KROKODILLENJAGERS
BEHENDIG
EN STOER
BUIT VAN RUIM ƒ30.000 IS NORMAAL JAARRESULTAAT
ZATERDAG 24 APRIL 1965
DE LEIDSE COULANT
PAGINA S
Aangeschoten monsters
zijn levensgevaarlijk
Zondagsjagers moeten niet op de krokodillen-
jacht gaan, want zij zetten hun eigen leven op
het spel en brengen de krokodillen zó in ver
warring, dat echte jagers er beslist schade van
ondervinden. Dit vertelde ons een ervaren kro-
kodillenjager in Australië's „Outback" of in
het Nederlands in de Australische Achterhoek.
Het zijn jonge, stoere, dappere kerels, die in de met
bloeiende lelies omzoomde tropische moerassen en
rivieren van Australië's Noordelijk Territorium het
even gevaarlijke als winstgevende beroep van kroko-
dillenjager uitoefenen. Ouderen en onervaren jagers
proberen ook wel eens „op de krokodil" te gaan, maar
van velen hunner hoort men dan nooit meer iets.
„Verslonden door het moeras of door de krokodillen"
zeggen zij, die de „Outback" kennen.
Nog is de tijd goed voor de krokodillen jagers. Nóg,
want er zijn tekenen, die er op wijzen, dat het aantal
krokodillen afneemt. Deze geschubde monsters zijn
blijkbaar niet opgewassen tegen de voortdurende
jachtpartijen. Over enige jaren zal de vangst minder
groot zijn dan nu nog het geval is, luidt de voorspel
ling. De jagers vinden dat niet zo heel erg, want zij
weten, dat dan de prijzen van krokodillenleer zullen
stijgen, zodat zij toch wel aan him trekken zullen
komen.
Over de waarde van de jachtbuit moet u beslist niet
gering denken. Want een Australische krokodillen-
jager vangt jaarlijks ongeveer tweemaal zoveel geld
bij elkaar als het salaris van een tamelijk hoge ambte
naar in Nederland bedraagt. Een bedrag van 35.000
is waarlijk geen te versmaden „moerasbuit"! Als u
weet, dat de meeste krokodillen jagers nog andere in
komsten hebben bovendien uit de buff el jacht of het
boerenbedrijf dan begrijpt u, dat zij een zeer hoog
jaarinkomen hebben.
Toch is het aantal beroeps jagers niet groot. Een jaar
of vijftien geleden waren het er zes of zeven. Toen
evenwel bekend werd, welke winsten de jacht op
leverde, trokken jagers uit andere delen van Austra
lië eveneens naar het krokodillenparadijs. Zij hadden
geen spijt van hun lange tocht dwars door het Vijfde
Werelddeel, want ook zij maakten heel wat huiden
buit. Zowel de blanke jagers als hun inheemse' helpers
koesteren diepe minachting voor de zondagsjagers.
Deze halzen, zeggen zij, brengen de krokodillen maar
in verwarring en spelen bovendien met hun eigen
leven. Amateurisme en krokodillenjacht gaan nu een
maal niet samen!
DE VANGST
KROKODILLEN zijn heel moeilijk te verschalken.
Toch slaagde de mens er in, een paar methoden te vin
den om de krokjes buit te maken. Ted Morey vond
zelfs een eigen methode. Wie Ted Morey is? Een man,
die de Australische wildernis kent als zijn vestzak.
Vroeger behoorde hjj tot de Bereden Politie. Tiendui
zenden kilometers te paard heeft hij er op zitten. Eens,
het was in 1948, lokten inboorlingen zyn patrouille in
een hinderlaag. Alle politiemannen vonden de dood
behalve Ted. Hoe ontsnapte hij aan de dood? Ik vroeg
het Ted eens. „Boy" zei hij „doodeenvoudig. Om
dat ik zo rustig bleef!"
Nu, aan rust en vernuft ontbreekt het Ted beslist niet.
Hij bedacht een methode om met behulp van aas en
touwen de krokodillen onschadelijk te maken. Heeft
hij zo'n monster gevangen, dan is een enkele goed ge
richte kogel voldoende om het uit zijn lijden te hel
pen. Hoe zijn systeem precies in elkaar zit, wilde Ted
mij niet vertellen. „En ik vertoon het je ook niet",
voegde hij er aan toe, „want dan zou ik tijdens de
jacht op je moeten passen als op een klein kind. Zo'n
kaaiman is heel erg gehaaid en heel erg vlug, broeder!"
Een andere bekende jager, Bob Cutler, geeft de voor
keur aan een gevaarlijker methode. Trouwens, als
oorlogsvlieger kreeg hij de smaak te pakken van ge
vaarlijke situaties. Bob werkt met een soort lichtbak,
zoals in Nederland de konijnenstropers gebruiken. Dat
is de doeltreffendste en winstgevendste manier van
jagen, verzekerde Bob mij. En, vertelde hij, dat gaat
als volgt:
Ik stap in een bootje en ga wat spelevaren na zons
ondergang. Op mijn voorhoofd bevestig ik een soort
lamp, die wel iets weg heeft van een mijnlamp. Die
lamp werpt een lichtstraal over het donkere water.
Zelf ga ik op de voorplecht van het schuitje staan.
Achter mij staat een harpoenier, een inboorling. Deze
man moet trefzeker zijn! Achter in de boot zitten twee
mannen, die de paddies hanteren. Langzaam schuift
mijn boot over het water. Dank zij de lichtstraal kan
ik de krokodillen ontdekken, want in het schijnsel
gloeien de ogen van zo'n reptiel als kooltjes vuur. Be
hoedzaam en zo geruisloos mogelijk paddelen de roeiers
het bootje tot dicht bij de kop van het monster. Op
een paar voet afstand van het dier beduid ik mijn hel
per met een handgebaar om stil te blijven liggen. Dan
schiet ik! Ik moet het dier treffen op een bepaald
plekje, dat maar een paar vierkante centimeters groot
is. Tref ik het beest elders, dan schiet ik het niet dood.
Onmiddellijk na het schot doe ik een stap opzij. Dan
krijgt de harpoenier zijn kans. Hij werpt dan(de har
poen weg met de kracht en de behendigheid van
iemand, die van zijn prille jeugd af speren heeft ge
worpen. De harpoen dringt door in het lichaam van
het dier. De harpoenlijn zorgt er voor, dat de dode
krokodil niet zinkt en dat w\j onze buit op de wal kun
nen brengen.
Het gevaarlijkste ogenblik vervolgde Bob Cutler
is dat van het schot. Als de jager namelijk het monster
niet dodelijk treft, dus het alleen maar verwondt,
breekt de hel los. De razend geworden .krokodil ge
bruikt dan zijn kaken, staart en klauwen om de jagers
te attaqueren. Dan is er nog maar één middel om het
vege lijf te redden: zo snel mogelijk naar de kant. Eens
probeerde zo'n aangeschoten krokje in mijn boot te
klauteren. Met zijn vieren stapten wij toen maar uit
en baanden we ons een weg naar de kant door het
ondiepe water. Qhlukkig waren we niet ver van de
waL Daarom kostte het avontuur ons alleen maar onze
boot! Wij kwamen, zoals dat in de krant heet, met de
schrik vry.
DIVERSEN
DE BEROEPSKROKODILLENJAGERS gebruiken se
dert de laatste oof log vrachtauto's, die speciaal zijn
gebouwd voor gebruik in de Outback. Met deze wagens
trekken zij langs de krokodillenparadijsjes. Hebben
Krokodillenjager Bob Cutler bezig met het prepare
ren van een baby-krokodil.
zij een aantal reptielen verschalkt, dan brengen zij de
(gezouten) huiden naar Port Darwin. Daar worden
zij terstond verkocht aan de vertegenwoordigers van
leerlooierijen en leerwarenfabrikanten. Een gulden
of vijftig voor een flinke huid is op het ogenblik geen
uitzondering.
In vroeger jaren was er vrijwel uitsluitend vraag naar
de huiden van grote krokodillen (Crocodilius perosus),
dus van reptielen, die even graag vis als paarden,
koeien, honden of mensen verslinden. De laatste tijd
echter zijn ook de huiden der kleinere soort (Crocodi
lius johnsoni) zeer in trek. Zij zijn zelden langer dan
1,80 meter. Vis is hun hoofdvoedsel. Menseneters zijn
zij niet.
In het, ongeveer vier maanden durende, natte seizoen
zijn de wegen in het Australische krokodillenland zo
moeilijk begaanbaar, dat de krokodillen jagers thuis
blijven. Velen hunner hebben een boerenbedrijf en
oefenen naast het gevaarlijke beroep van krokodillen-
jagers het vreedzame beroep van aardnotenboer uit.
De krokodil is een lucratief dier. De aardnoot is een
lucratief gewas. Geen wonder dus, dat de krokodillen-
Nadat Bob Cutler geschoten heeft zien zij deze ver
vaarlijke „zoutwater-krokodil" half verborgen in de
vegetatie.
jagers-aardnotenboeren gewoonlijk goed in hun slappe
was zitten.
Toen ik dit tegen Bob Cutler zei, antwoordde hij grin
nikend: Maar zo gemakkelijk als jij heb ik mijn geld
nooit verdiend met de krokodillen. Want jij schrijft
over die ondierenen ik moet jacht op ze maken
met gevaar voor mijn leven!
Vincent Raine, een lid van Cutlers jachtteam, was
timmerman in Sydney voordat hij aan de jacht op
krokodillen begon.