20 eeuu/en reeds delft
de mens albast
bij tutburi|
DE LÉIDSE COUKANT
maria stuart wa
gevangene in
kasteel op de
aëbastheuvel
vijf maanden duurde hei eer men een
lampekap voor prinses elisabeih vond
Een der teerste steensoorten ter wereld is de al
bast. Mooi, zeldzaam en gezocht was deze steen
sedert de grijze oudheid. Ook heden ten dage
zijn er velen, die van albasten voorwerpen hou
den. Bij Tutbury ligt een der weinige albast
vindplaatsen, zodat het mijnbedrijf daar een
heel bijzonder bedrijf is.
DE ROMEINEN bezetten twintig eeuwen geleden En
geland niet om er albast te halen. Toch waren zij bij
zonder verheugd, dat ze er albast vonden. Onmiddellijk
begonnen zij met die tere steen te delven. Hun beeld
houwers en sierkunstenaars maakten er mooie beelden
en andere voorwerpen van, die nu nog prijken in
sommige musea en ook de mens van onze tijd in ver
rukking kunnen brengen.
Tegenwoordig, ongeveer twintig eeuwen na dat aller
eerste begin, graaft de mens op die 'Romeinse' plek
bij Tutbury in het graafschap Staffordshire nog steeds
blokken albast uit. En ook tegenwoordig verwerkt men
die steen tot tal van sier- en gebruiksvoorwerpen. De
Fauld-mijn (zo heet de albastvindplaats) is een ver
laten zoutmijn. Men ontgint er ook gipslagen, maar het
kostbaarste en gezochtste produkt van de Fauld-mijn
is en blijft de prachtige albast, die men er omzichtig
naar boven brengt in tot vijf ton wegende blokken.
Eigenlijk is het niet helemaal juist om van een mijn te
spreken. Het woord mijngang is meer op zijn plaats.
Men delft de albast namelijk in een tunnel, die reeds
een lengte heeft van enige kilometers. Ervaren albast-
delvers 'snijden' in de berg de bruin-geaderde steen in
grote blokken. Nadien verdelen zij de kubussen met
behulp van een cirkelzaag in plakken en kleine blok
ken. Het is een fantastisch gezicht, de donkere schim
van een delver bij schaarse verlichting te zien boren
en zagen. De herinnering aan griezelige jeugdverhalen
over tovergrotten komt dan boven.
In gezelschap van de directeur van de mijn konden
wij doordringen tot de plek, waar arbeiders juist een
'vers' blok gereed maakten voor de boven- en buiten
wereld. Een miniatuur-dieseltreintje rijdt de blokken
weg uit de berg. Het zijn prachtige, witte kolossen.
Toen wij diep in die mijngang waren, hadden wij het
gevoel, bij de pyramidenbouwers te zijn, die in het
oude Egypte werkten en zwoegden voor de bouw van
passende graven voor de aanzienlijken. Breekbaar als
glas is de albast (vernamen wij), maar toch is hij zeer
duurzaam. Dat dit laatste juist is, zagen wij later bij
een bezoek aan de kerk van Hanbury. Daar ligt name
lijk op een graftombe een beeld van de edelman en
ridder John de Hanbury. Dit beeld, vervaardigd uit
Tutbury-albast, was nog tamelijk gaaf, hoewel een
onbekende kunstenaar het maakte in het jaar 1305.
Vrachtauto's brengen de albastblokken over landelijke
wegen naar de fabriek in Weston. Daar begint men
met ze te verzagen tot kleinere stukken. Daarna be
ginnen de albastdraaiers de steen te bewerken. Aan
de hand van met zorg gekozen ontwerpen verwerken
zij de albast tot bruikbare en mooie dingen. Het trof
ons, dat de Engelsen de albastdraaiers „kervers" noe
men, waaruit ons bleek, dat men in Engeland dit
Nederlandse woord in min of meer gelijke betekenis
gebruikt
De albastdraaiers of 'kervers' werken als het ware in
een nevel van heel fijn, sneeuwwit albastpoeder. Of
dit schadelijk is voor hun gezondheid, vermogen wij
niet te beoordelen. Wel vernamen wij, dat de albast
draaiers zelf overtuigd zijn, dat albastpoeder gezond is
en helpt tegen borstkwaaltjes! Toen wij in de 'draaie
rij' waren, bekroop ons het gevoel, dat we beland
waren in een zware stuifsneeuwbui. Op de vloer en
op de kasten lag een dikke laag 'albastsneeuw'.
Pe bij Tutbury gevonden albast is wit of nagenoeg wit.
De fabrikant van albasten voorwerpen in Westen ver
staat echter de kunst om zijn produkten te kleuren.
Hoe dit geschiedt, is een top-fabrieksgeheim. Niemand,
die niet tot de ingewijden behoort, kreeg ooit te horen,
hoe de voorwerpen gekleurd worden. Niemand? Dat is
te zeggen: misschien was er één vrouw, die het geheim
vernam. Die vrouw was Schotlands tragische koningin
Maria Stuart.
Maria Stuart heeft namelijk enige tijd gevangen geze
ten op het kasteel van Tutbury, gelegen op de Albast
heuvel, alvorens haar nicht koningin Elizabeth I haar
liet onthoofden. Tijdens haar gevangenschap vlak bij
de albastgroeve zouden enige met deernis vervulde
albastwerkers haar geholpen en haar het 'verfgeheim'
verteld hebben. Het verhaal klonk ons, toen wij het
vernamen, wel een beetje fantastisch in de oren, maar
het had in ieder geval de bekoring, die van tal van
legenden uitstraalt.
Maria Stuart behoort nu, evenals trouwens de eerste
Romeinse albastgroeve-exploitanten, geheel tot het
verleden. De albast en de vele voorwerpen, die men
van die steen maakt, zijn echter nog steeds (men
vergeve ons het beeld!) springlevend. Boekensteunen,
lampen en lampekappen, poederdozen, sigarettendo
zen, schaaltjes, bakjes en zo meer verlaten telken jare
de fabriek in Weston met velerlei bestemming. Hoge
opdrachtgevers behoren tot de cliëntèle. Zo moest men
eens een lamp maken voor de bibliotheek van Claren
ce House, waar Elizabeth II en prins Philip woonden
vóór Elizabeths troonsbestijging. Vijf maanden hadden
de delvers nodig aleer zij een foutloos stuk albast van
voldoende grootte vonden, dat geschikt werd bevonden
voor de 'vorstelijke' lamp. En dan te bedenken, dat
men in de groeve jaarlijks 600 ton albast delft!
Tweeduizend jaar geleden begonnen de Romeinen met
de exploitatie van de albastgroeve bij Tutbury. Twin
tig eeuwen duurt de exploitatie nu reeds en nog steeds
produceert men honderden tonnen 's jaars, die men
verwerkt tot fraaie en nuttige voorwerpen. Het is dus
beslist geen wonder, dat de mensen in het albastge-
bied trots zijn op 'hun' mooie steen, die, juist omdat
hij zo teer is, voor velen een bron van schoonheid is
in dat zwaar geïndustrialiseerde deel van Engeland.
BIJ DE FOTO'S
Rechts boven: In de
kerk van Hanbury be
vindt zich een van de
oudste albasten kunst
werken. Het is het beeld
van ridder John de Han
bury. Het beeld, ver
vaardigd uit Tutbury-
albast en geplaatst op
de graftombe van deze
middeleeuwse edelman,
dateert uit 1305.
Midden: De grote
blokken albast worden
met een grote zaag in
plakken en kleine blok
ken gezaagd.
Links onder: Een mi
niatuur-dieseltreintje
rijdt de blokken albast
weg uit de mijngang van
de Fauld-mijn.
Rechts onder: Het is
'n fantastisch en spook
achtig gezicht, de don
kere schim van een del-
ver bij schaarse verlich
ting te zien boren.