ook VOOR ]OU DE KRANTENTUIN Het knutselhoekje De Nerveuze Nerviërs ZATERDAG 13 JUNI 1964 DE LEIDSE COURANT PAGINA GROOTMOEDERS VERHAAL Grootmoeder zat achterover ge leund in haar geliefde leunstoel en keek met 'n weemoedige blik naar 'n ingelijst jongensportret, dat tegen over haar aan de muur hing. Het stel de een knaap voor met 'n bruine krullebol. 't Was de jongste van haar drie broers, die in de Napoleontische oorlogen, in het begin der 19e eeuw, de dood hadden gevonden op 't slag veld en ginds op vreemde bodem be graven lagen. Bij haar in de kamer speelden twee kleinkinderen, 'n jon gen en een meisje. Telkens weer rust ten grootmoeders ogen op de jongen, die een treffende gelijkenis vertoon de met het portret van haar jongste broer. Het was daarom ook, dat hij haar meest geliefde kleinkind was, een feit, dat hem ook wel enige voor rechten bezorgde. Hem kon groot moeder nooit iets weigeren, als 't ten minste binnen redelijke grenzen bleef. Enkele dagen geleden had hij van oma met zijn zusje heerlijk in een kast mogen snuffelen .waarin zij al lerlei dierbare voorwerpen, tijdens haar leven opgespaard, bewaarde. Daar hadden zij o.a. een kussentje van rood fluweel opgediept en daar op lagen een paar ridderorden, die grootvader tijdens zijn buitengewoon verdienstelijk leven verworven had. Maar op dat kussentjes lag nog iets anders n.l. een soort medailje, waar in een fijn moedergodsbeeld je ge graveerd was met een onderschrift van enkele woorden in een vreemde taal. Ze begrepen wel, dat dit geen ridderorde was en daarom hadden ze besloten er grootmoeder uitleg •over te vragen. Op deze middag nu vonden zij het •en geschikte gelegenheid. Willem, zo heette de jongen, haalde het ding voor de dag, hield het z'n grootmoe der voor, zeggende: „Oma, u heeft al zoveel mooie verhalen verteld, maar nog noo t over dit ding. Daar is vast wel een geschiedenis aan verbonden, toe, verte/ u er ons eens wat van". „Oh, stoute kinderen, hebben jul lie dat gevonden, juist 't voorwerp, waar zulke droeve herinneringen aan zijn verbonden voor mij. Leg het maar weer gauw op zijn plaats". „Maar oma, we willen 't zo graag weten, wat het voor u te betekenen heeft, zei Anna, het meisje. Mis schien 'n andere keer, kindje. „En dit zeggende nam zij de medailje en leg de ze weer op haar plaatsje in de kast. Willem had de droevige trek op grootmoeders lieve gezicht gezien en stiet z'n teleurgestelde zusje aan om haar te beduiden, dat ze nu niet ver der moest aandringen. Maar een paar weken later vierde Duitsland een feest n.l. de herden king van de slag bij Leipzig en dat feest werd de aanleiding voor groot moeder om de geschiedenis te vertel len, waar de kleinen al die tijd al op gevlast hadden. Jullie weten misschien al wel van school, dat de slag van Leipzig voor Duitsland en een groot deel van Eu ropa 't begin is geweest van de val van Napoleon. Daar 't zwaar gebukt ging onder zijn dwingelandij, heerste er grote vreugde, dat hij eindelijk een zware nederlaag te verduren kreeg, 't Was eigenlijk al de dood steek voor hem na de vreselijke tocht naar Rusland. Maar nog had hij weer zijn leger weten te verzamelen en behaalde bij de plaats Hanau nog een laatste overwinning. Toen was 't evenwel uit met zijn macht. Deze laat ste slag had hem zulke zware verlie zen bezorgd, dat de resten van zijn eens zo beroemde legers hals over kop naar Frankrijk moesten terug vluchten. Zij werden daarbij onop houdelijk achterna gezeten door de vijanden en vooral door de Kozak ken, die op hun kleine, snelle paard- jes de vluchtenden geen ogenblik rust gunden en alles en alles neersa belden, wat binnen hun bereik viel. En de bewoners van de gebieden, waar de vluchtenden door heen trok ken was het op doodstraf verboden de Fransen ook maar de geringste hulp, in welke vorm ook te bieden. Dit stukje geschiedenis heb ik maar ingevoegd voor 't goed begrip van 't verhaal, dat de grootmoeder de vol gende week zelf verder vertelt. (Wordt vervolgd) OPLOSSING VAN DE VORIGE WEEK Noordwijk, Valkenburg, Boskoop, Gouda, Reeuwijk, Nieuwkoop, Lei den, Naaldwijk, Rozenburg, Zoeter- meer. Zoals jullie zien is het geen Rijs wijk maar Reeuwijk. Er stonden dui delijk 3 puntjes tussen R. en W. Onder de goede oplossers hebben we geloot en toen waren Bennie Baak, Bijdorpstraat 26, Sas- senheim en Liesbeth v. d. Geest, Rijndijk 5B, Hazerswoude de geluk kigen. Verder kwamen nog goede oplos singen binnen van: Ade van Veen, Lisse; Lidy Kooter, Hazerswoude; Ellie Kerkvliet, Ha zerswoude; Nico en Lit Zwetsloot, Hazerswoude; Ellie Baugsman, Ha zerswoude, Ria Kerkvliet, Hazers woude; Ank Buters, Warmond; Ma rian Buters, Warmond; George Ver- sluys, Warmond; Paula Rijsdijk, Voorschoten; Corrie de Jong, Hazers woude; Wim den Haan, Langeraar; Ronald Kranenburg, Lisse; Marjan Bouterse, Abbenes, Rinie v. d. Lans, Lisse; Trudie Krijger, Oude Wetering: Elly v. d. Klauw, Bodegraven; Rozel- la Drijfhout, Den Haag: Annie van Es, Buitenkaag; Ada Keijzer, Leimui- den; Anneke Welsink, Warmond, Ria van Klink, R.A.-Veen; Tommie en Maria Bunnlk, Aarlanderveen; Nelle- ke v. d. Veek, Nw.hout; Willy van Noord, Voorhout; Bert van Leeuwen, Zoeterwoude; Sjaan Berg, Zoeter- woude; Corrie Spek, Leiden; Elly Berg, Benthuizen; Marga Heemskerk Koudekerk; Josje Wijfjes, Aarlander veen; Ineke v. d. Akker, Leiden, Ri nie van Noort, Zoeterwoude; Ria de Groot, Zoeterwoude; Greet je v. d. Zalm, Zoeterwoude; Nellie Groene- weg, Stomp wijk; Gerrie v. d. Zande, De Kwakel; Louise de Frankrijker, Hazerswoude; Agnes v. Nierop, Ha zerswoude; Nellie Oudshoorn, Stomp- wijk; Annie Klein, Oude Wetering; Nico Rodenburg, Boskoop; Jan Ste vens, Alphen; Ellie van Zoest, Bode graven; Ellie Lubbe, Oegstgeest; Wim Freriks, Leiden; Rozalia Straathof, Leiden; Roza Hartveld, Langeraar; Bobbie Hartveld, Langeraar; Annie Langemaire, Warmond: Wim Wan- sinck, Hazerswoude; Maria van Wie- ringen, Nw.hout; Antoinette Hooger- vorst, Sassenheim; Joke en Fietje v. d. Hulst, Voorhout; Lia Daleman, Lei den; Rita v. Seggelen, Oud Ade; Alie Markus, Oud Ade; Josje van Cleef, Oegstgeest; Jacqueline v. d. Hoeven, Voorhout; Herman v. Teijlingen, Ha zerswoude; Betty v. Teijlingen, Ha zerswoude; Sjaan Oudshoorn, Hoog- made; Henk Langeveld, Voorhout; Nellie van Leeuwen, Voorhout; Bep- pie Scholtes, Stompwijk (met dank voor de mooie kaart); Wille v. d. Meer, Berkel; Ria van Leeuwen, Zoe- termeer; Joke van Leeuwen, Zoeter- meer; Emmy Wijfjes, Aarlanderveen; Wilma, Janson, Stompwijk (met leu ke tekening); Ria Koot, Rijpwete- ring; Ineke Verdegaal. Nw.hout: Ria Kempen, Hazerswoude; Peter Roden burg, Wassenaar; Corrie v. d. Geest, Ter Aar; Hans v. d. Kerkhof, Zoeter woude; Eef Nijhuis, Leiden; Trudie Koot, Aarlanderveen (met tekening), Ali van Zaal, Lopil (briefje volgt); Annemarie Kapteijn, Hoogmade (met een blad vol tekeningen, Leuk!); Ma rian Heet velt, Leiden (op mooi post papier) Greet, Aat, Adrle, Ria, Theo, Harrie en Jan Leliveld, Neuwveen; Nico Stokman, Hazerswoude; Joke Boere, Hazerswoude. NIEUWE OPGAVE hand, ei, goud, begin, eind. Jullie begrijpen het dus goed, het worden vijf spreekwoorden en in elk komt één van de vijf woorden. De oplossingen inzenden aan: Tan te Jo en oom Toon, Krantentuin, Leidse Courant, Papengracht, Leiden CORRESPONDENTIE Joke Boere, Hazerswoude. Kijk Jo ke, jouw lange verhaal is vandaag het eerst aan de beurt. EEN MOEDIGE DAAD Jan, een grote flinke jongen, hield veel van konijnen. Hij had er wel twintig. Hij verzorgde ze en mestte ze goed. Op zekere dag had er een konijn gejongd en het was juist zijn lievelingskonijn Witje. Het waren leuke konijntjes. Toen ze zes weken oud waren kwam er een onbekende man aan de deur. Hij vroeg of hij Jan even kon spreken. Jan kwam en de man vroeg of hij z'n konijnen eens zien mocht. Jan vond het goed, ging met hem mee en liet hem z'n konij nen zien. De man vond ze mooi, voor al Witje met zijn jongen. „Zeg Jan, kan ik zo'n jong konijn tje van je kopen?" vroeg hij. Jan schrok er van. „Nee mijnheer, ik wil er geen een kwijt", zei hij vlug. „Nou dan maar niet". En de man ging heen. Hij vertelde het later aan vader en moeder en die waren ook blij, omdat hij „nee" gezegd had. 's Avonds ging hij blij naar bed. De volgende morgen om 7 uur stond hij al klaar om zijn konijnen te voeren. Zoals gewoonlijk was hij 't eerst buiten. Eerst voerde hij de gro te konjjnen en kwam 't laatst bij het hok van Witje. Hij deed de ruif open en schrok heel erg, 't hok was leeg. Hij holde naar huis: „Vader, moeder, Witje en zijn jon gen zijn weg!" riep hij. Vader en moeder kwamen vlug naar buiten om te kijken. Ja, hoor, 't hok was leeg. Vader ging de politie opbellen en die zou een onderzoek instellen, maar daar had Jan zijn konijnen nog niet mee terug. 's Avonds toen alles sliep kleedde Jan zich zachtjes aan en sloop naar buiten, want hij wilde weten of die man nog meer konijnen zou komen stelen. Hij ging op een verborgen plaatsje zitten wachten. Hij had er al een paar uur gezeten toen hij iemand de tuin in zag sluipen, regelrecht op de hokken af. Toen hij vlak voor de hokken stond sprong Jan op hem toe en pakte hem in zijn nek. De man wilde zich omdraaien maar Jan gooi de hem op de grond en ging boven op hem zitten. Met z'n vuisten sloeg hij de man op z'n gezicht terwijl hij alsmaar schreeuwde: „Vader! moeder! ik heb de dief. Bel de politie!" Jan bleef maar schreeuwen. Vader en moeder schrokken wakker en vlo gen verschrikt naar beneden om te zien wat er aan de hand was. Ze za gen Jan worstelen met die vreemde man. Vader kwam net op tijd. om te helpen, want Jan had het niet lang meer volgehouden. Moeder belde in tussen de politie en al heel gauw kwamen de agenten met de overval- dagen. De dief werd geboeid en in gesloten. Jan kon weer rustig sla pen. Freddy Hesselink, Leiden. DE KLEINE HEKS Er was eens een kleine heks, die pas 175 jaar oud was. Ja pas! Want 175 jaar is voor een heks helemaal niet oud. Ze woonde in een huis, met een scheef dak, midden in het bos. Ze woonde er echter niet alleen, nee ze woonde er met een raaf, Albrasas. De heks en de raaf hadden nooit ruzie met elkaar en het mooiste was, dat de raaf kon praten. De heks vloog op haar bezemsteel iedere dag naar de stad, maar dan mocht de raaf nooit mee, dat was wel naar. Op een mooie lentedag kwam er een andere heks bij hen inwonen. Dat was een grote boze heks, die het helemaal niet goed vond, dat de klei ne heks iedere dag naar de stad ging. De kleine heks stoorde er zich hele maal niet aan en ging toch naar de stad. Hoog boven de bomen fladder de ze op haar bezemsteel. De grote heks was kwaad, prevelde een tover spreuk en daar viel de kleine heks met één slag naar omlaag, terwijl de bezemsteel alleen terugkwam. De raaf had medelijden met haar, vloog boven de toppen van de bomen en speurde met zijn scherpe ogen naar omlaag. Daar zag hij haar lig gen, als een zielig hoopje, met ge broken armen en benen. Met zijn sterke snavel droeg hij haar naar een plek zacht mos en verzorgde haar zo goed en kwaad het ging. In de stad pikte hij op de markt appelen en ander fruit ook wel brood en drin ken. Zo knapte het heksje op en samen bouwden zij een nieuw huisje. Bert van Heugten, Leiden. NAAR DE BEESTENMARKT Op een dag was ik naar de lorre- boer gegaan. Ik had mijn broertje bij me. We moesten langs het huis van mijn tante. Ze stond voor het raam en riep ons. „Zeg jongens, hebben jullie zin om morgen mee naar de beestenmarkt te gaan?" Natuurlijk wilden we dat graag. „Als jullie morgen om 9 uur bij me bent, dan gaan we". We waren goed op tijd. Toen we daar aankwamen, zagen we alleen nog schapen, kleine en grote. We gingen verder en zagen biggen en varkens. Hoe verder we kwamen, hoe meer dieren we zagen, want er waren ook geitjes. Er was één geitje zó klein, dat hij niet op zijn pootjes kon staan. Ook waren er heel kleine konijntjes en eindelijk zagen we «ig koeien. We bleven nog een poosje kijken naar een schaap en een paar lammetjes die in de auto gedreven werden. Het schaap sprong over het hek en een lammetje er achter aan. Het was heel leuk op de beesten markt maar toen gingen we echt naar huis. Dag kinders, volgende week ver der. TANTE JO EN OOM TOON Je kunt natuurlijk ook andere grappige gezichten op het doosje plak ken om andere effekten te krijgen en doe dan weer 't zelfde. „ENORM" De vloed periodieken voor de jeugd wordt met de dag groter. Begin deze week ontvingen wij „Enorm", een ons tot dan toe volmaakt onbekend blad. Mogelijk is het ons toegestuurde num mer de eersteling. Dit uit twaalf pa gina's bestaand blad, dat in Gronin gen wordt gedrukt, onderscheidt zich in verschillende opzichten van ande re teenerblaadjes, maar deze ver schillen vallen niet altijd ten gunste van „Enorm" uit. De althans in dit nummer geplaatste foto's zijn bijzon der slecht, maar daar staat tegenover, dat de redaktie en dit is bepaald een winstpunt zich beijverd heeft eens iets anders te brengen, 't Klei ne rubriekje „Van anderen" bestaat uit kritiekjes en grappige verhaal tjes, waarvan enkele bijzonder ge slaagd. De redaktie durft iets, blij kens de kritiek op de redacteur van een tienerrubriek in een van Neder lands bekendste ochtendbladen. De rest van dit nummer is echter nau welijks de moeite waard. Een hele pagina wordt gevuld door een wan smakelijk verhaal over jeugdalko- holisme, de Beatles staan vijf keer afgedrukt op een veel te sombere fotopagina, en „The Beatles Story" is niet alleen bijzonder slecht van stijl, maar soms volmaakt onbegrijpelijk. Overigens: de enkele opmerkelij ke rubriekjes houden een belofte in. Misschien komt er nu eindelijk een blad, dat zich in kritische zin durft te uiten. „THE VOICE" Voor de Frank Sinatra-fans heel be langrijk nieuws! „The Voice" komt waarschijnlijk in september, verge zeld van het voltallige orkest van Nelson Riddle, naar Nederland. De plaats van het optreden staat nog niet vast. Spoedig hierover meer! HELPT 'T MUISJE Het is op weg naar huis, waar zijn moeder hem wacht. Pas er op, dat 't niet van de juiste weg afraakt, niet te veel van de kaas snoept of in de val loopt. KAMELEN IN CALIFORNIE In 't jaar 1856 kwam ln Texas een scheepslading uit Azië en Afrika aan. Zij werd ontvangen en verder bege leid door luitenant Edward Beale, die zich in 't hoofd gezet had, de ka meel in Californië als huisdier in te voeren. De karavanen trokken over de bergen en woestijnen en kwamen behouden op de bestemde plaats aan. Met de kamelen waren natuurlijk ook kameeldrijvers meegekomen, die met de omgang met deze dieren ver trouwd waren. De afspraak was, dat zij die kennis en ervaring aan Cali- fornische mannen zouden overdragen maar daarvan is niet veel gekomen. De Amerikanen konden met die ei genaardige vreemdelingen en hun koppige beesten helemaal niet op schieten. Zij gebruikten bij voorkeur hun muildieren, als er waren over grote afstand vervoerd moesten wor den. Van lieverlede werd dan ook de proef opgegeven. Een aantal kame len werden gewoonweg de wildernis ingedreven, waarin de dieren zich zelf wel redden. Vele jaren later kwam het nog dikwijls voor, dat rei zigers opgewonden kwamen vertel len, dat zij heel vreemde dieren met bulten op hun rug door de woestijn hadden zien trekken. In de buurstaat van Californië nl. Arizona staat een gedenkteken ter nagedachtenis van Hadji Ali, de meest geliefde en ge vierde Arabische kameeldrijver. Het is als een pyramide gebouwd en op zijn hoogste punt- troont een grote dromedaris (kameel). ROLLENDE OGEN Knip de beide tekeningen uit. Plak die met het gezicht op een leeg luci fersdoosje. Die met de stippels plak je op de bodem van het schuifje en schuif 't dan weer omgekeerd erin. Vervolgens knip je nog de cirkel ronde oogholten uit en als je dan het schuifje heen en weer schuift, lijkt 't net of 't jongetje met zijn ogen rolt. Een vervolgverhaal van Suske en Wiske KONING ARTHURS MOEDIGSTE MAN 31 Sir Lanceloet pakte snel zijn wa pens op. Hij vreesde een nieuwe aan val, omdat 't slot van de ridder zo dichtbij was. Vervolgens besteeg hij zijn paard en reed weg, God dankend dat hij al zijn avonturen zo gelukkig overleefd had. Twee dagen voor Pinksteren bereikte hij weer het pa leis van koning Arthur. De koning en al zijn hovelingen verheugden zich ten zeerste hem eindelijk weer terug te zien. 32 Korte tijd daarna kwamen ook de ridders terug, die door Sir Turquine gevangen genomen waren en in de kelder van zijn burcht opgesloten waren geweest. Allen dankten Lan celoet, die hen bevrijd had, nadat hij Turquine, die na Lanceloet als de sterkste ridder beschouwd werd, had verslagen. De heldendaden, die Sir Lanceloet op zijn reizen verricht had, werden aan het hof steeds maar weer her haald en hij werd door allen erkend als de dapperste ridder der hele we reld en daarom ook door iedereen geëerd en bewonderd. (Eind«)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1964 | | pagina 5