De tragedie van Valkenburg
ZWARTE MONSTERS SCHEURDEN
STILTE VAN MEINACHT AAN FLARDEN
Een kwart eeuw geleden begon
IN VERBAZING EN ONGELOOF
KEKEN DORPSBEWONERS NAAR
SCHOUWSPEL BOVEN VLIEGVELD
MAANDAG 10 MEI 1965
DE LEIDSE COURANT
TOEN ONS LAND nog
goeddeels sliep werden
de bewoners van het
Zuidhollandse Valken
burg op ruwe wijze ge
confronteerd met de
Duitse overweldigers.
Vijf rampzalige dagen
luidden vijf rampza
lige jaren in. Verha
len van Valkenburgers
roepen weer oude her
inneringen op.
VER IN HET OOSTEN kondigde zich
in de nog donkere nacht het licht van
de dageraad aan. De sterren werden al
wat bleker, maar ze deden allemaal nog
mee met het nachtelijk spel aan het
firmament. Het zou weer een mooie,
zonnige dag worden; er was, voorzover
de wat slaperige wachtposten rond het
vliegterrein-in-aanbouw bij het dorpje
Valkenburg aan de voet van de Kat-
wijkse duinen konden zien, geen wolkje
aan de lucht. Het was stil buiten, de
militairen van de bewaking - twee dagen
geleden was de bezetting van het vlieg
veld aangevuld van 150 tot ongeveer
450 man - sliepen, evenals de bewoners
van het onbekende Valkenburg, die en
kele honderden meters verder onder
de wol op een oor lagen. Vierhonderd
vijftig soldaten en zo'n zevenhonderd
burgers sliepen naar de nieuwe dag toe
op die vroege ochtend van de 10de mei,
vandaag vijfentwintig jaar, een kwart
eeuw geleden.
WAS HET EIGENLIJK wel zo stil? Het
leek of er ergens in de donkere ruimte
een onbestemd gedreun hing, een rit
misch gebrom. Het geluid werd sterker
en de wachten bij de hangar waren hun
doezelig gevoel kwijt: er was tenminste
iets waar je weer op kon letten. Vlieg
tuigen waren het, dat werd hen wel
duidelijk. Wel meer kwamen in die da
gen toestellen over, Duitse of Engelse,
die soms in het licht van Nederlandse
zoeklichten werden gezet en nu en dan
een wolkje grauwe kruitdamp van een
waarschuwende, barstende luchtdoel
granaat in hun buurt kregen. Namens
het Nederlandse volk, dat de distributie
kende en voor een deel zich in allerlei
stellingen sinds augustus lag te ver
velen, maar dat in elk geval buiten het
dodelijk gekrakeel in Europa wilde
blijven. Overvliegers weer, dachten de
posten en in Valkenburg draaiden som
mige vaders en moeders zich, even ge
stoord in hun slaap, mompelend op de
andere zij.
pRIE UUR was het geweest en
het motorgeronk werd ster
ker en ging niet meer weg. Het
vliegveld was gewekt. De com
mandant, kapitein C. van Zuylen,
riep de manschappen naar hun
stellingen, er was iets niet in
orde daar boven. Daar draaiden
zwarte vliegtuigen rondjes. En
kele minuten later ratelden de
mitrailleurs. Een luchtgevecht.
Lager vliegende toestellen, zwart
wit omrande hakenkruisen op de
zwarte huid. Heftiger schieten.
Verbaasd en overrompeld kwam
Valkenburg uit de slaap. Gordij
nen gingen open en verwonderd
keken tientallen ogen naar dat
onbegrijpelijk toneel boven de
polder en het veld. Dit moest
oorlog zijn. Hier, vlak naast de
deur; geen droom en onwerkelij
ke schimmen, maar knetterende
werkelijkheid. Toen vielen de
eerste bommen. De aarde trilde,
glas brak. En midden in het ge
dreun van de steeds klaarder
wordende ochtend liepen vele
Valkenburgers, niet angstig, al
leen maar verrast en ontsteld,
naar de toegangswegen van het
vliegveld. Een donderslag bij
heldere hemel had niet meer on
geloof kunnen wekken. Was dit
nu oorlog? De eerste angst sloeg
toe, het onzekere gevoel kwam
op. Daar buiten werd een mon
ster geboren, een hels gevaar,
dat dood en vernietiging kwam
brengen.
De foto's werden
welwillend in
bruikleen gegeven
door de heer C. Meurs,
te Valkenburg.
Documentatie verkregen
wij door bemiddeling
van burgemeester
M. A. v. d. Have.
FOTO LINKS
Steeds meer valschermjagers dalen en
vallen de bezetting van het vlieg
veld in de rug aan.
DOCUMENTEN
VAN HET LEED
ry VALKENBURGERS uit die da-
gen zo oud behoef je daarvoor
niet te zijn zijn het nog niet ver
geten. Als je het ze vraagt vertellen
ze er nog van, op een afstand van vijf-
erabwintiiig jaren, in een bedding van
een geheel veranderde, welvarende
maatschappij, maar nog altijd met
diie gruwelijke herinnering aan de
dood, die vijf dagen lang het dorp be
sloop en onverwacht en vaak toe
sloeg.
Enkelen hebben aan geschiedschrij
ving gedaan en alles opgeschreven
wat ze hebben meegemaakt Jac. van
der Zwart is zo'n man, op de Mid
denweg 8 woonde hij met zijn gezin.
P. J. van Duijn was een ander, die
zijn ervaringen op schrift steldie. Him
verhalen liggen als documenten op
het gemeentehuis. Als je ze doorleest,
gaat het leed van die meidagen weer
leven en je wordt er stil van.
De werkverschaffing \yas goed
voor de aanleg van het toekomstige
vliegveld Valkenburg. Onder lei
ding van de Ned. Heide Maat
schappij staken 3000 arbeiders de
spade in de grond. Van Duijn
schrijft over sociale wantoestanden
die het werk begeleidden: zo wer
den 5 arbeiders uit 5 verschillende
plaatsen bij hetzelfde werk en met
dezelfde prestaties met 5 verschil
lende lonen gehonoreerd. Niette
min vorderde de arbeid en een
deed van het veld was eind aprill
klaar. In mei zou dat deed in ge
bruik kunnen worden genomen.
En het wérd in gebruik genomen
en meteen grondig vernield.
Na de bommen landden de eerste
logge, vierkante Junkers. Het was de
bedoeling der Duitse legerleiding, dat
de toestellen hun levende lading
luchtlandingstroepen zouden afle
veren en daarna weer opstijgen om
voor nieuwe aanvoer te zorgen: er
was immers een fraai vliegveld, daar
noordelijk van Den Haag.
TOT DE ROMP IN
DE DRASSIGE GROND
r\E JUNKERS vlogen door het af-
weer vuur van de Nederlanders
heen (geen geschut, maar mitrailleurs
en geweren) en kwamen aan de
grond, die zo drassig was, dat zij tot
de assen en tot de romp in de mod
der wegzakt en. Van die zeker 40 zwa
re machines kwam er maar één weer
later de lucht in. De rest werd ver
nield bij de landing of in brand ge
schoten door de wild schietende Ne
derlandse jongens, die aangevaillien
werden door de met machinepistolen
en mortieren gewapende Duitsers.
Niet alle afgezanten van nazi-
Duitsland die de nieuwe orde kwa
men stichten en eerst regering en vor
stin in Den Haag wilden uitschake
len gingen tot de aanval over; enkele
Junkers verbrandden mét de inzitten
den.
Rond 4 uur zagen de Valken
burgers de hemel vol witte stip
pen die langzaam daalden: para
chutisten. Vanaf de Haagse
Schouw tot bij het vliegveld daal
den de drommen neer. „De indruk
die ik op het eerste gezicht hier
van had was die van grote pamflet
ten", schrijft Van der Zwart,
„maar de pamfletten ontvouwden
zich tot parachutes, waarop de
Hollandse militairen schoten
Daardoor werden vele parachu-
tespringers omlaag geschoten.
„VERWOEDE STRIJDER"
|"\E DUITSERS maakten zich van
het vliegveld mees ter, nadat alle
Nederlandse munitie verbruikt was,
en drongen op het dorp aan. Inmid
dels waren daar de meeste burgers
door de Luchtbeschermingsdienst
naar huis gestuurd. Toen Jac. van
der Zwart op de schuurzolder van
J. van der Nagel door het raampje
keek zag hij de Duitsers ad lopen.
Even later werd hij onder aan de
trap ontvangen met een duw van
een bajonet tegen zijn borst. Een
Duitser keek met een schreeuwend
gebaar naar de zolder en Van der
Zwart stak op voorbeeld van Van der
Nagel ook maar de handen omhoog.
„Het was zo'n verwoede strijder, dat
het schuim op zijn mond stond", ver
telt Van der Zwart van de eerste
Duitser in zijn leven.
VLUCHTEN DOOR
DE SLOTEN
Van Duijn ontmoette inmiddels
groepjes vluchtende Nederlandse
soldaten, die van het vliegveld
kwamen, nat door de sloten en
nog in onderkleren, en de vrese
lijkste verhalen vertelden over
hun makkers, die in hun slaap
verrast waren en niet meer op
stonden.
In het dorp werden de eerste ver-
bandplaatsen ingericht en jongelui
gingen op weg om bedden en dekens
te vte gen die, volgens Van Duijn,
bijna overal spontaan gegeven wer
den, op enkele uitzonderingen na.
Op het plein bij de kerk brachten
de Duitsers hun krijgsgevangenen
binnen: ze lagen of zaten achter een
hek van draad en staarden met droeve
ogen naar het vervoer van hun ge
sneuvelde en gewonde kameraden.
Sommigen pinkten een traan weg
terwijl de (Nederlandse) comman
dant met zijn bewakers stond te pra
ten en lachen", schrijft Van Duijn
verontwaardigd
ZE SCHOTEN FIJN
Van der Zwart, die door zijn
werk voor de Luchtbeschermings
dienst de eerste uren van zijn gezin
was afgesneden, vond laiter gelukkig
allen weer bij elkaar. Om ongeveer
11 uur begon de Hollandse artililerille
Zware Junkers verdwijnen tot de
romp in de modderige grond.
vanuit de Wassenaarse duinen de ge
lande vliegtuigen op het veld te be
schieten, „hetgeen ik vanuit mijn zol
derraam prachtig kon gadeslaan.
Ze schoten zo fijn, dat elk schot pre
cies onder een vliegmachine terecht
kwam. Dit gaf eerst een stofwolk,
daarna een grote vlam, gevolgd door
een rookzuil. Zo stonden er in een
ogenblik 9 vliegtuigen in brand.
Naar mijn schatting zijn er toen on
geveer 25 vernield". Uit militaire
bron werd bekend, dat aan het einde
van de beschieting om 12 uur rond
300 brisant/granaten afgevuurd wa
ren.
De Duitsers waren inmiddels
begonnen met het ontruimen van
het vliegveld; het werd er on
houdbaar. Een batterij wilde zich
's middags nog inschieten op de
hangars, maar het hoefde niet
meer. In de namiddag bezetten de
eigen troepen onder bevel van
majoor J. Maliinckrodt het vlieg
veld en plaatste bij afspraak het
rood-wit-blauw op een der han
gars alls teken, dat het veld weer
in Nederlandse handen was.
„DIE VERDAMMTE
ARTILLERIE"
Over het algemeen lag het artille
rievuur goed. Gevangen genomen
Duitse officieren verklaarden, dat
grote verliezen waren geleden door
dit vuur; zij spraken van „die ver-
dammte Artillerie", waarvoor zij
groot ontzag hadden.
l^IET ALTIJD klopte het in vuur-
leiding en eommandovoering. De
volgende morgen ging de eigen infan
terie voorwaarts naar Valkenburg,
ondersteund door „uitwerkings-
vuur". Het schieten werd voor de
aanvallers steeds meer in de richting
van het dorp verlegd, totdat de in
fanterie in het midden van het dorp
was gekomen. Plotseling vielen toen
projectielen in en achter de eigen
mannen, waarop deze terugweken tot
buiten het dorp. Geschut nabij Poel
geest had eigenmachtig tweemaal
vuur afgegeven op Valkenburg,
niet vermoedende, dat daarbij zoveel
onheil werd gesticht. De aanval was
mislukt.
DUITSE VERZOEKEN
Vanuit Valkenburg werd later
van Duitse zijde herhaaldelijk te
lefonisch meegedeeld aan de com
mandant van 4 R.I., de overste H.
D. Buurman, dat het artillerievuur
moest eindigen, omdat onder de
bevolking verliezen geleden wer
den. Maar zo meende de overste,
niet het Nederandse vuur was
hiervoor verantwoordelijk, maar
de Duitsers, die weigerden aan de
bevolking toestemming te geven te
evacueren om zich zodoende dek
king te geven. Duitse praktijken
werden dolt genoemd.
Morgen hopen wij het relaas van
een vijfdaagse oorlog tie vervolgen.
FOTO LINKS
Duitse parachutisten zijn rond het
vliegveld geland. Dekking zoekend
tegen het heftige Nederlandse vuur
proberen zij in stelling te komen.
FOTO RECHTS
Ter dekking van hun oprukkende
collega's leggen enkele parachutis
ten een rookscherm.