De Waterzigeuners „Kanaal- kamelen" DE LEIDSE COURANT kunnen niet op tegen wegtransport Vrolijke kleuren en houtsnijwerk Toonaangevend op de En gelse kanalen zijn de „Lange Schepen" met kleine kajui ten en ouderwetse decoraties. 1^ ANALEN, Nederland kent ze als geen ander land. Toch vindt men ze ook buiten onze grenzen. Zo waren wij, ronduit gezegd, enigs zins verbaasd, toen wij, in Enge land zijnde, vernamen dat de kana len daar een totale lengte hebben van 3200 km. De economische bete kenis dezer „waterstraten" is ech ter geringer dan die van de Neder landse kanalen. De spoorwegen en het wegtransport nemen in Enge land een veel groter deel van het totale goederenverkeer voor hun rekening dan bij ons. Ja, er zijn eco nomen, die zich afvragen of de En gelse kanalen - enige uitzonderin gen daargelaten - in de komende jaren nog wel de moeite van het onderhoud zullen lonen. Anders ge zegd, of de kosten van onderhoud gerechtvaardigd zijn, gezien het ge ringe economische nut van de ka- halen. Op het ogenblik bedraagt de om vang van het goederentransport via de kanalen in Engeland ruim tien miljoen ton per jaar. Het zijn vrij wel uitsluitend massagoederen, die £er binnenschip worden vervoerd. Ongeveer 50 komt voor rekening van de steenkool. De rest bestaat uit aardolieprodukten, ertsen, me talen en soortgelijke goederen. Het behoeft wel geen betoog, dat goede ren, waarvoor snelvervoer nodig is, ook in Engeland niet per binnen schip worden getransporteerd. SCHILDERACHTIG COMMiIGE ENGELSE kanalen be- vinden zich nog steeds in uit stekende staat. In hoofdzaak zijn dit de waterwegen tussen het in dustriegebied der Midlands en de belangrijkste riviermonden. Te noe men zijn in dit verband de Theems, de Severn, de Humber en de Mer sey. Naar het zich laat aanzien, zul len de hier bedoelde kanalen ook in komende tijden als goederen- transportweg van betekenis blijven. Anders is het gesteld met een aantal der overige kanalen. Hieraan besteedt men nog maar weinig zorg. Vroeger waren zij stellig van belang doch eigenlijk al sedert de opkomst der spoorwegen na 1830 namen zij in betekenis af. De „IJzeren Baan" won van de „Waterstraat". Aan de schilderachtigheid, Ja, aan de schoon heid van het landschap is dat ech ter ten goede gekomen. Want zo'n oud, weinig onderhouden kanaal mist het zakelijke karakter, dat een goed onderhouden kanaal kenmerkt. Het valt als het ware terug in de natuurstaat. De rechtlijnigheid, de strakheid verdwijnen. Gemoedelijk heid en begroeide oevers verlenen zo'n „waterstraat op leeftijd" een eigen schoonheid. DE „LONG BOAT" WIE, ALS NEDERLANDER, langs een Engels kanaal wandelt, wordt al spoedig getroffen door de vorm der schepen, die er varen. Te recht dragen zij de naam „long boat". Het zijn lange, smalle sche pen. Bij een lengte van meer dan twintig meter bedraagt hun breedte niet veel meer dan twee meter. De capaciteit van zo'n „long boat" is ongeveer vijftig ton. De woonver houdingen aan boord zijn verre van ideaal. Het gezin van de schipper woont in de kleine kajuit. Dit ver trekje is zowat vier meter lang en twee meter breed. Het dient tot woonkamer, slaapkamer en keuken voor de schipper, de schippersvrouw en de schipperskinderen. Evenals in Nederland is in Enge land het vak van binnenschipper veelal „erfelijk". Mede hierdoor - en door het feit, dat de schippers een aparte, tamelijk gesloten groep vormen - zijn tal van oude gebrui- BU DE FOTO'S Van boven naar onder: In de roef is het gezellig. Grote belangstelling van be zoekers, toen de boten ge meerd lagen te Market Har- borough. In Engeland zijn vele kanaal tunnels om zo weinig moge lijk sluizen nodig te hebben. Hieronder: De boten zijn beschilderd met vrolijke kleu ren en met de overgeleverde motieven: rozen en kastelen. ken en tradities nog steeds in zwang gebleven, al heeft natuurlijk de mo derne tijd ook in Engeland het be staan der „waterzigeuners" (als hoedanig een onzer Engelse vrien den de binnenschippers waarderend kenschetste) beïnvloed. Toch zijn ook thans de meeste Engelse bin nenschepen net als in voorbije eeu wen nog kleurig beschilderd. In de kajuiten treft men dikwijls zeer fraai houtsnijwerk aan, alsmede schilderingen, die bloemen, kaste len en wat dies meer zij voorstel len. Ook de gebruiksvoorwerpen zijn soms versierd met schilderwerk. Nog zijn niet alle jaagpaden ver dwenen, doch meer en meer zijn toch in deze eeuw motoren in zwang gekomen. Het is in Engeland ge bruik, dat een sleep bestaat uit twee „long boats". Voorop vaart het met een motor uitgeruste schip. Als „trek" volgt dan het motorloze schip. WOONSCHEPEN DE WONINGNOOD, die evenals bij ons in Engeland na de oor log de woonwijze sterk beïnvloedde, leidde er toe, dat tal van „long boats" een nieuwe bestemming kre gen: Die van woonschip. Soms die nen zij een gezin tot blijvende wo ning. Ook wel komt het voor, dat zij als weekendhuisjes of zomerver blijf zijn ingericht. Daar de burgers van de wal hoger eisen stellen aan de woonruimte dan de binnenschip persgezinnen, bracht de omschake ling van vrachtschip tot woonschip in de regel met zich mede, dat in grijpende verbouwingen plaatsvon den. De laadruimte van de „long boat" werd veranderd in woon- en slaapvertrekken. Thans vindt men op de Engelse kanalen tot woon schepen verbouwde „long boats*", die wat „gemakken" betreft niet on derdoen voor menige moderne ser vice-flats. Engeland kent zelfs een vereni ging, de ,3innenwateren Associa tie" (Inland Waterways Associa tion), die beoogt, het leven en het wonen op de kanalen aangenamer en gezelliger te maken. Voorts ijvert zij voor intensivering van de Wa tersport op de kanalen. Zo nu en dan organiseert zij ook een Boat Rally, waarbij dan tal van „long boats" samenkomen en hun bewo ners nuttige en gezellige bijeenkom sten beleggen. Zo'n rally - we wa ren tegenwoordig bij een te Market Harborough in de Midlands, gele gen aan het Grand Union Kanaal - biedt een uitstekende kans om eens rond te neuzen aan boord van de „long boats" - waterkamelen zei een kwajongen wat oneerbiedig, toen de trotse eigenaar van zo'n woonschip over zijn waterkasteel sprak - en een indruk te krijgen van het leven op de Engelse kana len. Overigens: Waterkameel moge dan een oneerbiedige bestempeling zijn, het is niettemin tevens een naam, die - gelet op de vorm van zo'n „long boat" - niet gek geko zen is. HOUDEN VAST AAN DE OUDE GEBRUIKEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1964 | | pagina 6