KINDERTONEEL De Nerveuze Nerviërs ZATERDAG 25 APRIL 1964 DE LEID SE COURANT PAGINA 5 HOE KOM IK IN MIJN KAMER? HET ONDERGRONDSE LABORATORIUM „Ja, maar je wilt toch niet bewe ren, dat er onder die hal een schei kundelokaal is", wierp de hopman tegen. „Maar wel is er misschien een labohoe noem je dat ook weer?" „Een laboratorium, bedoeld je" hielp de hopman. „Ja, een laboratorium". „Onzin" zei de hopman resoluut en stond op. „Jongens, fourageren en dan ko ken, om half een eten we". De knapen sprongen op en precies half een zaten ze aan tafel. De maal tijd, die Chris gefabriekt had, was voortreffelijk. Zelfs de hopman möest dat toegeven. „Nu even de taken verdelen; Chris, Luuk, Frank en Peter gaan naar de baron om te helpen; ik was met Paul en Vincent af en we ruimen ook alles op. Daarna gaan Paul en Vincent op verkenning van het ter rein uit; om vijf uur terug en dan voor het avondeten zorgen. Iedereen was tevreden met zijn taak en luid zingend trok het troepje van vier naar het kasteel. De hop man ging na de afwas naar het dorp om er een boodschap te doen en Paul en Vincent gingen de ruïne eens bekijken. Deze zag er nog vrij goed uit. Er waren heel wat ver trekken intact gebleven en je kon zelfs nog de toren beklimmen. Daar boven hadden ze een mooi uitzicht. In de verte zagen ze de hopman op zijn fiets en aan de andere kant za gen ze het kasteel liggen. „Nu maar weer naar beneden" be sliste Paul en gehoorzaam kroop Vin cent achter hem aan. Beneden aan gekomen, maakten ze nog een speur tochtje naar de keuken. De buiten muren waren bijna geheel verdwe nen, slechts enkele brokstukken ston den nog maar overeind. Paul gooide wat losse stenen, die op 'n hoopje lagen, in een gat in de vloer en ter wijl hij hiermee bezig was, ontdekte hij een luik. „Kijk eens, Vincent". Haastig kwam deze naderbij en met z'n tweeën pro beerden ze het luik te openen. Eerst lukte dit niet, maar een verroeste staaf als breekijzer aanwendend, slaagden zij erin het tenslotte open te krijgen en het zelfs eruit te lich ten. Toen gaapte er aan hun voeten een donker gat. „Ik zal er me in laten glijden" zei Paul, „maar dan moet jij me goed vasthouden". Vincent ging, zonder op de vuile vloer te letten, op zijn buik liggen. Paul liet zich zakken, terwijl Vin cent hem stevig bij zijn handen vast hield. „Zie je wat?" vroeg de laatste, toen hij voelde, dat de speurder vaste grond onder zich had gekregen. „Nee, het is hartstikke donker". Toen Paul daarop om zich heen tast te, ontdekLe hij een tweede gat. „Hé", dacht hij, „dat kon wel eens naar een trap voeren. „Vincent, jij hebt toch een zaklantaarn niet?" „Niet bij me" klonk het terug, „die ligt in de tent". „Hijs me dan maar weer omhoog" Toen Paul weer uit het gat was, legden ze het luik er weer op en daarop weer wat stenen. Daarop lie pen ze nog eens alle kamers door. „Zeg, Vincent, weet je wel, dat 't al half vijf is?" „Hu, dan moeten we als de blik sem weg" zei Paul wel enigszins spij tig, want 't brandde nog in hem van nieuwsgierigheid. Op de terugweg naar 't kamp moest hij nog telkens omkijken, zo hield hun ontdekking hem nog vast. Bij hun aankomst was de hopman er al. Hij wees lachend op hun vuile kleren en gezichten: „Wat hebben jullie in 's hemelsnaam uitgevoerd? Toen Vincent z'n mond zou openen om te antwoorden, stiet Paul hem aan en fluisterde: „Nee, Vin, vanavond vertellen we pas al les". Dus slikte deze z'n woorden maar in, keek alleen maar heel ge heimzinnig om de hopman nieuws gierig te houden. „Maken jullie je nou eerst maar 'ns een beetje toonbaar en dan aan de boterhammen". Na veel geplas en gepoedel waren ze eindelijk schoon. Om 5 uur kwam ook de rest van de troep weer het kamp binnen. Allen beweerden, dat ze een leuke middag gehad hadden. Toen de boterhammen naar binnen gespeeld waren, ging 't hele gezel schap in een kring zitten. „Jongens" zei de hopman, „Paul en Vincent hebben vanmiddag wel 't een en ander beleefd, dus geef ik 't woord maar aan Paul". „Heel gevleid, hopman. Maar eerst nog een vraag: „Mag ik mijn of lie ver onze belevenissen in de vorm van een slecht soort rijm voordra gen?" „Maar natuurlijk, omdat ik zeker weet, dat 't des te meer in de smaak zal vallen". Paul schraapte eerst heel gewich tig zijn keel en begon: Oplossing: Hoe kom ik in mijn kamer „Mannen, broeders, hier in dit lied Vertel ik wat er vanmiddag is geschied Wy waren samen op 't oorlogspad Vincent en ik, nou dat was En juist by een oude ruïne Zaten we plots zonder benzine!" „Stil maar; ik zal je weer naar mama brengen", suste hij haar. Samen liepen ze de richting uit, waar de weg lag. Maar na heel lang wat te hebben gelopen, begreep Jacek dat ze verkeerd gelopen waren, an ders hadden ze al lang aan de rand Luid handgeklap overstemde de van het bos moeten zijn. En na een talentvolle dichter. Paul ging staan poosje begreep Jacek dat ze ver en boog minzaam dankend alle kan- dwaald waren. ten uit. Het meisje klaagde dat ze moe was „Verder" gelastte de hopman. Paul en ook Jacek was rfioe. Hij besloot dacht even diep na. „We gingen naar binnen, dat ze even zouden uitrusten. Het meisje viel echter in slaap en Jacek In de keuken was 'n luik, Vincent en ik durfde haar niet wakker te maken. overmande ook hem en toen dat was 'n schrik hij wakker werd was het heel don- Ik ging erin, maar had geen licht wer en hoog boven hem, door de Toen maar eruit en 't luik weer dicht toppen van de bomen zag hy de Zo luidt dus het sobere lied maan. Over wat ons vanmiddag is geschied" ..H*J?eisi?. naast hem sliep nog en Alle jongens klapten weer en Paul Jas "aar Toen hy de volgende dag weer nodig om de vragen beantwoor ding buigend zitten. Toen kwamen j. jk bijkwam lag hij in een wit bed en den, die op een papier stonden, de vragen los. hij begreep dat hij in een ziekenhuis De eerste vraag wist ik dadelijk; (wordt vervolgd, zag hy twee groene welk liedje zong Anneke ogen, als lichtjes tussen het struik- Naast zyn bed zaten de baron en °P «et zangf estivalHet gewas. De angst klemde zich als een een vreemde heer en dame. Ze be- was: "Jlj bent myn leven j schroef rond zijn keel. Met zijn ogen gonnen hem te bedanken en even Al gauw waren we by de eerste CORRESPONDENTIE Lyda Angevaare, Voorhout. meiske, huiswerk gaat altijd voor, ook al vind ik het nog zo fijn een verhaaltje van je te krijgen. In de derde klas .ULO moet hard gewerkt worden. Hoe is 't met je type-examen wijd opengesperd van angst staarde later begreep hij dat het de ouders post en daar kregen we een paas' hij naar de wolf, die inmiddels nu van het meisje waren. Hij kreeg een eitje. Toen moesten we een liedje De wolf was groot en grijs. De beruchte grijze wolf! kleur en kon van verlegenheid niets zingen. Ik wist er zo gauw geen en zeggen. De baron deed een heel ver haal en het slot was dat onze Jacek zong maar: „Lang zal ze leven". Bij de tweede post gekomen, bleek afgelopen? Je had meteen een goede schreeuwen nofoti i T-1 Cf mot rilt- „oi-Vi a o I to tirrtan SCürccUWen Het angstzweet brak hem uit. Hy de 5 duizend gulden verdiend had dat ons briefje weg was. 't Was niet zijn keel en ook van de vader en moeder van erg, we kregen een nieuw: We moes- bracht geen geluid voort. Eindelijk het meisje zou hij een beloning krij- ten een potje knikkeren. ianBstëïiSiBlezen*Jemae cerüst noè drong het tot hem door' dat iets geH Zo hadden we alle posten afgere- een doos meedoen moest verzinnen, waardoor hij de Natuurlijk kwamen fotografen en den tot we de nieuwe weg af moesten wolf zou kunnen doden. verslaggevers en allemaal noemden fietsen. Dat ging goed tot aan de De wolf kwam langzaam dichter- ze hem dapper en moedig. Zelf wist brug. We hadden niet gezien dat bij. Zijn hersenen werkten koorts- hij maar al te goed hoe bang hy ge- daar een briefje hing en op dat Tarpk ppn pifiaricrp inntrpn uit achtig- Plotseling kreeg hij een idee. weest was. Van avonturen en ont- briefje stond, dat je de Schenkel Polen 't Was een flinke stevige boy zou misschieo een kleine kans dekkingen had hij voorlopig genoeg, moest nemen^en naar de jongens- Greetje Zwetsloot, Hoogmade. DE HELDENDAAD een flinke stevige boy bieden met donkere ogen en een mooie don kere krullebol. Hij wilde ontdek- Hij zou zich niet bewegen en doen kingsreiziger worden en dan moet je of hij dood was. Dan als de wolf jong beginnen, vond hij. Hy hield heel dicht genaderd was, zou hij over- DE PAASSPEURTOCHT dan ook veel van avontuur. eind springen en proberen zyn keel woning van Jacek af, een groot don ker woud, zoals er in Polen nog heel In Zoeterwoude, waar ik op heel klein kansje zijn, maar iets be- i^rs wist hij niet te bedenken. C*. i Hij prevelde het ene schietgebedje met m«n nich,J« school gaan. Wij gingen toen recht door en kwamen toen weer op de plaats waar we waren gestart en dat was fout. We gingen nu gewoon weer naar huis. Hoeveel eitjes we hadden? Niet Nu lag er_ niet heel ver van de heel* klein* kansje zHn* maar Tets b*" kantie was, deden we een paasspeur- veel. In het geheel twaalf, dus iedei ters wist hij niet te bedenken. tocht op de fiets. Het was vreselijk zes. veel zijn. Daarin huisden wolven en na het andere Naast zich voelde h« Gr*etje Noordman" nnk PPn poWpIp hPPr De lantcfp tiiH "a n" anaer.e- £\aa?1. Zlc" v°aia« n« W.» «rincr ™p ook een enkele beer. De laatste tijd ëen dikkë tak Die klemde hij steviï Het *ing zo: we kregen een pot- deden_geruchten dejonde, dat er Dikïelood een p?pier* Dat hadden we een grote grijze wolf rond zwierf. pareiden op zijn voorhoofd. De wolf De vorige winter was hy ook al ge- Zo, dit is 't weer voor vandaag, Volgende week verder. Dag alle- maal! TANTE JO EN OOM TOON Pracht aanbieding effen damast in kleuren: groen, cognac en geel. PrÜs 4.65 U komt toch ook kijken in onze speciale GORDIJNENZAAK Haarlemmerstraat 179 MIDZA signaleerd en hij was toen al heeJ brutaal geweest door in de nabij heid van de mensen te komen. Er waren al verschillende klopjachten was nu dicht genoeg genaderd om zijn plan uit te voeren. Plotseling sprong hij op en met al zijn kracht sloeg hij toe. Op dat ogenblik werd het meisje georganiseerd, maar die waren op /ker en begon te gillen. Daardoor niets uitgelopen, want de gruae wo,f werd Jacek afgeleid en kreeg de ,t J.! dat,1ï", zelfs. door 4 woedende wolf de kans om Jacek te kleinste gaatje wist te ontsnappen, bespringen. Hij tuimelde voorover Door verschillende mensen werd hy - als een spookwolf beschouwd. Nu moet ik er even bijvoegen, dat men sen, die dicht aan grote, dichte, uit gestrekte wouden wonen, altijd bij gelovig zijn. en beet zich vast in het leren vest van Jacek, dat helemaal open scheur de. Jacek, die even verdoofd was ge weest van de pijn, kwam weer tot bezinning. Ondanks de hevige pijn De baron van de streek had een in zijn arm, greep hy de wolf bij grote beloning uitgeloofd voor de- zijn keel en schroefde zijn handen gene, die de wolf zou doden. Maar steeds dichter toe het was nog niet gelukt. Alhoewel zijn arm het hem bjjna Op zekere dag liep Jacek langs niet toeliet, bleef hij dichtklemmen, de rand van het bos. Dat bos leek want hij begreep wel dat loslaten hem zo aantrekkelijk om daarin te noodlottig zou worden, spelen en er een hut te bouwen. Hij Langzamerhand verslapte zijn was op slag alle waarschuwingen greepJacek was bewusteloos. De over de grijze wolf vergeten en liep wolf sloop nu naar het kleine meisje. het bos in. Hij zou er maar eventjes in lopen en er dan meteen weer uit- begon te huilen en riep om mama. Door het gehuil van het meisje, gaan. Zo had hij een poosje gelopen kwam Jacek weer by. Hy zag dat toen hij vlak voor zich uit een klein de wolf al heel dicht bij het kind meisje zag lopen. Opeens zag hij haar was. Zonder te aarzelen wierp htf niet meer. Nieuwsgierig ging Jacek zich vlak voor de wolf. In zijn her- er achteraan. Hij wist wel dat hij senen hamerde het: „meisje redden!" niet verder het dichte donkere bos Opnieuw greep hij de wolf bij de in mocht gaan en dat hij daar niet keel en nu liet hij de wolf niet meer mocht komen, maar dat meisje mocht los. De wolf grauwde en beet om er ook niet komen. Maar dat kind zich heen maar kon zich niet be- wist niet beter en was zeker wegge lopen, Hij zou het meisje achterna vrijden uit de worgende greep. Daar verslapte het lichaam van de gaan en het terughalen. Ha! daar wolf, maar ook Jacek viel terug in zag hy haar weer. Het zat te huilen, zijn bewusteloosheid. Zo vonden de „Ik wil naar n meer weglopen". Een vervolgverhaal van Snske en Wlske 'N LEUKE BEZIGHEID kan 't heel leuk zijn met elkaar een weer. rre. re. re „urre.r. „eweererweueru. we -e Wanneer 't slecht weer is en er toneelspelleysin elkaar te zetten. Ik wil naar mama. Ik zal nooit jagers hem. die opnieuw een klop- zijn enkele kinderen, liefst met één kvjDe oudere vertelt een verhaal, jacht hadden gehouden. twee groteren bij elkander, dan waarin verschillende personen voor- J "auucii komen en liefst ook dieren. De na- men van de personen worden nog eens benadrukt, waarna ieder, die aan het spel gaat meedoen, zich een persoon kiest uit 't verhaal in over leg met elkaar of met de oudere, die zo'n beetje de leiding heeft. Deze laatste leest heel langzaam 't ver telsel nog eens voor, terwijl de ac teurs van straks daarbij de hande lingen en gebaren maken, die naar hun mening daarbij te pas komen om 't geheel te verduidelijken of te verlevendigen. Zy spreken daarbij aanvankelijk niet. Maar als 't zwij gend acteren met gebaren en mimiek een paar keer herhaald is, nog steeds onder 't voorlezen of vertellen, dan begint 't sprekend spel. Er is dus geen geschreven tekst, waardoor de spelers dus vrij en scheppend blijven in de keuze van hun woorden. Dat dwingt hen ook om zich beter in te leven en echt „losjes" en dus na tuurlijk te gaan spelen. Wanneer een en ander enkele ke ren herhaald is, dan kan de „leider" zich gerust terugtrekken en het spel verder aan dg jonge acteurs en ac trices overlaten. 't Is soms verbazingwekkend hoe veel aanleg en scheppingsdrift er zo doende bij de kinderen aan de dag treedt. Ook met heel jonge kinderen kan men al met succes in dit „spelletje" opleiden met weinig woorden maar met leuke gebaartjes en acties. Als eigen verhaaltjes en bedenk sels uitgeput raken, kan men gerust de sprookjes en fabeltjes van b.v. Andersen en Grimm raadplegen en je zult makkelijk wel wat vinden, wat je voor het doel geschikt lijkt. Wanneer je deze niet in het huis bibliotheekje hebt, kun je ze vast wel in een echte bibliotheek lenen. O.T. Portret van koningin door ambassade in Washington geweigerd Naar wij vernamen heeft de Ne derlandse ambassade in Washington een door de Amsterdamse kunste naar Kurt Löb vervaardigd portret van koningin Juliana geweigerd te laten hangen en zal 't terugzenden naar Nederland. Motief: te lelijk. Kurt Löb is ook de schilder van het portret, dat na de verbouwing en restauratie van de Stadsgehoor zaal, daar is opgehangen. Dat is in derdaad een weinig fraai conterfeit- sel door de wel wat uitzonderlijke kleur, die de schilder aan de konin gin heeft meegegeven. Als het por tret in Washington, dat wij overi gens niet in kleur kennen, van een zelfde opvatting getuigt dan vinden wij het verklaarbaar dat men daar door min of meer is geschokt". HUURAUTO'S VERKOCHT De politie heeft de 26-jarige ry- instructeur J. C. M. B. uit Den Haag aangehouden op verdenking van ver duistering van huurauto's. Zowel in Arnhem als in Den Haag huurde de man een auto, die hij resp. in Am sterdam en in Tilburg weer van de hand deed. De Arnhemse garagehou der bij wie B. een auto gehuurd had, diende een aanklacht in. „Niet schaatsen ten koste van de binnenvaart" „Het mag niet zo zijn dat de Frie zen schaatsen ten koste van de bin nenvaart" gaf de voorzitter van de Koninklijke Schippersvereniging „Schuttevaer", mr. J. C. W. van Dam, op de algemene vergadering van de ze vereniging in Utrecht gisteroch tend te kennen. De afdeling Amster dam had voorgesteld te protesteren tegen het vaarverbod op de Friese vaarwegen, terwijl er nog geen ijs is. Volgens de voorstellers is het in de afgelopen winter voorgekomen, dat een der bruggen in Leeuwarden werd afgesloten met een gordijn om het warmere water te keren en zo doende de ijsvorming te bevorderen. En dat allemaal in het belang van de elfstedentocht. Schuttevaer-voor- zitter Van Dam vond dit onjuist en hij kondigde aan dat zijn vereniging over deze kwestie contact zal opne men met de Provinciale Waterstaat. Er was trouwens ook nog een voor stel waarin werd gepleit voor het bevaarbaar houden van de vaarwe gen gedurende de winter. Hierover zal Schuttevaer contact met de rijks overheid opnemen, omdat daarvoor een landelijke regeling noodzakelijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1964 | | pagina 5