verzetsgroep terug oude «„werkterrein" w M V i i Va VERVALSEN BEUNGRUKSTE TAAK NA TWINTIG JAAR Op 5 mei 1945 feliciteren en omhelzen doodvermoeide verzetsstrijders elkaar in de bestuurskamer van de Leidse Stadsschouwburg aan de Oude Vest. Het zo begeerde doel is bereikt: Nederland is weer vrij, vrij van de onderdrukking door een gehate vijand. Het werk van deze verzetsstrijders is gedaan en ieder gaat zijns en haars weegs. Om een 'dankjewel' wordt niet gevraagd, onderscheidingen vallen deze groep niet ten deel en lofbetuigingen worden niet aanvaard. Dit alles is geheel in de geest van de mentaliteit van één van de meest markante verzetsgroepen in het westen de6 lands, die in onze Sleutelstad en omstreken opereerde. Nu, 20 jaar en een generatie later, treffen de leden van deze groep, DE ARBEIDSCENTRALE, kortweg: A.C., el kaar voor de eerste maal na die histo rische datum in hetzelfde gebouw, van waaruit zoveel constructief verzetswerk is verricht: pastoor H. C. A. P. van Dru- nen, het echtpaar Van Nieuwkerk met dochter Elly (beheerders van de Schouw burg), Jean de la Rivière, mevrouw W. Mutsaerts-Maat, Joop Siebelt (leider, Joop-van-A.C.), Piet van Beek, Jaap de Groot en G. van Elburg; Fien Schermer Voest was helaas niet tijdig bereikbaar. Herinneringen ophalen truskerk). Jan Koek had goed in de gaten, dat daar op het Arbeidsbureau waardevol werk werd verzet." „Jan Koek zei dan ook tegen Sie belt: „Joh, ik weet iemand voor jou en daar moet je maar eens een keer mee praten". Dat was Gerard Ever- steyn, de grote man van het N.S.F. in Leiden. Siebelt werd de contactman van het N.S.F. op het Arbeidsbureau, zodat er een koppeling was van het N.S.F. Leiden naar 't Leidse Arbeidsbureau. In 1942 werden de maatregelen van de Duitsers, om arbeidskrachten naar Duitsland te zenden breder en nauwkeuriger gericht. In het begin was het gemakkelijk om vrijgestel den te „maken", maar naderhand werd het allemaal veel moeilijker, omdat de Duitsers hoe langer hoe betere greep van de situatie in het Arbeidsbureau kregen. 90.000 AUSWEISE Het is voor de eerste maal, dat de activiteiten van de arbeidscen- trale in de openbaarheid komen. Nimmer hebben de leden van deze groep enig applaus gezocht voor hun gevaarlijke werk. Het is dan ook min of meer toevallig, dat we op de hoogte kwamen van wat zich allemaal ;n de verborgen hoeken van de Leidse Schouwburg heeft afgespeeld, anders is het meer de vraag, of er ooit iets zou zijn uitgelekt. Het is niet gering, wat er onder de dagelijkse aanwezig heid van de Duitsers geschiedde. Wanneer een bomvolle zaal met Duitse soldaten zich amuseerde met vrolijke sketches, werden onder hetzelfde dak duizenden „Ausweise" gedrukt, de lonen voor het stakend tram- en treinpersoneel klaargemaakt en werd door de ver zetsmensen op kousen naar hetzelfde cabaretprogramma gekeken! Het spreekt vanzelf, dat het een feestelijke gebeurtenis was, toen de „jongens-van-toen" elkaar op zaterdag 24 april jl. in dezelfde be stuurskamer van de Leidse Schouwburg troffen. Ze vielen in eikaars armen en opmerkingen als: „Elly, wat ben jij een grote meid", „Joh, ik was je zo voorbijgelopen", „Brengt Jean z'n gitaar nog mee? Hij speelde geen noot, maar liep altijd met dit instrument", waren niet van de lucht. Vele uren waren nodig om de talloze spannende activi teiten nog eens te bespreken en bij de rondgang door het gebouw had elk lid wel een paar anecdotes! DE A.C. Onder het genot van een drankje, geschonken door het gastvrije echt paar van Nieuwkerk, is het bepaald boeiend om de voorgeschiedenis en geboorte van de Arbeidscentrale te horen. Het kan niet anders, deze uit leg wordt gegeven door Joop Siebelt, of: Joop-van-A.C. Alls we het hebben over de A.C., de Airbeidsc entraledam praten we over een seotie vaoi hert Nationaal Steun fonds Leiden. Het N.S.F. was een landeflijke organisatie, geleid door Sander Walraven vain Hal, de broer vam de huidige burgemeester .van Amsterdam. Deze organisatie was - grof genomen - verdeeld over de provincies en per provincie over dis- tniiaten. Voor de provincie Zuid-Hol land was de heer Key uit Wassenaar de grote man. Onder district Leiden telden buiten onze stad o.m. Leid- sohendam en Zoeterwoude, waarvan die heer G. Eversteym hoofd was." „Eversteyn had eigenlijk drie de partementen onder zich: het gewone N.S.F. (de hulp aan. onderduikers, verstrekken van onderduikadressen, bonkaarten en gelid, dat door Ever- steyn-zeltf en zijn mannen werd ge leid. Als tweede de vakgroep J(oden), („een godvergeten gevaarlijk geval," zegt Siebelt). Deze groep werkte uit sluitend in Leiden en verrichtte het zelfde verzetswerk als het NSF. Het derde departement was de Arbeidscentrale, dat op grote schaal via het Gewestelijk Arbeidsbureau aan de Doezastraat trachtte te voor komen, dat er mannen naar Duits land werden gedeporteerd, -waarbij diverse aktiviiteiten kwamen. TOEVALLIG Het ontstaan van de A.C. is een samenloop van toevallige zaken. Joop Siebelt en Jaap de- Groot zaten op het Gewestelijk Arbeidsbureau aan de Doezastraat. Siebelt vertelt: „Jaap en ik kenden elkaar als collega's. Wij werden met de neus gedrukt op een in-triest feit: de tewerkstelling van mannen in Duitsland dus van wat we nader hand hebben leren kennen als de fei telijke deportatie van arbeidskrach ten naar Duitsland." „Uit degenen, die op het Arbeids bureau werkten, kwamen mensen voort," die te vertrouwen waren. Jonge mannen werden getroffen door de bepalingen van de Duitsers en zij probeerden, uiteraard, hier onder uit te komen. Dat was dus vrijwel altijd een zaak van vrijstelling van arbeids plicht. Die mannen kwamen bij Jaap en bij mij. En Jaap knoeide, en ik knoeide. Als er met de vrijstelling gerom meld werd, moesten deze in de cen trale administratie worden gedekt. Nu kon ik vrij gemakkelijk en mis schien op het Arbeidsbureau wel het meest-gedekt knoeien, omdat ik de baas was van het hele kartotheek van het Arbeidsbureau Leiden, waar onder ook behoorden de Arbeidsbu reaus van Katwijk, Lisse en Alphen a.d. Rijn. De drie waren gecentrali seerd in Leiden aan de Doezastraat". DICHTERBIJ „Op het Gewestelijk Arbeidsbureau kwamen dus de lijnen uit van dege nen. die zochten naar mensen die goed waren om "vrijgesteld te worden. De knoeiboel is concreet en effectief geworden door het bezoek van een zekere Joop, zoon van een slager in Lisse, die ook vrijgesteld wilde wor den. Deze man nam nog iemand mee, nl. Jan van Ulden, of beter Jap Koek. Deze Jan Koek stond in contact met bepaalde verzetsfiguren als Ge rard Eversteyn van het N.S.F. èn ka pelaan Van Drunen (van de Si-Fe- De zaak moest groter worden aan gepakt. In deze fase kwam het NSF in contact met drukker Van Elburg in Warmond, die al heel wat illegaal drukwerk had verzorgd. Er moesten grote aantallen Ausweise worden gemaakt. En omdat deze Ausweise gekoppeld waren aan de distributie, moesten er ook zegeltjes voor de persoonsbewijzen en de grote zegels voor de valse persoonsbewijzen ko men. „Op het Arbeidsbureau viel wel eens een ausweis te gappen, maar daar kon je natuurlijk nooit forse aantallen pakken. Dat bestond dood eenvoudig niet, want ze werden be waakt en bewaard met een grotere zorg, dan het geld, dat op het Ar beidsbureau lag", zegt Joop Siebelt. Dat namaken was geen sinecure, want de drukkers zaten nu niet' be paald in de materialen. Bovendien moesten het papier, inkt, en de druk precies hetzelfde zijn. Na diverse proefnemingen lukte dit: de heer Van Elburg draaide er 90.000 door de machines! NAAR DE SCHOUWBURG De oorlog vorderde, het verzet werd venijniger. Langzamerhand groeiden Joop van A. C., met Jaap de Groot, met Van Elburg en met anderen naar een hechte verzets groep. De Duitsers gingen werken inet zgn. Z.S. Kartenverfaren. Joop Siebelt: „Bedrijven moesten precies opgeven wie er tot het personeel be hoorde. Uit die kaarten werd koud weg een percentage uitgepikt, dat naar Duitsland werd gestuurd". Toen kwam er dus werkelijk aan was van mensen, die in moeilijkhe den zaten. Er werd gezocht naar een adres, waar je in alle rust kon wer ken met stempels, met Ausweise. met inkt, handtekeningenfabricage enz. Zomer 1943 kon de inmiddels ontstane Arbeidscentrale de intrek nemen in de Schouwburg aan de Oude Vest. Joop Siebelt: „Dit gebouw was een. welhaast ideaal knoei-departement: we hadden hier ruimte, het gebouw was fameus groot, het had, kortweg, veel voordelen. Als je van de bui tenkant iemand hier in het gebouw moest zien te vinden, was hij vol komen gedesoriënteerd. Het grootste voordeel was, dat de heer en me vrouw Van Nieuwkerk aan de deur zaten. Het waren dus schildwachten, een enorme dekking. Het echtpaar Van Nieuwkerk heeft ons opgeno men, omdat zij een gloeiende hekel hadden aan de Duitsers. Dat was een waarborg, zoals je die nooit van je leven meer zult krijgen. Zij hadden de beschikking over dit gebouw en vonden het goed, dat we hier onze tenten opsloegen". REKWISIETEN KAMER De eerste tijd heeft de groep, in tussen aangevuld met de koeriersters Wies Maat en Fien Schermer Voest, de spreekkamer in gebruik genomen, maar deze was nogal gevaarlijk om dat men er moeilijk uit kon ont snappen. „Al zoekend in het gebouw vonden we de rekwisietenkamer, die die er bijzonder veilig uitzag: je moest de trap op lopen, een paar smalle gangetjes door en dan nog weten waar het was, want je was er voorbij voordat je het wist". Toen deze ideale ruimte was be trokken, toog de groep goed aan het werk. De organisatie-buiten was ook uitstekend georganiseerd, want alle geheimen en niet-geheimen (circu laires en opdrachten met betrekking tot Duitse voorgenomen maatrege len tegen bedrijven, bevolkingsgroe pen, de tewerkstelling in Duitsland) kwamen direkt ter kennis van het verzet, zelfs ter voor-kennis. De Schouwburg werd een waar falsificatie-centrum: S.D.-scheine, Scheine Ernahrung und Handwirt- schaft, vrijstellingsbewijzen tegen vordering van fietsen, Ortskomman- danturerklarüngen enz. enz. werden nagemaakt. Joop Siebelt: „Aan het eind van de oorlog hadden we een verzame ling stempels, dde, naar ik heb ge hoord, uniek geweest is in Neder land'". DOLLE DINSDAG Na die voor het Westen zo treurige Dolle Dinsdag riepen de hardere maatregelen van de Duitsers om fel ler verzet. Het was de groep ter ore gekomen - en hieruit blijkt, dat de werkzaamheden van de A.C. zich niet alleen tot onze stad en omgeving be perkten - dat de Duitsers in één slag vrijwel alle mannen tot 45 jaar, die nog werken konden, over wilden brengen naar de Duitse oorlogsindus trie. Ons land was najaar 1944 totaal ontwricht: de fabrieken lagen stil, de spoorwegen en de trams staakten. De A.C. kwam in aanraking met Anton uit Den Haag, die het had ge presteerd om zich als assistent te la ten benoemen van de Duitser Dorius. Dorius was de man, die voor Den Haag belast was met de voorgenomen deportatie. Joop Siebelt: „Deze Anton uit Den Haag gaf ons nauwkeurige instruc ties voor het saboteren van de hele kartotheek, die daar m Den Haag werd opgebouwd. Dat was de periode dat we liepen te leuren met hele pak ken kaarten, want allerlei verzets groep] es en vaderlandslievende men sen zaten telefoonboeken uit te tik ken. Bedrijven werden verzonnen met werknemers. Als er in Den Haag 50.000 in de bakken zaten, waren er 40.000 voor de Duitsers waardeloos". STAKERSLONEN Zo werd er in die laatste winter van de oorlog op geweldige schaal de administraties van de Arbeidsbu reaus enz. ondermijnd. Helaas gre pen de Duitsers, toen zij dit alles be merkten, naar het grove middel van de razzia, waartegen de verzetsgroe pen weinig konden doen. De werkzaamheden van de A.C. bleven niet alleen beperkt tot het namaken van allerlei belangrijke pa- Exclusief voor De Leidse Courant pieren. Toen het spoor- en tramweg personeel in staking ging, belastte de A.C. zich met de uitbetaling van de lonen aan de honderden werkne mers. Het geld werd via een huis adres van de bank gehaald en in de Schouwburg in loonzakjes gedaan. De jongens en de beide meisjes van de groep brachten deze zakjes naar de juiste adressen. Dit wekelijks te rugkerend karwei was uiteraard niet zonder gevaren. KINDERVOEDING Jaap de Groot: „We distribueerden ook kroten, aardappelen en suiker- melk, want driemaal in de week brachten wij voedsel in de kinder tehuizen van Leiden. De voedsel- schepen kwamen uit Drente en Den Helder. Deze schepen moesten ver laden worden en de voorraden opge slagen. Ondanks deze gonzende activitei ten, die nog aan te vullen zijn met diverse andere staaltjes van verzet, hebben de Duitsers nimmer onraad geroken. „We zaten prachtig. Het gebouw was immers voor de Duitsers. Zij kwamen regelmatig hun portie ont spanning halen, dus wie dacht er aan, dat onder hetzelfde dak illegalen zouden zitten?" UIT ELKAAR En toen de kalender 5 mei 1945 wees, konden de rood-wit-blauwe vlaggen in top en het Wilhelmus werd weer vrij uit gezongen: de nazi-hond was weg, de overgelopen NSB'ers werden uitgeteld. Dë eerste weken waren één groot Oranjefeest. De leden van de Leidse verzetsgroep De Arbeids centrale vierden óók de bevrijding, maar niet meer gezamenlijk. Zij wis ten: als de oorlog voorbij is, is ook onze taak volbracht. Begroeting Vervalst door de „A.C." Nadat de staking van spoor- en trambeambten een feit geworden was, werd de gehele administratie verplaatst naar de Schouwburg. Die hele ingewikkelde boekhouding etc. is door een doortastende Fientje Schermer Voest in korte tijd geheel op poten gezet, waardoor iedere sta kende steeds tijdig zijn geld thuis kreeg. Wiesje Maat bleek minderjarig bij het uitbreken van de oorlog, toch wilde ze hard meewerken aan het verzet. Jean de la Rivière ging naar haar vader en zal het daaropvolgende gesprek niet licht vergeten. „Gezeten in de keuken vertelden we hem, wat zijn dochter wilde en wat de consequenties waren, indien ze gearresteerd zou worden". De heer Maat antwoordde: „Wiesje mag zelf beslissen, wat ze wil". Jean de la Rivière: „Ik werd koud van die woor den". Het vervalsen van handtekeningen Expert Jean ging als volgt te werk: een lamp van 1000 watt werd in een kist gezet, daaroverheen kwam een glasplaat, waarop gelegd werd het na te maken werkstuk. Met dat licht kreeg men iedere oneffenheid en iedere kronkel van een handteke ning duidelijk te zien. Ook de inkt soort en de soort pen. De la Rivière kon een keus maken uit 30 tot 40 pennen en uit zeker zo veel potjes inkt. Na enkele malen proberen lukte het vervalsen door gaans. Op het gemeente-secretarie tikte men met een schrijfmachine, die en kele afwijkingen vertoonden. Op de zolder van de Schouwburg slaagde men erin, diezelfde afwijkingen aan te brengen aan hun schrijfmachine. Op een morgen kwam een geeste lijke de Schouwburg binnen. Hij was op doortocht. Hij moest onmiddellijk voorzien worden van nieuwe kleding en nieuwe papieren. De gehele trans formatie duurde nog geen morgen. Een geheel nieuwe „burger" verliet de Schouwburg enkele uren later. „Oranje Bitters" vloeiden rijkelijk en ieder droeg „oranje speldjes" op „Dolle Dinsdag". Diverse leden van de AC repten zich huiswaarts. Des avonds zaten ze weer op de zolder, weer de gast van-de fam. v. Nieuw kerk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1965 | | pagina 9