De Nerveuze Nerviërs Grootmoeders verhaal Het knutselhoekje ZATERDAG 4 JULI 1964 DE LEIDSE COURANT oken linnen, se! en een weinigje van de wijn, die Gods-beeld gegraveerd, terwijl op de andere kant de woorden stonden: „Voor mijn geliefde zoon, van zijn bedroefde moeder". Arme moeder, de beminde zoon, ■n/KT die stervend nog aan haar gedacht had, zou zij niet wederzien en niet mot mnofto mnertlt eens kunnen bidden aan zijn graf, zo het trieste lot delend van duizenden andere moeders. Correspondentie Gerard Ruijgrok, Wassenaar. verborgen gehouden en voor plunderaars in veiligheid hadden we ten te brengen, keerde ik spoedig te rug. Eerst gaven we de bewusteloze wat van de versterkende drank in. Toen wasten we zijn wonden uit en verbonden ze. Nadat dit geschied was vertelt ons Tets "over: sloeg hij enkele momenten zijn ogen op en met 'n blik van roerende dank baarheid tastte hij naar vaders hand en zei nauwelijks verstaanbaar: „Dat God u zegene". En na even gerust te hebben prevelde hij zachtjes: „O mijn moeder, mijn arme moeder!" Daarna verloor hij weer het bewust zijn. Na even overlegd te hebben, beslob (Wordt vervolgd) IVANHOE De slotbrug van het kasteel Rother- wood viel ratelend omlaag. De trom petten schalden. Sir Ivanhoe reed in volle wapenrusting de slotbrug over en sloeg de richting in van Asby- want. Ivanhoe ging naar het tournooi, «a even ovenegu ze neppen, uesio- Jat daar gehouden werd. Zijn schild- ten we hem in dï schuur te verber- knaa£ volgde hem en liet af en toe gen, daar de paardestal te dicht bij zu". hoorn schallen, de noort lafl en dus Been veiliee Na Gurth volgde een groep van schuilplaats bood. Daar maakte fk tien soldaten. Een ervan droeg[het voor hem een stroleger en legde er vf.ndQel "ffÏES, mijn eigen hoofdkussen op. Vervol- 'kwam Ishv gens haalde ik de oude soldatenman- n§'rit&ariQnnnrt tel, die een kozak in de paardestal j nnKtrinrtnini-nn T\/Trtt- knUniei door en waren meteen in net druK&e had achtergelaten. Met behulp van j;ö „qq„ uol dekfen GSffiggg hem met de lange, dikke mantel toe. ^en^om nog een kort slatpjl te Met tevreden maar angstig en be- doen, zodat hij straks goed uitgerust zwaard hart begaven wij ons daarna ZOu zijn. Ivanhoe werd wakker, toen zelf ter ruste. Maar ik sliep geen hy de trompetten hoorde schallen ogenblik, want steeds maar was ik ten teken dat prins John een toe met mijn gedachten bij de gewonde spraak zou houden, en steeds maar vroeg ik mij bezorgd Ivanhoe haastte zich naar het tour- af: „Waar zullen we hem morgen bij nooiveld, waar de prins al aan het daglicht verbergen voor de speuren- spreken was „en dat alle ridders die de ogen van de overheid. Elke dag deelnemen aan dit tournooi, dit op toch werden vooral de boerenwonin- een eerlijke manier doen", gen van de kelder tot 't dak door- De trompetten schalden wederom zócht naar mogelijke verstekelingen, êh prins John begon de namen af te want bij deze waren de kansen tot lezen van de ridders die er aan zou- veilig verstoppen 't gunstigst. Oh, tvat den deelnemen. Toen hy klaar was zouden de gevolgen zyn, als de speur- ging hij zitten en het tournooi begon, ders de ongelukkige zouden vinden! Toen Ivanhoe aan de beurt was en Dan zou ik mijn ouders en mijzelf zjjn naam werd afgelezen, steeg er aan de dood overgeleverd hebben een gejuich op van jewelste. Ivan- met de arme stumper in de schuur, hoe zou strijden tegen ridder Brian Ik stapte uit mijn bed en knielde de Bois, een gehate ridder uit Frank- voor 'n kruisbeeld neer om God vu- rijk. Ze gingen ieder van een kant rig om uitkomst te bidden. „O, Va- van het strijdperk, bogen voor de der in de hemel, maak toch, dat ik prins en wachtten op- het-sein- van geen spijt hoef te hebben, dat ik m'n beginnen. De kamprechter gaf het te- vader heb aangezet en overgehaald ken en de ridders stormden op el- om tegen de wet en 't verbod der kaar in en de beide lansen knapten overheid te handelen. Red ons en de als lucifershoutjes. Maar geen van arme jongen, die onze ontferming beide was gewond. 'Ze kregen nieu- zozeer nodig had. Gij hebt óns im- we lansen, weer stormden ze op el- mers geleerd vergeving te schenken kaar af en weer knapte de lansen, aan hen, die ons kwaad hebben ge- maar ridder Brian de Bois wan- daan". kelde even in het zadel en viel met In de kamer naast men hoorde ik een doffe klap op de grond, telkens mijn vader zuchten; ook hij Er ging een geweldig gejuich op, vond dus geen rust. En dan smeekte uit de menigte. Men stormde het ik maar weer: „O God, laat toch niet tournooiveld op om Ivanhoe geluk te toe, dat ik de schuld zou zijn van wensen. Prins John werd wit van zijn dood. Maria, hulp in alle nood. toorn en nijd en hy hief zyn staf op, sta ons bij en red ons. ten teken dat iedereen moest zwijgen. In kon 't ten laatste niet meer uit- Hij prees Ivanhoe om zijn moed en houden en kleedde me aan om naar kracht en reikte hem de prijs uit van de schuur te gaan.'t Was of me inge- 200 pond. geven werd, waar we hem straks vei- Het was een vrolijke groep, die lik konden verbergen n.l. in een don- naar het slot Rotherwood terugkeer- ker hok achter de keuken, waarvan de. We de ingang desnoods met de grote keukenkast konden afsluiten. Terwijl Anneke v. d. Meer, Leimuiden. ik het plan in alle bijzonderheden Zo Anneke heb je dat verhaal zelf overdacht, naderde ik de legerstede verzonnen. Je leest zeker wel eens van de ongelukkige. Ik liet de licht- missieboekjes, want daar staan wel stralen van de stallantaarn - want 't dergelijke verhalen in. was nog geen dag - op de jeugdige trekken van de soldaat vallen. Maar DE TIJGER toen zij op het bleke gezicht vie len, zag ik terstond, dat-de dood zich In een dorpje in India woonden reeds over de arme jongen ontfermd een man en een vrouw. Ze hadden had. Hij had de arme kerel zachtjes een zoontje die Kaka heette. Kaka uit het vijandelijke land daarheen had ook een vriendje Nono. Het dorp- geleid, waar de eeuwige vrede heerst, je lag op een open plak midden in Ik ging heen om mijn vader in een groot woud, waar allerlei wilde kennis te stellen van zijn overlijden, dieren huisden waaronder een .zeer Lang stonden wij beiden diep getrof- gevaarlijke tijger. De mannen uit het fen bij de dode. 't Was of dat bleke dorp hadden al een paar maal gepro- schone gelaat de vrede weerstraalde, beerd de tijger te vangen of te do- die de dood erover had uitgespreid, den maar nog nooit was er iemand De avond tevoren hadden wij bij 't levend van die jachtpartij terugge- aanleggen van het verband zijn tu- komen. niek los moeten maken en nu zagen Nu waren ze van plan om met een wij, dat zijn linkerhand op zijn borst paar olifanten op jacht te gaan. Kaka lag. Zij omknelde een klein voor- en Nono hadden gevraagd of ze mee werp, dat we de avond tevoren niet mochten, maar toen was Kwako, de ontdekt hadden omdat 't toen onder vader van Nono zó kwaad geworden, zijn hemd verborgen was. Toen we dat ze maar liever wat uit de buurt behoedzaam zijn verstijfde vingers bleven, omdat ze liever geen stoksla- losmaakten, ontdekten wij een zilve. gen kregen. ren medaljon aan een dun kettinkje. Ze zaten nu te dobbelen en te wed- Aan de ene zijde was een Moederden, dat, als ze het aan Nono's vader no waren er zelf verbaasd over dat ze de gevaarlijke tijger bewusteloos hadden geschoten. Ze kwamen de boom uit en holden naar het dorp. Hun vaders hadden met pijlen en boog de tijger niet kunnen overwin nen, maar zij, kleine jongens, wel met een geweer. Dat was toch ook wel gemakkelijker. Het nieuws werd vlug in het dorpje bekend. Het hoofd van de stam en de vaders van Kaka en Nono, gin gen met de jongens mee naar de be wusteloze tijger. Her dier lag er nog net zo. Met een bijl stak Kaka's va der de tijger dood. De twee jongens kregen een hoge onderscheiding: een paar kralen aan zouden vragen, hij ook zo kwaad zou koordje, dat het grote opperhoofd worden Nhoe, Uhoe, ook gedragen had. Nono'zei van niet, Kaka van wel. Maar ze moesten beloven, dat ze „Nou, dan moet jy het maar gaan voor hun 16de jaar met meer zouden vragen", riep Kaka. S3*"* jagen. Nono ging, maar zijn vader werd Wat waren de twee jongens trots net zo kwaad. en gelukkig! „Zie je nou wel!" riep Kak triom- fantelijk. Thea Bakker, Roelof arendsveen. Ze gingen een beétje baggeren in Met plezier heb ik naar de aardi- de rivier, tot Kaka opeens wegzakte, ge tekeningetjes gekeken, die je bij Hij gaf een snerpende gil. Nono pak- de oplossing gemaakt hebt. Nu maar te hem beet en trok uit alle macht, hopen op een prijsje. Volgende week maar hij kon hem er niet uitkrij- uitslag, gen. Kaka gilde als een mager speen varken. Nono greep een liaan (dat Mia Schaper, Alphen zijn de sterke takken van een grote vertelt over: slingerplant) deed die om Kaka's middel, maakte die aan een boom HET SCHOOLREISJE vast en ging hulp halen. De vaders van Nono en Kaka kwamen aanhol- Maandag 8 juni waren we al vroeg len. Ze trokken Kaka er uit en ga- wakker omdat we met het schoolreis- ven hem meteen een flink pak voor je niee moesten. We moesten om z'n broek. kwart voor négen op school zijn om- Nu gingen ze naar het woud, ge- dat we om negen uur zouden ver- wapend met pijl en boog en een oud trekken. Maar we vertrokken pas om geweer, dat Kaka eens gekregen had. hij half tien. We zaten net in de bus 't Was een oud geweer. Toen ze een of de meisjes begonnen te zingen: poosje gelopen hadden zagen ze een »,Hup, jongens zijn niets". En de jon- grote aap. Hy slingerde aan een liaan gens zongen toen natuurlijk: „Hup. en maakte allerlei kunstjes. Ze lach- meisjes zijn niets", ten er om. Onderweg stopten we een keer en Opeens hoorden ze gebrul. Met een daar kregen we limonade. We waren gil klauterde ze allebei in een boom. daar in een bos met er vlak bij een Daar kwam de tijger aan. Nono meertje. De jongens gingen daar kik- schoot een pijl af. Mis! kervisjes vangen. Daar werd getoe- „Zeg", zei Nono, „misschien dat dat terd en we moesten weer bij de bus geweer het nog doet. Probeer het komen. We gingen verder. De chauf- eens". feur zei door de microfoon „Kijk aan Kaka probeerde het. Er klonk een de linkerkant staat een praatpaal, dat schot, toen hij het geladen had, met is een paal met een telefoon er in. een stelletje oude patronen, die het Wanneer er een opgeluk gebeurd is, toevallig nog deden en die hij uit zijn draai je een nummer en de politie versleten broek haalde. Mis! Kaka is zo bij je". laadde weer en richtte toen het ge- „Aan de rechterkant zien jullie weer weer op de tijger. Pang!! Een een schaapherder met zijn kudde" schot! Hoera! hij had de tijger ge- We reden verder tot we bij het raakt in de rug. Dat was wel heel Openluchtmuseum kwamen en daar toevallig, want Kaka had nog nooit stapten we uit. Wat fijn! We gingen geschoten. Hij had het alleen een er binnen en het was ongeveer kwart keer van zijn vader gezien, die het voor elf. We zagen oude karren, oude hem een keer voorgedaan had. fietsen en kinderwagens, ook oude Nu nog eens schieten, wan het poppewagens en oude huizen met ta beest stond nu doodstil. Hij stond te fels en stoelen. We zagen ook molens kijken waar dat schot vandaan kwam. en een ouderwetse school. Eindelijk zag hij de jongens zitten „Schrijven jullie ook nog met een in de boom. Kaka schoot weer. Pang! ganzeveer?" vroeg een meneer. Raak in zijn kop! Het beest schud- „Nee, wij schrijven met een pen", de even met zijn kop en viel toen be- riepen we allemaal, wusteloos op de grond. Kaka en No- We kwamen om 5 voor drie bij de uitgang en we moesten er om drie uur zijn. We gingen die 5 minuten nog even boomtikkertje doen. Nu ging het verder naar Burgers Dierenpark. Wat fijn! We zagen een leeuwenkuil, tijgers apenkooien, pa pegaaien, vleermuizen en nog veel mooie vogels, te veel om op te noe men. We hebben nog ijsberen gezien ook. 't Werd weer tijd om naar huis te gaan. De bussen stonden weer klaar. Onderweg hebben we weer veel gezongen en ook veel gesnoept. Toen we thuis kwamen gingen we gauw naar bed. Dag kinders. Al door de proefwer ken heen? Groetjes van TANTE JO EN OOM TOON vol bladeren en daarmee veegde ze zich schoon. Men heeft tot dan toe altijd geloofd, dat de mens het enige levende wezen was, dat gereedschap gebruikte, maar de chimpansees benutten, naar miss Goodall kon waarnemen, bloe- menstengels, wanneer ze in een ter- mietenhoop wilden vissen. Ze du wen de steel in de hoop en likken smakelijk de termieten af, die ze er mee uittrekken. En als een stengel slap wordt breken ze dat eind eraf. In de junfle krijgt een chimpan seewijfje ongeveer om de drie jaar een jong. Het jong is altijd 's nachts bij haar, tot het ongeveer drie jaar oud geworden is. Dan verlaten de jongen hun moeder, telkens geduren de een korte tijd. Als ze zes jaar zijn blijven ze vaak vijf lot zes dagen lang weg. Miss Goodall kon toevallig zien, hoe een driejarig mannetje na zijn eerste vlucht weer terugkwam. Zijn kleine zusje sloeg haar armen om zijn hals - en toen kwam zijn moeder eraan, die hij omarmde en op de wangen kuste. HET VERJAARDAGSGESCHENK De bakker telt de kaarsen, die op de verjaardagstaat gestoken moeten worden. Willen jullie meetellen en kijken hoe oud de jarige wordt? SCHOOLBOEKEN Fa. B. DE KLER BOEKHANDEL NIEUWE RIJN 45 LEIDEN (Advertentie) •uasjee^ 6Ê :Sutssojdo JULLIE KENNEN DE CHIMPANSEES Toen Jane Goodall nog maar een heel klein meisje was, kreeg zij standjes, als ze wormen mee naar bed nam! Zij heeft zich haar hele leven voor dieren geïnteresseerd. Nu is ze 29 en ze heeft sinds 1960 drie jaar in een reservaat in Tangay ka in de Afrikaanse jurkle doorgebracht om de chimpansees te bestuderen. En ze heeft veel dingen ontdekt, waarvan men tot dan toe niets wist, orridat men de chimpansees slechts in gevangenschap bestudeerde. Miss Goodall zag b.v. op een dag hoe een kleine kudde chimpansees water uit een hol stuk tak dronk. Om er alles uit te krijgen plukten zij bladeren en doopten die in het restje, om vervolgens de druppels weer uit de bladeren te zuigen. DE HOOGSTE WOLKENKRABBER DER WERELD IN 1970 Het Empire State Building in New York is meer dan dertig jaar lang het hoogste gebouw van de wereld geweest. Dit record zal het tot 1970 kunnen houden, wanneer de twee ling torens, die voor het World Tra- de Center gebouwd worden, klaar komen, die 100 voet of ongeveer 30 meter hoger zullen worden. Het Emp» State Building heeft 102 verdiepingen - latere wolken krabbers hebben er hoogstens 60 - maar de tweeling torens zullen er 110 krijgen. Er zullen dan 50.000 per sonen in het gebouw werken - en men rekent op 80.000 bezoekers per dag voor de verschillende kantoren. De liften die de mensen in de torens omhoog brengen, zijn de snelste ter wereld. In iedere toren komen 95 liften. Als ze allemaal van beneden servetten en veegden hun vingers er- tot de bovenste verdieping zouden mee af, en een wijfje dat in de mod- gaan, dan zouden ze de helft van de der gevallen was, plukte een hand- Ze gebruikten de bladeren ook als gebouw in drie lagen ingedeeld met non-stop-liften van de le tot de 40e, van de 41e tot de 73e en van de 74e tot de 110, etage. Daardoor zal slechts een vierde deel van de bodem-opper vlakte voor de liften gebruikt wor den. De oudste wolkenkrabbers hebben beneden zeer dikke muren, omdat ze alle overige mottten dragen. Een ge bouw van 16 verdiepingen in New York heeft b.v. muren, die zes voet dik zijn. De beide torens zijn echter uit zuilen van staal gebouwd, die als een reusachtige vierhoek de buitenwan den voorstellen. Tussen de zuilen zijn dan van beneden tot boven de ven sters gebouwd. Een vervolgverhaal van Sunke en Wiske Spion voor Napoleon 7 Natuurlijk moet Napoleon tegen gehouden en onschadelijk gemaakt worden, zei Mach. Maar hij beschikt over aanzienlijke strijdkrachten. Het zal niet gemakkelijk zijn hem te over winnen. Zijn strijdkrachten zijn mis schien helemaal niet zo aanzienlijk als U denkt, antwoordde Shulmeis- ter, en veel mensen in Frankrijk zou den zich bij hem aansluiten, die hen van Napoleon'sheerschappij zou be vrijden". Mach 'en Shulmeister spra ken nog lang samen en hoemeer Mach hoorde, des te meer-hij zich verbaasde. Tenslotte riep hij uit: „U moet bij ons komen! Treed als spion in Oostenrijkse dienst". 8 Shulmeister schudde zijn hoofd: „Ik wordt gearesteerd, zodra ik Fran se bodem betreed. Maar ik heb vele vrienden in Frankrijk. Zij kunnen voor mij spioneren, mij de medede lingen toezenden en dan breng Ik U het nieuws, mijnheer de veldmaar schalk!" „Uitstekend, antwoordde Mach, begint U dadelijk alles te or ganiseren". Binnen zeer korte tijd was Shul meister chef van <Je' spio nagedienst in Wenen. Hij kreeg een vorstelijk salaris, maar Napoleon be taalde hem nog meer. Hij kocht zijn kleren bij de duurste kleermakers en nam danslessen bij de beste dansle- raar in Wenen. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1964 | | pagina 15