C 1 N t IE KRANTENTUII N Het knutselhoekje De Nerveuze Nerviërs ZATERDAG 23 MEI 1964 DE LEIDSE COURANT PAGINA 1» nog ergens een groot gebouw; we za gen er weer een gleufje. We deden er weer een dubbeltje in en daar be gon opeens een scharensliep en een orgel te draaien. We hebben ook het Vredespaleis gezien, dat was hoog, maar tooh nog niet zo groot als ik. Er was een grote toren en die was bijna zo groot als mama. Er was een haven met veel boten, er liepen trei- HET ONDERGRONDSE LABORATORIUM „Waar is de hopman toch heen?" vroeg Peter. „Hij is op de fiets naar het dorp", zei Paul, die overal zijn neus in stak. „Hij zal zo wel terugkomen", meende Chris. Hierna werd verder gepraat, tot de hopman terugkwam. Maar die zei maar niets en liet de jongens met hun stille nieuwsgierigheid naar bed gaan en weldra sliep ook de hele bups. Paul werd evenwel, waar schijnlijk vanwege de hevige span ningen van de voorbije dag, na korte tijd weer wakker en voelde toen een hevige dorst. Hij kroop uit zijn slaap zak en stapte over de slapende mak kers heen om naar buiten te gaan. Daar hing aan een balk bij de keu ken een volle waterzak met erna&st een bekertje. Hij nam een slok, maar verslikte zich bijna, toen hij juist op dat openblik hetzelfde geluid vernam dat zij die nacht ook op het kasteel gehoord hadden. Hij sloop terug naar Chris en schudde hem wakker. „Chris, word wakker en kom mee naar buiten", fluisterde Paul, „maar zachtjes hoor!" De gewekte liep nog slaapdronken achter Paul aan, maar toen hij ook die geluiden hoorde, was h(j opeens klaarwakker. „Zeg, wat gaan we nu doen?" vroeg hij. Maar Paul gunde zich nog geen tijd om te antwoorden. Hij stapte re soluut op de leiderstent af. ging naar binnen en kwam na enkele ogenblik ken met de vaandrig terug. Deze luisterde ook even naar die vreem de geluiden en vroeg toen: „En wat willen jullie in de nacht gaan doen?" „Gaan kijken!" „Goed, kleed je dan maar aan" De jongens gingen dus weer naar hun tent en schoten haastig in hun kieren. Het was zomer, dus niet koud. De vaandrig haalde z'n zaklantaarn en ging ook mee. „Ik heb de hopman wakker ge-* maakt en hem gevraagd of we moch ten gaan, dus we hebben de hoogste toestemming nu". De jongens moes ten even lachen en toen ging 't met z'n drieën op onderzoek uit. De maan soheen, zodat de zaklantaarn zijn nut niet eens hoefde te bewijzen. Hoe dichter zij bij de ruïne kwamen, hoe luider de klanken werden, die hun tegemoet klonken. Ze hadden zich wél eens afgevraagd, waarom ze hier nooit een dorpbewoner zagen, maar nu wisten ze het. De ruïne was om haar geheimzinnigheid vast berucht in het dorp; die vreemde geluiden gaven haar iets spookachtigs. Bij de raampjes gekomen, gingen ze languit in het struikgewas liggen. In het la boratorium was een man met lange spierwitte haren doende met een ke tel, die op een primus stond. Toen hij zich omdraaide zagen ze, dat hij ook een flinke, sneeuwwitte baard droeg. „Net Abraham", fluisterde Paul: Eén zacht gegrinnik klonk als ant woord. Omdat het raampje open stond, hoorden ze de man in zichzelf murmelen, maar af en toe gilde hij zelfs hardop. Paul fluisterde in 't oor van de vaandrig: „Het lijkt wel een krankzinnige". „Ik geloof 't waar achtig ook, want hij doet wel wat vreemd", fluisterde de vaandrig te rug. Ondertussen begon de ochtend al wat door te schemeren, zodat het zoetjesaan wel raadzaam was om te rug te keren. Nog even wachten, want daar kwam waarachtig de baron de kel der binnenstappen. Hij keek eens in de ketel en vroeg: „Wat heb je van nacht zoal uitgevoerd?" De oude mompelde iets onverstaanbaars en wees met zijn hand naar de ketel. „Is het haast klaar?" vroeg de baas blijkbaar nogal ongeduldig. Abra ham schudde van nee. Daarop pakte de baron hem bij de arm en 'voerde hem door de deur zeker mee naar het kasteel. Het licht ging uit en 't werd stil. Slechts een zacht gezoem van 'n motor was nog maar hoorbaar. De vdandrig en de jongens stonden op, béwogen hun stijf geworden ledema ten eens flink en gingen in vlugge pas naar 't kamp terug, waar ieder een nog rustig scheen te slapen. (wordt vervolgd) Oplossing van de vorige opgave. Stadskanaal Groningen Hindeloopen Friesland Schoonebeek Drente Nijverdal Overijsel Zevenaar Gelderland Montfoort Utrecht Wormerveer Noord-Holland Ridderkerk Zuid-Holland Renesse Zeeland Hilvarenbeek Noord-Brabant Kerkrade Limburg Na loting kreeg Corrie Boere, Zuid- dijk 11 Hazerswoude het boek. Er zijn heel veel goede oplossingen binnengekomen enze zagen er allemaal goed verzorgd en netjes ge schreven uit. Dus voor allemaal de vlag uit! Hier zijn de goede oplossers: Cor rie v. d. Meer Berkel, Henny v. d. Voet N.w. hout, Annie v. d. Hulst Al phen, J. v. d. Berg N.w. hout, Elly Brugman Hazerswoude, Treesje Zwiers Langeraar, Marijke en Rina Bontje N. Wetering, Ria Zwetsloot N. Wetering, Ria Cozijn Noord wij- kerhout, Thea Hoogkamer Abbenes, Rozella Drijfhout De Kaag, Paula v. d. Akker Zoeterwoude, Ank Besters Warmond, Toos van Leeuwen Zoe terwoude, Wim Wansinck Hazers woude, Ria van Leeuwen Zoetermeer, Marjon Bouterse Abbenes, Marian Laken Leiden, Herman v. Teylingen Hazerswoude, Ria van Teylingen Ha zerswoude, Paula Duits Alphen, Jos van Leeuwen Alphen, Wim v. d. Pijl Langeraar, Willy de Horde De Kwa- kel, Nellie van Velzen Zoeterwoude, Mieke Schalks Noordwijkerhout, Ria Wensveen Leidschendam, Freddy Janssens Leiderdorp, Mien en Lia v. d. Jagt De Kwakel, Ellie van Zoest Bodegraven, Jeane Bunnik Bodegra ven, Cobie van Leeuwen Alphen, Ge rard en Maria Bunnik Aarlander- veen, Corrie Boere Hazerswoude, Ida Duivenvoorden Noordwijkerhout,. Antoinette Hoogervorst Sassenheim, Anja Hoogeboom Rijpwetering, Ine ke en Greetje Zwetsloot Hoogmade, Jan Lemmers Voorhout, Ton van Dij Sassenheim, Karin de Jong Roelof- arendsveen, Ineke v. d. Akker Lei den, Alie Mooren Rijpwetering, Tru- die Koot Alphen, Liesbeth v. d. Geest Hazerswoude, Jan Boere Rijpwete ring, Anna Marie Kapteijn Hoogmade (met een paar aardige tekeningen), Bea Onderwater Lisse. NIEUWE OPGAVE Vandaag geef ik 10 plaatsnamen op, weer met weglating van de klin kers. Maar nu zijn het alleen plaat sen uit de provincie Zuid-Holland, dan kunnen de kinderen uit de der de klas ook meedoen. Deze keer verloot ik twee mooie boeken onder de goede inzendingen. Doe je best en pak je atlas er maar gerust bij. N - - rdw - k; V - lk - nb - rg; B - s- k - - p; G--d-; Rw-k; N - - - wk - - p; L - - d - n; N - - ld- w-k; R-z-nb-rg; Z - -1 - rm - - r. Oplossing insturen aan: Tante Jo en Oom Toon, Krantentuin Leidse Cou rant Papengracht Leiden. CORRESPONDENTIE Joop van Zaal, Lopik. Onze Joop schrijft: Dit gedichtje heb ik niet zelf gemaakt, maar ik ken het wel hele maal van buiten. Nu hoop ik toch dat het in de Krantentuin komt". Wat zal ik doen? Doen maar, hè Joop! Toch moet je eens proberen zelf iets te maken. Samuël De grote walvis Samuël Die wist het wel, die wist het wel. Hij vluchtte onder water. Als Samuël dat niet zou doen, Dan kwamen ze met een harpoen. Wat vroeger of wat later. Dan maakten ze van Samuël Van kop en vin en staart en vel Een soort van magarine. Maar Samuël begreep dat wel, En zat zodanig in de knel En kon alleen maar grienen. Hij jammerde van ach en wee, was een fijne dag. Ton Flerig Leiden Zijn traantjes vielen in de zee. Het waren walvistraantjes. EEN VERHAAL VAN BLES „Ze vangen mij", riep Samuël „En wat er overblijft, jawel „Dat Is een handvol kaantjes". Daar kwam een lieve albatros, Die riep: „Kom, kom, 't loopt wel los, mij een verhaal kwam vertellen' „Je moet je tranen stelpen. „Dat kan ik wel doen", antwoord- „Ik waarschuw je, hoor Samuel. „Ik zie die walvisvaarder wel. „Ik zal je heus wel helpen". En toen de walvisvaarder kwam, Prinses Beatrix Gisteravond hield de Vereniging Ao Rp/f/rir.^APDP van oud-leerlingen der Ambachts- openae r>euirix-tiucVV school haar maandelijkse bijeen komst. Na opening door de voorzit- Gistermorgen heeft H.K.H. prinses ter hield de heer C. G. van Hagen, Beatrix de kinderboerderij van de controleur van het leerlingenstelsel „Johanna Stichting" in Arnhem, de van de Algemene Centrale Verwar- iiHvui. ui—I vt.„, imi —.,1 b. lib,- ..Prinses Beatrix-hoeve", officieel ge- mings Industrie te Den Haag een in- nen en er reden auto's. Toen we de °Pend- BÜ ,ha?r aankomst, m iezel- leiding betreffende: „Nederland ligt hele stad waren rond geweest gingen schaP va? J°nkvrouwe S barones- achter met centrale verwarming we naar een eafè om iets te drinken se van Boetselaer, werd ze begroet Ter verduidelijking werd een kleu- en daarna gingen we er hit. Later door de commissaris deiKoningin in renfilm vertoond getiteld: „Verwar- 7iin we nop naar de film ceweest Het de provincie Gelderland, mr. H. W. mmg kan niemand koud laten". Op we n(% d€ füm «eweest- Het Bloemers, de burgemeester van Arn- duidelijke wijze zag men de montage hem, de heer C. G. Matser, de voor- Van verschillende verwarmingsin - zitter van het bestuur van de „Jo- stallaties.'Van het stellen van vragen hanna Stichting", mr. A. H. van den werd een dankbaar gebruik gemaakt. Wollènberg, en de geneesheer-direc- De voorzitter dankte de spreker voor teur, dr. A. Klapwijk. Een patiënt de leerzame avond. t J van de „Johanna Stichting" bood de - Bles stond op stal t use en Schim- pr}nges bloemen aan. mei en Bruin. Toen zei Bruin: „Ik wou dat er eens iemand kwam die Het openingsceremonieel verliep met geheel naar wens. De bloemen slinger, die een houten bord met de naam van de kinderboerderij ver- de Bles. „Fijn zei Bruin, „ga je dan borg, wilde niet wijken, nadat de vertellen?" DERTIG INBRAKEN OPGEHELDERD De politie in de agglomeratie Den Een"heel^roörVchip"(üT^Amsterdam, ï'h™"'hebben t" U^iTt'nofnJS mee beo? B'ngIn bl?uden' J,erd de steiSermKer"J.'v.~i.ï. idt Den HmV tv»*»» „r„„A** noeven neDDen en ut wist nog niet naam „Prinses Beatrix-hoeite zicht- dje als de hoofddader is aangemerkt, Toen wonder boven wonder. Toen zei de albatros: Hallo! „Zeg Samuël het is weer zo. „Hé Samuël, duik onder!" En Samuël dook in de zee. En hoefde niet in de haché En niet in de margarine. „Bedankt! bedankt!" riep Samuël De albatros zei: „alles wel Oké, om je te dienen!" „f j i --v., T->_ Wfto». „xxiuocö xjcauiA cue ais de nooiuaacier is aangemerKx, °Lda' 5? „5b? bracht baar Onmiddellijk hierop zwaaiden de 43-jarige Haagse timmerman G. .EeVmoïï paard", zei de knecht eeïbokkenwaag°S ze" X'iT* d* 19"iarige van de smid ik 7011 er wel een, nn f een bokkenwagen met zes Th. J. A. v. M., eveneens uit Den Haag ÏÏflen rhdïn" patientjes van de „Johanna Stich- eu hun stadgenoot de 37-jarlge schip- Dat famais de hoeven er onder ?ng" Z&, b°den- de Pnnses een bor" per G.v.d.Z., broer van de hoofd- „Dat Kan, ais ae noeven er onaer duurwerk aan in de vorm van een dader zitten zei de smid. Na ruim een half hnoV „r. uur waren we klaar en de knecht u kk xe^end inëebroken te klom op mijn rug. We gingen in de Na de koffie bezocht de prinses hebben m Zoetermeer Delft, Voor- richting van de boerderij. De knecht °-m* de paramedische therapie-afde- schoten, Leidschendam, Leiden, Voor- Een albatros is een heel grote vo- zat maar te schreeuwen en aan de lmS> die een van de modernste in burg, Rijswijk en Den Haag. Hun gel, die alleen in de Zuidpoolstreken leidsels te trekken Opeens begon hij geheel Europa is. Uniek is het loop- buit bestond vooral uit gereedschap- voorkomt. me te schoppen. Be schrok er van en bad met beweegbare vloer. Doktoren pen als schiethamers, boortollen, cir- sloeg op hol Ik rende en sprong kunnen door ramen in de zijwand de kelzagen en schrijfmachines. De po- Agnes Breuring Leiden. over het hek van de boerderij. Ver- bewegingen van de kinderbenen on- litie heeft deze voorwerpen bij een der rende ik de wei over. Opeens der water gade slaan. zestal helers m beslag genomen. De NAAR MADURODAM stond ik stokMyf voor een sloot, ik Omstreeks kwart over twaalf ver- waarde van het gestolene wordt ge- boog mijn kop heel diep naar bene- trok prinses Beatrix van de kinder- schat op ongeveer f6.500.-. We zouden in de paasvakantie naar den en toen gleed met grote angst Madurodam gaan, dat is een klein de knecht met een vaart over mijn pen. Hij kon ofwel rauwe havermout vens spannend, als je ziet, hoe ieder - miniatuurstadje bij Den Haag. Het nek de 9loot in. Hij wilde aan de kant of droge paard emoppen in zijn ra- een zich geweldig met dat be weeg- was maandag en mama zei: „Kom waar ik stond weer uit de sloot krui- diator gooien. Deze hulpmiddelen lijke ding op z'n hoofd bezig houdt, we gaan vandaag naar Den Haag", pen maar ik liet mijn tanden zien werden dan in de kieren gezogen, zonder er met de vrije hand aan te 'N GRAPPIG SPELLETJE We gingen naar het station en we en zo sprong hij van angst weer in zwollen op en sloten zo het gat. moesten even wachten op de trein, het water. Aan de andere kant van de Toen we in Den Haag kwamen, gin- sloot kroop hij er weer uit. In zijn gen we met de tram verder naar Ma- doorweekte kleren ging hij naar zijn durodam. Daar kocht mama twee baas terug. Dat was zijn verdiende kaartjes en een boekje en toen gin- loon. gen we het stadje in. Wat was dat Dag allemaal. Volgende week weer allemaal leuk. We kwamen bij een verder, kermis. Er was ergens een gleufje en als je daar een dubbeltje in gooi- TANTE JO E!N OOM TOON. de ging alles draaien. We zagen ook mogen komen! In Kopenhagen leeft in de dieren tuin een luipaardejong, een bijzonder mooi en krachtig exemplaar. Hoe wel pas 8 maanden oud is het van de punt van z'n snuit tot die van zijn staart zo lang als een volwassen man en al zo sterk, dat zijn oppasser 't nodige, ontzag voor hem heeft. Maar het beest krijgt elke dag be zoek van iemand, die helemaal niet bevreesd voor hem is. 't Is zelfs zó sterk, dat ie de jonge luipaard 't stuk vlees voor zijn snuit weggrist, waar die juist zijn tanden in zal gaan zetten. Je zou zo zeggen, dat moet dan wel een ander, nog groter en sterker roofdier zijn, dat zó iets durft. Mis hoor! 't Is maar een vrij ,i. klein hondje, die dat bravourstukje S» f"! b«na dae aan da« durft te halen' t^ei Maar 't is verklaarbaar als je weet, een schoteltje. Zet dit op en zet je met je medespelers op stoe- kjeine snaak precies weet, len rondom de tafel, elk een lepel hoe hij die jonge luipaard moet aan- "id® rechterhand en een blikken pakken. Deze werd n.l. toen hij nog -(of-plastik) beker op het hoofd.- Dan maar heei jong was van zyn moeder ga je proberen alle kogeltjes (kn.) weggenomen èn kreeg toen dit hond een voor eén met de lepel m de be- je als pleegmoeder. Zo komt het, dat ker te wippen. De linkerhand mag deze oak maar geen ziertje vrees daarbij niet meehelpen ook niet de vert00nt tegenover de jonge reus. beker vasthouden. Als de beker valt, Zij speelt met hem en plaagt hem moet men opnieuw beginnen. spelend ook dikwijls tot hij begint Je kunt er zo een wedstrijd van te knorren. Maar dan hoeft 't kleine maken met kleine prijsjes. Het is pleegmoedertje maar even driftig te- zeer moeilijk, vooral ook om de be- gen hem te blaffen en dan trekt hij ker in evenwicht te houden en te- zich terug in 'n hoekje. CU eia-44 OUDE AUTO'S duur. In plaats daarvan maakte men een papje van fijngehakte veren en In het begin dezer eeuw was het melasse (is 'n soort stroop). Men nog geen onverdeeld genoegen om pompte dan een kommetje vol in de een auto te bezitten. De wegen wa- band en als men dan het wiel liét ren slecht en stoffig en de autofabri- draaien, terwijl de pap nog vloeibaar kanten hadden daar nog geen reke- was, verdeelde deze zich over de ning mee gehouden. Ze bouwden de binnenzijde van de band. Daardoor motor zo diep in, dat alle stof en werd deze weer zo dicht, dat men vuil van de vergasser werd opge- er weer een paar kilometer mee kon zogen. Telkens als de berijder een rijden, tot hij ten laatste uit elkaar paar kilometers afgelegd had, moest sprong. Dan vlogen de brokken hij stoppen om de boel weer uit el- ovéral rond en kwamen zelfs op de kaar te nemen en te reinigen. De passagiers terecht die in de open vele gaten in de wegen veroorzaak- wagen zaten. De melasse werd n.i. ten gebroken veren en assen. Men als ze heet werd, weer vloeibaar. De kende nog niet de methode om staal verhitting en 't voortdurend stoten zo te verharden, als dat tegenwoor- en hotsen deden zo'n band dan steeds dig gebruikelijk is. maar lekken. Maar de chauffeur wist Ook de autowielen vormden nog twee soorten pracht geneesmiddelen een moeilijk probleem. In begin van om zich in geval van nood te behel- deze eeuw hield een wiel het in doorsnee maar 2800 km uit. Tegen woordig gaan ze wel 'n 50.000 km mee. Bij een flink zondagsuitstapje kon men vroeger op minstens een maal op panne (is pech) rekenen. En daar er langs de wegen nog geen tankstations en reparatieinrichtingen waren, moest men minstens een paar reservewielen en een flinke kist met gereedschappen meenemen. De oudste banden zaten direkt aan het wiel vast, dus zonder binnen band. Als dan een band helemaal versleten was, wierp men hem ech ter niet weg, want ze waren héél Eeii vervolgverhaal van Snske en Wiske KONING ARTHURS MOEDIGSTE MAN 25. „Valse ridder!" riep Sir Lance- loet, toen hij de ander bereikte. Maar de vreemde antwoordde niet, hij trok snel zijn zwaard en reed op Sir Lan- celoet in. Maar deze sloeg hem ter stond het zwaard uit de hand, gaf hem vervolgens een slag met zijn zwaard op de helm, zodat deze spleet «n de man zelf dood ter aarde viel. „Dat is zijn verdiende loon", zei de dame, want het is de beruchte Sir Peris, die 't vooral gemunt had op edele vrouwen, terwijl Sir Tur- quine meestal edele ridders gevangen nam en beroofde. 26. „Edele dame", zei -Sir Lance- loet, „zeg mij, wat ik nu nog meer Voor u kan doen". „Op het ogenblik niet", antwoord de de dame, maar God beware u, want gij zij t de edelste ridder, die ik tot nu toe in mijn leven ontmoet heb". Daarop verliet Sir Lanceloet haar en ging weer op zoek naar nieuwe avonturen. Hij trok door vreemde landen en beleefde er de zeldzaam ste dingen. Op een dag reed hij een prachtige burcht voorbij. Daarbij was 't hem net, alsof hij twee klokken hoorde luiden. Tegelijkertijd bemerkte hij, dat een valk over hem heen vloog met lange linten aan zijn poten. Toen hij over een hoge boom vloog, raakte die linten verward in de takken van de boom.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1964 | | pagina 15