In de Krantentuin
Het knutselhoekje
ZATERDAG 7 NOVEMBER 1964
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 13
„De wijde blik?'
Vervolgverhaal
„De wijde blik", deze woorden
-vinden we geschilderd op de voor
gevel van een mooi landhuis, gelegen
tussen Bussum en Hilversum. Het is
gebouwd op een heuveltje en aan
alle kanten omringd door een flinke
tuin. Die tuin is eigenlijk de voort
zetting van een groot dennebos, dat
er vlak naast gelegen is. Van een
mooi aangelegde tuin is dan alleen
sprake van het gedeelte vlak om 't
huis, de rest heeft men in die na
tuurlijke staat gelaten, een ideale
speelplaats voor kinderen en die zijn
er in huize: „De wijde blik".
Niet altijd heeft het huis die naam
gehad, o, nee, de oorspronkelijke
naam, was zelfs niet meer te lezen,
zo verveloos en begroeid met klim
op zag het huis er uit toen de heer
Diekema, een halve eeuw geleden,
dit huis voor zijn gezin kocht.
Nu eerst even kennismaken met
de familie Diekema.
Mijnheer Diekema, een geoloog,
had jaren met zijn gezin rondge
zworven over de wereld. Steeds werd
hij uitgezonden om onderzoekingen
te doen in de meest afgelegen stre
ken naar ertsen, gassen, olie en hele
of halve edelstenen. De vier kinderen
die ze hadden, spraken dan ook een
brabbeltje van vele talen en dialek-
ten door hun omgang met het huis
houdelijk personeel en 't was maar
goed dat moeder de kinderen, toen
ze wat groter waren, zelf les gaf in
l/ezen, schrijven en rekenen in hun
moedertaal, het Nederlands. Gespro
ken werd er in het gezin Diekema
veelal in het Engels.
Uiteindelijk was het geen gemak
kelijk leven voor het gezin. Behalve
die korte verlofperioden in Holland,
was het steeds een reizen en trek
ken geweest van Tunis naar Nieuw;
Guinea, van Spanje naar- midden-
Frankrijk, van Bolivia naar Chili
in Zuid-Amerika. Tenslotte raakte
mevrouw Diekema oververmoeid, ze
werd ziekelijk en haar man vroeg
overplaatsing naar Nederland, voor
goed.
Ze zochten naar een huis in een
bosrijke omgeving en toch dicht bij
een stgd met het oog op de scholen
voor de kinderen en vonden nu dit
landhuis als geknipt voor hen. Een
legertje van werklieden zorgde -er
voor dat huis in die kortst moge
lijke tijd bewoonbaar werd.
Voorlopig zochten ze onderdak in
een pension vlak in de buurt, zodat
de heer Diekema zelf toezicht kon
houden op de vorderingen. Verbouwd
werd er niet veel. 't Was een ide
ale verdeling van kamers. Op het
huis stond een vierkante toren, waar
in een kamer met naar alle kanten
een prachtig uitzicht over bos en hei.
Over die kamer was al gekibbeld
door de kinderen. Marjan, de oudste,
pas geslaagd als kleuteronderwijze-
res, wilde de kamer hebben als een
gezellig „hok" voor haar knutsel
werkjes, Bernise, 17 jaar, laatste jaar
op de M.M.S. keek ook al verlan
gend uit, Tilly, laatste jaar ULO
droomde al van fuifjes met kennis
jes en ten laatste Joep, negen jaar,
die alles met onverschilligheid aan
hoorde, want hij had allang zijn zin
nen gezet op de grote ruime zolder,
waar hij z'n elektrische treinspullen
kon uitleggen, waar hij z'n tent kon
uitzetten -en met z'n vriendjes kon
spelen.
Papa maakte echter een eind aan
al die dromerijen door te zeggen:
„Dat is nu juist 'n geschikt hok voor
mij om als atelier in te richten, daar
kan ik schilderen, tekenen' en klad
den zoveel ik wil. Daar heeft niemand
last van mij". Vader wou haast zeg
gen van „ons", want Joep. schilderde
ook graag, vader zag in hem een op
komend talent. Hij zou een hoekje
voor Joep afstaan waar hij naar har
telust kon oefenen.
Ziezo, nu weten jullie al iets van
het gezin Diekema, maar nu moet
ik er toch nog even bij vertellen, dat
die drie meisjes de laatste dirie jaren
in Holland gebleven waren, om te
studeren, terwijl de ouders met Joep
in Zuid-Amerika waren.
Op een van de rondgangen door
het huis, werd de heer Diekema
weer getroffen door het wijde uit
zicht over de omgeving en gelijk gaf
hij de schilder de opdracht om met
duidelijke letters: „De wijde blik"
op de gevel te schilderen.
Het inrichten van het huis, de
aankoop van meubelen enz. enz.
kostte ook heel wat zorg van de zwak
ke mevrouw Diekema, maar Marjan,
alis oudste dochter en Bernise met
haar goede smaak, waren haar trou
we hulpen.
Eindelijk was het dan zo ver. Het
gezin trok er in. Voor hulp in de
huishouding kwam Hanna, een flinke
boerendochter uit de omgeving.
„Nou dat is wel een feestje waard"
zei mijnheer Diekema toen de ver
huizers en werklieden weg waren
en hij met z'n vrouw nog eens door
de prachtig opgeknapte kamers en
gangen liep. De zon scheen door de
hoge vensters.
„Ja, 't is haast te mooi oip waar te
zijn", lachte ze blij. En nog mooier
werd het, toen Tilly zich aan de pia
no zette en een fijne wals van Strauss
speelde, die door het hele huis klonk.
(Wordt vervolgd)
CORRESPONDENTIE
Ria Jans Leiden.
Leuk voor je dat je het boek ge
wonnen hebt. Nu kan je het 'huis
nog eens rustig doorlezen. Groetjes
aan de juffrouw en de hele klas.
Nu komen weer de verhaaltjes van
de kinderen aan de beurt en dan
komt eerst.
Er was eens een moeder die op een
keer zin had in pannekoekenbak-
ken. Ze had geen meel in huis en
daarom ging ze naar de winkel om
meel te kopen. Toen moeder weg
was kwam er een leuk hertje langs,
dat in het huisje keek. HM had ook
wel zin in pannekoeken. Ik zag het
hertje staan en gaf het wat brood.
Toen moeder thuis kwam riep ze:
„Wat is dat in mijn huisje"? „Ga
gauw weg, want ik moet pannekoe
ken bakken".
„Hé mevrouw mag ik mee eten?"
vroeg ik, „en mag het hertje ook
mee eten?"
„Nou vooruit dan maar. Het is
goed".
Moeder bakte lekkere pannekoe
ken en wij mochten mee eten. Dat
vonden we wel leuk en toen we ge
geten hadden gingen we weer weg.
„Dag mevrouw, vriendelijk be
dankt", zei ik en het hertje wuifde
met zijn kop.
Onderweg kwam ik een haas te
gen en die had een leuk hoedje op.
„Ik zou wel een gebakje willen
eten", zei de haas.
„Dat is goed", zei ik en kocht een
lekker gebakje voor de haas. De
haas was blij en ging weer naar
huis.
Verder kwam ik een leuke kikker
tegen.
„Ik wou zo graag in een padde
stoel wonen", zei de kikker. Ik zocht
een mooie paddestoel uit, maakte er
een deurtje in en ook een paar ra
men en dé kikker ging in die padde
stoel wonen.
Ik ging nu ook weer naar huis.
Wat was dat allemaal leuk.
Het was mooi weer.
„Kom we gaan naar oom Piet,
naar de boerderij" zei moeder.
„Ha, wat fijn!" riep Anneke.
„Dan ga ik de kippen voeren",
zei Joost van dertien jaar.
„Nee ^dat mag ik", zei Carla.
„Nee ik!" zei Joost weer. „Of ik
vraag aan oom Piet of ik mee mag
de koeien melken".
„En ik vraag aan tante Riet of
ik in de hooiberg mag spelen".
Moeder zei maar op alles: „Dat is
goed".
Pa zette de fietsen klaar en we
stapten op. Na een hele tijd fietsen
riep pa: „Ho, we zijn er".
We gingen van de fiets.
Tante Riet stond net buiten te kij
ken en wou naar binnen gaan.
„Tante Riet? tante Riet!" riep va
der.
„Wie roept mij- daar?" dacht tan
te Riet en ze draaide zich om.
Wat stond ze verbaasd te kijken,
want we komen er maar een enkele
keer.
„Kom binnen!, kom binnen!" riep
ze lachend. „Kom ga zitten dan krijg
je een lekker kop thee".
Maar de kinderen vroegen: „Tante
mogen we in de hooiberg spelen?"
„Ja hoor, dat mag".
En Joost mocht de kippen eten
geven en zo mocht ieder wat. Het
werd een gezellige leuke middag.
Joke Verhoogt, Leiden heeft een
versje dat ze heel erg leuk vindt, zo
maar uit 't hoofd opgeschreven. Dat
mag ook wel al heeft ze het niet
zelf gemaakt.
DUN IS JAN
Dun is Jan
Waar komt dat van?
Hij eet geen spek
Hij eet geen worst
Hij drinkt geen melk
Hij drinkt geen thee,
Daar komt dat van.
DIK IS JAN
Waar komt dat van?
Hij eet zijn spek.
Hij eet zijn worst
Hij drinkt zijn melk uit
Hij drinkt zijn thee uit
Daar komt dat van
Maar hoe komt hij daaraan?
Wie geeft dat eten aan Jan?
Dat is moeder, die zorgt daar voor
Zij is de hele dag aan het werk.
Als moedor niet de hele dag werkte
Hat' Jan geen eten gehad.
Joop Verleg, Leiden.
Onze Joop geeft z'n ogen goed de
kost, wanneer hij op straat is. Daar
om heeft hij voor ons dit verhaaltje
geschreven.
DE VERKEERSFOUTEN WEG
Nu zal u denken: „Wat is een ver-
keersfouten weg"?
Dat zal ik u vertellen.
Weet u welke weg dat is? Dat is
de Burggravenlaan in Leiden. Elke
dag rijd ik er overheen met mijn
vader. Op een dag hebben wij 15
verkeersfouten gezien. Ik zal er een
paar opnoemen. Een kind rijdt op de
fiets en steekt geen hand uit bij de
hoek van de straat. Een auto steekt
bij 't draaien geen knipperlicht uit.
Er zijn er nog veel meer. De politie
zal daar wel opkijken. Elke dag ziet
de politie er wel veertien. Soms wel
vijftien, wat ik al gezegd heb. De
Burgravenlaan is ook zó stom
Ook de Sitterlaan zit vol verkeers
fouten. Zo verdient de politie een
hoop geld per minuut zulke stra
ten.
Zeg Joop, jij zal vast de eerste
keer slagen voor je rijbewijs, wan
neer je nu al zo goed oplet (Tante
Jo).
Eveline Reintjes, Leiden vertelt
ons een sprookje.
KABOUTER PIMPELPAARS
Kabouter Pimpelpaars was een
vlug ventje. Hij had een leuk huis
je met een rood dak en op dat dak
zaten allemaal witte stippeltjes.
Op een dag moest kabouter Pim
pelpaars bij de kabouterkoning ko
men.
Je mag voortaan in mijn leger
komen als soldaat", zei de koning
heel vriendelijk tegen hem.
En zo werd kabouter Pimpelpaars
soldaat in het grote leger van de ko
ning.
Op een dag riep de koning het
hele leger bij zich. Ze moesten op
jacht gaan naar de boze heks, die
heel veel kabouters betoverde.
Het leger ging op zoek, maar 's
avonds kwam er maar één kabouter
terug en dat was kabouter Pimpel
paars. De heks had ze allemaal be
toverd. Nu moest Pimpelpaars alleen
op ètap. De koning had gezegd: „wie
de heks gevangen neemt, mag met
mijn dochter trouwen".
Nu wist kabouter Pimpelpaars dat
de heks een toverring bezat en die
móest hij haar afnemen. Hij-trof de
heks juist in haar middagdutje aan.
De kabouter nam haar heel voor
zichtig de ring af en gooide die in
'n OUDERWETSE „KEERPOP"
(Dubbelpop met 2 gezichten)
De pop op de tekening is gemaakt
uit vilt, uit stofresten voor de kleer
tjes, uit watten en 6 pijpreinigers.
Fig. 6 laat zien, hoe de pop in elkaar
ziet. Ze heeft 2 hoofden en 2 paar
armen.
Voor de hoofden knipt men 4 cir
kels (rondjes) uit met 'n stukje hals
(fig. 1). Dat kun je doen langs de
omtrek van een glas met een mid
dellijn van 6 cm. 't Stukje hals is 1 cm
lang. Voor elk paar armen knip-je
een vierhoek uit 14 cm lang en 7 cm
breed (fig. 2). Naai 2 rondjes vlak
a^n de kant met kleine rijgsteken
aan elkaar. Maar voor je helemaal
rond bent, schuif je nog een dubbel
gevouwen en gevlochten pijpreiniger
in de kop van de pop. Vul hem alvo
rens hem te sluiten op met watten en
naai 't opengelaten deel onder de
kin dicht. (Fig. 3). Leg nu het arm-
deel in de lengte dubbel. Maak ver-
het vuur. Nu kon de heks niet meer
toveren. Op 't zelfde ogenblik kwa
men de soldaten te voorschijn.
Toen de koning dit alles hoorde,
mocht Pimpelpaars met zijn doch
ter trouwen en ze leefden nog lang
en gelukkig.
Chris Deckers, Leiden.
Maar Chris je wat jammer, dat je
niet meer over de kermis wist te
vertellen, 't Was toch allemaal zo
mooi.
OP DE KERMIS
Op de kermis staan veel tenten en
als je een tent binnengaat zie je al
lerlei leuke dingen. Als je in een
vliegtuigje bent geweest en je bent
er weer uit, dan voel je je helemaal
duizelig. Met vader, moeder en mijn
broertjes zijn we in de draaimolen
geweest en later nog in de bots
autootjes. Toen we naar huis gingen
moesten we heel goed uitkijken, zo
druk was het op straat en toen we
thuis waren, waren we heel moe
Jeroen de Rijk, Leiden
JAN EN PIET GAAN VLIEGEREN
Jan en Piet hadden afgesproken,
dat ze vanmiddag zouden gaan vlie
geren. Piet ging Jan ophalen. Ze
zouden een wedstrijd gaan doen.
Al gauw ging de vlieger van Piet
veel hoger dan die van Jan en o,
toen brak opeens het touw van Jan,
toen was hij dus zijn vlieger kwijt.
Piet moest lachen want nu had hij
gewonnen. Piet kreeg van Jan z'n
vader een kwartje en Jan als troost
prijs een dubbeltje. Ze gingen er
gauw wat voor kopen. Piet kocht
een ijsje van een dubbeltje, een rol
letje drop van een dubbeltje en een
zakje salmiak voor 5 cent. Jan kocht
een pakje kauwgom en een zakje
salmiak.
Maar van Piet z'n vader kregen
ze ook wat. Piet kreeg 15 cent en
Jan ook 15 c t. Ze konden niet meer
vliegeren en toen gingen ze bij Piet
spelen met z'n sneltrein. Hij had heel
veel rails met bergen en tunnels, der
tig karretje! en wel 20 wissels.
Voor vandaag is het weer genoeg.
We gaan de volgende week verder.
Wie denkt er alvast eens over een
Sint Nicolaas- of Kerstverhaaltje? Je
kunt er een mooi boek mee winnen.
Dag allemaal
TANTE JO EN OOM TOON
volgens in 't midden van de vouw
een inkeping (zoals in fig. 2). Keer
de vouw nu naar onder en steek de
pijpreiniger waar de poppekop op
steekt, door dat gaatje. Naai de bo
venzijden der armen aan elkaar,
Steek 2 samengevlochten pijpreini
gers in de armen en vul ook deze op
met watten (fig. 4). Knip nu 2 hand
jes (fig. 8) en rimpel de pols en naai
de handjes van onderen vast (fig.
5)
De andere poppenhelft wordt even
zo behandeld. Bind de beide helften
met 'n smalle band aan elkaar, waar
aan dan de pop kan worden opgehan
gen. 't Stuk pijpreiniger van 't ene
kopje wordt dan in 't andere gescho
ven en omgekeerd ook (nu heb je fig.
6). Gezicht en haar worden uit vilt
geknipt en dan aangelijmd. Mond,
neus en haar zijn aan beiden kopjes
't zelfde. Alleen teken je bij 't droe
vige gezicht de mondhoeken naar be
neden, terwijl het vrolijke gezicht
twee kleine blauwe rondjes als ogen
krijgt én twee halve maantjes als
wenkbrauwen. Het treurige gezicht
daarentegen krijgt 2 halve maantjes
als in fig. 7. Voor kraagjes neem je
stukjes gerimpeld wit goed of papier,
die aan de hals vastgenaaid worden
He1: model rokje is aan de ene kant
effen blauw en aan de andere zijde
rood-wit gestreept. Maar je kunt hier
bij ook eigen smaak volgen.
Voor elke rok knip je een vierhoe
kige lap van 15 bij 50 cm. Naai de 2
korte zijden rechts tegen rechts aan
een. Keer de rechterkant naar bui
ten. Leg dan boven en onder 1 cm
naar links om. De beide rokjes wor
den eender behandeld. Boven naai je
een gekringelde draad precies door
de vouw. Bind de ene rok vast onder
de armen van de „vrolijke helft",
draai dan de pop om, zodat de linker
kant van haar rok de rok van de
„droevige helft" wordt. Trek de an
dere rok met de rechterkant naar
buiten er over heen. Naai nu de bei
de rokken onder met kleine rijg
steken vlak aan de rand aaneen.
Bind vervolgens een driehoekig
doekje om elk hoofdje en naai de
einden met een paar steken vast.
Indien je al te groot bent om ermee te
spelen, kun jé de pop ook gebruiken
als humeurbarometer. Wil je met
rust gelaten worden, dan hang je een
voudig de pop met 't nare gezicht
voor je deur. Is je hv.meur weer op
gewekt, dan keer je de pop om en 't
hele gezii' weet, waaraan 't toe is.
'N WONDERLIJKE TEKENING
Kijk eens naar het vierkant, dat
over de cirkels getekend is. Zou je
niet zeggen, dat de zijden licht naar
binnen gebogen zijn? En toch lijkt
het allleen maar zo, de schijn be
driegt hier. Leg er maar eens 'n li
niaal langs en je zult zien, dat alle
zijden volkomen recht zijn.
MIJNHEER „SPORTMANIAK"
Heeft niet anders in zijn hoofd dan
sport. Dat gaat ten laatste zo ver bij
hem, dat hij alles door elkaar gooit
Hebben jullie door, welke sportsoor-
ten hij op elke tekening verwisselt?
Bonn stelt voor
aan EEG-landen:
samenwerking bij
politiek, onderwijs
en verdediging
De Westduitse voorstellen om het
streven naar Europese eenheid nieuw
leven in te blazen zijn vandaag in
Bonn bekend gemaakt en gisteren
aan de andere EEG-partners toege
zonden
De Duitse voorstellen zijn geïnspi
reerd door het tweede plan-Fouchet,
door aanbevelingen van de Belgische
minister van buitenlandse zaken,
Paul Henri Spaak, en door de reso
luties van het Europese parlemeijt.
Voorgesteld wordt een samenwer
king op het gebied van de buiten
landse politiek, bij de verdediging en
op onderwijsgebied. Voorts wordt ge
pleit voor ontmoetingen tussen de
regeringsleiders van de „zes" en voor
de instelling van een secretariaat, dat
een bovennationaal karakter heeft.
Op economisch terrein wenst de
Westduitse regering versnelde ophef
fing van de tariefmuren binnen de
gemeenschap.
In een communiqué zegt de West
duitse regering het als een van de
grote taken van deze tijd te zien de
eenwording van Europa voortgang
te doen vinden.
Een vervolgverhaal van Suske en Wiske
DE GEVANGENE IN DE
ENGELENBURCHT
19 Voordat Benvenuto Cellini
vluchtte, bad hij God om hulp. Daar
na begon hij de dingen te ordenen,
die hij daarbij nodig zou hebben. Hij
werkte de hele nacht door en toen
er nog slechts twee uur voor die och
tend moesten verstrijken, had hij de
scharnieren van de deuren los gekre
gen. Maar het slot veroorzaakte hem
nog veel kopbrekens; hij moest n.L
een stuk uit het houten paneel snij
den om de deur te kunnen openen.
Nu greep hij naar de stroken bedde-
laken. Ze waren om '2 houten blok
ken gewikkeld. Hij bracht ze naar de
privaten van de burcht. Hier had
Cellini tevoren al enkele stenen los
gemaakt en kon hij zich nu snel naar
buiten werken.
20 Cellini had witte kousen, een
witte kiel en halfhoge witte laar
zen aan getrokken. In één dezer stak
hij zyn dolk. Aan 't eind van zijn
koord maakte hij een strik, dat hij
om een ^naar buiten stekende steen
bevestigde.
Heel langzaam klom Ipj nu langs 't
koord naar beneden. Hoewel de
maan niet scheen, was 't toch tame
lijk helder. Toen hij behouden grond
onder de voeten had, keek hij nog
eens omhoog naar de nu overwon
nen muur. Hij voelde zich reeds, als
of hij vrij was. Maar ach, hij moest
eerst nog meer overwinnen!
(Wordt vervolgd)