In de Krantentuin
Het knutselhoekje
Sjeik El Ro-Jenbiet
ZATERDAG 7 MAART 1964
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 7
Wat kan vergeven toch
moeilijk zijn
„Ik wil zelfs de naam van die
deern hier nooit meer genoemd ho
ren. Ha, wat zou zij, die hier vroeger
als stalmeid gediend heeft, lachen, als
ze nu als bazin haar intrek kon ne
men op de Kastanjehof, de schoon
ste boerenplaats in de hele omtrek.
Nooit of te nimmer zal dat gebeuren.
Zo'n armoedzaaister wens ik hier
niet te zien".
Met ingehouden stem, bevend van
innerlijke verontwaardiging, stond
Jacob nu recht voor zijn vertoornde
vader, terwijl hij hem antwoordde:
„U kunt mij verbieden haar in uw
huis te voeren; daar kan ik nieté te
gen doeh. Maar ik verbied u op zo'n
minachtende wijze over het meisje te
spreken, dat ik mij uitgekozen heb".
„Zo, zo, wou jij mij verbieden? Ik
alleen heb hier te gebieden en te
verbieden, 't Zou je heel wat netter
staan mij te gehoorzamen".
„Vader ik heb u altijd gehoor
zaamd en ik heb me nooit tegen u
verzet, maar in dit geval heb ik het
volle recht u te weerstaan. Ik kies
mijn aanstaande vrouw en niet u.
Dit zegt me mijn geweten. Ten over
vloede heb ik al eer mijn biechtva
der geraadpleegd en deze deelt mijn
standpunt ten volle".
„Doe dan, wat je niet laten wil,
maar weet wel, dat jullie, zolang ik
leef, niet op de Kastanjehof zullen
worden ingehaald".
Hoe vreselijk dit onderhoud Jacob
ook had opgewonden, hij bleef zich
voor ogen houden, dat hij tegenover
zijn vader stond. En daarom kwam
er ook geen enkel beledigend woord
over zijn lippen. Wel bedacht hij, hoe
verkeerd het van zijn vader was, om
geld boven het geluk van zijn kind
te stellen. Oh, had zijn goede, wijze
moeder nog geleefd, dan zou dit ze
ker niet gebeurd zijn. Zij zou z'n
Truda van harte geaccepteerd (aan
genomen) hebben als aanstaande
schoondochter en als zachte maar
wijze vrouw zou ze haar man zeker
wel tot verstandiger gedachten heb
ben weten te brengen. Met zachte,
maar niet loslatende aandrang had
zij hem al menigmaal tot goede be
slissingen gebracht, die hij enkel uit
eigener beweging nooit zou genomen
hebben. Maar sinds die lieve vrouw
op het kerkhof rustte, had hij nooit
om iemands mening gevraagd en had
hij steeds koppig en hardnekkig zijn
eigen wil doorgezet.
Overtuigd, dat zijn vader ook in
dit geval niet te breken zou zijn en
overtuigd, dat er in hun verhouding
geen verbetering zou optreden, ver
liet Jacob het ouderlijk huis, zocht
zich op een nabijgelegen dorp een
werkkring en een bescheiden huisje
en voerde korte tijd later zijn gelief
de Truda naar het altaar.
(Wordt vervolgd)
CORRESPONDENTIE
Vandaag is Marian Keltjens, Lei
den het eerst aan de beurt en ze
vertelt ons over:
Marietje woonde met haar vader
en moeder in een klein dorpje. Ze
woonden in een mooi en groot huis.
Marietje had geen broertjes of zusjes
maar wel een hond en een papegaai.
Met de hond was ze goede vriendjes,
tegen dat de school uitging stond hij
haar al bij het hek op te wachten en
elke dag als het tenminste goed weer
was, gingen ze samen een poosje
wandelen of liever rennen door dé
boslaantjes. Ook met de papegaai
kon ze het goed vinden en hij kende
al heel wat aardige zinnetjes, die
Marietje hem geleerd had. Maar op
een dag gebeurde er heel iets ergs.
Het was half zes en nog was Ma
rietje niet thuis uit school. Moeder
hal al heel wat keertjes door het
raam uit staan kijken, maar geen Ma
rietje. Moeder werd ongerust. Ze
luisterde naar iedere voetstap. Op
eens daar hoorde ze een hevige klap.
Ze vloog naar het raam, maar zag
niets. Vlug trok ze haar jas aan en
rende naar buiten. Moeder zag het
al, daar waren drie auto's op elkaar
gereden. Daar zag ze een ziekenwa
gen aanrijden. De buren stonden er
kast van Mister Peterse, maar toch
durfden ze het niet goed aan, omdat
de villa steeds door een vaste ploeg
agenten bewaakt werd.
Op zekere dag gaf de miljonair
een groot feest. Een stel bekende in
brekers zou van die gelegenheid ge
bruik maken om een flinke duik in
de brandkast te doen. Ze hadden zich
verkleed als deftige gasten en zo kon
het geburen dat ze tussen de andere
gasten onopgemerkt binnen konden
komen. Ze zagen er zo goed verzorgd
uit, dat niemand er erg in had, ze
wisten echter niet, dat mister Peterse
ook z'n geheime agenten op het feest
genodigd had en die bewogen zich
ook tussen de gasten, al spiedend
by te praten. Moeder ging er heen delstok van de kapstok gegrepen had. roS,^_k^*nj' u.j
en daar hoorde ze iemand Marietjes Vader schrok geweldig want wie E5" "g5AïïLvm hakend
naam noemen. Moeder schrok zo, dat kwam daar tegen hem aangerold? AA
ze meteen flauw viel. Mevrouw Kat- Het was de grote hond van de buren. 'de buurt
jes stond achter haar en ving haar „Hoe kan dat nou vader?" riep Ma- sle'd?" A.m.S
op. Met een paar buren werd ze rian opgelucht. Fn rt.A Jas mLJ void ook
weer binnen gedragen en op een „Ja, dat weet ik wel. De voordeur Alrtuten d. ln
divan gelegd. stond open en ook de deur van het JTn dftuin on
Een poosje later werd er gebeld, zijkamertje". brekers hrt feest om in de tuin op
Het was een politieagent die kwam „Maar hoe hoorde ik dan de voet- A Aj fA Ai A AiA A A7»
vragen of hij de molder kon spre- stappen?" te ^en d.ar i.ddei neergelegd6
mAn,AAnohJa?raThaMeAhemienaar kiiw' ee"S Weer kjame".. binnen, nulonder
dit adres geituuld Onder het raam stonden wat lege voo'r "ze® kTo°m
Mevrouw Katjes stond hem te bloempotten. De hond had daar aan ASïïSïïLÏSÏÏVamanm
woord en vroeg: „Wat kan ik voor u gesnufeld en zo waren ze omgeval- ™n°7^t op de brand"»" aan
„Mag ik de moeder van het meisje Marian kon nu weer lachen. AAArAÏA' „aAffi'lfw'viel kwa
even smeken?" vroeg hij. „Mag ik de dief een paar bis- mfn°gd™,Ar ge japendl^ïenten
Mevrouw Katjes was een beetje kwietjes geven vader? voorschiin en bevalen de dieven de
doof. Ze verstond de agent niet en „Natuurlijk. Neem er zelf ook n e" heffen Even probeer-
zei: „Wat zegt u?" maar een paar. Je heb een paar ang- handai op te netten isven prooeer
Nu werd de agent een beetje on- stige minuten meegemaakt. Toch ben m«ar dan zouden er zeker scho-
geduldig. Gelukkig kwam Helen, de je een dapper tin g™nald hebbenkozen de
dochter van mevrouw Katies er aan de sleutel om te draaien en de dief 6 en zich over Ze
en die vertelde toen dat de moeder gevangen te zetten. werden stevig geboeid in een auto
van Marietje flauw gevallen was. Toen moeder 's avonds thuis kwam gedreven en naar het bureau in de
„O. nou dan spijt het me heel erg", werd alles in geuren en kleuren ver- stad gebracht. Daar waren ze blij,
zei de agent beleefd. teld en ze hebben er reuze om ge- Hat dp Hipvpnhendp eenakt was. want
„Is het erg met Marietje? vroeg lachen.
Helen.
Jos Eckhardt, Leiden
,Ja, ze is er erg aan toe. U moet
haar vader maar opbellen".
„Is ze al naar het ziekenhuis ge
bracht?"
„Ja, ook dat is al gebeurd".
Toen ging de politieagent weg.
De moeder van Marietje was in-
VAN EEN DIEFSTAL DIE NIET
AFLIEP ZOALS HET MOEST
dat de dievenbende gepakt was, want
de heren hadden nog wat meer op
hun geweten.
Het mooiste was nog, dat mister
Peterse en zijn gasten niets van dit
alles bemerkt hadden. Het feest was
gewoon doorgegaan.
Nu ben ik haast door de verhaal-
In Califonië, een staat in Amerika,
woonde de multi-mil jonair Peterse. tjes heen. Wie stuurt er nog eens
middels bygekomen en mevrouw jjjj Woonde daar helemaal alleen in een? Wanneer ze in de krant komen.
Katjes en Helen hadden haar heel een geweldig groot buitenhuis met knip je ze uit en dan is het een
voorzichtig meegedeeld dat Marietje rondom prachtig aangelegde parken, mooie aanwinst in je plakboek. Kom
een ongeluk was overkomen. Ze wil- pjet s^ond vrjj eenzaam, ver van meisjes en jongens aan de slag.
de onmiddellijk opstaan om naar de andere bewoonde huizen. Verschil- Dag allemaal, tot de volgende
haar kind te gaan, maar mevrouw jende inbrekersbende hadden het week
Katjes hield haar tegen. Moeder v00rzien op de goed gevulde brand- TANTE JO EN OOM TOON
moest voorlopig heel rustig blijven.
Na een half uurtje kwam vader
thuis. Toen hij opgebeld werd is hij
dadelijk naar het ziekenhuis gere
den en daar mocht hij zijn dochter
tje zien. Ze lag met haar hand en
één been in het verband en ook had
ze nog veel pijn maar gebroken was
er niets gelukkig ofschoon de vlees
wonden wel diep waren. De zuster
zei dat alles wel gauw in orde zou
komen en zo kon vader op zijn beurt
moeder weer geruststellen. Mevr.
Katjes en Helen gingen nu weer naar
haar eigen huis.
De volgende dag was moeder weer
helemaal opgeknapt en die middag
ging ze met vader Marietje bezoe
ken. Ze had nu al zo veel pijn niet
meer. Al gauw mocht ze weer lopen
en met de gewonde hand moest ze
veel oefenen. Na twee weken kwam
ze al thuis, nog wel niet geheel ge
nezen, maar als ze goed bleef oefenen
zou ze ook weer spoedig naar school
kunnen.
Wat waren ze alle drie gelukkig
dat alles zo goed-was afgelopen.
Joke Overdevest, Leiden
DE DIEF
Het was stil op straat. De duister
nis begon te vallen. Ook bij de fami
lie Jansen was het stil in huis. Ma
rian en haar vader waren alleen
thuis. Marian zat wat te knutselen
en vader las de krant.
„Vader ik hoor wat buiten bij het
raam", riep Marianne opeens.
Vader antwoordde niet. hij las ver
der en had niets gehoord. Maar toen
er een paar minuten later.weer voet
stappen gehoord werden, stoncj va
der op en zei: „Kom ik ga de deuren
sluiten".
Meteen stond hij op en sloot de
achterdeur en de voordeur.
Marian was klaar met haar knut
selwerk. Ze pakte de boel in en liep
er mee naar de kast in de gang. Er
was licht in de gang maar toch keek
ze goed uit. Wat zeg ze daar? Daar
bewoog een deurknop. Marian zette
haar spullen op de grond en sloot
heel vlug de deur af. met de sleutel
die aan de buitenkant zat.
„Vader!" riep ze „Kom eens gauw
kijken!"
Vader, die boven de ramen aan het
dicht doen was, kwam aanrennen.
Wat is er Marian?"
„O vader, ik denk vast dat in die
zijkamer iemand ziet".
„Kom kind wees niet bang".
„Ja vader, ik zag duidelijk de deur
knop bewegen":
„Nou daar wil ik het mijne van
hebben" en gelijk opende hij de
deur maar niet voordat hij een wan-
't volk te voeden. Geen wonder dus.
dat zij 't, om te kunnen leven, elders
moesten zoeken. Op de zee! Bij hel
dere hemel zagen zij voor de kust tal
rijke eilanden liggen. Maar om die te
bereiken moesten zij zich scheepjes
bouwen. Op de Libanon, een geberg
te, groeiden cederbomen, die 'n uit
stekende houtsoort leverden om
schepen van te maken. Daarmee be
zochten zij eerst de dichtbij liggen
de eilanden. Vandaar voeren zij al
gauw langs de kust van Palestina,
waar zij zelf havens aanlegden.
Steeds verder strekten zij hun reizen
uit naar 't thans zo veel in 't nieuws
zijnde eiland Cyprus en dan naar
Griekenland. Voor de steeds groter
wordende trajecten waren hun
scheepjes te klein en daarom bouw
den zij steeds grotere.
Daarmee ondernamen zij tochten
naar Sicilië, Malta, de Balearen en
Spanje en langs de hele noordkust
van Afrika. Nog weer later werden
zij steeds koener en ondernemender.
Zij voeren om Spanje heen en be
reikten zelfs Engeland. Ten laatste
schijnen ze ook nog op de Oostzee
te recht te zijn gekomen, waar ze
aan de Noordkust van Oost-Duits-
land - vroeger Pommeren geheten -
barnsteen kwamen kopen. Men weet
niet precies, hoever hun tochten zich
tenslotte uitgestrekt hebben. In elk
geval was 't een vermetel handels
volk, dat bovendien overal waar zij
verschenen de alleenhandel in han
den trachtte te krijgen. Zij dulden er
dus geen mededingers oftew"! con
currenten. Daarom ook hielden ze
hun reizeij ook heel geheim en waar
dat niet naar hun zin gelukte, ge
bruikten zij allerlei middelen om an
dere volken, die zeehandel probeer
den te drijven, af te schrikken.
Zjj bedachten en verspreidden al
lerlei vreselijke geschiedenisen en 't
bestaan van angstwekkende wezens,
die de zeelieden op hun tochten be
dreigden. Zij verzonnen 't bestaan
van de cycloop, de eenogige reus, die
zich ophield op de eilanden rond Ci-
cilië en van tovenaressen, die man
nen in zwijnen konden veranderen.
Zij maakten vreemde zeevaarders
bang voor menseneters en voor zee
stromingen, die de schepen door him
kracht naar de diepte van de zeebo
dem sleurden.
Die sprookjes van de Phoeniciërs
vindt men verhaald in tal van Griek
se gedichten en vooral in het beroem
de werk de „Odysseus" van de grote
Griekse dichter Homerus. Vermoede
lijk hebben de Grieken geloof gesla
gen aan die malle geschiedenissen,
die de Phoeniciërs zo sluw verzon
nen hebben tot groot vermaak van
deze laatsten.
KATWIJK
EEN KINDERSPEELPLAATS
't SANDT
Op het open terreintje op de hoek
van de Bqrggravenlaan en de Baron
van Wijkersloothstraat in de woon
wijk 't Sandt zullen van gemeente
wege enkele speelwerktuigen wor
den geplaatst voor kinderen in de
kleuterleeftijd. Daar omheen zal een
drie meter brede strook openblijven
waar de iets oudere kinderen zich
zullen kunnen vermaken, o.a. met
rolschaatsen. Tevens zullen daar 2
zitbanken worden geplaatst. Dit de
len burgemeester en wethouders me
de in een circulaire aan de bewo
ners van 't Sandt. Aan de omwonen
den wordt voorts gevraagd er op
toe te zien, dat de speelplaats over
eenkomstig zijn bestemming zal wor
den gebruikt. B. en w. voegen hier
nog aan toe, dat het gemeentebe
stuur de aanleg van een speelplaats
ziet als een experiment. De resulta
ten van deze proef zullen het beleid
te dezer zake in ander delen der ge
meente mede bepalen.
GAAT DE VINGERHOED
VERDWIJNEN?
Ja, 't is opmerkelijk, dat je de vin
gerhoed steeds minder ziet; het
schijnt, dat de moderne mensen hem
lang niet zoveel meer gebruiken als
dat bij het voorbije geslacht het gen
val was.
In de nabijheid van Suttgart (Did.)
ligt de oudste vingerhoed fabriek ter
wereld. Ze werd in 1807 opgericht.
Miljoenen vingerhoeden zijn van
daaruit over de hele wereld verzon
den. En thans? De bestellingen zijn
nauwelijks meer toereikend om het
aantal arbeiders ten naastebij te kun
nen handhaven.
EEN POPJE VOOR DE KLEINSTE
Wordt gemaakt van katoenkoord,
zoals men ook gebruikt voor bad
mantelceintuurs b.v. Pop kan ook ge
wassen worden in de wasmachine, als
ze 'n beetje al te vuil wordt.
Je hebt 2 katoenkoorden van 40
cm lengte en één van 20 cm. Leg de
2 lange stukken naast elkaar. Leg
op pl.m. 10 cm van 't einde een knoop
(zie 1). Deze knoop wordt 't hoofd
en 't eind, dat er uitsteekt, pluis je
uit en dat is de haardos van de pop.
Het stuk van 20 cm, dat de armen
gaat worden, krijgt aan elk eind een
knoop. Je trekt het tussen de 2 koor
den, die van de kop afhangen en
knoop met de benen zo, dat ze 't
lijf voorstellen. Aan de 2 beeneinden
leg je ook een knoop (zie 2). Nu nog
een rode mond en blauwe ogen aan
brengen - liefst ook met gekleurd
katoen - en de pop is klaar!
DE PHOENICIëRS EN HUN
ZEEMANSAVONTUREN
Jullie hebben zeker in de geschie
denisles van de Phoeniciërs gehoord.
Ze woorden aan de oostkust van de
Middenlandse zee op een smalle
strook land aan de Syrische kust. De
streek verschafte slechts weinig om
Een vervolgverhaal van Suske en Wiske
KONING ARTHURS
MOEDIGSTE MAN
5 Ze zagen opeens dat sir Turqui-
ne de laatste der drie ridders in
haalde. Hij sloeg zo hevig met z'n
zwaard op hen in, dat de man ter
aade stortte en als levenloos bleef
gende ridder in en in minder dan
geen tijd lagen ook deze en zijn paard
op de grond. En met de derde ridder
ging 't net zo. Toen wierp hij de
drie verslagen ruiters één voor één
over hun paarden, bond hen vast,
greep de teugels der dieren, steeg op
z'n eigen ros en reed met z'n gevan
genen weg.
6 Toen Lionel dat alles aanzag, be
sloot hij de brutale ridder uit te da
gen. Hij liet Lancelot rustig slapen,
besteeg z'n paard en reed achter Fur-
quine aan. Hem ingehaald hebbende
vroeg hij hem te willen afstappeh
om nu met hem de strijd aan te bin
den. Zonder te antwoorden greep de
geweldenaar zijn zwaard en sloeg
ook Lionel ter aarde, bond hem op
zijn paard en reed verder met zijn
gevangenen naar zijn slot.
(Wordt vervolgd)