i, 1 i i—iM
infill
Het knutselhoekje
ZATERDAG 28 NOVEMBER 1964
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 13
„Ja", zei de Sint „maar niet voor „Ik heb helemaal geen briefje ge-
eventjes. Beloof je me altijd voort- lezen Zwarte Piet",
aan lief te zijn?" „Nu, dan heb je niet goed geke-
Dat beloofde hij. ken. 't Is nu pas 6 uur, ga nog een
Verder waren er in die klas geen uurtje naar je bed. Maak dat je weg
klachten. komt".
„Piet strooi maar flink wat peper- ,oJa, dag Zwarte Piet. Daaaag Piet''.
NOORDEN
POSTDUIVENTENTOONSTELLING
P.V. DE VOORUITGANG
Uitslag van de gehouden tentoon-
„fiet strooi maar iunic wax peper- „ja, fwaiw d oostduivenvereniging
noten, dat hebben ze wel verdiend". Ria Berg uit Zoeterwoude stuurde f* Ph^ïcht te Nieuwkoop.
En zo hoefde
mee naar Spanje.
gelukkig niemand ons:
DE JARIGE JAN
in Plaszicht te Nieuwkoop.
Oude doffers, blauw, le klas: 1.
voor dCuJrj|:p« f°i3vCL^
wen; 2e klas: oude duivinnen, blauw
1. A. v. Koert, 2. H. Tuithof, 3. H.
H. Tuithof, 5. F. v. d.
„DE WIJDE BLIK"
(vervolgverhaal 4)
„Zou het ernstig zijn? Weet je er
meer van? Liggen ze in het zieken
huis?" allemaal vragen die ze door
elkaar riepen.
„We moeten onmiddellijk naar Til
burg, zei de agent. Maar hoe?"
„We nemen een taxi" besliste Ber-
nise.
„Ik ga eerst even naar de notaris
hiernaast, die zal ons wel raad ge
ven", en meteen liep Marjan naar
de buren, terwijl de anderen zich
klaar maakten om te vertrekken.
„Joep zou jij maar niet hier blij
ven bij Hanna", vond Tilly. „Nee, ik
wil ook papa en mama zien".
Daar kwamen Marjan en de nota
ris al binnen.
„Dat ziet er niet zo mooi uit, maar
laiten we er nog niet het ergste van
denken. Ik rijd jullie zelf naar Til
burg" en tot Joep: „Ja jongen jij
*nag ook mee, maar rustig hoor".
Nou hij zou wel stil zijn, wie zou
dat niet bij zo'n ernstig ongeluk? En
hij trok vlug zijn jas aan.
In de kortste tijd reden ze weg,
nagekeken door Hanna met haar
roodbehuilde ogen en de hond, die
nu ook heel stil was, alsof hij alles
begrepen had.
Ondanks de grote snelheid, leek
het of er aan de rit geen eind kwam.
Geen woord werd er haast gespro
ken, maar zoveel te meer zachtjes
gebeden opdat alles nog mee zou val
len. Eindelijk, eindelijk dan waren
ze aan het politiebureau. De notaris
stapte uit om nadere inlichtingen.
„Heeft u de kinderen hier?" vroeg
de commandant.
„Ja allemaal. Maar hoe is de toe
stand?"
„Bent u familie?"
„Neen, geen familie,.wel een buur
en goede vriend van de familie".
„Helaas mijnheer, er is geen hoop.
Ze zijn allebei onmiddellijk overle
den. Aan u de taak om de kinderen
op de hoogte te stellen".
De notaris kon het niet bevatten.
En dan die bovenmenselijke taak. O,
nee, dat nooit. Maar wie dan wel?
Hij was de enige vriend hier en de
kinderen moesten de waarheid we
ten. Dit alles zoemde door zijn hoofd.
De commandant bracht hem een
glas water.
„Ja mijnheer, ik weet het. 't Is een
moeilijke taak".
Intussen waren de kinderen onge
rust geworden over 't lange weg
blijven van hun buurman.
„O, als 't toch maar niet 't ergste
is", zuchtte Marjan, terwijl ze haar
kleine zakdoekje steeds kleiner en
kleiner kneep. Ze begon te huilen en
van de weeromstuit begonnen ze al
lemaal te huilen. Zo trof de notaris
de huilende kinderschaar aan.
„Kom stappen jullie even uit, dan
moet ik iets vertellen".
Toen ze in een kamertje op 't
bureau hadden plaats genomen bracht
een agent voor ieder een kop warme
thee en met de woorden: „Zo drink
eerst maar eens lekker op" verdween
hij.
Achteraf bekeken bedacht de no
taris nog eens hoe en op welke ma:
nier hij het de kinderen verteld had.
't Was met stukjes en beetjes gegaan.
Ze hadden er eerst niet veel van
begrepen maar 't drong eerst goed
tot hen door toen Joep luid huilend
uitriep: „Hebben we nou geen mams
en paps meer?" Verslagen en ver
suft zaten de drie meisjes te kijken.
„Lieve Heer, wat nu?" bad Mar
jan. „Ik ben nu de oudste".
Bij zoveel leed kon de notaris niet
veel troosten maar uit de volheid van
zijn hart zei hij:
„Lieve kinderen, ik zal alles doen
voor jullie wat ik kan. Kom altijd
met je moeilijkheden bij me en la
ten we op Onze Lieve Heer vertrou
wen".
De kinderen keken hem dankbaar
aan. Ze waren dus nog niet zo hele
maal alleen.
De notaris ging even weg om zijn
vrouw te bellen en haar te vragen
of de pastoor of kapelaan over een
uurtje bij de kinderen thuis wilde
komen, terwijl hij haar in 't kort
verteld had, wat er gebeurd was.
De kinderen mochten hun overle
den ouders nu niet zien. De lijken
Liedy Earning, Leiden. Van jou mijn verjaardag?" vroeg Jan.
ligt er nog een Sinterklaas-verhaal- Moeder zei niets. J an ging naar
tje van het vorig jaar. Eindelijk komt bed. Hij kon maar niet slapen. „Wat
het nu toch aan de beurt. zal ik .toch wel lmjgen" gonscte het z klas. Qude dofferSi andere
door zijn hoofd. Maar eindelijk viel j q yerduin 2 P. Groe-
OP 6 DECEMBER hij toch in slaap. V VKcJert 4 Ooster-
De volgende morgen, toen hij wak- ?ieterse 4e klaToude
moesten eerst verzorgd worden en de boot stil en de loopplank werd wa^ s morgens 6 december en ker werd stond er naast zijn bed een (juiv'jnnen andere kleuren: 1. P.
gekist en dan zouden ze naar het uitgelegd. De Sint stond al te zwaaien Koos werd al om^5 uur wakker. Hg kampeertas. Er stond op. „Voor e pieterse 2. A. v. Leeuwen, 3. P.
ziekenhuis in Hilversum gebracht en de zwarte Pieten deden allerlei IPOS slaa;Phaj?'*"t en jarige Jan Groenenveld, 4. J. Agenent, 5. J. v.
worden. Dit alles had de notaris met gekke dingen. Daar bracht een Piet °P het "Nou k," 1 Donk: 5e klas, jonge doffers, blauw:
Marjan beslist. het prachtige witte paard van Sint de slaapkamer van vader en moeder, kamperen ze moeder L s Pieterse 2. S. Pieterse, 3. J.
J Nico laas. De heilige man steeg op -Mama, mama!" maar moeder Kees was zijn vriendje. Het
Toen de notaris met de kinderen SfS.£S «f wZéZli wStker.'
weer thuis kwam zat de pastoor al
op hen te wachten. Deze manier van
medeleven en de woorden van troost
Iianueii vul tjcyciuüvcii. t - - drinken. Toen kwam er een gewei-
biJna avond, toen Sint Nicolaas aan „Ja jongetje dat weet ik. Ga nu dige stortbui. Ze gingen gauw naar Groeneveld, 4. C. Verduin, 5. J.
te troosten. Joep zocht z^aJ^aJjJ^ zijn hotel kwam. Hij was moe, maar nog even naar je bed". Griffioen; 8e klas, jonge duivinnen,
Donk, 4. A. v. Koert, 5. C. Verduin;
zijn paard en nu reed hij de kade op, weiJ5 met vakantie, dus ze zonden meteen 0e jonge duivinnen, blauw: 1.
tussen de rijen kinderen, die luid „Maaaaa.. riep hu nu harder. gaan kamperen Hij gmg Kees ha A y Leeuwen, 2. Vork, 3. Vork, 4.
zongen en zwaaiden met hun vlag- "!p .zlJ".^f5Q±^trigó:nt en ze. tnfcken eruop It H. Tuithof, 5. P. Pieterse; 7e klas,
j j Mnrinn on Rami» maar getjes. zwarte Pieten strooiden »^a bat .1S Sinterklaasfeest. Sint een emd gelopen hadden, gingen ze jonge doffers, andere kleuren: 1. J.
handen vol pepernoten, /t Was al Nicolaas is jarig Griffioen, 2. P. Groeneveld, 3. T
iwvf ÏLJITh eerst kwam Piet nog met het grote Koos was ongehoorzaam, ging met druipende kleren yan Jan aan am}ere kleuren: 1. Querreveld,
sloot. Tilly sloot zi<m op m haar - bQek aandragen, waar alles in stond terug naar bed, maar ging heel zacht- Het zonnetje maakte ze gauw droog. v Leeuwen, 3. A. v. Leeuwen, 4.
mertje en huilde verschrikkelijk e Qver bet gedrag van de kinderen uit jes op z'n tenen naar beneden, naar Theo Owel, Leiden, komt iets ver- otterman, 5. c. Verduin; 9e klas:
1 noü HrYYrf rfm de stad- Sint Nicolaas had veel lie- de voorkamer en keek naar zijn tellen over: iate jonge doffers, alle kleuren: 1.
wto fï tan mpf ver meteen naar bed gegaan, maar schoentje, die hij gisteravond had IN DE DIERENTUIN Voerk, 2. J. Agenent, 3. A. v. Leeu-
j uZ' tlt £„0 daf ging nu eenmaal niet. klaar gezet. En ja hoor! Weet je wat Ik ben met vader naar de dieren- wen, 4. H. Tuithof, 5. A. v. Koert; 10e
«lït MlrS h^ft Hit Wd Kiik eens Sint we moeten maan- er in zat? tuin geweest. We hebben daar veel klas, later jonge duivinnen, alle
over jullie gebracht maar gelijk dag naar een school waar in de 2de Een grote muis van chocolade. Mm dieren gezien. Het laatstYJ® Weuren: 1. C. Verduin, Z J Ruiter-
geeft Hij jullie ook de kracht en de klas een heel stout jongetje zit. Wat wat lekker! Even proeven, een klein bij de leeuwen. ZeJiadden g*0*® man, 3. Stuivenberg, 4. H. Kuif. In-
moed omdat verdriet te dragen. Ver- dunkt u, zullen we hem mee naar stukje maar en hij beet er een oor ge manen. Daarvoor ware J gezonden zijn 437 duiven. Keurmees-
geet dat nooit" Spanje nemen?" „Kom Pieterbaas, af 't Was donker in de kamer zodat de olifanten, je weet wel met dae ters waren Unterhorst en Goedhart
Marjan en Bernise lieten de woor- niet zo haastig. Misschien heeft dat hij de pakjes met speelgoed niet eens lange slurvem We k^een* eezien die
denstriom over zich heen gaan, ze kind er allang spijt van. We zullen zag. Onl zhn we bii de
waren nog te zeer geschokt door het hem maandag eens bij ons laten ko- „Koos ga je nu naar je bed! riep b^nj^ .!j!" „Y® oü SÜ
verschrikkelijk gebeuren. men", zei de goede Sint. moeder.
(wordt vervolgd) Nog werden enige bladzijden be- Ja mam!» maar nog gjng hij niet.
sproken en toen werd het heus bed- Hij' hekeek de muis. Wat gek één
fyd-, oor. Kom hij zou 't andere oor er ook
Die maandagmorgen kwam de nQg maar afbijten. Nu was de
CORRESPONDENTIE
Sint op school. Piet bonsde op de yoSder^oren* maar' da treeft niet hoor. klimmen en kunstjes maken. (Jok ae l5 Juni j j was het 50 jaar geleden
Gerda Werkhoven, Voorhout. Hier deur en rammelde eens met de ket- nnTz'n Jaart eraf bii- beren heb ik ge«en^e groten nog dat d N.V'. Chemische Industrie
:;„uct^ou lk 00k n°g zn slaart er31 D1J harder dan de tijgers en de leeuwen, icatwiit''
tijgers geweest. De leeuwen en de
tijgers grommen hard De vogels had
den mooie kleuren. De papegaaien
vond ik het mooist en de apen het
leukst, want die konden zo leuk
klimmen en kunstjes maken Ook de
KATWIJK
N.V. CHEMISCHE INDUSTRIE
„KATWIJK" VIERDE 50-JARIG
BESTAAN.
is je verhaaltje Gerda.
DE BOER
ting. Een mijnheer deed open en St.- ten0
Nicolaas kwam binnen. Na de eerste
„Katwijk", Prins Hendrikkade vc
Ook zag ik giraffen met bun lange Katwijk aan Zee werd opgericht. In
klas kwam de tweede aan de beurt. Maar dat hoefde al niet meer hoor. halzen. De kangoeroe vond ik ook verband met het overlijden van de
Een grote stoel stond voor Sint Nico- Want raad eens wie er achter hem mooii vooral met hun kleintjes in oprichter der N.V., dr. G. C. A. van
Er was eens een boer, die een iaas klaar. stond? Zwarte Piet! O, wat een pech. die zafc. De mollen vond ik grappig, Dorp, op 24-3-1964 werd de viering
nieuwe broek nodig had, want de jk heb in het grote boek gezien, ..Dddag, zwzwarte Piet bibberde dje kropen zo leuk onder de grond van jubileum uitgesteld tot deze
oude was versleten. Hij nam wat geld dat er een stout jongetje in deze hij. door. Toen we dat allemaal gezien maan(j,
mee en ging naar de markt. Toen hij klas zit", begon Sint Nicolaas. „Laat jfZo, zo, jij was van dat muisje aan hadden gingen we naar huis en vlug Donderdagmiddag 26-11-1964 ver
in de winkel kwam, was het heel dat kind maar eens even bij me ko- het eten, toe maar! naar bed. 1+. zamelden de directie, commissarissen
erg druk. Eindelijk was de boer aan men". „Ik heb m'n best gedaan om door Nog liggen er heel wat verhaaltjes en pers0neelsleden met hun dames
de beurt maar toen hij de broek pas- 7warte Piet had hem al gevonden die nauwe schoorsteen heen te krui- te wachten. Na de St.-Nicolaasver- zich „Treslong" te Hillegom. Hier
te, was deze veel te lang. «att* hpt inch bii de arm en bracht pen en jij zal even die muis op gaan haaltjes komen die weer aan ae werd vervolgens het woor gevoerd
„We kunnen de broek vandaag nog P voren eten- Die ma8 ïe Pas na het eten op" beurt> dus nog. even door de heren ir. Fl. Vos (commissa-
onmogelijk korter maken. We hebben za] voort'aan heel lief zijn", eten, dat weet je best. Het staat op Dag allemaal. t ris), W. Kuyt Jvoorz. personeelsver-
het zo druk", zei de winkeljuffrouw. ki d het briefje"
„O dat geeft niets", zei de boer. huiide ftet KinCL
Tante Jo en oom Toon
„Ik heb thuis nog twee dochters, die
kunnen dat wel doen".
Hij betaalde de broek en ging vol
goede moed naar huis.
Toen hij thuis kwam, waren de
dochters de koeien aan het melken,
dus ze hadden nu geen tijd.
's Avonds zei één van de dochters:
„Vader ik zal het morgen wel voor
u doen".
Maar dat was de boer niets naar
zijn zin, want hij wilde de broek zon
dag aantrekken.
Toen iedereen even later op bed
lag, konden de beide dochters niet
slapen; ze vonden het jammer dat
hun vader de broek niet aan kon.
Daarom kwam de oudste dochter heel
zachtjes uit bed en zonder het grote
licht aan te doen, zocht ze een schaar,
spelden, garen en een naald en ze
knipte bij een klein schemerlampje
een stuk van de broek af en zoomde
hem om. Daarna ging ze blij naar
bed om rustig te gaan slapen.
De andere dochter, die ook niet
slapen kon, had niets gehoord en
ook zij sloop in het donker door de
kamer om de broek te halen en naai-
spullen te zoeken en zij knipte ook
een flink stuk van de broek af. Ze Kleine broer had eens bij 'n vriendje
zoomde de pijpen netjes om en legde een zweefbaan gezien. Dat vond hij
de broek weer weg. Ook de tweede een erg kuk speeltuig.
eniging), mej. T. K. den Dikken (pro
curatiehoudster), drs. G. C. Th. van
of de 10 tellen overschrijdt, krijgt Dorp (directeur), S. A. van der Duin
natuurlijk een strafpunt. Natuurlijk (afdelingschef) en H. Barnhoorn
mag alleen degene antwoorden, die (personeelslid). Deze laatstgenoemde
aan de beurt is, anders wordt het drie heren huldigden met name de
snel al gauw een heksenketel. Wie heer J. Haasnoot, Meidoornstraat 10,
is de winnaar? Ja, b.v. wie na 10 Katwijk aan Zee, die op 21 juli j.l.
beurten de meeste goede antwoorden het feit herdiaaht, dat hij 40 jaar ge-
heeft gegeven, dus de minste straf- leden in dienst der vennootschap
punten heeft. Je begrijpt dus wel, dat trad. Gelijk bekend mocht de heer
er ook ook een leider of secretaris Haasnoot hiervoor een koninklijke
moet worden aangewezen. ondersdieiding uit handen van bur-
Het spel hoeft natuurlijk niet vast gemeester H. Duiker m ontvangst
te lopen op de stedennamen, je kunt nemen. De waarderende woorden
het evengoed afwisselen met namen gmgen vergezeld van verschillende
- - geschenken.
Hierna verenigde men zich aam 'n
broodmaaltijd, terwijl de dag werd
besloten met het bijwonen van de
avondvoorstelling van de „Snip en
Snap"-revue in theater Carré te Am
sterdam.
van landen, wateren, dieren, vruch
ten enz.
OVER CACAO
EEN ZWEEFBAAN
Fig. a.
dochter ging blij naar bed.
jaardag naast de stoel gaan staan en
zijn zweefcabine tussen „berg" en
„dal" heen en weer laten gaan.
EEN SPEL MET WOORDEN
Fig. b.
--- r - „Nou, zei Hans, 'n grotere broer,
De volgende morgen zei een van je jari beM krijg jij van mij
de dochters: „Vader pas de broek z0'n ding.
eens aan Op 'n woensdagmiddag ging Hans
„Neen kind, die is veel te lang en slagp Hy ZOcht een stevige
hij greep al naar zijn oude, die nog schoenendoo6 op en maakte in elke
hoek een gaatje. Nu nam hij 4 even
lange touwtjes, die hij boven de doos
met een knoop samen bond. Onder
bevestigde hij de 4 losse einden met
een stevige knoop, zodat ze niet door
de gaatjes konden schieten. Voor alle
over de stoel hing.
De dochter echter kwam al met
de nieuwe broek aandragen.
„Kom vader, toe pas aan".
De boer zuchtte en trok de nieuwe
broek aan.
Maar wat schrok hij. Wat was er
van zijn nieuwe broek geworden. De H - --
pijpen waren zó kort, dat hij heel
veel op een zwembroek leek.
hechtpleister overheen. Nu plakte
hij met lijm het deksel stevig op de
doos vast. Vervolgens nam hij pen-
veS^' LCiden k°mt enelveustertfeseonp hei'Sk"
Afrika en wel naar het eiland Fer
nando Poo in de Golf van Guinee
aan de Westkust. De bonen in
elke vrucht zitten er meerdere
zaaide hij daar uit en al spoedig bleek
dat de cacaoplant er ook uitstekend
gedijde en wel zodanig, dat de cacao-
teelt zich in de loop der tijden over
een groot deel van West-Afrika ver
spreid heeft en die van Zuid-Ameri-
ka overvleugeld heeft.
EN NU NOG DRIE RAADSELS
Fig. d.
1. Wat gaat zowel op als af?
2. Het behoort aan jezelf, maar een
ander maakt er meer gebruik van
dan jijzelf. Wat kan dat zijn?
3. Noem dingen, die lopen zonder
benen.
N.B. Een paaT hebben meer dan 1
Het cacaopoeder, dat de grondstof
is van de chocoladeindustrie, komt antwoord. Als je ze vindt, schrijf je
van de cacaobonen oftewel van de de antwoorden wel in je eerstvolgen-
cacaovruchten. Deze groeien in war- de brief. Misschien
me, vochtige streken, dus in tropisch
ST.-NICOLAAS
langzaam aangevaren. Eindelijk lag
Voor kabel, waaraan de cabine
klimaat. Het oorspronkelijk gebied
van de cacaoplant is „El Dorado", 't
De deelnemers aan dat spel zetten land tussen de Amazone en de Ori-
komt te hangen, nam hij een eindje zich rondom de want djt is noco, in Zuid-Amerika dus. Maar te-
bindtouw Die haalde hu door de natuurlijk geen buitenspel - en be- genwoordig heeft de cacaoteelt zich
Het was eind november en Sint bureauklem en bond de kabel, aan gjnnen dan van knks naar rechts, grotendeels plrni. 60 pet ver-
Nicolaas was in aantocht. de ene kant aanmerkelijk hoger dan d(Ug aj^ de wjjzers van d,e kk)k. De plaatst naar de Westkust van Afrika.
Zaterdagmiddag om 3 uur zou hij aan de andere, vast. Vervolgens nam eerste noemt de naam van een stad in Hoe is dat gekomen? De plantage-
aankomen. Een heleboel kinderen hij een ander bindtouw, dat twee- buiten Nederland, b.v. Bremen De eigenaars van El-Dorado 't woord
stonden op straat te wachten. maal zo lang was als de kabel. Dat naastzjttende moet nu binnen 10 tel- betekent eigenlijk: heerlijk, rijk land
„Daar komt de boot met St.-Nico- liet hij om de stoelleuning en om de len e€n stad noemeni die met de waakten er zeer streng over, dat
laas!", riepen een paar kinderen. En deurhaak lopen en verbond de einden iaatgte letter van Bremen, dus met er geen andere landen zich ook bezig
werkelijk daar kwam de boot, heel met de bureauklem (zie fog.). een N begint, b.v. Nijkerk. De vol- zouden houden met de cacaoteelt en
Klaar! Nu kan broertje na zijn ver- gende persoon heeft dus alweer bin- hun dus concurrentie zouden aan-
nen 10 tellen een stad te noemen, doen. Maar in het jaar 1880 slaagde
waarvan de naam met een K be- een plantage-arbeider erin een ca-
gint. Wie geen stad weet te noemen caovrucht mee te smokkelen naar
Een vervolgverhaal van Suske en Wiske
DE GEVANGENE
VAN DE ENGELENBURG
25. Celliini liet de waterdrager zijn
dikke beurs zien. „Help me vlug van
hier weg" zei hij, „diam krijg je een
goudstuk. De man tilde terstond
Benvenuto op zijn rug en droeg hem
tot aan de trappen van de St. Pieter.
Vandaar kroop hij Verder en kwam
aan het paleis, dat aan een hertogin
behoorde, die hem zeer toegedaan
(genegen) was. Maar terwijl hij nog
voor de poort lag, werd hij door een
dienaar van een zekere kardinaal
Cornaro herkend. Deze was evenwel
ook een vriend van Cellini. De die
naar spoedde zich terstond naar de
kardinaal, die juist bij de hertogin
te gast was. „Monseigneur, uw vriend
Benvenuto Cellini kruipt daarbuiten
rond, hij bloedt hevig, ik geloof, dat
hij een been gebroken heeft.
26. De kardinaal gaf onmiddellijk
bèvel hem binnen te brengen. Men
droeg hem in de slaar1 ~>pr "an de
kardinaal en ontbood s dok
ters van Rome.
Meester Jacomo uit Perugia zette
het gebroken been. Daarna verbond
hij de patiënt en wilde vervolgens
hem aderlaten. Maar toen hij de
ader opende, sprong het bloed hem
in het gezicht. Hij was bijgelovig en
beschouwde dat als een slecht voor
teken. Daarom wilde hij de Paus me
dedelen, waar Cellini zich bevond.
De kardinaal liet deze daarom naar
een geheime kamer overbrengen en
ging zelf naar de Paus, om deze te
vragen, of Cellini in het paleis van
de hertogin mocht blijven.
(Wordt vervolgd)
Ffid3its0i(tmndei0ers
f doorm dtweaiide'.
*V0MKty
ten.Mtwdh. 1 hebben cobeenletn
kenbuchsslünn^ en0itiel
- <c==>
-
- CZ5