Alhaji Fernandez Abubakar Mbakar Air terdams wil maken het zelf vertelde ,,de waarheid over St.-Nicolaas" raw Gepensioneerde knecht ziet de toekomst donker in Agenturen en commissiehandel DINSDAG 24 NOVEMBER 1964 DE LEIDSE COURANT J-JET IS EEN ONBEDORVEN BEELD, dat wij al eeuwenlang van St.- Nicolaas bezitten. Een blijde entree vanaf de wallekant, springerige, onbezorgde Pieten, hagelbuien pepernoten en karrevrachten geschenken. Wij leggen ons bij deze heerlijke verschijnselen zo gemakkelijk neer. De entourage rond de heilige kindervriend blijft schier eindeloos in tact. De bisschop mag dan terloops wel eens van schimmel verwisselen, omdat paarden in tegenstelling tot de berijder niet met het eeuwige leven begif tigd zijn, de bejaarde jeugd van de goede heilige draagt een permanent karakter, zijn zwarte helpers munten sinds onheugelijke tijden Uit door schalkse straflust en milde rechtvaardigheid, waar de verkwisting van afstraalt. Deze hele manifestatie wordt geschraagd door de onuitputtelijke voorraadschuren in Spanje, bezittingen, die St.-Nicolaas tot een meer dan waardige partner in EEG-verband zouden kunnen maken, als hij maar geen heilige was geweest. En dit alles accepteren wij voetstoots. Er is geen haar op ons hoofd die er aan denkt hoe de weldaden van 5 december wel in stand worden gehouden. Ferrie in zijn glorietijd BIJ WIJLEN komt er wel een aardig geluid uit Madrid van een waarnemer, die beweert, dat het hem gelukt is een blik achter de schermen van St.-Nicolaas te werpen. We lezen dan verhalen over boorde volle magazijnen en administratief goed onderlegde Zwarte Pieten, over de goede heilige zelf, die als een autocraat orde op zaken houdt, en boeien de reportages over het vertrek van lange colonnes vrachtwagens op weg naar het popelende Nederland. Welja, men schrijft maar. En we slikken het allemaal als zoete koek. Maar ik verzeker u, dat voor mij deze lawaaie rige kost onverteerbaar is als kersverse taai-taai. U ziet de Sint als een triomfator, slechts getekend door voor zover zichtbaar scherpe trek ken die op een zekere bekommernis en vergevorderde ouderdom kunnen wijzen. We laten het daarbij. Zonder dat wij het vermoeden laten we de bisschop maar aan tobben. Elk communiqué over de gezondheid van Nico- laas, waarin gezinspeeld wordt op een telkens terugkerende jichtplaag, mogen we zonder meer laten slaan op de zorgelijke last waaronder de be jaarde gebukt gaat. rvE VORIGE WEEK «ben ik, als bij verrassing, ge- komen achter wat wij „de waarheid over St.-Nico laas" mogen noefhen. In een van de restaurants aan het Amsterdamse Damrak raakte ik bij een borrel in gesprek met een kleurling, die bij mü aan het tafeltje kwam zitten. „Een mooie stad is het toch begon hij in het Nederlands met een tropisch accent. Ik ant woordde bevestigend. „Ik kom net uit de Sint-Nicolaas- kerk aan de Prins Hendrikkade", ging de neger ver der. Hij droeg een donker pak van keurige snit, opge fleurd door een rode das met groene palmboom. De dasknoop was niet geheel aangetrokken. „Het is wel vreemd. Tien jaar achtereen omstreeks half november zette ik tegenover deze kerk voet aan land, samen met mijn patroon, maar ik had nog nooit een stap binnen het gebouw gedaan en de hemel betere het mijn patroon ook niet...!" De neger knikte starend voor zich uit en glimlachte alsof hem plotseling een won derlijke gedachte te binnen schoot. „Tja, Sint-Nicolaas was mijn baas Ik was even overrompeld door deze verrassende con frontatie. Maar al gauw waren we in een boeiend ge sprek gewikkeld. Na een uurtje zaten we beiden aan een dampende bisschop en zoute krakelingen. De neger stelde zich voor als Alhaji Fernandez Abubakar Mbakar. Hij was 41 jaar en sinds 1963 gepensioneerd. Een ambtelijk leven rond de evenaar vergt van de Europeaan zoveel inspanning, dat voor zijn pensioen het aantal dienstjaren verdubbeld wordt. Arbeid in dienst van St.-Nicolaas slijt de mens wel tienmaal zo snel, maar om het niet te gek te maken worden de zwarte knechten met hun veertigste met een redelijke jaarlijkse uitkering van 80.000 pesetas (ong. 4800 gul den) naar huis gestuurd. Alhaji Mbakar - „zeg maar Ferrie" - (Fernandez was zijn doopnaam; hij is een bekeerling) is afkomstig uit Nigeria. De meeste knechten komen trouwens uit dat land. Enkele tientallen werdén geboren in Kenia, maar tussen beide groepen botert het niet zo best en zoiets is lastig bij het werk, vertelde de heer Mbakar mjj, waarbij hij met schaamte en wittend (bij negers héét blozen witten) bekende, dat een ruzie tussen twee Pieten van beide nationaliteiten op een dak ge leid had tot een valpartij, die kleerscheuren en twee gebroken benen opleverde. „Men noemt ons zwarte Pieten", aldus Alhaji Mbakar. „Ik moet u evenwel vertellen, dat er in ons corps slechts vijf collega's rondlopen, die Pedro heten". Mbakar kwam als 20-jarige knaap bij St.-Nicolaas in dienst. Zijn vader was ook Piet geweest en ofschoon de Pietermannen over het algemeen vóór hun pen sionering niet huwen mijn zegsman dacht, dat dit gedaan werd uit een soort van solidariteitsgevoel met de pauselijke Zwitserse Garde was Mbakar senior reeds op 30-jarige leeftijd getrouwd. De kleine Alhaji had spoedig de roeping tot het dienstbare Pietenschap gevoeld en na de eerste drie jaren in Madrid („de onderbouw noemen wij dat") volgden er vijf boven bouw jaren, die bestaan uit cursussen paalklimmen, balanceren, blind-lopen, zak-lopen, akrobatiek, zingen, oogrollen, stokvechten, Spaans, Nederlands en alge mene ontwikkeling. Lessen godsdienst krijgen zij en passant van de Sint zelf, als die op zijn toernee een uurtje vrij heeft. En dan volgt de praktijk SINT-NICOLAAS heeft helemaal geen voorraad schuren en magazijnen, die uitpuilen van het snoepgoed (een zwarte Piet mag trouwens geen zoe tigheid aanraken) en scheef staan van de duizenden ALHAJI MBAKER: (41 jaar) en met pensioen. wijze terug in de voedselorganisatie van de Verenigde Naties. Op een koperen plaat aan de gevel van de strakke, eenvoudige flat, die St.-Nicolaas in Madrid bewoont staat het onomwonden: „Rev. Nicolaas van Mira, agenturen en commissiehandel". Over de hele wereld bestelt de Sint zijn goederen, die direct van het land van herkomst scheep gaan naar Amsterdam of Antwerpen (sinds burgemeester Van Walsum aan het hoofd staat heeft de H. Nicolaas iets tegen Rotter dam). De heer Mbakar vertelde verder, steeds boeiender, al lengs overtuigender. We bleven dineren en na de maaltijd deed de oud-knecht zijn das helemaal af. Het was warm geworden in het etablissement. Buiten klon ken de frêle klanken van het Oude Kerk-carillon, de voormalige Sint-Nicolaaskerk. Een weemoedig melo dietje, dat over de Dam waaide en verloren ging in het kosmopolitisch rumoer van de binnenstad. Mbakar werd somber gestemd en zijn gezicht scheen op half twaalf te staan, hoewel het pas tegen tienen was. „Niemand snapt er iets van", mompelde hij droevig. „Ze vieren maar raak en mijn patroon kan tobben". En toen volgde, beste lezer, een weinig rooskleurig verhaal. Er blijkt nog maar weinig roeping voor het zwarte knechtschap te zijn. In 1954 meldden zich 275 negers en negertjes aan; in 1958 waren het er 225, twee jaar later 186, in 1962 solliciteerden er 153 negers en het vorig jaar waren het er niet meer dan 113, voor waar een dieptepunt in de hele historie. „U kunt zich zeker wel voorstellen, dat er op die ma nier de klad in het vak komt. Geen wonder, dat de Sint zijn toevlucht moet gaan nemen tot maatregelen die hem feitelijk onwaardig zijn, als hij toestaat, dat blanken zich komen aanmelden en worden aangeno men op voorwaarde, dat zij zich zwart maken. De geest lijdt eronder. Er is een zekere laksheid te con stateren onder de Afrikanen. De boekhouding raakt vaak maanden achter en dan ziet men Sint-Nicolaas zelf achter zijn bureau de zaken behartigen. Absoluut geen werk voor zo'n man. Hij ontkomt niet aan de ge volgen". „Vroeger kon hij 's avonds in de maanden voor zijn vertrek naar Nederland zich ontspannen nestelen in een fauteuil met wat ontspanningslectuur zoals de katechismus van St.-Nicolaas van Bomans, ontdek kingstochtjes van dr. Van Egeraat, of met „Op weg naar het einde" van Gerard van het Reve, omdat die zulke aardige dingen van Spanje weet te vertellen. Maar dat is nu voorbij. De Sint ziet in geen mapiden zijn pantoffels meer, de yoghurt smaakt hem niet en hij verwaarloost zijn coiffure. Ik herinner me nog als de dag van gisteren die mid dag in september, het vorig jaar. Sint-Nicolaas was zijn mijter kwijt Hij had hem ergens aan de kapstok gehangen, maar even later was de hoofdtooi ver dwenen. De Sint zocht geen moment; hij zette een oude alpinopet op en ging aldus gekleed naar de Nederlandse ambassade voor de ontvangst van de jaar lijkse subsidie. Ja, subsidie. De Nederlandse ambas sade subsidieert, ook de regering in Madrid (de laat ste tijd onder protest van rechtse groeperingen), het bisdom Mira heeft een aantrekkelijk fonds en De Propaganda Fide te Rome spijkert ook nog wat bij,' maar hoe lang nog HET WAS EEN TRIEST VERHAAL, dat de heer Mbakar me vertelde. Het volgend jaar wil de heilige bisschop een beroep doen op de bond van ge pensioneerde Pieten. Ongetwijfeld zullen velen him zorgvuldig bewaarde kuitbroek en wambuis weer wil len aanschieten, maar de kleine Nederlandertjes zul len dan voelen, dat er iets mis is, een stukje van de eindeloze jeugd, die het Sint-Nicolaasfeest altijd heeft gekenmerkt, is dan verdwenen. In overeenstemming met de uitdrukking op het ge zicht van mijn tafelgenoot was het hoog tijd om op te stappen en de laatste trein te halen. Het was zelfs kwart voor twaalf. „Of u er over schrijft of niet, u zult er toch niets aan kunnen doen, nietwaar?" Ik zweeg duidelijk. „Hoe oud is de Sint precies?" pro beerde ik nog even. De gepensioneerde knecht haalde plotseling onverschillig de schouders op, „weet ik veelWe namen afscheid van elkaar, ik met een niet geslaagd schouderklopje, hij met een vage hand- groet. De weemoed bleef op het glinsterend natte Damrak. Ik haastte me naar het Centraal. Hij ver dween, door mij nog een ogenblik nagestaard, in een steegje. „Nog even een Nieuwedijkje pikkenhad hij gezegd. Het begon te gieten. Twee minuten nog naar het station. Een auto bespoot me met modder. Een tram kroop knerpend door een bocht. T. P. EnkeEe speeltjes. Sint-Nicolaas is geen massa-grossier. Zijn in stelling is geen afbeelding van de Verenigde Oost- Indische Compagnie. Veeleer vindt men Sints werk- /~VOK AL kunnen we voordelig voortreffelijke borstplaat in de win- kels kopen, toch zullen er vele dames zijn, die het wel leuk vinden om zelf eens te experimenteren op dit gebied. Het komende Sint-Nico laasfeest biedt hiertoe wel een welkome aanleiding en het ligt voor de iets dat in de winkel is gekocht, omdat uit het feit dat het zelf werd hand, dat de ontvanger zo'n eigen produkt nog meer op prijs stelt, dan gemaakt spreekt, dat de geefster er niet alleen geld voor over had, doch ook de moeite heeft willen nemen het zelf te maken. Hierdoor krijgt een dergelijk geschenk nog veel meer waarde. Het maken van borst plaat is geen groot probleem, althans wanneer u niet onervaren bent in keukenwerkzaamheden. Wie met liefde „kokkerelt" zal beslist een behoorlijk stuk borstplaat kunnen produceren en daarmee eer in kun nen leggen. We zullen hieronder enkele recepten voor het vervaar digen van verschillende soorten borstplaat laten volgen. GEWONE BORSTPLAAT I/OOR gewone borstplaat hebt u nodig: 250 gr. suiker, 5 eetlepels melk, eetlepel custardpoeder. We roeren de suiker en de cus- tardpoeder goed dooreen en laten dit met de melk zachtjes smelten. We laten dan de vloeistof inkoken. Regelmatig controleren we of een en ander reeds zover is. Dat doen we door een vork door de vloeistof te halen en goed op te letten. Want wanneer er een gordijntje van suikerstroop wordt verkregen, dan is de massa juist goed. Onder een „gordijntje" verstaan we, dat de suikerstroop als een heel dun vliesje tussen de tanden van de vork blijft hangen. De laatste druppel die van de vork afloopt, moet eveneens een „draadje trekken". Vervolgens nemen we de pan van het vuur en kloppen de massa, totdat deze dik en ondoorzichtig gaat worden. Bij dit werkje moeten we niet ongedul dig worden, maar rustig, regelmatig en onverdroten blijven kloppen! Als we zover zijn, komt het grote moment, waarop we de verkregen stroop in vooraf ingevette borstplaatvormen op 'n ingevette aanrecht of op vetvrije papier kunnen uitgieten. Wanneer de figuren eenmaal koud en stijf zijn geworden, zetten we ze op hun kant om te drogen. CHOCOLADEBORSTPLAAT WOOR het vervaardigen van chocoladeborstplaat hebben we nodig: 250 gr. suiker, 5 eetlepels melk, eetlepel custardpoeder en een eetlepel cacaopoeder. We beginnen met de suiker, custard- en cacao poeder dooreen te mengen en volgen dan het hierboven beschreven basisrecept. ROOMBORSTPLAAT \700R roomborstplaat hebt u nodig: 250 gr. suiker, 3 eetlepels room, 3 eetlepels water, lepel custardpoeder en indien u room-choco- ladeborstplaat zoudt willen maken voegt u hieraan nog een eetlepel cacaopoeder toe. Suiker, custard en eventueel cacao goed dooreen men gen. Dan laten smelten met room en water. Verder gewoon als basis recept. Veel succes! WANNEER het Sint-Nico laasfeest weer op komst is, wordt er veel van ons voorstellingsvermogen en on ze fantasie gevraagd. We moeten voor diverse gezins- en familieleden een aardig presentje bedenken en het komt helaas maar al te veel voor, dat de ingeleverde „ver langlijstjes" geen uitkomst bieden, waht bij het geven van presentjes komt er een merkwaardig menselijk trek je naar boven. De gever of geefster wil altijd graag iets geven, maar wil het cadeautje ook zelf leuk vinden. Hoedikwijls redeneren we niet: „Ja, dat staat nu wel op het lijstje, maar ik vind het niet leuk!" Dus, wordt het dan niet gegeven, ook al wil de ontvangende partij het nog zo graag hebben. Maar ja, zo zijn wij mensen nu eenmaal. En dan gaan we zelf fanta seren en trachten iets te be denken, dat we zelf aardig vinden. Maar wat vinden we aardig en nu origineel? Een spaar pot? Kleren? Een portemon nee? Wat gereedschap? Daar is toch niets origineels aan! En toch kan dat wel het ge val zijn, dat' bewijzen de ideetjes die wij hier voor u lanceren. DE NIEUWE KOUS yO BIJVOORBEELD de spaatpot. Als hij zo is uitgevoerd als wij hem bie den, is hét een bijzonder leuk ding. Het idee is gebaseerd op de zogenaamde „oude kous", die in dit geval is uit gevoerd in heel zacht en dun leer, in leuke kleuren, zoals rood en blauw. Er zit een gleuf in, met koperbeslag af gewerkt. Van boven sluit de kous met een metalen klem aan een kettinkje, terwijl de klem sluit met een hangslot je. Dat is een leuke en originele uitvoering van de aloude spaarpot, maar zo'n ding wil iedereen wel hebben die voor het een of ander een spaar potje maakt. KLEIN GELD BIJ DE HAND rjAN HEBBEN we de por- temonnaie. Ook hier weer het zelfde, het hangt er maar vanaf hoe iets wordt uitge voerd. Deze ogenschijnlijk heel normale portemonnaie heeft toch iets heel aparts. Wanneer u op de tram staat en u moet klein geld grijpen zult u evenals zovele anderen dikwijls moeite hebben de dubbeltjes, kwartjes en cen ten op te vissen tussen de guldens en rijksdaalders. Die liggen allemaal onoverzich telijk onder in uw beurs. Deze leuke portemonnaie heeft een tussenschot, waar in zich een magnetische plaat bevindt. Voordat u de beurs opent, houdt u die in geslo ten toestand even op de kop, zodat het geld naar boven komt en wanneer u de beurs nu weer rechtop houdt en opent, hangt al het kleine geld, beneden de waarde, van een gulden keurig overzich telijk vastgekleefd aan het tussenschot, waar u het nu gemakkelijk kunt „afpluk ken". ALS DERDE bevelen we de handige gereedschap-set aan voor onze „doe-het-zel- vers". Zaagje, boortje, vijltje, schroevendraaier en wat al niet meer bevinden zich heel handig in een keurig leren etui met ritssluiting, alles te zamen met een universeel handvat, waar al die dingen op passen. Een bijzonder han dig setje om steeds mee te nemen in de auto, op de scoo ter of met de brommer, je hebt dan altijd wat gereed schap bij de hand. Ook heel handig voor de huisvrouw, die dikwijls moeilijk weg weet in de gereedschapkist van manlief. Een echte „eer- ste-hulp-bij-kleine-werkjes". Geef uw ogen in deze tijd maar eens goed de kost, dan vindt u vast nog meer van die leuke ideetjes. Het kleingeld blijft bovenin deze beurs kleven omdat het hogere ijzergehalte de mun ten op het magnetisch tus senschot vasthoudt. Het handige gereedschaps étui voor uw grote zoon of zijn knutselende vader, maar ook voor een handige huis vrouw.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1964 | | pagina 17