Leidse expeditie redt bodemschatten
bij Egyptische Assoeandam aan de Nijl
1963 leverde recordomzet voor
bloemen en planten: 146,3 min
ZATERDAG 11 APRIL 1964
DE LEIDSE COURANT
PAGINA
Ook vondsten aan Leiden toegewezen ^ige gebrandschilderde kerkr.-
Het Nijldal en het omliggende woestijngebied ten zuiden van de in aan
bouw zijnde Assoeandam zullen binnen afzienbare tijd voorgoed verdwij
nen onder het water van een groot stuwmeer. Dat betekent behalve
welvaart dank zij energievoorziening en irrigatiemogelijkheden dat de
arcraeologische bodemschatten voorgoed verloren zullen gaan voor zover
zij niet tijdig in veiligheid zijn gebracht. Er zijn dan ook de laatste jaren
talrijke opgravingen gaande door archaeologen uit de gehele wereld, die
trachten zoveel mogelijk van deze rijke bodemschatten te behouden of
althans aan het licht te brengen en te onderzoeken. De directeur van het
Leidse Rijksmuseum van Oudheden, prof. dr. A. Klasens, heeft twee sei
zoenen dergelijke expedities geleid en is onlangs van de laatste van deze
expedities met zijn medewerkers teruggekeerd, zeer voldaan over verras
sende en belangrijke vondsten, waarover hij ons in een onderhoud het een
en ander vertelde.
VROEG-CHRISTELIJKE
KERK BLOOTGELEGD
In het ruim 200 km. lange en tot
25 km. brede gebied, dat mettertijd
het stuwmeer zal vormen, hebben
prof. Klasens en zijn medewerkers
(waaronder studenten) opgravingen
verricht op ongeveer 2'/s km. ten
noorden van de beroemde tempel van
Aboe-Simbel. Vorig seizoen werd in
deze omgeving van de Nubische
woestijn een meroitisch dorp bloot
gelegd. De huizen van dit dorp uit
de tweede en derde eeuw van onze
jaartelling bleken tot het dak toe in
uitstekende staat geconserveerd te
zijn in het woestijnzand, dat om
streeks het einde van de derde eeuw
zover was opgedrongen dat bewoning
onmogelijk werd. Het was de best be
waarde nederzetting uit die periode.
Van de vroegere bewoning in
Egypte is weinig overgebleven, door
dat de meeste nederzettingen in het
Nijldal gevestigd waren zodat de
resten telkenmale door het Nijlwater
werden overspoeld. Het blootgelegde
dorp was iets verder van de Nijl ge
vestigd dan gebruikelijk en iets ho
ger gelegen, waardoor het voor de
verwoestende werking van het wa
ter werd gespaard. Die hogere ligging
is er tevens oorzaak van geworden
dat het dorp verlaten moest worden
toen de opdringende woestijn bewo
ning onmogelijk maakte.
KERKJE
Tijdens de jongste expeditie heb
ben prof. Klasens en zijn medewer
kers een oud-christelijke nederzet
ting uit de zevende tot 12e eeuw
blootgelegd. De belangrijkste vondst
daarbij was een christelijk kerkje,
opgetrokken uit kleisteen, dat in een
uitstekende staat bewaard bleek te
zijn. Ook deze kerk was geheel on
der het woestijnzand verborgen. Het
onderzoek heeft aan het licht ge
bracht, dat de kerk nog in gebruik
is gebleven tot het zand reeds reikte
tot aan de dakrand.
In deze kerk heeft men bijzonder
waardevolle voorwerpen en muur
schilderingen aangetroffen, welke
laatste men dank zij moderne tech
nieken heeft kunnen overbrengen
naar veiliger oorden. Het bestaan
van dit kerkje was voorheen zelfs
niet vermoed en alleen zorgvuldige
studie van het terrein leerde, dat op
deze plaats wel eens een belangrijke
vondst zou kunnen worden gedaan,
een vermoeden dat in alle opzichten
in vervulling ging.
Prof. dr. A. Klasens.
WIEROOKVAT EN KRUIS
De 50 Egyptische arbeiders, die de
uit zes man bestaande Leidse expe
ditie behulpzaam waren, hebben vele
tonnen zand moeten verwijderen,
voordat de kostbare resten van deze
vroegere christelijke beschaving aan
het licht kwamen. Hoewel de inven
taris van de kerk grotendeels was
verwijderd toen de opdringende
woestijn dit gebied onbewoonbaar
maakte, werden toch nog enkele
stukken achtergelaten, die thans van
groot cultuur-historische waarde zijn.
Daaronder bevinden zich een bron
zen wierrookvat en een bronzen
kruis.
De belangrijkste vondsten waren
evenwel de prachtig geconserveerde
muurschilderingen met christelijke
voorstellingen. Daaronder bevonden
zich een christus-medaljon, afbeel
dingen van heiligen en engelen, van
Maria, voorts de geboortescène en an
dere christelijke figuren. De muur
schilderingen hebben hun prachtige
kleuren uitstekend behouden.
De betekenis van de voorstellingen
kon worden gedetermineerd uit bij
schriften en door de kennis van
symbolen, gewaden en dergelijke bij
zonderheden. Veelal vond men in de
muurschilderingen ook afbeeldingen
van de schenker. Dergelijke schen
kingen kan men vergelijken met vele
TECHNISCHE KWESTIE
In de omgeving van de Nederlandse
expeditie werkte tezelfdertijd ook een
gemengd Joegoslavisch-Egyptische
technische missie, die over de kennis
en vaardigheid beschikte inzake het
in veiligheid brengen van muur
schilderingen. Dank zij assistentie
van deze missie konden de door prof.
Klasens blootgelegde schilderingen
behouden worden. Men kan de tech
niek van het afnemen van muur
schilderingen enigszins vergelijken
met het verdoeken van oude schilde
rijen. De schilderingen zijn op grote
vellen linnen overgebracht en naar
veiliger oorden verzonden. Over hun
uiteindelijke bestemming is nog geen
beslissing genomen. Zij beslaan een
oppervlakte van meer dan 30 m2.
KISTEN NAAR LEIDEN
Prof. Klasens heeft de Egyptische
autoriteiten geadviseerd, de kerk el
ders nauwkeurig na te bouwen en in
te richten als museum, in dat geval
zouden de oorspronkelijke schilderin
gen weer in deze nagemaakte kerk
kunnen worden aangebracht, maar
zoals gezegd is hierover nog geen be
slissing genomen. De overige vond
sten zijn toegewezen aan het Leidse
museum en zijn reeds in enige kis
ten uit Egypte verzonden.
Prof. Klasens toonde zich bijzon
der enthousiast over de medewerking,
welke hij van de Egyptische autori
teiten heeft ondervonden. In Egypte
toont men een groot verantwoorde
lijkheidsgevoel met betrekking tot de
rijke bodemschatten uit vroeger tij
den. Van Egyptische zijde is dan ook
aandrang op archaeologen uit de ge
hele wereld uitgeoefend, om in dit
spoedig ontoegankelijk wordende ter
rein opgravingen te verrichten. De
eigen archaeologische diensten van
het land zijn niet in staat, om dit ko
lossale werk in de korte beschikbare
tijd uit te voeren.
Zelfs de talrijke expedities uit an
dere landen, die hier de laatste jaren
aan het werk zijn, kunnen niet ho
pen, dat alles aan het licht wordt ge
bracht wat de bodem verbergt. Egyp
te zelf heeft het archaeologisch on
derzoek elders in het land voorlopig
gestaakt om zich geheel op dit gebied
te kunnen concentreren. Het land be
steedt vele miljoenen aan dit werk.
De Leidse expeditie is financieel mo
gelijk gemaakt door belangrijke steun
van de Nederlandse Organisatie voor
Zuiver Wetenschappelijk onderzoek.
Op de Nederlandse veilingen is het afgelopen jaar voor 127,6 miljoen gul
den aan snijbloemen en voor ruim 18,7 miljoen gulden aan potplanten
omgezet, hetgeen een stijging met 13,7, respectievelijk 2,1 miljoen gulden
ten opzichte van 1962 betekende. De totale veilingomzet is in de afgelopen
tien jaar bijna verdrievoudigd. De omzetstijging in 1963 (negen procent)
is niet alleen te danken aan een grotere afzet, maar ook aan de hogere
prijzen die onder meer het gevolg waren van de lange en koude winter.
De export van snijbloemen nam in 1963 met 10,4 miljoen gulden toe tot
92,7 miljoen, terwijl die van potplanten met 2,8 tot 19,1 miljoen gulden
steeg. Duitsland was weer verreweg onze grootste afnemer, daarna volg
den voor de bloemen Zweden en voor de planten België en Luxemburg.
Een en ander is meegedeeld door de secretaris van de vereniging „De
Nederlandse Bloemisterij", mr. P. P. A. Teunissen, die op de
voorjaarsvergadering van deze vereniging in Utrecht het jaarverslag over
1963 uitbracht.
ronde, die dit jaar waarschijnlijk zul
len beginnen, zei dr. Verhage, dat
het hem niet zal verbazen als derde
landen ook voor bloemkwekerijpro-
dukten eisen gaan stellen ten aan
zien van de buitentarieven van de
EEG. Hij meent, dat eventueel aan
deze wensen tegemoet zou moeten
worden gekomen. Het zal zeer in ons
nadeel zijn, aldus dr. Verhage, wan
neer de EEG zich min of meer van
de buitenwereld zou afsluiten: een
te grote bescherming leidt gemakke
lijk tot verwaarlozing van de effi
ciency.
Hjj meent, dat Nederland boven
dien een groot zakelijk belang heeft
bij een tariefsverlaging, omdat in dat
geval de export naar de derde lan
den (die dan ook hun invoerrechten
moeten aanpassen) kan worden uit
gebreid. Dit zou, volgens hem, in de
toekomst de gevaren van een snel
stijgende produktie binnen de EEG
voor een belangrijk deel kunnen op
heffen.
rechts boven
Gezicht op het door de Leidenaars
blootgelegde kerkje. Op de achter
grond de Nijl. In het gebouw in de
ruimte rechts is een van de muur
schilderingen te zien, die op de an
dere foto van nabij is gefotografeerd.
links onder
Foto van de meest gave muur
schildering. Christus met het woord
in de hand en rondom de vier sym
bolen van de Evangelisten: adelaar
(rechts boven), leeuw, stier en en
gel (links boven).
EXPORT NAAR ITALIë
EN FRANKRIJK GROTER
De voorzitter van „De Nederlandse
Bloemisterij", dr. A. J. Verhage,
noemde het in zijn openingsrede op
merkelijk, dat de export naar Frank
rijk en Italië belangrijk is gestegen.
Door de zeer hoge invoerrechten in
Engeland liep de uitvoer naar dat
land verder terug, evenals die naar
België, waar de eigen produktie
steeds omvangrijker wordt. De heer
Verhage verwacht, dat Frankrijk in
de toekomst meer bloemen en plan
ten zal kunnen afnemen, aangezien
het gebruik er nog betrekkelijk ge
ring is.
Volgens voorlopige cijfers vertoon
de de export van bloemkwekerij-
produkten in het eerste kwartaal van
1964 opnieuw een stijgende lijn. Er
is tot 1 april voor 33,9 miljoen gulden
uitgevoerd, 5,3 miljoen meer dan in
de eerste drie maanden van 1963. De
heer Verhage ziet het als een gun
stig voorteken, dat landen waar het
gebruik van snijbloemen nog kan
worden opgevoerd, ook dit jaar weer
meer Nederlandse produkten afne
men.
GEMEENSCHAPPELIJK BELEID
Hij betreurde het, dat er nog steeds
geen begin is gemaakt met een ge
meenschappelijk Europees beleid op
het gebied van bloemkwekerijpro-
dukten, temeer daar 70 procent van
de Nederlandse export naar de part-
nerlanden gaat. Hij deed een beroep
op de regering, met grote nadruk de
noodzaak van de totstandkoming
van een dergelijk beleid bij de Euro
pese autoriteiten naar voren te bren
gen.
Over de mogelijkheid om kwali
teitseisen bindend door te voeren zei
hij, dat ernaar gestreefd zou moeten
worden, op privaatrechtelijke basis
te beginnen met de opbouw van kwa
liteitsnormen, om dan na verloop van
tijd te kunnen zien of deze normen
over de gehele EEG publiekrechte
lijk bindend gemaakt kunnen wor
den. Dr. Verhage acht een gemeen
schappelijk Europees beleid voor
bloemisterijprodukten mede van be
lang omdat men dan zou kunnen ko
men tot gemeenschappelijke afzetbe
vordering, marktonderzoek en beta-
lings- en leveringsvoorwaarden.
KENNEDY-RONDE
Sprekende over de onderhandelin
gen over de zogenaamde Kennedy-
Schoonmaak
zeven hoog
De steile hoge gevelwand van
de nieuwe flats aan het Sta
tionsplein plaatste de schoon
makers voor hoofdbrekens. De
bovenste verdiepingen zijn niet
anders te bereiken dan van een
laddertje, dat aan de rand van
het circa vijfentwintig meter
hoge dak wordt gehangen. Het
is daarom, dat de nieuwe bewo
ners maandenlang tegen be
smeurde ramen moesten aankij
ken vol verf en cementvlekken.
De 20-jarige J. van der Zwart
is bereid gevonden om dit ris
kante werkje te doen. Hij hangt
al krabbende en zemende tegen
de gevel aan, op een ijzeren lad
dertje dat uit verschillende in
elkaar gehaakte delen bestaat.
Hij heeft ongeveer anderhalve
week werk aan het schoonma
ken van de ramen van 41 flats.
Naar de heer Van der Zwart
vertelt is hij waarschijnlijk de
enige in Leiden, die dit soort
werk doet. Iedere maand zal hij
voortaan de ramen van de flats
aan het Stationsplein zemen.
De foto geeft een beeld van
dit spectaculaire werkje.