men zich tot: directeur
Schola Carolina, Van Soutelandelaan
149, Den Haag, telefoon (070) 241831.
Huize Michaël
Huize Michaël in Warnsveld Is een
modern opgezet opleidingscentrum voor
late roepingen, gelegen in een bosrijke
en rustige omgeving. Het paviljoensys
teem en de kleine groep van 25-30 stu
denten zijn bevorderlijk voor een pretti
ge en geborgen sfeer en tevens voor de
uitgroei tot zelfstandigheid en persoon
lijke verantwoordelijkheid. De leiding
is in handen van de priesters van het
H. Hart. Zij bepalen de sfeer, klimaat
en opleiding tot het priesterschap en
willen daarmee een uitnodigend gebaar
stellen aan de kandidaten in verband
met de nadere keuze tot het religieuze
priesterleven. Iedere kandidaat maakt
echter zijn persoonlijke keuze.
Het programma van onderwijs wordt
aangepast aan leeftijd, aanleg en voor
opleiding van de kandidaat. Zij die
h.b.s., u.l.o., h.t.s., kweekschool of der
gelijke hebben doorlopen, kunnen de
aanvullende studie in ongeveer twee
jaar maken, al naargelang de aard van
het diploma en de aanleg van de stu
dent. Voor hen die van de l.t.s. of land
bouwschool komen, of in het geheel
geen vooropleiding hebben gehad, èal de
cursus als regel vier jaar duren.
Het onderwijs wordt ofwel individueel
gegeven ofwel in kleine groepjes, zo
dat niet alleen de leerstof, maar ook het
tempo zoveel mogelijk kan worden aan
gepast. Buiten het onderwijs zijn er di
verse activiteiten ter Ontwikkeling en
ontspanning.
Kostgeld wordt in onderling overleg
geregeld, waarbij rekening wordt ge
houden met de soms moeilijke om
standigheden van late roepingen. Boe
ken worden gratis ter beschikking ge
steld. De leeftijd varieert van 16 tot 30
jaar.
Nadere inlichtingen over Huize Mi
chaël en de congregatie bij pater rec
tor Huize Michaël, Oude Borculoseweg
3, Warnsveld (G). Telefoon (05751) 307.
De oblaten van Maria leiden een stu
diehuis voor late roepingen in Duiven.
Momenteel zijn er 29 studenten; hun
leeftijd varieert tussen 16 en 30 jaar.
Dit betrekkelijk kleine aantal en hun
verantwoordelijkheidsbesef staan geluk
kig toe dat hun een grote vrijheid en
zelfstandigheid naar buiten kan gegeven
worden. Er is geen bijzondere voorop
leiding vereist. Het onderwijs wordt in
groepsverband (vijf tot tien man) gege
ven, zonodig persoonlijk. Tijdsduur van
de cursus hangt af van genoten voorop
leiding en leeftijd (gemiddeld 3 tot 4
jaar). De cursus geeft brede algemene
ontwikkeling en voldoende voorberei
ding voor hogere studies. De studenten
worden in een sfeer van openheid in
staat gesteld de oblaten van Maria te
leren kennen. Een eventuele intre
de kan zodoende meer verantwoord en
met duidelijker inzicht geschieden. In
dien een student of de leiding van het
huis vermoedt dat een andere religieu
ze gemeenschap of een grootseminarie
van een bisdom verkieselijker is voor
een leerling, wordt aan een mogelijk
besluit in deze volle medewerking ver
leend. Inlichtingen: pater overste, stu
diehuis voor late roepingen, Duiven-
telefoon (08367) 212.
Huizen voor late roeping vindt men
inAmsterdam, Antonianum. Prins
Hendrikkade 144; Horst, college Naza
reth; Gemert: Latijnse school, Franse
Brugske 8; Den Haag: Schola Caroli
na, Van Soutelandelaan 149; Hattem
(Gld.): De Kibo, Apeldoornseweg 29;
Warnsveld (Gld): Huize Michaël, Oude
Borculoseweg 3; Duiven (Gld.): Studie
huis voor de late roeping
Het Antonianum neemt een geheel ei
gen positie in. Hier wordt de latere roe
ping opgevangen die tijdens de omscha
keling tevens een beroep in de maat
schappij blijft uitoefenen. Dit soort op
leiding is uniek en vraagt een speciale
opzet.
Alle instituten voor de latere roepin
gen begeleiden tevens jonge mensen die
aanvankelijk een gymnasiale opleiding
volgden, maar zich niet konden ont
plooien.
Zij vragen om een meer aangepaste
opleiding, die zij kunnen vinden in de
instituten voor de late roeping.
Er zijn jonge mensen die niet toege
laten werden tot een gymnasium en
daarom een ulo of soortgelijke oplei
ding gingen volgen, waarna zij toch de
mogelijkheid bleven zoeken om pries
ter te worden. Ook zij vinden in de in
stituten waarborgen een geschikte oplei
ding te ontvangen, die hen voorbereidt
op de hogere studies van filosofie en
theologie.