125 Jaar Spoorwegen in Nederland KORTE SCHETS VAN DE GESCHIEDENIS SINDS 1839 Jonge Belg stal Euratom-dossier ZATERDAG 26 SEPTEMBER 1964 DE LEIDSE COURANT PAGINA 9 Bij de 125ste verjaardag van de Spoorwegen in Nederland wordt de geschiedenis van „het spoor" weer actueel. De tegenwoordige generatie vraagt zich af hoe het gigantische bedrijf van nu destijds startte. Hoe ging het in de eerste decennia? en hoe ontwikkelde het spoorwezen zich tot zijn hedendaagse vorm? Het zijn een paar van die vragen, waarop een zeër uitgebreid antwoord mogelijk is. Zo uitvoerig, dat aan deze onderwerpen lijvige boekwerken zijn besteed. Wij zullen ons hier bepalen tot een overzicht in vogel vlucht en vooral aandacht schenken aan de plaats, die de Spoor wegen tientallen jaren lang innamen in het vaderlandse politieke leven. Engelsen waren pioniers De Engelsen waren pioniers op spoorweggebied. Zij gingen het con tinent voor. Frankrijk, België en Duitsland waren de eersten, die het Britse voorbeeld op het vasteland volgden, daarna kwam Nederland. Internationaal gezien sloegen wij nog niet zo'n gek figuur. Zwitserland en de Scandinavische landen bijvoor beeld kwamen jaren, nadat de eerste treinen in Nederland reden, met hun spoorlijnen. Onze zuiderburen zich in die dagen verheugend over hun pas {in 1830) verworven zelfstandigheid zagen h it belang in van een goede handelsverbinding met de Rijn. Zij maakten plannen om een spoorlijn aan te leggen ran Antwerpen naar Keulen. NEDERLANDSE REACTIE Koning Willem I onderkende de betekenis van de transitohandel en toonde zich voorstander van de in troductie der „ijzeren paarden" in Nederland. In 1832 probeerde een ondernemende officier op de beurs geld te krijgen om nadrukkelijk buiten de regering om de intro ductie te verzorgen. Zijn pogingen bleven vruchteloos. Toen werd om streeks het midden der dertiger ja ren uit een vertrouwde vaderlandse gewoonte een staatscommissie ge vormd, die zich met het spoorweg- vraagstuk ging occuperen. GEEN STAATSZAAK Na rijp beraad kwam het advies: de commissie was van oordeel dat het „De Arend", de eerste locomotief. Deze machine trok in 1839 de eerste trein van Amsterdam naar Haarlem. „David en Goliath". De Arend naast een der laatste stoomlocs. in het algemeen niet de taak van de staat was om spoorwegen aan te leg gen. De commissie adviseerde echter wel wegens de belangen van de Ne derlandse transitohandel om 'n spoor lijn aan te leggen van Amsterdam via Utrecht en Arnhem naar Keulen, een verbinding met de Rijn, die uit 's-Rijks kas zou moeten worden be kostigd. Willem I liet zich hierdoor inspi reren. In '38 zag een wetsontwerp het lichit, waarin werd voorgesteld in combinatie de Haarlemmermeer in te polderen en een spoorverbinding met de Rijn te creëren. Beide pro jecten zouden op kosten van de staat moeten worden gerealiseerd. De fi nanciering zou kunnen geschieden uit koloniale baten. De volksvertegen woordigers bleken echter niet ge diend van dit ontwerp: met slechts twee stemmen vóór werd het ver worpen De reactie van Willem I kwam snel en liet aan duidelijkheid niets te wensen over. Hij verordonneerde eigenmachtig (bij Koninklijk Besluit) de aanleg van een Rijnspoor op staats kosten. Hij stelde zich persoonlijk garant voor de aflossing en rente van de leningen, die zouden moeten worden aangegaan. Aldus kon men in 1838 starten met de aanleg van het eerste Rhijnspoor-traject, dat van Amsterdam naar Utrecht. Het zou omstreeks vijf jaar duren voordat deze 25 kilometerbaan waren gelegd. HJJ.S.M. Intussen werd de Hollandsche IJze ren Spoorwegmaatschappij met behulp van veel Duits kapitaal opgericht. Deze voortvarende maat schappij opende in 1839 de eerste Nederlandse spoorlijn: Amsterdam - Haarlem. Locomotieven met snelhe den van 30 kilometer per uur (zon der tegenwind) bewogen zich hier puffend voort. De lijn Amsterdam - Haarlem werd later doorgetrokken naar Rotterdam. Wat de Rihijnspoorweg betreft, deze kreeg in 1845 een verlengstuk van Utrecht naar Arnhem. Deze pas half voltooide Rijn - lijn, geëxploiteerd door de Nederlandsche Rhijnspoor - weg Maatschappij, die met Engels kapitaal omstreeks 1845 de lijn van de staat had overgenomen, bleek in het begin in bedrijfseconomisch opzicht allesbehalve een succes. In die eerste jaren van onze spoor wegen kende Nederland dus twee particuliere maatschappijen. Als wij de spoorwegkaart bekijken zoals hij er rond 1850 uitzag, dan is dat nog maar een broodmager geheel. In 1853 komt er een nieuwe lijn bij: die van Maastricht naar Aken, met een zij lijn van Simpelveld naar de Doma- niale - mijn. Deze zijlijn werd louter voor goederenvervoer gebruikt. Met de exploitatie belastte zich een nieuwe maatschappij, de Aken/ Maastrichtsche Spoorwegmaatschap- PÜ- „Rhijnspoor" arbeidde intussen ge staag voort aan de verdere expansie van haar net: in '55 komt de lijn Utrecht - Gouda - Rotterdam/Maas tot stand en een jaar later de zo lang nagestreefde verbinding met Duits land; via Arnhem - Zevenaar naar Emmerich, waar men aansluiting ver kreeg op een Duitse lijn. In dezelfde tijd kwam de lijn Antwerpen - Rot terdam klaar, onder Belgisch beheer. De spoorlijn eindigde te Moerdijk, v-andaar ging bet per stoomboot naar Rotterdam. Hele stukken van ons land moesten het verder nog zonder spoorwegen stellen. STAATSSPOORWEGEN In 1860 kwam het voorstel om op kosten van de staat spoorwegen aan te leggen, maar wie de lijnen zou gaan exploiteren, werd in het midden gelaten. Spoedig regen de lijnen zich aaneen, over het gehele land ver spreid. Toen de eerste lijn gereed was, aobtte men het tijdstip gekomen eens te gaan praten over de vraag wie nu eigenlijk de exploitatie zou uitvoeren. Staat of particulier? Het was een Thorbecke-idee om de lijnen maar aan particuliere ondernemingen te verhuren. Een idee dat weerklank vond. Dit leidde tot de oprichting van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (kortweg S S ge naamd) Terwijl op hoog niveau werd ge discussieerd legde de H.S.M. (de Hol- landsche Spoorwegmaatschappij, het „IJzeren" was in de loop der jaren in het spraakgebruik verdwenen) de lijn Haarlem - Uitgeest aan, in aan sluiting op die door de H.S.M. te ex ploiteren staatslijn Den Helder - Amsterdam. Eiders in den lande wa ren intussen nieuwe particuliere maatschappijen geformeerd. Rond 1880 telde men in ons land ongeveer tien maatschappijen. De grootste en dus belangrijkste waren de N.R.S., H.S.M. en S S. CONCURRENTIESTRIJD Al die maatschappij en maakten el kaar het leven zo zuur mogelijk, er werd een concurrentiestrijd op leven en dood gevoerd. Dit baarde de rege- ring zorgen: er werd wéér een com missie samengesteld, die tot de con clusie kwam dat er onderling moest worden samengewerkt. De wens van de commissie bleef echter vooralsnog een vrome. H.S. en S S kwamen wel iswaar tot een zekere samenwerking, maar die was er speciaal op gericht om concurrent Rhijnspoor te dwars bomen. Een opzet die volledig slaag de; in 1890 moest Rhijnspoor worden opgeheven. Dit werd overigens weer een belangrijk jaar in de spoorweg geschiedenis. De regering besloot het net opnieuw te verdelen. Het aantal maatschappijen werd teruggebracht waarvan de belangrijkste waren de H.S.M. en S S. De volksvertegenwoordigers wilden het reizigerspubliek door deze rege ling laten profiteren van lage tarie ven. De beide maatschappijen gingen met deze regeling akkoord, onder voorwaarde dat wanneer de zaken slecht zouden gaan, zij van het recht tot opzegging gebruik zouden mogen mogen maken. SPOORWEGSTAKING De twintigste eeuw was nauwelijks een paar jaar oud toen er omvang rijke spoorwegstakingen uitbraken. Dat betekende «voor het land weinig minder dan een ramp, andere mo derne vormen van openaar vervoer waren- er niet. De auto was- nog'in opkomst. Deze gebeurtenissen waren voor de regering aanleiding om een stakingsverbod voor spoorwegperso neel uit te vaardigen. Een verbod dat tevens van kracht werd voor alle rijksambtenaren. Er ontstond dus een merkwaardige situatie. De staat ging zioh bemoeien met het personeel van de particuliere maatschappijen. Aan de andere kant wilde de regering ook iets doen voor het spoorwegpersoneel, zij ging zich daadwerkelijk met de lonen bezighouden. Dit leidde tot betere sociale voorwaarden. In die jaren ging het niet zo best met de spoorwegen. Geldgebrek noopte bijvoorbeeld tot het veel te Lang in dienst houden van bet materieel. De concurrentie werkte slopend. In 1916 werd uit de nood een belangenge meenschap tussen HS en SS gebo ren, die een jaar later in een offi ciële fusie resulteerde. De verbitter de concurrentiestrijd was achter de rug, juist op tijd want het autover keer nam in de volgende jaren een diiizelingwekikende vlucht. KORTE OPLEVING Er kwam een opleving in 't spoor wezen, maar die bleek slechts van korte duur. Men kwam financieel eenvoudig niet uit; men had in deze tijd ongeveer 50.000 man in dienst. (Thans is het personeelsbestand van N.S. rond 30.000 man). De staat voelde in 1920 toen H.S. en S.S. het recht hadden wegens verlies „op te zeggen" weinig voor een rechtstreeks staatsbedrijf. Men Religieuze Kunsthandel Haarlemmerstraat 123 Leiden Tel. 01710-22889 Vorstelijk gezeten in een speciaal rijtuig van de jubilerende Nederlandse Spoorwegen, heeft H.M. de Koningin vrijdag vlug, veilig en voordelig een rijtoer door ons land gemaakt. De tocht, die van Baarn, via Utrecht, Rot terdam en Schiedam naar Amsterdam voerde, werd enkele malen onder broken, om de Koningin in de gelegenheid te stellen nader kennis te maken met de vele facetten van de Spoorwegen. Door de weerspiegeling van de ruit, maakte de fotograaf een foto van niet een, maar wel drie koninginnen. wilde de exploitatie liever in han den van particuliere bedrijven la ten, maar de staat wenste wel meer zeggenschap achter de schermen. Alzo geschiedde. De Staat der Ne derlanden verwierf de meerder heid van aandelen in beide maat schappijen en stelde zich garant voor eventuele tekorten. Tevens garandeerde de Staat een dividend van 5 procent, maar bedong tege lijkertijd de conditie dat de exploi tanten van hun recht tot opzeg ging afstand moesten doen. In deze nieuwe structuurvorm to gen de spoorwegen in 1920 op pad. De staat was nu regelrecht belang-- hebbende geworden en dit bad onder meer tot gevolg, dat er een einde kwam aan de diverse vormen van tot dusver gratis vervoer; bijvoor beeld het postvervoer. NEDERLANDSE SPOORWEGEN Tot 1930, het crisisjaar, liep bet be drijf redelijk, maar daarna stak het monster Verlies de kop weer op. Men zag weliswaar kans de directe kosten te voldoen, maar de rentelast werd te zwaar. In 1937 liep een reorgani satiewet van stapel, die op de eerste januari van 1988 in werking trad. De twee oude maatschappijen, die tot dan toe hadden bestaan, werden ge- Ook uw adres voor Geboorte-aankondigingen (Advertentie) liquideerd; de N. V. Nederlandse Spoorwegen werd een feii. De staat kreeg het aandelenkapitaal nu 'ge heel in handen. Een der eerste gevolgen was dat onrendabele lijnen werden opgehe ven. Het elektrische tijdperk van de Nederlandse Spoorwegen begon. De omvang van het net werd in de loop der jaren van 3700 kilometer terug gebracht tot 3200 km, waarvan 25G0 km voor de reizigersdienst is bestemd. Een menigte stations en stationne tjes verdween; van de circa 900 in 1930 zijn er nu nog 300 over. Een 17-jarige Belg uit Antwerpen heeft orilaings een dossier gestolen in het hoofdkwartier van de Euro pese gemeenschap voor atoomenergie dat echter volgens de woordvoerder van Euratom geen enikel geheim be vatte. De zaak is aan het licht gekomen door zijn arrestatie iin Parijs, waar hij vooir diefstal van een auto door Interpol werd vérhoord. Hij vertelde naar Parijs te zijn gekomen met 20.000 Belgische frank ongeveer 1500 gulden die hij van de Rus sische ambassade in Brussel had ge kregen in ruil voor „belangrijke dos siers". Hij was het gebouw van Eu ratom in Brussel binnengedrongen, waar hij de documenten had ont vreemd. De ambassade van de Sovjet-Unie noemde het verhaal van de jonge man „pure fantasie". Handel in schedels De politie van Metz in Oost- Franikrijk heeft verscheidene leden van een bende jongelie den aangehouden die zich be zig hielden met handel in men selijke schedels. Om hun af nemers, vorzapelaars van cu riositeiten die rneer dan hon derd gulden per schedel be taalden, te voorzien, plunderde de bende kerkhoven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1964 | | pagina 9