I/O Grootmoeders verhaal Het knutselhoekje De Nerveuze Nerviërs ZATERDAG 11 JULI 1964 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 Een vochtige, kille nevelachtige oktobermorgen brak aan. Nog voor we de gelegenheid hadden kunnen vinden om de dode te verbergen, werden we reeds gestoord door he vig kloppen aan de poort. De politie verlangde „in naam der wet bin nengelaten te worden om 't huis te doorzoeken. Een man droeg op een hoge stok een bord, waarop met gro te letters het bevel der overheid met de strafbedreiging te lezen stond, 'n Geweldige kerel met streng gelaat en krijgshaftig voorkomen kondigde met verklinkende stem voor het be treden van elke woning het bevel af: „Op straffe des doods is het de be woners der stad verboden een vluchtende Fransman een onderdak te geven of hem spijs of drank te verschaffen". Daarop begon een nauwkeurig on derzoek in alle vertrekken, waarbij ik evenwel duidelijk opmerkte dat zij mot nauwelijks verborgen tegen zin de hun door de wet opgelegde taak vervulden. Thuis waren zij vast niet de woestelingen, die ze hier schenen te zijn. Brommend en mop» perend tegen de burgemeester, die hen met zo'n onaangenaam karwei opscheepte, deden zij ogenschijnlijk toch hun „best" om er wat van te maken. Toen ze in huis klaar waren, moes ten zij ook nog het erf, de schuur en de stallen onderzoeken. Maar toen ze de hoge zolders van die gebou wen zagen, die ook nog tot fn alle hoeken en gaten moesten geïnspec teerd worden, werd 't de beide man nen toch wat aj te erg, Terwijl de een die hoge gevallen bekeek, werd hij rood van drift en bulderde de hartgrondige wens uit: „Ik wou, dat. de bliksem maar in al die hooizol ders insloeg". Daarop gebood hij me om de ladder aan te geven en met lome stappen klom hij vervolgens naar boven. Maar toen hij met z'n hoofd even boven 't zoldergat uit kwam en even had rondgekeken, kwam hij weer naar beneden. Tot nu toe had ik me vrij kalm weten te houden, maar nu 't beneden deel yan de schuur aan de beurt zou moeten komen, scheen ik plotse ling ai mijn zelfbeheersing te verlie zen, want ik werd blijkbaar spier wit en mijn hart, begon angstwek kend te bonzen, zó erg, dat een der mannen het zelfs bleek te horen. Ik kreeg een aanval van duizeligheid en mijn vader, die met ops de schuur was ingegaan en met 'n ondoorgron delijk gelaat 't resultaat van 't on derzoek stond af te wachten, sprong toe en ving me in zijn armen op. Toen ik weer wat was bijgekomen, zag ik nog net, hoe één der mannen juist naar de hoek keek, waar het lijk opder stroo verborgen lag, doch slechts ternauwernood, Ik meende zelfs de punt van 'n laars te kunnen zien. Een schok van angst doortrilde mijn hele lichaam. De tweede man die dit opmerkte, zei echter met 'n stem, waaruit duidelijk medelijden sprak: „Maak u nu verder piet ang stig, juffrouw Marianna". Hij kende mijn ouders en wist ook, hoeveel ellende de oorlog hun reeds bezorgd had en zich tot zijp helper wendend zei hij: „Kom Johann, la ten we maar gaan, alles is in orde". Terwijl hij bij het uitgaan zijn blik nog eens liet gaan door hét ontred derd bedrijf, voegde hij mij zachtjes nog toe: „Bezorg je vader maar gauw een flinke schoopzgop, want dat ;s" wel nodig voor huis en hof. Och, wat hebben ze hier toch huisgehouden en 't was zo'n mqpi ep bloeiend bedrijf!" Zo werd de rust van de dode dus niet gestoord. Vader en de oude kneeht begroeven hem 's nachts aan de voet van de tuinmuur onder een grote vlierhoom- Over de bloedvlek^ ken, die de gewonde ha^ aohterge- Spion voor Napoleon 9. Maarschalk Mack stelde Shulmeis- ter aan de hoogste Oostenrijkse of ficieren voor. Hij werd zelfs lid van hun klub. En in de volgende weken probeerde hij steeds meer het ver trouwen van Mack te winnen, Tege lijkertijd wilde hij de Oostenrijkers de angst voor Napoleon uit het hoofd praten. 10. Hij moest Mack ervan overtuigen, dat Napoleon het veel te druk met Frankrijk zelf had, om Oostenrijk te kunnen aanvallen. Om hem gerust te stellen, liet Shulmeister zijn „spion" in Frankrijk brieven schrij ven, die Napoleons moeilijke situa tie schilderde. Iedere brief bracht Shulmeister dadelijk naar Mack, die hem met veel interesse las. laten, spreidde zich dezelfde dag de eerste sneeuw als een beschermende laag uit. En toen de lente weer was gekomen over het bevrijde vaderland, sierde de natuur de vlierboom met 'n overvloed van grote, witte tros sen, In zijn takken nestelde zich 'n merel en zong boven het graf van de onbekende soldaat zijn verrukke lijk lied van liefde en blijheid. Met grote aandacht en spanning hadden de kinderen naar grootmoe ders verhaal geluisterd en toen het uit was, kusten zij dankbaar haar oude, gerimpelde handen. EINDE CORRESPONDENTIE Van Walter Huug, Leiden ligt er nog een sprookje. GEEN SPEELGOED Er was eens een jongen, die geen speelgoed had, niets helemaal niets. Hij zou gauw jarig zijn en nu maakte hij een verlanglijstje met: een trein, die je op kunt draaien, een autoped, een fluit, een pistool met klappers. Hij gaf echter het lijstje niet aan zijn vader en moeder dus kreeg hij op zijn verjaardag weer niets. Moeder had zijn verjaardag vergeten, Enige maanden gingen voorbij en het werd Sint Nicolaas. De heilige man zou met de boot in de haven van Amsterdam aankomen. Henkie, zo heette hij, ging met lijn moeder kijken. Pie'er strooide pepernoten voor de kinderen, maar Henkie grab belde niets. 's Avonds werd er een pakje aan zijn huis bezorgd en Henkie was nieuwsgierig wat daar wel in zou zit ten. Hij begon uit te pakken: choco ladeletters, en kikker? en muizen van chocolade maar weer geen speel- goedr Ons Henkie was verdrietig en lag 's avonds in bed te huilen. Daar tikte heel zachtjes iemand op zijn schouder en daar zag onze Hen kie een klein manneke staan met een heel lange baard- „Zeg waarom huil je zo?" „Omdat ik weer geen speelgoed gehad heb". „Zou ie graag speelgoed willen hebben?" „Nou en of", „Wil je het verdienen?" „Nou wat graag". „Dan moet je een jaar lang mijn baard keurig netjes uitkammen en dan mag je op het eind van het jaar iets moois uitkiezen". Henkie deed het, een jaar lang. Toen kreeg hij, wat hij het allerlief ste had, een mooie trein met rails. Vader en moeder begrepen maar niet waar dat speelgoed vandaan kwam, maar Henkie en de kabouter wisten het wel. Pau D., Leiden EEN FIJNE VAKANTIEDAG Het was prachtig weer en ik ging naar de speeltuin. Ik was heerlijk aan het sohommelen toen m'n vriend je Kees kwam. „Zeg ga mee wippen?" vroeg hij. „Nee, want ik ga dadelijk eten", en ik bleef nog 'wat schommelen. Toen ik met het eten klaar was, ging ik mijn vriendje halen. „Willen we 'n tent gaan bouwen?" vroeg ik. Kees vond het fijn. We zetten pa len in de grond en toen de tent klaar was, ging ik een fles water halen. We zaten zo een poosje heerlijk in de tent toen Kees zin had om padde stoelen te gaan zoeken. „Ja, dat is goed", zei ik, maar ge lijk riep moeder me om een bood schap te gaan doeg. Ik ging vlqg er* Was weer gauw terug. Maar pi'n vriendje was in die tijd weggegaan en had al 't watgr opgedronken. Toen ryimde ik de tent maar weer op en nam de lege fles ook mee. Mirjam Wiegmans, Leiden HAN EN HANS Han en Hans waren twee konijnen. Ze mochten van hun vader en moe der nooit ver het bos in gaan. Op een keer gingen vader en moeder weg en ze hadden de kinderen nog zo gezegd, niet ver weg te lopen. Maar ze deden het toch. Daar za gen ze opeens een man in de verte staan- HÜ schoot op hen. Gelukkig mis! Ze maakten nu gauw dat ze weg kwamen. Ze holden en draafden maar door, tot ze eindelijk ver dwaald waren. Hun vader en moeder waren in die tijd thuis gekomen. Ze wachtten op hun kinderen en waren erg onge rust. Ze bleven maar wachten, tot ze eindelijk gingen zoeken, maar ze vonden hen niet. De volgende dag gingen ze weer zoeken, maar weer niks. Han en Hans liepen intussen ook door het bos. Opeens zagen ze vader en moe der aankomen. Wat waren ze alle vier blij. Marian Meyer, Leiden, maakte een klein verhaaltje. vakantie Maandag ging ik naar school maar daar voor had ik vakantie. Woensdag ging ik naar Den Haag naar tante Lies. Daar mocht ik met Stefan wandelen. Stefan is een jon getje van twee jaar. 's Middags gin gen we met de kinderen naar de speeltuin. Het waren Stefan, Sjaak, Cristel, Denis en ik. Ik vroeg aan mijn tante of ik mocht blijven logeren. „Nee dat kan niet", zei tante. „Maar misschien mag je in de grote vakantie komen". Dat vond ik heel fijn, 's Avonds ging ik dus weer naar huis en gauw naar bed. Nog een kort verhaaltje van Gerda Rodenburg, Leiden de pinkstervakantie Op een heel warme dag in mei gingen w© naar de speeltuin, Het was een heel grote speeltuin. Er wa ren wel zestig dingen om te spelen, We gingen met de auto. Pf, pf, pf, wat was liet warm. We reden" eerst 60, later 70 en tenslotte 140. Har-, der konden we niet. Toen we er wa ren hqlden we de speeltuin in, We speelden de hele oehtend. Vader en moeder hadden een lekker plaatsje in de schaduw gevonden. Wij gingen daar ook onze boterham eten. Na de middag gingen we weer spelen, nu op andere dingen. Toen we naar huis gingen kregen we een ijsje. We gin gen vroeg naar bed, want we waren moe. René Jansen, Leiden naar de seringenberg Ik hen met mijn' moeder §n broertje naar de Seringenberg in Voorschoten geweest. Het begon allemaal wat naar, om dat het zo laat in de middag was. We gingen pas om drie uur weg, maar toen we de straat uit waren, ging mijn moeder alweer terug naar huis. Moeder vond het veel te fris en zei, dat we heter zaterdag konden gaan. Om 4 uur begon de zon te sohijnen en werd de luoht blauw. Toen gin gen we toch gauw weg. We kwamen op een zeer druk kruispunt. Geluk kig waren er stoplichten en het ging allemaal goed. Toen hoefden we nog maar een weg af te rfjden en voor we het wisten waren we er al. Er was een grote poort, die gingen we binnen. We moesten eerst kaartjes kopen en daarna gingen we het bos in. We hoefden niet lang te wande len want de geur wees ons de weg en dadelijk waren we bij de Serin genberg, Er was een slingerpad, dat tot de top liep. Je liep daar helemaal tussen de bloeiende seringen, Ik ben 7 maal de berg op en af geweest en was tenslotte doodmoe. Volgende week gaan we weer met de verhaaltjes verder. Dag allemaal. TANTE JO EEN OOM TOON OPLOSSING VAN DE VORIGE OPGAVE I Met de hoed in de hand komt men door 't ganse land. II Beter een half ei dan een lege dop. III Een goed begin is het halve werk. IV Spreken is zilver, zwijgen is goud. V Eind goed, al goed. Lia v. d. Veer, Geestweg 68, Roe- lofarendsveen heeft het boek gewon nen. Nog waren er goede oplossingen van: Ellie Kerkvliet, Hazerswoude; Jan Lelieveld, Stompwijk; Fia v. Rijn, Warmond; Elly v. d. Klauw, Bode graven; Ludi Schakenbos, Warmond; Nellie Groeneweg, Stompwijk; Lidy Kooter, Hazerswoude; Annemarie Kapteyn, Hoogmade (met een blad vol aardige tekeningen); Thea Bak ker, R.A.veen (ook versierd met te keningen); Tineke de Graaf, Lei- muiden. NIEUWE RAADSELS 1. Als een gans tien pond weegt, plus de helft van zijn gewioht, hoe zwaar is die gans dan? 2. Een man liep naar Bennebroek. Daar kwam hij zeven oude vrouw tjes tegen, elk drpeg een zak met eenden. Hoeveel voeten gingen er naar Bennebroek? 3. Met een a ben jk van jou. Met een o ben ik je trouw. 4. Wanneer zit. een man zonder hoofd in de kamer? 5. Is er soms iemand die weet, wie altijd met twee lepels eet? De oplossingen insturen aan: Tapte Jo en oom Toon, Krantefituin Leiclse Courant, Papengracht, Leiden. Omdat de raadsels nogal moeilijk zijn, verloten we deze keer twee boe ken. Doe je beat. De kleintjes mogen het wel aan vader of moeder vragen. vast. Wanneer de tas van ongeverfd linnen gemaakt wordt, kan je 't best een hel blauwe, rode of groene band nemen. 40 een stoften TAS voor de zomer T» mw\ 5S MAAK ZELF VERKEERSBORDEN Hoe staat het met de verkeersre gels? Ken je ze? Per slot van reke ning hoeven niet alleen de autobe stuurder! ze te kennen. Ook wij, die fietsen, moeten weten, wat de ver keersborden betekenen. Maak daarom eens een paar ver keersborden, die je kan gebruiken, wanneer je hroertje met zijn auto's speelt en waarmee je je vertrouwd kunt maken, In de meeste zakagenda's zbn de verkeersborden in kleuren afgedrukt. Plak die op een rond stukje karton, plak daar een stukje ijzerdraad achter en steekt dat in een schijfje kurk. EEN ARMBAND VAN PARELMOEREN KNOPEN Onlangs, toen de moeder van An nexes de kleerkast opruimde, gooide zij een oude zomerjurk weg, waarop een hele rij knoopjes zat. Annelies kreeg de knopen; het wa ren platte parelmoeren knopen, zo als je op de tekening wel kunt zien. Zij nam een plastic draad en maakte de einde spits, opdat het gemakkelij ker zou zijn om de knopen er aan te rijgen. Toen er genoeg knopen op zaten knoopte Annelies de eindjes van de draad aan elkaar. Daarna leg de zij de einden ieder naar een kant en naaide links en rechts van de kno pen een paar steken, opdat ze op hun plaats zouden blijven zitten. Zo'n witte armband ziet er leuk uit op een door de zon gebruinde arm, maar als je dezelfde knopen in een andere kleur hebt, kan je die natuurlijk ook gebruiken. rest van de lijden wordt naar binnen geslagen ©n vastgenaaid. Eerst vouwt men een halve en daarna een hele cm om naar de ene kant en naait die Schoudertassen «dn weer in de mode met zoomsteken vast. De 10 cm met bij je zomergarderobe past dan de franjes vouwt men naar de ander© een zware tas van leer. kant. Nu legt men het band op tafel, Vouw de laatste halve centimeter aan de ene kant naar boven en de laatste halve centimeter aan de an dere kant naar beneden. Leg dan de einden QB elkaar, zoals op tekening 3, Zo krijgt men een ring. Naai die aan elkaar vast (Pas op, dat het band niet gedraaid zit). Deze band nu vormt de zijden, de bodem en de riem van de tas. Bevestig de plaats waar de band aan elkaar genaaid is, midden op de bodem van de tas. Be gin van hier af de kanten van het band aan het ene stuk linnen over- hads vast te naaien met sterk garen. Naai het band wanneer je bij de franje komt, goed vast! Naai vervol gens aan de andere kant ook van de bodem naar boven, Maak daarna het tweede stuk linnen op dezelfde ma- nieF aan de andere kapt van de band Erhard: Frans-Duitse unie onwerkelijk idee Bondskanselier Erhard heeft gis teren in Kopenhagen gezegd, dat de Frans-Duitse toenadering een eerste vereiste voor de Europese politieke ontwikkeling is, doch niet een doel op zich. Het idee van een Frans-Duitse unie binnen de gemeenschappelijke markt was volgens hem onwerkelijk. De EEG diende een uiting te zijn van Europese eenheid, niet van Europese verdeeldheid. Erhard wilde niet ingaan op vra gen over onenigheid in de leiding van de christen-demecratisohe partij. Worstelende senatoren Twee 61-jarige democratische ledep van de Amerikaans© se naat hebben gisteren een par tijtje geworsteld om een poli tiek© inzet. De strijd bleef on beslist. Senator Yarborough uit Texas verzocht senator Thurmond Uit Zuid-Carolina mee te helpen het quorum te bereiken in de senaats-oommissie van handel, die Zich bezig houden met de benoeming van oud=gouv^?neur Leroy Collins van Florida tot hoofd van een verbindingior- gaan tussen de diverse bevol kingsgroepen in verband met de naleving van de wet op de burgerrechten, Thurmond, een principieel tegenstander van rasaengelijkheid, weigerde de oommissie-V.ergadermg bü te wonen. Daarop kwamen de twee senatoren over een, dat zij het zouden „uitveohten", met dien verstande, dat Thur mond de vergadering zou bij wonen als hij verloor en dat in het andere geval Yarbo rough zou wegblijven. De worstelpartij, waarin de Strijd gelijk opging, kwam tot een einde toen voorzitter Mag- nusson van de betrokken com missie naar bulten kwam en zei: „houdt er mee op, jon gens". De „jongen!" gaven el kaar de hand en besloten sa men aan de vergadering deel te nemen. Toen het tot stem men kwam over de benoeming van Collins, werd er slechts één stem tegen uitgebracht, die van senator Thurmond. Niet-officiële Duitse kringen menen te weten, dat het meningsverschil na het bezoek van president Be Gaul le aan Bonn nog verergerd is. Erich Mende, vice-kanselier en voorzitter yan de liberale partij heeft Erhard uitgenodigd om tijdens de vergadering van het Westdwitse ka binet, die vandaag plaatsvindt, dui delijk het standpunt van da bonds regering met betrekking tot de Euro pese politiek kenbaar te maken. HANDLEIDING BIJ HET MAKEN Voor de tas heb je 210 cm rood ka toenen band nodig - 3 cm breed - en twee stukken roae linnen of andere stevige stof van 55 bij 40 cm. Je knipt die stukken eerst hele maal uit. Dat gaat het gemakkelijkst als je eerst een draad uit de stof knipt en pas daarna knipt. Een korte zijde en 10 cm van de beide lange zijden worden 2 cm uit gerafeld om franjes te maken. Zie tekening 1. Om verder rafelen te voor komen moet je overhands met kleine stikken naaien. Zie tekening 2. De E*tl vervolgverhaal van Suske en Wiske

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1964 | | pagina 7