In de Krantentuin
Het knutselhoekje
ZATERDAG 31 OKTOBER 1964
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 13
Henny Vermond vertelt:
NAAR DE KERMIS
INDIANEN-TOLLEN
i SLIMME RECHERCHEUR
Gerustgesteld verwijderde Luwack
zich een eindje van het huis en stond
dan weer stil, kijkend en luisterend.
Opeens bracht hij zijn hoofd wat
naar voren, 't Leek hem of er iets
bewoog aan de bosrand. Scherp tu
rend meende hij een donkerder vlek
tussen de schaduwen van de bomen
te ontdekken. De revolver tot schie
ten gereed, liep hij met vlugge, lange
passen op.de bosrand toe. Doch daar
aangekomen bemerkte hij, dat zijn
ogen hem bedrogen hadden. Even
stond hij nog stil om vervolgens tus
sen de bomen te verdwijnen, geluid
loos sluipend als een roofdier.
Toen hij een paar honderd meter
het bos was binnengedrongen, veran
derde hij loodrecht van richting van
de landweg af. Tevens verhaaste hij
zijn tred, maar bleef niettemin be
hoedzaam. Af en toe evenwel bleef
h|j stilstaan, wanneer hij meende een
ongewoon geluid te horen. Eenmaal
zelfs keerde hij wel 25 of 30 passen
op zijn schreden terug om te onder
zoeken of er echt geen onraad was.
Als hij dan weer gerustgesteld was,
zette hij zijn weg met nog meer haast
weer voort, om zijn oponthoud weer
in te halen. Het terrein werd iets heu
velachtig en minder boomrijk, daar
om zette hij het op een lopen om er
vlugger doorheen te komen.
Na enkele minuten evenwel hield
hij plotseling stil, heel onrustig en
gejaagd naar alle richtingen rond en
zwenkte toen ineens naar zijn oor
spronkelijke richting stak snel een
heuvel over en hield toen stil aan de
voet van een dikke beuk. De losse
takken, die er lagen, trok hij snel
opzij, liet zich toen op de knieën val
len, legde zijn revolver opzij en be
gon met een dolkmes de grond los te
woelen. Nadat die voldoende zacht
was geworden, begon hij de aarde
met z'n handen opzij te graven steeds
sneller in eerf koortsachtig tempo.
Plots boog hij zich met een nauw
onderdrukte vreugdekreet diep voor
over, greep iets vast en bracht het
met een geweldige ruk naar boven.
Moeizaam richtte hij zich op met zijn
schat en bekeek hem enige ogenblik
ken om zich te overtuigen, of hij nog
wel kompleet was. Uit zijn aandach
tige beschouwing werd hij evenwel
opgeschrikt door een hevig gekraak
van takken. Een j'rote steen was van
de helling van de heuvel komen rol
len en terecht gekomen in de takken,
die hij zojuist opzij had getrokken.
Hij was zo ontsteld, dat hij zelfs ver
gat zijn revolver te grijnen, die nog
in het mulle zand lag. Maar hij ver
gat toch niet het gevondene stevig
vast te houden.
Zich omwendend om te zien, wat
de oorzaak kon zijn van 't in bewe
ging komen van die kei, stond hij in
eens als aan de grond genageld. In
't helderder geworden maanlicht zag
hij zich vis a vis (met de gezichten
naar elkaar toe) geplaatst tegenover
de man die de geboeide gevangene
van de rechercheur was geweest. Hij
droeg nu evenwel geen hand- en
beenboeien meer.
Ook droeg hij nu geen hoed en de
blauwe plek op zijn linkerwang als
mede het lange litteken over zijn
kaak waren weggeveegd, In zijn rech
terhand hield hij 'n revolvér en in
zijn linker een sterke zaklantaarn,
waarmee hij de onthutste Luwack'in
'n fel licht zette. Hij deed 'n paar
stappen vooruit en schonte de revol
ver, die nog steeds op de grond lag,
ver buiten het bereik van zijn eige
naar'.
„Zo vriend, heeft het verhaal van
de rechercheur je eindelijk aan het
graven gebracht!" 't Heeft anders vrij
lang geduurd, voordat mijn collega
me van mijn boeien kwam bevrijden.
Je had hem zeker een verdovend mid
del in de koffie gedaan".
„Ja", grijnsde Luwack, „maar 't
was alleen maar een slaapmiddeltje".
„Hij had anders lekker door, dat
je broer een medeplichtige had".
Terwijl de „oud-gevangene" dit zei
bukte hij zich snel en plantte de zak-
lantaaarn op 't zandheuveltje, dat de
„schatgraver" zelf had opgeworpen
en wel zo, dat deze in 't volle licht
bleef. Bliksemvlug deed hij vervol
gens een stap vooruit en voordat Lu
wack tot enige reactie zou komen,
klikten de handboeien om zijn polsen
Ik ben met mijn zusje naar de ker
mis geweest. We hebben in de draai
molen gezeten en in de botsautootjes.
Een heel klein meisje was bang, maar A1 T j
ik niet. We zijn ook in het spookhuis +g' i, u 2-
geweest, dat was wel griezelig. En ik JïïHü wor- fglSne£ ft,, Xfffï
heb ook nog wat gewonnen bij het ,f .n smjw® knutselen ook
touwtje trekken. Ik had een motor- speelt,uig voor hun kinderen, poppen
tje. Mijn vader, die met mijn kleine vo°t de ™eisJes' Pj*1 ?n boog voor de
zusje ging heeft een grote pop ge- Jongens. Maar sinds honderden jaren
wonnen en mijn zusje een boekje feeds snijden ze ook tollen, die be-
met een potloodje. Mjjn andere klei- ïangnjk k"nstlfer. fan die wij
ne zusje van 2 jaar won een paar 111 de speelgoedwinkels kopen. Hier
•tjes.
poppetjes. z*en ïuRie 'n drietal modellen, die in
julie op school soms een plakboek, ,M'n moeder kon niet naar de ker- d!nsH||U™VïnSik^VIim^fn
- - mis, ze had iets aan haar been. We otaten van AmeriKaj te zien zijn
Daarna pakte de „rechercheur-ge
vangene" bijna dankbaar de gestolen dan mag het misschien daar wel in. j1115' Ze hud ,ieitó fafï. ^aar been' We en "eTmaakr'V^^^lsamanDelhout
postzak uit de geboeide, slapneer- En dan zo'n beetje versierd met ge- kwamen heel laat thuis, maar moe- (een soort geurie hout) ook wel won-
hangende handen met de woorden: droogde herfstblaadjes. Dat zou wel der vond het met erg. Ik had nog wat
„Je begrijpt nu vanzelf wel, dat je leuk zijn.
mijn arrestant bent en dat we
saampjes gezellig eerst naar je huis
en daarna met z'n drietjes naar 't po
litiebureau stappen.
(Slot)
Maar nu komt eerst Ida Bouckaert
aan de beurt met:
voor haar gekocht en daar was ze
erg blij mee.
KABOUTER PIET
Henny Lagerberg:
UIT LOGEREN
Uitslag van het kruiswoordraadsel
derappelhout genaamd.
We geven hierbij de maten aan, als
jullie soms deze Indianenkunst willen
namaken. Met de vlakke, brede tol
is 't makkelijker tollen dan met de
hoge, slanke. Je kunt daarvoor alle
houtsoorten gebruiken, die niet te
hard zijh, dus gemakkelijk snijden.
De Indianen jongens gebruiken by
't spel een zweepje van leer met een
E
E
N
F
L
U
I
T
M
A
A
N
D
A
G
E
U
N
S
T
O
E
V
O
E
T
B
A
L
B
R
M
O
E
E
I
R
Deze keer heeft Tiny Hijman, Noord
einde 95, Aarlanderveen het boek
gewonnen.
Vonden jullie dat kruiswoordraad
sel zo moeilijk? Ik heb maar heel
weinig oplossingen ontvangen.
Kabouter Piet was een kabouter lo^en" Da"t^"he^'leukTante
zonder baard, maar geen enkele ka- Nf, '7 v k'
£amaakb£ddat' h'j veel zwemmen. Maar het'meest gin- handvat (greep)""van 'n dik stukje
was kabouter Piet zijn
'die™ taesVchtbTje°h Td
dere kabouters altijd plaagde. Daar Jf.hotfde niet eens een geweven.
baard" stePaenn|nkhb?Uk%ereen0boos naar do duinen. maar dat was™™^ BEELDSCHRIFT de ogen en harten van de hoofdstam
Dlan ffii dacht" Straks lis dfe halld v«rd®r- gingen we met de auto, Fl«- b- 0veral ter wereld hebben uit van de „Kraanvogel" zijn
fe drogen haliét' neem Ik de Sd wel met 12 mensen in de auto, we d« mensen zich bediend van beeld- lijnen getrokken naar de harten en
en leg er een b'rirfie ™nr in de zaten dan b»*1- Maar we kwamen schrift, voordat 't letterschrift in ge- ogen der andere stammen. Dat bete
rtaats Terwijl nu kabouter Pie? een er 40011 hoor- 0ok ban ik aen keor br£lk k^am' u kent' dat zij het met elkaar eens ziJn'
tukie lag te doen schreef hil een hl> Hanna geweest. Om 9 uur °P tekening b zien jullie, hoe en- Eén streep wijst naar achteren op
briefie- Beste Ret als ik honderd moesten we naar bed, Quirinia, NeF kele Noord-Ame rikaanse Indianen- een paar kleine vlekken. Dat moet
- s 111 nonaero lie, Riekje en ik. We gingen dan niet stammen een brief schrevenaan_ het betekenen, dat de stammen vragen
terug. Vele groeten van" Pie
tepeut".
Toen Piet wakker werd en het
Hulden van io krii'i dan kriie iÏÏie he> RiekJe en ik- We gingen dan niet stammen een onet scnreven aan het betekenen, dat de starr
baard terun Vele" eroeten van Pie gelijk slapen hoor. Eerst pret maken. Congres (parlement) van de USA. in de meren te mogen vissen. Een
terug- vele 8roeten van ^ie* De 7 stammen herkent men aan de laatste lijn wijst naar voren op het
EVEN LACHEN
briefje las, kreeg hij tranen in zijn" De yorige week was ik in de studio
Onderdehand ging de boze kabou- ï?n de Wereldomroep in Hilversum,
ter een nieuw pak, een taart en nog ,waIan de familieleden bijeen
een vaas bestellen. va". do bemanning van heel groot
schip, dat zich in volle zee aan de
zuidïcust van Afrika bevond. Deze
mensen mochten ieder een brief voor
dieren of mensen, waarnaar ze ge- congres waaraan het verzoek is ge
noemd zijn: vis, beer, vogel enz. Van richt.
Kabouter Piet zat verdrietig zon-
euug oplossingen omvangen der baard te kijken in d t y
Deze keer iets heel gemakkelijks, Dadd(!Stoel Daar hoorde hii oneen.'
daar kunnen de kleintjes ook aan bons-bons.' Daar kwam de tovenaar gericht aan de familieleden op
mee doen. aan y, k piet achter de die boot. Via de radio van de wereld-
destoel, maar de tovenaar had hem omroep werden die brieven uitge-
NIEUWE OPGAAF
Zoek eens tien woorden waarvan
zijn b.v. roer, lepel, rakker enz,
Kunnen de grote kinderen er twin
tig vinden, des te beter, dan verloot
ik twee boeken.
Wie komt er nog eens met een aar
dig verhaaltje? Heel veel kinderen
hebben er al één of meer in hun plak-
k geplakt.
zonden. De bemanning van het be
doelde schip zit dan vol spanning te
luisteren.
Teddy Scholten hield één voor één
ook
was
al gezien.
„Ha kaboutertje ik zoek je net.
ooTCtA Kom maar eens hier klein ventje. Wil
de eerste en laatste letter hetzelfde je bij mij een knjiden Juit de
pan halen, want ik kan het niet met m10r°f°°n voor. Toen was er
mijn vinger doen". een jongen aan boord. Z'n vader
„Dat is best", zei Piet. Hij durfde machinist op die boot.
geen nee te zeggen. Toen hij er
twaalf kruiden uit had gehaald, zei
de tovenaar:
„Nu mag je een wens doen" w -
i~ -• m wat denk je dat hij wenste? Je °P school erg goed".
Oplossingen insturen aan: Tante Jo raadt hef a] een nieuwe baard. En Opeens begint die jongen hard te
fj ,®onJ ^on* Krantentuin, Leidse de rest weet je ook al De boZe ka_ lachen en Teddy Scholte vroeg:
Courant, Papengracht, Leiden. bouter kreeg z'n straf en moest in de „Waarom lach je Wim?"
Goede oplossingen kwamen nog cel Nu kon hjj geen kabouter meer „Omdat het op school helemaal niet
nn plagen en het was feest. Later werd goed gaat".
Iedereen schoot in de lach, want de
De jongen begon: „Papa hoe maak
je het? Onze hond heeft de vorige
week twee jonge hondjes gekregen.
M'n goudvis is doodgegaan. Ik maak
ER ZIJN ER NAUWELIJKS NOG
MAAR 200 OVER
binnen van: Ank Buters, Warmond,
EHie v. Zoest, BodeSrave„, Paula en ^eTioninsTenie ilboutevs
Marian Buters, Warmond, Nellie van KOnmg van ae Kabouters,
Zoest, Bodegraven.
Correspondentie
Lieve, lieve kinderen!
Nu heb ik gezien dat de kinderen
van de derde klas van de Antonius-
school niet alleen verhaaltjes en ge-
microfoon vertelde ook dit laatste
aan z'n vader.
Dag kinders, volgende week weer
verder. Nu in de herfstvakantie is er
wel tijd voor een verhaaltje. Je moet
Toen Wim om twaalf uur uit school nu toch binnen blijven.
„o~ 1-ii_ =---' Tante J0 en oom Toon
Nu Jan Menken met:
NAAR ZEE
dichtjes kunnen maken, maar ook len".
kwam, kwam zijn vriendje Bert al
aanhollen:
„Hé Wim, heb je zin om vanmiddag
mee naar zee te gaan?"
„Nou, wat graag. Hoe laat?"
„Om twee uur".
„Ja dat kan. Kom je me dan ha-
heeft een katholiek priester uit Ke
nia een plan uitgewerkt, dat elk lid
van de stam per maand ongeveer 10
kg. levensmiddelen verzekert. Als
dit plan doorgevoerd kan worden,
kunnen de El-Molos gered worden,
maar het transport van het voedsel
naar het woeste, afgelegen woonoord
is buitengewoon moeilijk.
Aan het Rudolfmeer, waar de zon
boven de equator het Oost-Afrikaan
se gebied met zo felle hitte teistert,
dat geen planten er kunnen gedijen,
Ter bevordering van het onderlinge deJ^at!ta .ïïfliï'SSïï-SÏ
KOUDFKERK a. d. RIJN
JAN STRIJBOS
BIJ BEJAARDEN
Ja. maar nu moet ik gauw naar contact organiseerde de afdeling
huis. „Dag! Koudekerk aan den Rijn - Hazers-
"£iTa l3?; nep Wl1? teru£- woude (Rijndijk) in het Verenigings-
„Wim holde naar huis. „Even nog gebouw een theemiddag voor be-
£te^e door en dan ben *k er"> jaarden en zij had hiermede een
dacht hij. goede greep gedaan, want als spre-
„Moeder, mag ik vanmiddag om ker was uitgenodigd de heer Jan voec* Z1J^ ,en„,lpe'I3 beemt aan, dat de
twee uur met Bert en zijn moeder Strijbos, uit Heemstede. Dat deze stam uitsterft, als er niet geholpen
naar tap?" j.ixiWordt.
De El-Molos weigeren van hun
stam. Hij zoekt zijn voedsel in het
meer. De mannen vangen de vis mei
'n soort harpoen of in ondiep water
met netten. Een onderzoek heeft uit
gewezen, dat alle El-Molos onder-
hartelijke briefjes schrijven en dan
weer zo netjes.
Ik ben gelukkig alweer aan 't be
ter worden en als jullie Weesgegroet
jes verhoord worden, loop ik volgen
de week weer touwtje te springen.
Daarbij komen dan nog al die groe
ten en kusjes van al die kinderen.
Dank jullie wel, allemaal. En nu naar zee?" geste van de organisatoren op hoge
ga ik iets in 't oor van juffrouw De „Ja, dat is goed". pry8 werd gesteld, bewees de grote .-
Leeuw fluisteren: „Ik zou best wel Onder het eten zat Wim al op de opkomst, die duidelijk aantoonde, kust en hun primitieve hutten, die velend en die er vroeger woonden,
eens bij jullie in de klas willen ko- klok te kijken, dat het onderwerp hen trok. De pre- ze van Palmbladeren en drijfhout scholden altijd als ik oefende en dan
men". „Hé moeder, 't is al kwart voor sidente van de vereniging, mevrouw D°uweit7 weg te trekken. Daarom mocht ik ophouden met vioolspelen.
Zou dat kunnen? twee, ik ga me klaar maken. Waar Van der BiJl-de Bruün, heette de
Dag lieve kinderen! Ik heb van- is m'n zwembroek?" aanwezigen welkom, in het bijzon-
daag een fijne dag gehad met al die „In de kast op de onderste plank", der de heer Strijbos, waarna zij deze
Fig. d. De nieuwe buren zijn ver
briefjes van jullie.
En nu vanmorgen met de post, die
dikke bundel tekeningen. „Fantas
tisch! Ik zou echt niet weten welke
de mooiste is. Ik ga ze stuk voor stuk
nog eens goed bekijken. Dank jullie
Dag allemaal, tot ziens
„Ja, ik heb hem al".
Tingeling! Tingeling!
„Moeder daar is Bert".
„Ja, ik doel al open".
„Dag mevrouw".
„Dag Bert, Wim is boven".
„Ik wacht wel hier mevrouw".
Bom, bom, bom. Ha, d aar is Wim, dankbaar applaus in ontvangst ne>
TANTE JO „Hoi Bert". men.
„Hoi Wim, we gaan zo weg. Schiet
WEER EEN VERRASSING! een beetje op".
„Kalm aan".
Deze keer was het de derde klas Berts moeder komt ook eens kijken
van de Don Boscoschool die me met fin ze neemt de jongens mee. Na een
een dikke bundel verhaaltjes verras- poosje staan ze bij de zee. Hoera! roe- commissie zal in november voor het
te, Tjonge wat hebben jullie je best pen ze alle twee gelijk. „Hupsakee" publiek geen zitting houden,
gedaan. Wat is er keurig gewerkt! en ze rolden in het zand. „Gauw uit-
Knap hoor! kleden" zegt moeder. Geboren: Peter Cornells zv P. S.
Ook voor jullie de vlag uit!! Hakstege en G. van Gooi; Willem
_r vu- zJve^nn?e^- 26 V'foolnL Cornells zv W. Schoneveld en M. van
Nu ga ik de beste verhaaltjes uit- roept Bert. Ze krijgen er niet genoeg Duuren* Frederik zv F. de Winter en
zoeken en die komen dan in de krant, van en moeder moet een paar keer tt huw»»» 'na+fcnHnue
Kijk iedere week maar goed of er roepen om limonade te komen drin- v£" v J 'Guatan en J W v d
iet« van jou in staat. En dan.uit- ken Zo duurt het nog een paar uur Eykel' cerr'it Jan zv J. van Egmond'
ben en den „een .e ween neen huls. 'C y|m De„t. gophJa dy®M
Nyenhuis en N. de Mooy.
Gertrouwd: P. B. van der Wind en
A. de Koning.
het woord gaf. Aan de hand van
kleurenfilms vertelde de heer Strij
bos, vaak op humoristische wijze
over zijn bezoek aan Nieuw-Zee-
land, waar hij een reis van 5 maan
den maakte. Na zijn interessante
causerie mocht de heer Strijbos een
RIJNSBURG
Geen spreekuur. De woning
knippen en in je plakboek. Hebben en dan gaan ze weer naar huis.
ALLERLEI UIT DE
(OUDE) LEYDSCHE COURANT
LEYDEN, 6 november 1801 Voor droevige en melancholieke
Humeuren, om dezelve door een aangenaame Uitspanning te ver-
vrolyke, wordt heden aangeboden het Leven van Tobias Knaut, de
wyze Stamelaar. Dit zo volgeestig als leerzaam werkje om zijn sati
rieke Voorstellingen, als wonderlyke Avontuure, het Moraliseeren zo
wel als zyn Philosophische Grimassen doen den Leezer hoe melan
choliek ook op syn Stoel schudde van't lachen; onze Held. wiens
Levensgeschiedenisse verhaald word, is een kleine Dwerg en een
Philosooph. Deze twee avontuurlyke Reizigers leveren "de comiekste
en klugtigste vertooningen op, zo wel in Gesprekken als vermakelyke
Vryagiën; wordende de vier Deelen in 8vo. met Plaatsen en Vignet:
h 36 Stuivers, in plaats van f. 5:4 uitgegeeven, te Leyden by Koster
en Herding.
Sedert den 7 November 1801 werd vermist een Roei-Schuyt, met
een Visch-Bun daar in, Leyds Maaksel, van binnen blaauw geverwd,
van buiten gesmeerd met een geverwde groene en zwarte rand, en
een kiletje onder aan 't vlak; een ieder word verzogt dezelve niet te
Koopen maar aan te houden en vervolgens daarvan, gelijk ook die
dezelve gevonden heeft of aanwyzing van weet te doen. kennis te
geven aan Jan van Adrichem, op de hoek van de Rhyn Straat, by 't
Utrechtse Veer te Leyden, of aan den Tuynman op 't Huys ter Lede
by Sassenheim, zullende in redelykheid beloond worden.
\'&.iA fn iti€
Een vervolgverhaal van Suske eo W iske
DE GEVANGENE
VAN DE ENGELENBURCHT
17. Cellini moest de zieke slotvoogd
urenlang geschiedenissen vertellen;
de patiënt kon eten noch slapen en
zag er verwilderd uit.
Op 'n avond vroeg deze: „Heb je
nooit gewenst, dat je kon vliegen?"
Cellini antwoordde, dat hij er dik
wijls over gedacht had of het moge
lijk zou zijn uit linnen vleugels te
maken en ze vervolgens met was
luchtdicht te bereiden.
„Als je een paar van zulke vleugels
had, zou je dan ook de moed hebben
ze te proberen?" vroeg de slotvoogd
weer. „Welzeker", antwoordde de
goudsmid. „Als u mij daarna de vrij
heid schenkt zal ik het proberen.
Nu raaKte de slotvoogd buiten zich
zelf van woede.
„Jij sluwe rakker" riep hij. „Jij
dus gaan vluchten. Ik zal je achter
slot en grendel zetten". Daarop gaf
hij zijn knechten bevel Cellini op te
sluiten.
18. Vanaf dit ogenblik liet de ge
dachte aan zijn vlucht Cellini geen
ogenblik los. Van 'n handwerksman
op 't slot had hij een tang weggeno
men. Hij had ze met de stroken bed
de laken in zijn stromatras verstopt.
Met deze tang trok hij de spijkers
uit de scharnteren van z'n dubbele cel
deur. De spijkergaten stopte hij dicht
met was, waardoor hij wat roest
mengd, zodat ze onzichtbaar werden.
Elke nacht droomde de slotvoogd
dat Benvenuto Cellini ging vluchten
en meermalen zond hij dan zijn man
nen naar hem toe. Daardoor werd de
goudsmid in zijn werk aan de deuren
steeds weer gestoord.
(Wordt vervolgd)