In Wassenaar komen in september slotzusters uit Brabant MGR. M. A. JANSEN RIEP DE ZUSTERS PENITENTEN VAN DE EENHEID NAAR ZIJN BISDOM DE LEIPSE COURANT PAGINA H „ALS U ER ALVAST MAAR BENT," had de bisschop van Rotterdam, mgr. M. A» Jansen, gezegd tegen de slotzusters Penitenten van Haren. Het was een reeds lang gekoesterde wens van de Orde der Zusters Peni tenten van de Eenheid, om van Brabant te verhuizen naar het diaspora-gebied van een der Zuidhollandse eilanden. Maar vanachter hun kloostertralies in het verre Haren bij Oss wilde het de zusters niet lukken om de grote afstand daarheen te overbruggen. De suggestie van mgr. Jansen om als tussenfase eerst dan maar eens een willekeurige plaats in zijn diocees te betrekken, was hen daarom dan ook bijzonder wel kom. Omdat het allicht een stuk eenvoudiger zou zijn, om binnen hetzelfde bisdom en van minder veraf een overstap te maken en daarvoor de benodigde kontakten te leggen. Van zijn kant zag mgr. Jansen al drie jaar lang uit naar de inbreng van een beschouwende orde of congregatie in zijn bisdom, dat als enige in Neder land geen nederzetting kent van contemplatieven. Zijn uitnodiging aan de Penitentenorde beoogde dus ook een vervollediging van de Rotterdamse kerkgemeenschap. DE EERSTE COMTEMPLAT1EVE ORDE IN HET ROTTERDAMSE DIOCEES |\E NIJMEEGSE STICHTING Ne- dlenlandse Vrouwelijke Religieu zen betrachtte op 2<9 januari, diait in Wassenaar een klooster van de Fran ciscanessen varn Oiiirschot op het punit stond te worden opgeheven. De Ha- rense zusters kregen van de algeme nie overste van deze onderwijscongre gatie toestemming om het klooster aan een eerste bezichtiging te onder werpen. Alleen kon dit 'op het ge geven moment nog niet erg openlijk geschiedende zusters moesten er letterlijk op hun tenen rondlopen om miets te .verraden" Omdat slechts de hiuisovenste maar de communiteit der Franciscanessen nog niet heette te zijn ingelicht over de komende gebeurtenissen (wat - zoals later bleek - uiteraard een illusie was). Op 10 maart maakte moeder-overste', nu in gezelschap van het voltallige in terne bestuur van het Harense con vent opnieuw de reis naar Wassenaar. Diezelfde dag viel ook de beslissing en werd voor die verdere afwikkeling van de overdracht de officiële toe stemming aangevraagd bij beide bis dommen. Welke onlangs tenslotte is afgekomen. KLOOSTER EN 34 IJZEREN STAVEN De definitieve datum van hun in trek staat nu nog open. Eerst zullen de zusters Penitenten nog enige ver bouwingen moeten aanbrengen in Wassenaar en van de andere kant zal er ook nog wel enige tijd heengaan, voordat de Franciscanessen nieuwe leerkrachten hebben aangetrokken voor de scholen, die zij er achter laten. In ieder geval zal het klooster echter per 1 september moeten vrij komen. En dan zal te Haren te koop worden aangeboden: 1 klooster en 34 ijzeren staven de tralies, die de Penitenten er bij hun verhuizing zullen achterlaten. Want de toekom stige slotzusters van Wassenaar zul len geen „gekooèden" meer zijn. Wat hen betreft is die eerste keer in heel ons leven, dat wij iemand ter begroe ting en ten afscheid géén hand kon den geven, pertinent ook de laatste geweest! JONGE NAAM, OUDE HISTORIE pEN JEUGDIGE NAAM, een oude geschiedenis. De naam „Zusters Penitenten van de Eenheid" hangt samen met een ontwikkeling, die de Orde in de onmiddellijk na-oorlogse jaren heeft doorgemaakt. Haar vroe gere naam echter: „Zusters Peniten ten van het Huis van Bethleëm te Haren bij Miegen in het bisdom 's-Hertogenbosch" getuigt van de oude geschiedenis; van de tijd - nu al meer dan vier eeuwen geleden - Moeder Elisabeth en zuster Eleonora achter de tralies van de spreekka mer. In Wassenaar zullen geen tra lies meer zijn. dat de talrijke huizen van Peniten ten in ons land, die samen het „Ka pittel van Utrecht" vormden, werden genoemd naar hun Titel of Patroon en hun plaats van vestiging. De reli gieuzen waren contemplatieve Ter tiarissen, leden van de Derde Orde van St. Franciscus. Het in 1501 ge stichte Huis van Bethleëm was de -jongste telg van het Kapittel. Van de 82 huizen was het uiteindelijk het enige, dat de woelige 16de eeuw over leefde en ma de stormen van de Her vorming ook die van de Franse Re volutie doorstond. In 1858 stichtte het een nieuw convent te Reek en groeide daarbij uit tot Congregatie. Vervolgens woedden de stormen van twee wereldoorlogen. Waarna de in de loop der tijden enigszins „veraktd- veerdie" Congregatie zich tenslotte in grijpend ontwikkelde tot de tegen woordig zuiver contemplatieve Orde. VERNIEUWING En thans hebben de Penitenten dus opnieuw gekozen voor een vérstrekkende vernieuwing. Al thans de communiteit van Haren. Het convent van het vlakbij ge legen Reek - beide huizen zijn tegenwoordig autonoom - zal blij ven waar en zoals het is. Huize Bethlehem herbergt 17 vrouwen; er zijn geen novicen, één zuster wordt in mei eeuwig geprofest en voor de rest lopen de leeftijden der zusters met een regelmatig verschil van vijf, zes jaar uiteen van in de dertig tot over de tach tig jaar. Moeder-Oyerste is de bij zonder innemende, vriendelijke en wijze 51-jarige zuster Elisabeth. Tijdens onze bezoeken wordt zij gesecondeerd door zuster Eleonora die met haar 41 jaar het jongste 1M is van het interne coiwents- bestuur, goedlachs en spits en be slist niiet op haar doorgaans toch tot zwijgen verplicht mondje ge vallen. Meestentijds voert zij dan ook 't woord namens de eerwaar- de moeder. Het dagelijks ontbeer de woord? „Nee, beslist niet, hoor. Ik weet nog wel goed hoe bang ik van tevoren was om het siilentium te moeten on derhouden. Want ik ben nu niet di- rekt een van de stilsten. Maar dat is mij toch ontzaglijk meegevallen. Als het met drae woorden kan en er wor den er dan vier gebruikt, dan is het silentium trouwens heus niet ver broken. We zijn hier heel soepel en menselijk in. Het dioel is toch de rust en het kontakt met God. Het middel van stilzwijgen mag niet nagestreefd worden om zich zelf. Vooral bij ons eentonig werk hebben we er soms behoefte aan eens een woord te laten vallen. Nou, dan gebeurt dat." In haar ademt die sfeer van aanstekelijke ontspanning, die leeft in het gehele convent. „Andere orden zijn vaak heel wat strenger, hoor. Een van de heren van Organen, voor wie wij hier werken, vertelde dat hij eens bij een werkbezoek aan een slotklooster vooraf gegaan werd door een zuster, die een grote bel luidde ter waar schuwing aan haar medezusters voor het mannenbezoek. En toen onze elec- tricien elders eens achter tralies moest zijn, gingen de nonnen die hij in de gang tegenkwam voor hem met hun gezicht naar de muur staan." Zuster Eleonora kan om dit soort ver halen nóg schateren. HEILIGE ONRUST ^#DEDER-OVERSTE beaamt de schijnbare contradictie, dat de onrust, de heilige onrust, de zusters Penitenten in het bloed schijnt te zitten, gediurende ^alle eeuwen reeds. „We zitten hier niet om Gods wind maar over Gods akker te laten waai en". „We houden niet van een dooie boel en uitgestreken gezichten," voegt zuster Eleonora eraan toe. „Ér leeft bij ons, in de grote lijn van alle con templatieve orden, een intens zoeken naar onze eigen plaats in deze we reld. De bakens moeten verzet wor den". Welke bakens en waarheen? Wij horen van hun plannen en hun opvattingen en hun vragen, hun le vensbeschouwing en hun zelfkritiek, hun angsten ook. Om te beginnen willen zij dus verhuizen. Heel hun contemplatie staat in dienst van de Hereniging. Oorspronkelijk ging de aandacht daarbij sterk uit in de rich ting van het Oosten: de bekering van Rusland. Maar nu is de aandacht ook op de eigen situatie in Nederland ge richt en is de betekenis van het woord „Hereniging" gewijzigd in „Eenheid": niet zozeer meer de eenheid in de Latijnse Kerk, maar meer het sa/men- fenma ven gelovigen ip/v. het in ge loof samenleven, is de vernieuwde intentie geworden waarop de dage lijkse gebedsoefeningen der zusters thans zijn afgestemd. „Maar je kunt niet enkel bidden; wat kunnen we nog meer doen, hoe kunnen we óns ook daadwerkelijk inzetten voor die Eenheid?", vroegen de Penitenten zich af. „We zijn niet geleerd en we kunnen dus niet zoiets als een eigen tijdschtcft uitgeven". Een specifiek eigen weg moesten zij zien te vinden of liever nog zelf zien aan te leggen. „Wij zitten immers altijd met de ex tra moeilijkheid, dat wij geen rela ties hebben en dus te weinig hulp mogen verwachten." Zo is tenslotte dat jongste plan geboren om zich te vestigen in een streek waar de Kerk weinig voet heeft gekregen. „Dit is geen „bolwerk"-plan, we stre ven niet naar een slinks indringen in een protestantse omgeving. We komen er ook anders in, dan een aktdeve congregatie dat met scholen en zie kenhuizen bijvoorbeeld zou doen. Wat onze inbreng overigens ook moei lijker maakt, onbegrijpelijker", merkt zuster Eleonora op. Ten grondslag aan heel het idee ligt bovenal de bij de zusters groeiende bewustwording, dat zij ais contemplatieven een teken moeten zijn. Een teken óók van Een- Moeder Elisabeth, de energieke, 51- jarige overste van het klooster te Haren, die haar „nederzetting" naar Wassenaar verhuist. heid. „Maar waar ai 26 tekenen zijn is een 27ste niet meer nodig," rede neert zuster Eleonora. „Pas waar er géén zijn, kan het eerste teken ook als zodïanig worden verstaan en is het bovendien voor de „tekenaar" zelf zinvoller aanwezig te zijn." Daar om willen de Penitenten naar het diaspora-igebied, wég uit hun huidige omgeving, die overvol van religieuzen is. Binnen een straal van slechts en kele tientallen kilometers zijn er niet alleen talloze aktieve orden en con gregaties gevestigd, maar bovendien is er zónder uitzondering in iedere plaats een nederzetting van vrouwe lijke contemplatieven: Meg en, Haren, Deursen, Velp (bij Grave), Reek, Uden, Heesch (bij Oss), Tilburg, Den Bosch (Vervolg op pag. 12) De keukènzuster in haar domein. (Copyright van de foto's behoort aan de schrijver.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 11