YEHUDI
MENUHIN
m
ZEER BEGAAFDE KINDEREN
Vogels stonden model voor
een dertien-eeuwse monnik
„COLONIA 64"
Internationale expositie van postzegels in Keulen viel tegen
Geeft les op
een
bijzondere
muziekschool
ttt «acctfpipai«,»' ucmUtOatttretf'
jsrtrn» que twin tiebittcmtnt
enclifgrtiti cdiyopia pimera
cvtnattttswtts r'
cantate- tco: pfanite «fa.
ttrcCewqui afamftirftqj ertutnaït
DE LETDSE COURANT
POSTE RESTANTE
WORDEN AANGENOMEN
ALS INTERNE LEERLINGEN
een zeer bekend pianist.
RAS of NATIONALITEIT
„Het is altijd mijn wens ge
weest", zei de heer Menuhin, „om
een school te scheppen, waar met
zorg geselecteerde kinderen hun
schoolstudie kunnen volbrengen en
tegelijkertijd een theoretische en
praktische opleiding in de muziek
kunnen ontvangen."
„Wij leven in een tijd", vervolgde
hij, „die een stijging te zien geeft
van het aantal kinderen, die van 111
muziek houden en muzikaal begaafd Middeleeuws psalmboek
zijn. En toch is het zo, dat slechts
weinigen hunner werkelijke uitvoe
rende kunstenaars worden. Ik wil
proberen om hierin verandering te
brengen en te bereiken, dat er een
voldoende aantal jonge, geschoolde
musici beschikbaar komt op alle ter
reinen der muziek, dus voor orkest,
voor kamermuziek, als solisten en
als leraren voor een volgende gene
ratie."
Kostelijk manuscript in een museum te Cambridge
bron van kennis voor
natuurvrienden
NA EEN OGENBLIK wachten zei
Yehudi Menuhin: „Weet U, de thans
gebruikelijke methode om de kinde
ren muziekonderwijs te geven op
hun gewone scholen maakt het voor
hen onmogelijk vroeg te beginnen
en juist een vroeg begin is zo be
langrijk voor uitvoerende kunste
naars. Het gevolg is, dat er zeer wei
nig jonge kunstenaars zijn met ge
noeg praktische ervaring."
HET FITZWILLIAM MUSEUM in
de Engelse universiteitsstad Cam
bridge is tal van prachtige ver
luchte middeleeuwse handschriften
rijk. Een der mooiste en zeker een
der merkwaardigste is een in de
jaren vijftig dezer eeuw verwor
ven uit de nalatenschap van
Lord Lee van Fareham afkomstig
psalmboek. Het ontleent zijn merk
waardigheid aan het feit, dat de
kunstenaar, die het handschrift ver
luchtte, de illustraties „dierlijk"
maakte. Hij koos namelijk zijn mo
tieven voor een groot deel uit de
in zijn tijd levende dieren. Vooral
vogels stonden model voor die kun
stenaar. Het handschrift is daarom
bekend onder de naam „Vogel-
Psalmboek".
ZO ONTSTOND HET
DE OUDSTE geschiedenis van
het Vogel-Psalmboek is niet be
kend. Men weet echter, dat op een
dag in de dertiende eeuw de mon
niken van een klooster in 't graaf
schap Gloucestershire opdracht
ontvingen om een volledige editie
te vervaardigen van de Psalmen
van David. Het handschrift moest
verlucht zijn met gekleprde illu
straties. Welk klooster het was, is
niet bekend. De naam van de op
drachtgever ging verloren. Hoogst
waarschijnlijk echter was hij een
telg uit het adelijke geslacht Fitz-
alan.
De monniken aanvaardden de
opdracht en gingen naarstiglijk aan
de slag. Zij deden wat honderden
zó bekend is, dat hij gemakkelijk 'n
concertzaal vol doet stromen, als de
drager van zo'n naam optreedt.
Hoe zou een jongen of meisje het wel
vinden (vroegen wij ons in gedach
ten af) om les te krijgen van een zo
beroemd man als Yehudi Menuhin,
toen deze grote violist vervolgde:
„U zult natuurlijk begrijpen, dat wij
NIET VER van het bekende muziekcentrum de Royal leraren allen dezelfde opvattingen
iii,.. moeten hebben. Alleen dan kunnen,
Albert Hall bevindt zich een zeer bijzondere muziekschool, als een onzer een buitenlandse toer-
f née maakt, anderen zijn taak over-
Bijzonder, omdat hij zijn ontstaan te danken heeft aan nie- nemen zonder dat dit de leerling
v schaadt of in verwarring brengt."
mand minder dan de wereldberoemde violist Yehudi Menu-
i i t 1 i i i**i *i i i Toen wij Menuhin vroegen, of de
hm, maar tevens, omdat die school uitzonderlijk muzikaal be- leerlingen op de normale examens
worden voorbereid, kregen wij ten
iiiucicn ividiuiuii was Z.CU ui uju jcugu ecu wuir
derkind
male schoolonderwijs een muzikale opleiding te ontvangen, kunstenaars te kweken. Ik vermoed,
r dat de meeste leerlingen later pe-
Niet sléchts een muzikale opleiding in algemene zin, maar roepsmusici zullen worden, maar.
daartoe zijn zij natuurlek niet ver
een speciale opleiding voor het bespelen van het instrument plicht. Hun eerste jaar op school
hier zie ik als een proefjaar, zowel
hunner keuze. De school is een kostschool. De leerlingen voor hen als voor ons."
jongens zowel als meisjes zijn dus intern. Bij de keuze MENUhiN wees op Marcel Ga-
der leerlingen let men niet op ras of nationaliteit, maar uit- zelle- "Nift Ya!r' wij,.zu'le" allem8al
r erg ons best doen hier! Maar men-
sluitend op begaafdheid en aanleg. Op het ogenblik zijn er moet niet vergeter), dat niet iedere
J veelbelovende jongere de jeugdbe-
vijftien jongelui op die school. Onder hen is een Indiër, een lofte later inlost!
Amerikaan en een Chinees. De directeur is Marcel Gazelle, merkten terl.99.Ps. °P» het
I/" eulen, na Hamburg en
München de grootste
stad van West-Duits land,
de stad met haar indruk
wekkende dom en welrie
kende eau de c dogne, heb
ik een tweedaags bezoek
gebracht. Het was echter
niet daarom, dat ik naar de
oude Romeinse vesting Co-
lonia Agrippina ben ge
trokken, maar om de „Co-
lonia 64", de internationa
le tentoonstelling van post
zegels met christelijke
motieven. Deze was door
de afdeling Keulen van de
Duitse „St.-Gabriël"-ver-
enieing met medewerking
van binnen- en buitenlani"
se verzamelaars ingericht
en stond onder auspiciën
van de wereldbond „St.-
Gabriël", die aldaar te
vens zijn congres hield.
Dat dergelijke manifes
taties voor de filatelie in haar ge
heel van belang zijn, zal een ieder
uwer duidelijk zijn. Zij geven im
mers al naar gelang of het vereni-
gings-, regionale, nationale of inter
nationale tentoonstellingen zijn, de
stand van de filatelie in een be
paalde vereniging, streek of land of
zelfs van de wereldfilatelie aan.
Daarenboven hebben zij voor elke
verzamelaar afzonderlijk hun eigen
betekenis. Voor de één zullen zij
een brug tot andere verzamelaars
en andere landen slaan, resp. ge
legenheid bieden tot het aanknopen
van nieuwe en het hernieuwen of
verstevigen van reeds bestaande
vriendschapsbanden, voor een an
der zullen zij aanleiding zijn tot
bezinnende beschouwingen over het
verleden, dat zich in de zegels van
toen evenzo weerspiegelt als het he
den in de zegels van thans.
Helaas, ik moet constateren, dat
deze tentoon? telling wat organi
satie en materiaal betreft beslist
onvoldoende was en qua „interna
tionale" tentoonstelling beneden de
maat was. Deze groep van beeld-
verzamelaars zondigt nog steeds
en op grote schaal tegen de meest
elementaire begrippen voor het op
zetten van een „postzegel-verza
meling. Het is overigens geen won
der, want de inzendingen van enke
le kopstukken* uit de St.-Gabriël-
verenigingen getuigden eveneens
van onkunde, wat betreft het op
zetten resp uitwerken van een ten-
toon9tellingsrijpe „postzegel"-ver-
zameling met christelijke motieven.
Er was slechts één Nederlandse
inzending (J. J. Rijk, Vinkeveen).
Die was gelukkig wél goed
van opzet. Voorts blonken de drie
inzendingen van dr. Seefeldt, een
dominee uit Eutin, boven de meeste
uit, zowel door opzet als door bij
gevoegde, korte maar veelzeggende
tekst. Van de Belgen waren de in
zendingen ook niet eens slecht, ter
wijl de inzending van Gustav Mees
uit Mortsel zelfs buitengewoon
fraai en ook „filatelistisch" was,
zodat hem zelfs op een gewone post
zegeltentoonstelling voor zijn in
zending „de geschiedenis van de
abdij van Orval" een prijs zou zijn
toegekend.
Elke verzameling, waarbij de
postzegel door het talloze bijwerk
geheel op de achtergrond raakt
a.h.w. dood wordt gedrukt is
reeds bij voorbaat door een jury,
die haar werk verstaat, van iedere
beWoning uitgesloten. Ik heb reeds
meer gezegd: als u voor u zelf ver-
zemelt, dan mag u dat doen zoals
u wilt; dan mag u zich uitleven en
geheel uw eigen smaak volgen. Zo
dra u echter /oor het forum van
een jury wenst te treden, dan zult
u zich aan bepaalde regels moeten
houden. En deze regels zijn in Keu
len met voeten getreden.
Kortom, de tentoonstellingscata
logus was nog het beste van de ge
hele tentoonstelling, al kwamen er
verscheidene van de „alsnog" ge
ëxposeerde verzamelingen niet in
voor. Het zijn de artikelen in deze
catalogus, die de moeite van het
lezen waard zijn en daarvan zeer
speciaal het artikel van Paul Klein
over „De koningen uit het Morgen
land en de Keulse Dom op postze
gels" en het artikel van Wilhelm
Fink „De Madonna op de postzegels
van het vorstendom Liechtenstein".
Natuurlijk was er een tijdelijk
postkantoor, dat twee verschillende
stempels gebruikte, terwijl er ook
twee speciale enveloppen waren en
een fraaie kaart met een „Maria-
verkondiging" uit het Wallraf-Ri-
chartz-Museum te Keulen, vermoe
delijk uit de eerste helft van de 14e
eeuw. Deze werd als motief voor
één van de twee stempels gebruikt,
terwijl het motief voor de tweede
stempel (gebruikt vanaf de tweede
dag) afkomstig is uit een missaal.
De prijzen ervan waren niet laag:
een blanco envelop kostte 40 pfen
nig, de kaart zelfs 1 mark.
Jammer, heel erg jammer, dat de
tentoonstelling niet was, wat zij
beloofd had te zullen zijn en dan
te weten, dat Keulen de laatste ja
ren heel wat goede en interessante
tentoonstellingen heeft gekend. Een
vergeefse reis? O, dat niet, want ik
heb oude vrienden gezien en gespro
ken, nieuwe vrienden gemaakt en
geleerd hoe men het beslist niet
moet doen.
K. E. KöNIG
in de vakanties moeilijk kon zijn voor
de leerlingen om te blijven oefenen.
„Ja", zei Menuhin, „maar de heer
Gazelle en de andere leraren doen
veel om de muzieklessen in de va
kanties door te laten gaan en
misschien zijn onze vakanties wat
zijn geen redenen voor discriminatie kor'er dan.8lders!"
J c? „Engeland zei Menuhin „is een
ideaal land voor deze school. Ik vind
Het „Menuhin College", ge- Wij vroegen Yehudi Menuhin, of de |.n6elrSv.Ze8r °:uzik®al e?*?~
v hii veel steun had eekreeen van vendien hebben veel ouders begrip
vestigd in een voormalig hote KJ**1 instanti^ en SellinBeS waardering voor de kostschool-'
in het Londense stadsdeel v00r zijn nieuwe schoolproject. opvoeding Deze is naar mijn mening
vnneïnirfaw Una van groot belang voor ontluikende
gton, hee s, h - kieinste zorg» ver_ musici, want zij leren en oefenen
wel nauwelijks een jaar oud, telde de violist. „Iedereen reageerde dan in een eigen gelukkige, ontspan-
grote bekendheid verworven prachtig. De „Arts Educational nen sfeer zonder storingen van bui-
in de wereld der muziek Trust" werkte met ons samen. De tenaf-
grote muziekscholen vinden de nieu- Men heeft grote plannen voor de
Daarom zijn wij eens gaan we school een even boeiende onder- toekomst. Weldra hoopt men het
praten met de grootmeester- neming, als ik ze vind. En de musici, aantal te kunnen verdubbelen
Ar, voiu,^i A/rflr,nV.m d*e *es Seven op onze school, doen en dan later de school te vestigen op
op-de-viool Yehudi Menuhm, dat? omdat zij het prettig vinden nu een buitenplaats buiten Londen. Ge-
die de school, stichttè. een kans te hebben om hun talenten zien het enthousiasme en de be-
op een andere dan de gebruikelijke roemdheid van Yehudi Menuhin, ge-
DE KINDEREN doen geen toelatings- manier nuttig te maken. En het is zien ook de medewerking van vele
examen. Zij worden beoordeeld tij- waarschijnlijk zeer dankbaar werk zijden zijn vrijwel alle muziekvrien-
dens audities. Dan let men meer voor hen!" den overtuigd, dat de school een
dan op hun prestaties, op talent en goede toekomst tegemoet gaat en dat
aanleg. De school heeft op het ogen- WIE DIT LEEST moge denken, hij in de komende jaren tal van
blik tien leraren. Een hunner is Ye- dat de naam van elk van die leraren uitstekende krachten zal afleveren,
hudi Menuhin zelf. Het was niet
moeilijk om hem over zijn school
aan de praat te krijgen, want de
nieuwe onderwijsinrichting ligt hem
zeer na aan het hart.
Jaar in jaar uit verlaten in
onze tijd tientallen miljoenen
boeken de drukkerijen. Vroe
ger, vóór de uitvinding van
de boekdrukkunst, kon er geen
sprake zijn van massaproduk-
tie. Toen was de vervaardiging
van één enkel boekwerk reeds
een prestatie van betekenis.
Het „Vogel-Psalmboek" is een
der beste bewijzen voor de
juistheid van die uitspraak.
monniken in tientallen Europese
kloosters in die dagen deden, als
zij een boek op stapel zetten. Het
is wel interessant om het produk-
tie-procédé kort te schetsen.
Het eerste werk der monniken
was de vervaardiging van de no
dige vellen perkament uit kalfs-,
schape- of geitehuiden. Dit was 'n
omslachtige bezigheid, die veel tijd,
vakmanschap, vaardigheid en er
varing vereiste. Dat dit inderdaad
zo was, wordt duidelijk, als men
weet, dat iemand ook in onze tijd
jaren moet leren en lang praktisch
werkzaam moet zijn aleer hij een
werkelijk bekwaam perkamentbé-
reider is!
De monniken vervaardigden even
eens hun schrijf-, teken- en schil
derbehoeften zelf. Zij maakten gan-
zeveders, fijne penselen, inkt, verf
en bladgoud. De grondstoffen voor
sommige kleuren moesten van ver
re komen, bijvoorbeeld lapis la
zuli (voor ultramarijnblauw) uit
Perzië. Vermoedelijk schraapten de
kloosterlingen gouden munten af
om stofgoud te verkrijgen.
Na deze en andere voorbereiden
de werkzaamheden konden de mon
niken met de „druk" beginnen. Met
behulp van een scherp gepunt stuk
je lood potloden bestonden nog
niet linieerden zij met grote
nauwgezetheid de vellen perka
ment. Hierna kwamen de calligra-
fen aan de beurt. Vers na vers
schreven zij in fraaie letters over
uit de (Latijnse) kloosterbijbel.
Zodra een blad volgeschreven was,
stelde de kopiïst het ter hand aan
de illustrator, eveneens een kloos
terling. Deze monnik had tot taak
om de hoofd- en sierletters te te
kenen en voorts om miniaturen
(voor illustratie) te schilderen, het
wit naast de tekst te decoreren en
de verdere kunstzinnige afwerking
van het handschrift te verzorgen.
De voltooide vellen gingen ver
volgens naar de kloosterbinderij,
waar in 't bindvak bekwame kloos
terlingen de band vervaardigden
en de vellen inbonden. Als zo'n
boek dan geheel klaar was, brach
ten enige monniken Tiet werk aan
de opdrachtgever, die het in ont
vangst nam, de monniken beloonde
en het een plaatsje gaf in zijn boe
kerij of woonvertrek.
Zo was ook de wordingsgeschie
denis van het „Vogel-Psalmboek".
NATUURKENNER
WIE DE kunstzinnige monnik e.
was, die het „Vogel-Pslamboek" -L
maakte tot een juweeltje van mid- uktt
deleeuwse boekkust'; weten wij
niet! Wel echter weten wij, en za
gen wij (toen wij het manuscript
bekeken), dat die onbekend geble
ven kunstenaar zich bij de keuze
der illustraties liet inspireren door
de dingen en vooral door de leven
de schepselen, die hij waarnam in
het landschap. Honden, die een
haas najagen, een gele vlinder met
donkere vlekken, een wel wat
droefgeestig aandoende wilde eend,
een snoek in een poel, ziet hier
enige van de illustraties, waarmede
de monnik de Psalmen van David
verluchtte.
Inzonderheid koos hij vogels als
model: ooievaars, boekvinken, goud
vinken, lijsters en andere, deels
zeldzame vogels. Die onbekende
monnik was niet slechts een groot
kunstenaar, maar ook een bijzonder
scherp en geoefend waarnemer.
Tevens moest hij een minnaar en
een kenner der levende natuur
zijn geweest, want tal van vogels
en andere dieren, die zijn illustra
ties bevolken, zijn zo uit het leven
gegrepen.
Zo werd het „Vogel-Psalmboek"
niet alleen een uitstekend produkt
van de middeleeuwse boekkunst,
maar bovendien een bron van ken
nis voor biologen en natuurvrien
den, die er interessante bijzonder
heden in kunnen vinden betreffen
de de fauna in Engeland in de 13e
eeuw. Men bedenke, dat er uit dat
verre verleden slechts betrekkelijk
weinig afbeeldingen van in het wild
levende dieren tot ons zijn geko
men.
Eeuwenlang rustte het kostelijke
handschrift in de boekerijen van de
nazaten van de edelman in wiens
opdracht het vervaardigd was.
Later ging het over in andere
handen, maar het bleef in particu
lier bezit tot Lord Lee van Fare
ham het legateerde aan het Fits-
william Museum te Cambridge.
Daar kan iedereen, die er belang
stelling voor heeft, het thans be
wonderen en bestuderen.
.qui pippan fw?r ro
«önr ttott fueuocwti ntttut» öa
wjtfoitnm cvo f«p tfrï: mautnfitttma
etafï tttrots mf -