0
0
0
Q?
0
0
Q
0
ol
0
0
0
0
0
0
0
<5?
0
Het knutselhoekj
e
<3
De Nerveuze Nerviërs
ZATERDAG 21 MAART 1964
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 13
Wat kan vergeven toch
moeilijk zijn
Met grote moeite worstelde Truda
zich tegen een hevige, ijskoude wind
in naar de Kastanjehof, haar ge
boortedorp. Meer dan twee uur moest
ze een hardnekkige strijd voeren te
gen de striemende windvlagen. En
onderwijl pijnigden trieste gedachten
en bange voorgevoelens haar geest
en haar h art. Zou 't haar lukken de
harde, trotse natuur van haar schoon
vader te doen omslaan naar wat lief
de en menselijkheid?
Intussen zat boer Willems in zijn
oude leunstoel bij de haard te mijme
ren en somber voor zich uit te sta
ren. Zijn gevoelens waren zo moge
lijk nog somberder dan het weer.
Wat hadden de afgelopen tien jaar
hem veranderd! Zijn haren waren
totaal vergrijsd en zijn eertijds zo
fleurig gezicht was asgrouw gewor
den en doorgroefd door diepe rim
pels. Maar dezelfde hardheid sprak
nog uit zijn grijze ogen en de nors
heid op zijn gelaat was niets milder
geworden.
Een bescheiden klopje op de deur
deed hem uit zijn overpeinzingen
ontwaken. Met barée, rauwe stem
riep hij: „Binnen!"
Schuchter trad een vrouw over de
drempel. Duidelijk was aan haar rode
oogleden te zien, dat ze niet alleen
gestriemd waren door de ijzige wind,
maar ook ontstoken door vergoten
tranen. De oude scheen haar eerst
niet te herkennen, maar toen ze na
derbij trad en hij zag wie daar voor
hem stond, sprong hij overeind en
schreeuwde haartoe: „Ben jij die van
Zelan toch niet?"
„Ja, vader, dat was ik vroeger,
maar nu ben ik al tien jaar vrouw
Willems, uw schoondochter."
„Wat kom je hier doen op de Kas
tanjehof? Ik heb je toch niet laten
roepen."
„Neen, maar ik ben toch maar ge
komen op verlangen van Jacob en
om u mede te delen, dat hij al weken
lang ernstig ziek is. En tevens om te
beproeven of er nog geen verzoening
mogelijk is."
Met een niet te miskennen gebaar
wees de starre boer naar de deur.
„Oh, vader, ik bid en smeek u, ban
toch die wrok uit uw hart, doe het
terwille van uw zoon, uw enig kind
en om uw kleinkinderen, die door
honger en gebrek bedreigd worden."
„Ha, je komt dus als bedelares!
Nee, daar is de oude Willems niet
voor te spreken. Wat mijn zoon ge
zaaid heeft, moet hij zelf ook maar
oogsten. Daar is de ieur!"
Geheel ontsteld verliet zij het huis
terwijl ze nog mompelde: „Moge O.
L. Heer het u niet aanrekenen,'maar
u vergeving schenken."
Buiten gekomen gaf ze zich weer
over aan een stroom van tranen en
aan de kwelling van de gure noor
denwind. Maar deze was niets in
vergelijking met de innerlijke kwel
ling over de ondervonden liefdeloze
behandeling en vernedering. Als een
hond de deur gewezen te krijgen
door je eigen schoonvader, oh, wat
pijnlijk en grievend.
Jacob zat intussen in de hevigste
spanning Truda's terugkomst af te
wachten. En intussen gleed zijn ro
zenkrans door zijn vingers. Reeds
driemaal had hij hem helemaal rond
gebeden, toen eindelijk zijn vrouw
nat en ontdaan binnentrad. Een en
kele blik op haar zei hem reeds, wat
't resultaat van haar poging was en
op zijn vanzelfsprekende vraag „Hoe
was 't Truda?" brak zij in een hart
verscheurend geween uit. Jacob werd
er zo door aangegrepen, dat hij ook
in tranen uitbarstte.
Eindelijk kon de arme vrouw zich
weer enigszins beheersen en zei toen:
„Oh, Jacob, er zal heel iets bijzonders
moeten gebeuren, eer je vader ver
andert, hij is zo hard als staal. Maar
al wil hij ons niet te hulp komen,
daarom mogen wij niet wanhopen,
want er is er Een, die ons niet ver
laten zal, dat is Onze Lieve Heer.
Laten we daarop vertrouwen."
(Wordt vervolgd).
zes
buurt
maandag
leunstoel
v o e, t b a l
broer
mei
Het gevraagde woord is: leunstoel.
Na loting heeft Wilfried Leune,
Julianastraat 13, Leiderdorp het boek
gewonnen.
Nog kwamen er goede oplossingen
in van: Corrie v. d. Heer, Merkel,
Liesbeth v. d. Geest, Hazerswoude,
Marian Buters, Warmond, Ank Bu-
ters, Warmond, Lia van Teylingen,
Hazerswoude, Ria Borst, Rijpwete-
ring.
Deze week geen nieuwe puzzel,
want jullie zitten allemaal in de
proefwerken. De volgende week komt
het paasraadsel, met als prijzen
mooie boeken.
Correspondentie
Daar komen Leony en Truusje
van Resteren, 7 en 8 jaar, ieder met
een aardig verhaaltje en met een
blad vol tekeningen. Leuk hoor.
We laten eerst Truusje beginnen
met:
HET VERLOREN KINDJE
Aan de rand van het bos stond een
mooi huis en daarin woonde mevrouw
Bekkers met haar baby Leony. Ans-
je is het buurmeisjes en als het mooi
weer is gaat Ansje de baby in het
wagentje halen om met haar te rij
den. Mevrouw Bekkers vond dat wel
fijn, maar Ansje mocht nooit het bos
in rijden, anders zou ze misschien
wel kunnen verdwalen. Zo was het
ook op een warme dag in mei dat
Ansje het kindje ging halen. De zon
scheen fel en daarom zou ze toch
maar even het bos in gaan, waar was
het lekker koel. Ze trok de kinder
wagen achter zich aan. Ze keek naar
de vlinders die van tak tot tak vlo
gen en luisterde naar de vogeltjes
die een vrolijk wijsje floten.
Toen gebeurde er iets ergs. Ansje
reed met het wagentje over een
boomwortel, zodat het bijna omviel,
het kindje schoof er uit, zonder te
huilen en Ansje trok de wagen ver
der zonder dat ze iets gemerkt had.
Het werd tijd om naar huis te gaan.
Ze zette de wagen in de tuin en riep
door het open raam naar mevrouw
Bekkers: „Dag mevrouw, ik heb de
wagen in de tuin gezet." Mevrouw
maakte de fles klaar en ging naar
buiten om de baby te halen. Maar
wat schrok ze, toen ze de dekentjes
wegsloeg en de wagen leeg vond. Het
eerst liep ze naar Ansje die was al
weer naar een vriendinnetje.
Intussen lag de kleine Leony hui
lend in het bos. Daar kwam een wolf
aan, hij zag het kindje, pakte het in
zijn bek en nam het mee naar zijn
hol. De andere wolven zeiden: „Wat
moeten wij nu met een mensenkind
doen?"
,,Ik weet het," riep een van de wol
ven. „We brengen het naar de elfjes,
die weten daar wel raad op."
Een sterke wolf nam de baby voor
zichtig op en bracht het naar het pa
leis va nde elfjes.
„O, wat zal die moeder ongerust
zijn," riep de elfenkoningin. „Kom,
vliegen jullie er op uit en kijk in
de huizen of er niet een moeder loopt
te zoeken."
Het duurde niet lang of ze zagen
bij het huis van mevrouw Bekkers
een heleboel mensen staan die kwa
men vragen of de baby al terecht
was.
Het elfje vloog terug naar het pa
leis.
„Ik weet waar het kindje woont!"
riep ze blij.
„Dan gaan we het allemaal bren
gen," riep de konihigin. En in een
lange optocht, met de baby in het
midden, liepen ze naar de tuin van
mevrouw Bekkers. Ze legden daar de
baby in het gras.
Ansje zag het 't eerst.
„O, kijk eens hier! Daar ligt Leo
ny!"
Wat was de moede blij en natuur-
door het hek waren, riepen Gerard
en Jos: handen omhoog. Daar ston
den de twee jongens met de de han
den omhoog. Gerard en Jos sprongen
van het dak, maakten de twee tot him
gevangenen en lieten ze voor zich uit
lopen naar de hut, die achter in de
tuin stond. Die hut hadden ze samen
gebouwd. De gevangenen werden
aan een paal gebonden maar jam
mer genoeg was het touw te kort
en zo moesten Gerard en Jos even
weg om nog een touw te halen. Toen
ze terug kwamen waren Bertus en
Theo gevlucht. De jongens gingen
meteen zoeken en nu werden zij op
hun beurt door Bertus en Theo ge
vangen genomen. Met hun eigen
luk ook Aasje. Nooit is ze meer in to"w werden ze vastgebonden,
het bos gaan wandelen. Gelukkig
was het maar een droom. worden, dus tijd om naar huis te
gaan. Ze zouden het spel de volgende
Leonie komt met een klein ver- da« ,verder sPelen hadden ze
haaltje een leuke middag gehad.
EIGEN SCHULD
Heel lang was Nickie alleen ge
weest, tot hij op een goede dag een
heel lief zusje kreeg. Wat waren
vader en moeder blij. Maar weet je
wie er niet blij was? Nickie. Altijd
had vader samen met hem gespeeld,
met de autootjes, met z'n trein enz.
Maar nu was dat uit. Als vader thuis
kwam, liep hij eerst naar de wieg om
naar het zusje te kijken. Dan kon
Nickie vaak heel boos kijken.
Het kindje werd groter. Ze kreeg
poppen, veel speelgoed, zelfs een
naaimachientje om poppekleertjes te
maken. Nickie was jaloers en maak
te het naaimachientje kapot. Ook de
poppen vernielde hij. Voortdurend
was hij zijn zusje aan het plagen. Wat
hij ook voor straf kreeg, het hielp
niet veel. Vader wist er wel raad op.
Hij stuurde Nickie naar een kost
school in Nijmegen. Daar moest hij
blijven tot hij verstandiger geworden
was.
ROVERTJE SPELEN
't Is woensdag en onderweg spre
ken de vriendjes Gerard, Theo, Ber
tus en Jos af om 's middags rovertje
te spelen. Ze zouden 's middags om
twee uur bij elkaar komen en wel
bij Bertus, die hadden zo'n fijne tuin.
De ochtend ging gelukkig vlug
voorbij. Om 12 uur stoven ze naar
huis om te eten en om de spullen
bij elkaar te zoeken, die ze mee zou
den nemen zoals touw, een pistooltje,
stokken, pijl en boog enz.
Gerard en Jos gingen samen en ook
Bertus en Theo. Gerard en Jos klom
men op het dak. Vandaar uit konden
ze alles goed bekijken. Daar kwa
men Bertus en Theo aan; zodra ze
Greetje Zwetsloot, Hoogmade.
MIJN VERJAARDAG
Zondag vierde ik mijn verjaardag.
Er mochten twee vriendinnetjes ko
men. Eerst moest ik een programma
maken en dat deed ik. Ik maakte
vijf nummer.
1. flessenlopen.
2. blindemannetje.
3. een balspel.
4. snoepjes happen.
5. eten.
Onderdehand was het half twee
geworden. Om twee uur zouden de
vriendinnetjes komen, dus ging ik
maar een half uurtje naar het radio-
prentenboek luisteren. Precies twee
uur kwamen de vriendinnetjes. Ik
kreeg een paar kadootjes. We lazen
het programma door en begonnen
met flessenlopen. We hadden geen le
ge flessen en toen namen we maar
legen jampotjes, die op de grond
werden neergezet. Een meisje kreeg
een blinddoek voor. Ze werd rondge
draaid en in die tijd haalde iemand
anders de potjes heel zachtjes weg.
Voorzichtig stapte het kind in het
rond, want ze mocht de potjes niet
aanraken. Wat keek ze vreemd op
toen ze later zag, dat alles wegge
haald was.
We gingen blindemannetje spelen
maar dat ging niet zo goed, ook het
ballen was niet best. Met het snoep
jeshappen moesten we nog even
wachten tot het klaar gemaakt was.
Eindelijk mocht het toch en dat ging
fijn hoor. We hadden een heleboel
snoepjes opgemaakt. Bij het eten
kregen we heerlijke krentenbollen.
Later bracht ik m'n vriendinnetjes
naar huis.
Wie volgt er nu met een verhaal
tje?
Dag allemaal.
TAI^TE JO EN OOM TOON
Het was al een oerwoud-gebruik
z'n vrienden en goede kennissen in
de lentetijd versierde eieren ten ge
schenke te geven. Al omstreeks 800
jaar voor Christus gaf men in China
aan elkaar bij gelegenheid van het
grote voor jaarsfeest geverfde eieren
Ook de oude Perzen kenden dezelfde
gewoonte. Bij hen was 't een herin
nering aan het cntstaan der wereld,
waarbij de stier, Abudas genaamd,
met z'n horens het „wereldei" stuk
stiet, dat de aard e bevatte.
Na de uitbreiding van het Chris
tendom ontstond daaruit het gebruik
rode, hardgekookte eieren aan el
kaar te schenken bij beëindiging van
de vastentijd.
Nog weer later werden de eieren
versierd; men beschilderde ze met
landschappen, bloemen, ineenge
strengelde naamaanduidingen en ook
wel met hanen en duiven. Maar 't
was natuurlijk bezwaarlijk zulke
eieren naar bekenden te verzenden,
die op grotere afstand woonden. Stel
lig was dit de reden, waarom ze
langzaam aan vervangen werden door
postkaarten met lentebeelden of met
een gedicht.
Als de mensen van de Paasplech-
tigheden huiswaarts keerden, was 't
goede gewoonte even hier en daar
een bezoekje te brengen of thuis
gasten te ontvangen. Daartoe werden
allerlei Paasspelen bedacht met hard
gekookte eieren b.v. men rolde ze
van een schuinte (iets wat helt) en
dan was 't erom te doen 't eigen ei
onbeschadigd te houden en de schaal
van de anderen stuk te maken.
Ja, men gebruikte de Paaseieren
zelfs als stomme, waarzeggers voor
jonge verliefden. Z< lieten dan pre
cies tegelijk elk een ei van 'n schuin
te afrollen. Gingen ze daarbij uit-
elkaar, dan was dat geen goed teken,
maar als ze op elkander toerolden,
dan betekende dat een spoedige ver
loving.
EI - KUIKEN - KIP
In fig. C zien jullie een mengeling
van eieren, kuikens en kippen. Wie
van jullie kan een lijn trekken van
de linkerbovenhoek naar de rechter-
onderhoek, zó dat de lijn op zijn weg
steeds dezelfde volgorde neemt van
ei - kuiken - kip en daarbij tevens
door alle vierkantjes loopt zonder in
schuine richting te gaan?
Dat zal proberen worden!
Als 't niet lukt, vinden jullie in
d de oplossing.
HET EI
Wel de meeste levende wezens op
deze aarde komen uit het ei. Alleen
al in de vogelwereld bestaan er in
grootte een onnoemelijk aantal ver
schillen. Het ei van een kolibrie is
b.v. maar zo groot als een erwt, ter
wijl een mowa een nu uitgestor
ven Australische vogelsoort eieren
legde, die tweemaal zo groot waren
als die van een struisvogel. En hoe
groot zullen de eieren wel geweest
zijn van de Australische vogelsoort,
waarvan men juist dezer dagen het
geraamte gevonden heeft. De kop
van dat exemplaar alleen woog al
250 kg!
Ook de vormen van eieren ver
schillen nogal. De uil legt eieren, die
bijna kogelrond zijn, terwijl die van
vele zeevogels peervormig zijn, zo
dat ze niet makkelijk van de rots
punten afrollen, waarop ze vaak ge
legd worden.
In onze streken komt in sloten en
vennen zeer veel kikkerpuit voor,
dat uit kikkereieren geboren wordt.
Dat goedje heeft in ons land ik weet
niet hoeveel namen. Mexico is 't land
van de Pipa-pad, waarvan 't man
netje telkens een eitje in 'n zakje
op de rug van 't wijfje legt en daar
blijven ze tot er een volledig niet
volwassen! uit te voorschijn komt.
Tot de merkwaardigste dieren be
horen wel het vogelbekdier en de
mierenegel. Z(j vormen een over
gangsvorm tussen vogel en zoogdier
Men rekent ze wel tot de zoogdie
ren, omdat ze daarmee 't meest over
eenkomen, maar ze leggen eieren in
tegenstelling tot de overige zoogdie
ren op de hele wereld.
BELGISCHE TREIN
ONTSPOORD
Donderdagavond is een trein tussen
Brussel en Aarlen in het station van
Groenendaal, dichtbij Brussel, ont
spoord. Een aantal reizigers werd
gewond, van wie verscheidene zwaar
Zij werden naar een ziekenhuis
overgebracht. De materiële schade
is aanzienlijk.
Een vervolgverhaal van Suske en Wiske
KONING ARTHURS
MOEDIGSTE MAN
9. Toen de vier voorname konin
ginnen door het woud reden met de
vier ridders, hoorden zij eensklaps
een paard hinniken. Zij keken rond
en om en ontdekten toen Sir Lance
lot die nog immer onder zijn appel
boom lag te slapen. Zodra ze zijn
gezicht zagen herkenden ze hem. Ter
stond begonnen zij onder elkaar te
redetwisten over de vraag, wie van
haar bij hem wel het meest in de
smaak zou vallen en erop zou mogen
rekenen hem tot geleidei te mogen
hebben op haar verdere weg.
10. Maar de slimste der vier ko
ninginnen besliste toen: „Laten we
ophouden met dat malle getwist. Ik
zal hem betoveren en hem dan mee
nemen naar mijn paleis. Als we daar
zijn, zal ik de betovering opheffen
en dan kan hij zelf beslissen welke
van ons vier hij zich tot dame zal
kiezen om haar te begeleiden.
Na. een toverspreuk te hebben uit
gesproken, die zijn slaap nog dieper
en langduriger maakte, legden ze hem
op zijn eigen schild en zo werd hij
door twee ridders gedragen, mee
gevoerd naar het paleis der ene ko
ningin.
Wordt vervolgd.