bij Westen moet Chinezen hun ontwikkeling helpen MACHTIGE VIJFDE KOLONNE GEVAARLIJK VOOR Z.O.AZIE Blokkade haalt niets uit Heeft Mao Tse Toeng gelijk? (VIII) CHINA VERSCHANST De meeste mensen in het Westen zijn even verheugd over de verbetering in de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie als over de ver slechtering in de Chinees-Russische verhoudingen. In Azië daarentegen betreurt iedereen de groeiende verwijdering van Rusland en China. Alle Aziatische leiders, die ik op iveg naar China heb ontmoet, constateren met stijgende onge rustheid, dat het onmetelijke imperium van Mao aan zijn lot ivordt overgelaten en beroofd van de tot matiging aansporende Russische invloed. opportunisme; zg waren voor Peking als dit winstpunten boekte en voor Formosa als maarschalk Tsjang Kai Sjek de eerste viool speelde. Geleidelijk echter hebben de Chine zen van de diaspora, naargelang de communisten hun posities verstevig- De overtuiging, dat China over korte tijd „zijn" A-bom zal den, meer en meer him blik naar bezitten, vergroot nog de bezorgdheid van de Aziatische leiders want China zal dan op slag al het aanzien terugwinnen, dat wellicht even geschokt was door de mislukte „grote sprong voorwaarts". Alle Chinese kolonies in Zuidoost-Azië, die zeer talrijk zijn en trots zijn over het statuut Van grote mogendheid van hun vroeger bezet en „gekoloniseerd" geboorteland, zullen openlijk vijfde colonnes worden. En die zullen op de gebeurte nissen een veel diepere invloed uitoefenen dan de communis tische partijen in West-Europa Aan de hand van dit Russische precedent" alleen kan men die vragen echter niet beantwoorden. Het pro bleem van China wordt in zijn eigen termen gesteld omdat er enerzijds een Chinese diaspora en anderzijds, DE EERSTE CHINESE kernontplof fing zal werkelijk één van de belangrijkste gebeurtenissen zgn van deze eeuw. Amerika en Rusland besef fen dit en alles wijst er op. dat zij oir het punt staan een soort heilige allian tie te vormen met de bedoeling een einde te maken aan wat zij de ver spreiding van de kernwapens noemen. Zelf geloof ik er niet in, dat men ooit een aantal landen zal kunnen ver hinderen zich uit te rusten met kern wapens. Daarom vind ik het des te ontstellender, dat sommige „vertrou welingen" van 't Witte Huis en van het iKremlin de huidige toestand vergeiy- ken met die op de vooravond van de herbezetting van het Rijnland door Hitier. Betekent dit, dat men dit keer onmiddellijk zal reageren? Reageren? Ik durf het haast niet te veronder stellen Voorlopig heeft het feitelijk nog niet veel belang, wat ik begrijp of niet. Maar één zaak staat nu al vast: Chi na is op zichzelf aangewezen. Om andere reden verkeert het in dezelfde toestand als Japan honderd jaar gele den: het is geïsoleerd, gesloten, ja zelfs „ingesloten". Moeten wij China blijven isoleren? Kunnen wij dulden, dat dit land zich ver van ons ontwikkelt in een sfeer van vijandigheid tegenover het Wes ten? Of moeten wij integendeel een toenadering zoeken met de Chinezen en er voor zorgen, dat zfl met ons in plaats van tégen ons groot worden? Wie niet door hartstocht verblind is, heeft het antwoord snel gevonden, meen ik. Natuurlijk moeten wij China bij zijn ontwikkeling helpen. Wij moe. ten de verbetering van de levensvoor waarden van het Chinese volk bevor deren. Verwestelijking Op het ogenblik echter doen wij pre cies het omgekeerde. Wij organiseren een economische blokkade tegen China ook tegen Cuba trouwens omdat wij de hoop koesteren de bevolking door de honger tot de opstand, te drij ven. Wij vergeten echter jammer genoeg, dat honger een slechte raadgever is. In dit geval maakt de blokkade het voor de regering, die wij ten val willen brengen, mogelijk een beroep te doen op de nationale trots, de bevolking tegen ons in het geweer te roepen en de woede van hen, die honger lijden, tegen ons te keren. Door gehele vol keren in quarantaine te plaatsen, be reiken wij slechts, dat de regering, die wij willen doen wankelen, wordt ver sterkt. Bovendien belemmeren wij door de communistische landen te isoleren een ontwikkeling, die alleen gunstig kan zijn voor ons. De beste methode om het communisme te bestrijden, waar het zich gevestigd heeft, be staat er in zijn ontwikkeling te bespoedigen. Een Westers diplomaat vertelde mij in Peking m.i. terecht: „De enige uitweg uit het commu nisme is niet de gewelddadige om verwerping maar de evolutie van regime!" Is de „verwestelijking" van het levenspeil der bevolking in de Sovjet- Unie niet de oorzaak van het einde van de koude oorlog En als wij van oordeel zijn, dat grotere beschikbaar heid van verbruiksgoederen het com munisme „menselijker" maakt, is het dan niet onze plicht de evolutie te bespoedigen en dus in zekere mate China te helpen ik het Chinees messianisme noem. bestaat. Chinese diaspora DE SOVJET-UNIE telt geen „bur gers" buiten de grenzen, maar er leven ongeveer 25 miljoen Chinezen elders dan in China. In Maleisië, Thailand en Indonesië zgn er Chinese minderheden van telkens ongeveer 2.5 miljoen. In Singapore vormen de Chi nezen 75 van de bevolking. Er zgn 320.000 Chinezen in Birma en er wo nen er ongeveer evenveel in de Philip- pgnen. Zes procent van de bevolking van Cambodja en van Zuid-Vietnam zijn Chinezen. Dan zijn er nog 12 miljoen Chinezen op Taiwang (Formosa) en de Chinezen van Hong Kong en Macao. In die twee steden vormen de Chine zen zoals in Singapore verreweg het grootste deel van de bevolking. Overal elders maken zij zeer belang rijke minderheden uit vooral omdat zij verstandig en handig zijn en zo doende in de handel en de financiën uitstekende posities bekleden. Behalve Cambodja en Thailand heeft geen enkel Aziatisch land de Chinezen kunnen assimileren en zij vormen overal een staat in de staat. Dit is onlangs nog gebleken naar aan leiding van de oprichting van de Fe deratie van Maleisië, waar de Chine zen zoals overal waar zij talrijk zijn, een zeer belangrijke politieke rol heb ben gespeeld. Chinezen, die niet in China leven voelen en beschouwen zich in de eer ste plaats als Chinezen. Hun zg. loya liteit was lange tijd een kwestie van Peking gericht. Niet omdat die emi granten zich zo tot het communisme voelen aangetrokken maar omdat zij er trots op zgn te behoren tot een land, dat steeds belangrijker wordt en dat hen in geval van nood zou kunnen beschermen. De diaspora is dan ook werkeiyk een vijfde colonne in potentie en als die ooit wordt gemobiliseerd zou zij zeer goed de balans in Zuidoost- Azië kunnen doen doorslaan ten voordele van het communisme. Opmars in Azië Dit is vanzelfsprekend een geduchte bedreiging. Ik heb deze bedreiging in zekere zin naar waarde kunnen schat ten. toen ik dit deel van de wereld, dat men gewoonlijk Zuidoost-Azië hebben, in stand te houden en te ont wikkelen. In al die landen heb ik de Chinese invloed als het ware kunnen aanvoelen. Die invloed is overigens overal te mer ken, in de zeden en gewoonten, in kunst en letteren enz. In Vietnam ziet men duizenden aanwijzingen voor de eeu wenlange invloed van China. Al die banden tussen China en zijn buurlanden krijgen een nieuw gezicht nu China zich opwerpt als de heraut het Aziatische communisme en in Azië opschudding verwekt door zijn successen. Toen ik (wijlen) president Ngo Dinh Diem van Zuid Vietnam de vraag stelde: „Maar waarom toch ziet het volk van uw land op naar communistisch China?" luidde zijn antwoord: „Wat de mensen hier van hun stuk brengt is de efficiëntie van 't communisme". Ex-koning Norodom Sihanoek heeft in zekere zin toegegeven, dat de buur landen van China onmogelijk kunnen weerstaan aan de aantrekkingskracht van die reus: „Onze neutraliteit wordt ons door de omstandigheden opgelegd... Wij zjjn geen bres in het Westelijke verdedigingsstelsel om de goede reden, dat wij geen wal zouden kunnen vormen... Het zou voor een klein land als het onze en met onze geografische ligging je reinste dwaas heid zijn de Chinese en Russische reuzen te willen tarten in een tijd, dat de vliegtuigen zo snel vliegen en de ra ketten zover reiken... In geval van eer wereldconflict kunnen wg niets anders zijn dan de eerste slachtoffers een brutale bezetting. En de „vrfle wereld" zou vele andere zorgen heb ben vooraleer ons of beter, wat ons nog zou overblijven, te bevrijden." Subtiel Doch in Peking zelf beseft men best de Chinese kansen. Men voert er een dubbelzinnige politiek, die vleierij afwisselt met bedreiging. De ene dag vertoont de Chinese regering een „lief" gelaat, de andere keer jaagt zij vrees aan. Het is een lonende politiek. Ik heb door Raymond Scheyven (oud-minister van Economische Zaken in België) noemt, overvloog. Het strategische belang van die eilanden en van die grote en kleine schiereilanden langs enkele van de belangrijkste verbin dingswegen van de wereld, ligt voor de hand. Het is een gigantische „levensruimte" voor een land zoals China, waarvan de bevolkingsaanwas de grenzen doet kraken. Een prachtige rijstschuur te- Hoog in de lucht geeft men er zich beter rekenschap van hoe leeg veel- van die Zuidoost-Aziatische gebieden zijn, die in strijd met de gangbare mening voor het grootste deel „onder- bevolkt" zijn. Die gebieden en akker gronden, die tot de vruchtbaarste van de wereld behoren, zijn als een lokaas voor China. II I II H II II II I I II I I I III I I I H I I I I I De officiële Chinese pers heeft met haar campagne tegen de Sow jet-Unie veel succes bij de gewone Chinees omdat het Chinese volk sinds vele jaren al wat blank is misprijst en vijandig gezind ts. Invloed Tot overmaat van ramp zijn de Zuidoost-Aziatische volkeren hetero geen en slecht georganiseerd. „Zij hebben een geschiedenis maar geen aardrijkskunde", aldus drukte een di plomaat het elegant uit. Die volkeren streven niet naar een zekere samen werking op economisch gebied. Hun momenteel nog koortsachtig antikolo nialisme verbiedt hun de handelspa tronen, die zij van de blanken geërfd dat bemerkt bij mijn gesprekken in New Delhi en in Rawalpindi. Waarom heeft China India aange vallen? Ik kende een deel van het ant woord voordat ik naar Pakistan en India reisde. Ik wist, dat China India een vernederende slag wilde toebren gen omdat India probeert te moderni seren in een liberaal en democratisch bestel en als zodanig de enige rivaal is voor het voorbeeld van China's economische ontwikkeling. Ik wist eveneens, dat China India wilde dwin gen de hulp van de Angelsaksers in te roepen in de hoop aldus het morele gezag van de Indiase leiders in dis- crediet te brengen en een smet op hun blazoen te werpen in de ogen van de thans alle antikolonialistisch gezinde Aziatische volkeren. India is immers nu reeds een soort van bruggehoofd geworden en wordt het dagelijks nog meer, van de westelijke invloed in Azië, een satelliet van de Verenigde Staten. Verleden jaar reeds werd ik in de UNO getroffen door het prestigever lies, dat India had geleden. Enkele jaren geleden nog besteedden de Afro- Aziatische volkeren evenveel aandacht aan de toespraak van de Indiase afge vaardigde als aan die van de vertegen woordigers van de Verenigde Staten en van de Sovjet-Unie. Maar in 1962 mM In China zijn in de volkscommu nes sommige velden nog eigendom van de boeren, die ze bewerken. De produkten ervan worden op de vrije markt verkocht en bezorgen de boeren een inkomstenverhoging van een vijfde. Op de fot j een stal letje van de zgn. vrije markt. Hi I I I I I I' III I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I'll! zeiden de woordvoerders van de Azi atische en Afrikaanse staten my schouderophalend: „Zgt gij wel ze ker, dat de Chinezen India hebben aan gevallen en niet omgekeerc En als de Chinezen hebben aange vallen, werden zij dan niet geprovo ceerd door India? En die betwiste gebieden zgn zo uitgestrekt en zo wei nig bekend, dat niemand met zeker heid kan zeggen of zg eerder aan India toebehoren dan aan China. Al wat wg weten is, dat het Indiase leger verslagen is door de Chinese troepen. India heeft het gezicht ver toren, en dat is, geloof ons vrij, zeer bedenkelijk in Aziatische ogen Terneergeslagen MAAR IK WIST helemaal niet,-dat de-Chinese strategiè er zo goéd ill geslaagd was Pakistan van het Wes ten te verwijderen. Ik heb dit verno men uit de mond van de Pakistaanse president, veldmaarschalk Ajoeb Chan, tijdens een onderhoud in zgn zomerresidentie in Rawalpindi. Pa kistan is verontrust door Westerse hulp aan India en vreesde, dat India op een brutale manier de kwestie Kasjmir aanhangig zou maken. Daar om is Pakistan thans verplicht ergens elders dan in het Westen een bescher mer te zoeken en het moest zich daar om tot China wenden. En niet alleen mgn land vreest India's militaire macht, zo voegde Ajoeb eraan toe, Ook de Himalaja-staten, Birma, Cey. Ion en zelfs Indonesië delen onze be zorgdheid. Om die reden versterkt de Angelsaksische politiek uiteindelgk Pekings positie en bevordert zij de uitbreiding van het Chinese commu nisme." Premier Nehroe van zijn kant, die ik in zeven jaar niet meer had ge zien, leek mij vermoeid en terneer geslagen. De gebeurtenissen van de laatste tgd hebben hem neerslachtig gemaakt; zg hebben de doodsklok over geheel zgn buitenlandse poli tiek geluid. Daarom herhaalt hij in verband met de Chinezen overal: „Dat hadden zg mg niet mogen aan doen De Indiase leider heeft mg uitvoerig uitgelegd, dat zgn land verplicht was de Dalai Lama en andere Tibetaanse vluchtelingen asiel te verlenen. China's ontevredenheid en de daarop volgende verslechtering van de Chinees-Indiase betrekkingen waren daarom onvermij delijk. Nehroe zei voorts: „De Chinese agressie heeft niet de in Peking ver wachte gevolgen gehad. Die agressie heeft ons niet kunnen afleiden van de taken, die de economische ontwikke ling van ons land, ons opdragen. Wij zgn niet verplicht geweest een aan- zienlgk deel van onze middelen te onttrekken aan de programma's van landbouw-rationalisatie en industriali. satie ten behoeve van de landsverde diging zoals Peking had gehoopt. Dank zij de grotere hulp uit het Westen hebben wij tegelgkertyd onze militaire kracht kunnen versterken en ons land verder kunnen ontwikkelen. Bovendien heeft de dubbele inspan ning, die van ons gevergd werd, niet de sociale onlusten veroorzaakt waar op Peking rekende, om ons politiek- regime aan het wankelen te brengen en het communisme te vestigen. De Sovjet-Unie tenslotte heeft ons niet in de steek gelaten, zoals Peking nad gehoopt, maar heeft de hulpverlening voortgezet Het weinige, dat ik van India heb gezien, heeft mij er belaas niet van kunnen overtuigen, dat dit land nog lang aan de dubbele uitdaging van China het hoofd zal kunnen bieden. India zal niet zo snel de anti-kolonia listen kunnen doen vergeten, dat het verplicht was de hulp van de Anglo- Amerikanen in te roepen Hemelsrijk Dit alles zou mij op zichzelf niet zo erg ïyken als het Chinese commu nisme niet door de historische tradi tie ertoe zou zijn aangevuurd een roof communisme" te zijn. In Mos kou leert men inderdaad het onder scheid maken tussen wat Russisch is en wat communistisch. In Peking vraagt men zich soms af of het Chi- nse communisme uiteindeiyk niet het Chinese messianisme is in een andere gedaante. Er bestaat immers een zeer oude en zeer verspreide traditie die de overtuiging van de Chinezen, dat zg het uitverkoren volk zgn, versterkt. Heel vaak wordt Mao Tse Toeng aan het Chinese volk voorgesteld als de erfgenaam van de grote keizers. Die keizers nu dragen in de traditie de naam van „zonen des hemels". De Chinese kinderen leren, dat China het centrum van de wereld is, dat het keizerryk werd gesticht door de hemel om de bemiddelaar te zgn tussen het oneindige en het eindige, dat er buiten <phina geen zaligheid bestaat, dat alle vreemdelingen barbaren zijn tegen wie hun voorouders zich moesten bescher men door een grote muur en dat zo doende de „barbaren" slechts zalig kunnen worden door de superioriteit van de leider van het Hemelse Rgk te erkennen, die de almachtige vader is van het mensdom! Men zou nu tegen mij kunnen opwer pen: Waarom zouden wg China dan helpen? Het zal er alleen maar nog meer aanzien door verwerven en dat kan slechts tot resultaat hebben, dat de miljoenen Chinezen van de diaspora een machtige vijfde colonne gaan vormen en zodoende geheel Zuidoos-t Azië in het communistische kamp doen terechtkomen. Alleen opknappen Die opwerping zou in alle opzichten juist zijn, indien de communistische partijen in de Zuidoost-Aziatische lan den de hulp van de Chinezen in de di aspora werkeiyk nodig zouden hebben. Maar de toestanden zgn in dit opzicht jammer genoeg zo „slecht" dat ik vrees, dat de „plaatselijke" commu nisten wel mans genoeg zullen zgn, om he talleen op te knappen... De vrees, dat wg door onze hulp het Chinese messianisme nieuw voed sel zouden geven is inderdaad niet ongegrond. Ik voor mg, ik heb myn besluit genomen: het is mgn overtui ging, dat de isolering het Chinese „patriottisme" slechts op de spits kan drijven en dat er daarom voor ons maar één politieke mogelgkheid open blijft: deelnemen aan de ontwik keling van China op zulke voorwaar den, dat die ontwikkeling niet tegen ons in verloopt. De meeste westelijke waarne mers, die ik op mijn reis ont moet heb, hebben mij verklaard „De tegenwoordigheid van China in de UNO zou aan de stemmingen niets veranderen; anderzijds zou China in dat geval geconfronteerd worden met de duizend en één aspec ten van de hedendaagse werke ïykheid, waaraan het nu on achtzaam kan voorbijgaan Men moet zo snel mogelijk var China een mogendheid maken die voor de openbare wereld opinie verantwoording ver schuldigd is. Maar men kan e' niet mee volstaan te zeggen dat China tot de UNO moe- worden toegelaten. De toelatini op zichzelf werpt reeds een hel' reeks problemen op. In eer laatste artikel wil ik een onder zoek aan die problemen wijden (Copyright Opera Mundi)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1964 | | pagina 15