Industrie motorlandbouw
voorwaarde van progressie
CHINA ONTWIKKELT ZICH
TRAAG, ZEER TRAAG
Heeft Mao Tse Toeng gelijk (III)
CHINA LOOPT OP „ALLEBEI ZIIN BENEN"
De oppervlakte van China is zeventien maal die van Frankrijk maar de Chinezen
bebouwen slechts ongeveer zesmaal de oppervlakte van Frankrijk om zijn 700
miljoen imvoners te voeden De Chinese boeren, die 85 procent van de bevol
king uitmaken, leiden derhalve, dicht opeen gepakt, een armoedig leven. De
schaarste aan bouwland is voor de Chinese regering een fundamenteel probleem
aangezien de sterk groeiende bevolking hierdoor onvoldoende gevoed kan wor
den. Temeer omdat China ook nog een aantal grondstoffen voor de industrie uit
de bodem moet halen en voldoende landbouwprodukten moet exporteren om
bepaalde investeringen van goederen te betalen, die in het buitenland zijn aan
gekocht.
De natuur legt er zich bovendien nog op toe dit probleem nog
mogelijker te maken. Droogte en overstromingen veroorzaken
herhaaldelijk landbouwcatastrofen. De Chinese boeren leveren
dan ook een dubbele inspanning. Enerzijds proberen zij voort
durend nieuwe gronden te ontginnen en anderzijds voeren zij
op vruchtbare gronden allerlei veredelingswerken uit om aldus
twee, ja zelfs drie oogsten per jaar te verkrijgen
gesteld, hebben uitdrukkelijk ontkend,
dat het hun bedoeling was geweest
het gezin te vernietigen en zich be
klaagd over de leugens en laster, die
in dit verband in het Westen zijn ver
spreid. Ook de Westelijke waarne
mers die ik in Peking gezien heb
hebben met klem bevestigd, dat de
echtgenoten in geen enkele volkscom
mune systematisch zijn gescheiden.
Richard Hughes daarentegen, die
over de volkscommunes een uitste
kend gedocumenteerd, en objectief
werk heeft gepubliceerd, schrijft: ,,De
vernietiging van het Chinese gezin
als grondslag van de samenleving is,
zoals iedereen het heeft bemerkt, één
der voornaamste doeleinden van de
oprichting der communes." Ik kan
n. dan ook moeilijk over deze kwes-
Van grondverdeling
tot „hergroepering"
in de communes
Die inspanning is sedert eeuwen
gaande en verklaart de talrijke boe
renopstanden die zijn uitgebroken tel
kens als de grootgrondbezitters het
werk van de boeren te zeer bemoei
lijkten. In dit opzicht is de commu
nistische revolutie typisch Chinees
geweest: in strgd met de schema's
van het Europese marxisme is zij op
het platteland ontstaan en heeft zg
vandaar de steden veroverd. Daarom
kunnen de Russen volhouden, dat
het Chinese communisme, dat zgn
oorsprong bij de boeren heeft gevon
den, naar zgn wezen .kleinburger
lijk" is...
De Chinese communistische revolu
tie verschilde aanvankelijk inderdaad
zeer weinig van de vele boerenop
standen die haar voorafgingen. Na de
overwinning kwam Mao Tse Toeng
zijn belofte na: hij onteigende de
„landlords'' en verdeelde de grond.
De landhervorming van 18 juni
1950 werd met geestdrift begroet.
Haar resultaten waren echter bespot-
telg In Noord-Mantsjoerije bijvoor
beeld verkreeg geen enkele boer meer
dan enkele ares in eigendom. Die ver
deling van de Chinese gronden was
des te rampzaliger omdat de boeren
zelf niet over de middelen beschikten
zich zaden en gereedschappen aan te
schaffen. De communistische partij,
die de ontwikkeling nauwlettend ga
de sloeg, besloot hergroeperingen"
te bevorderen. Duizenden propagan
disten gingen de boer op om de be
volking te winnen voor de oprichting
van coöperaties waarin zij haar
grond werktuigen en dieren inbracht.
In plaats van eigenaars werden de
boeren aandeelhouders.
Die eerste coöperaties, met een le
dental van 200 300 gezinnen die thans
een minderwaardig" type worden ge
noemd, werden weldra omgevormd
in 750.000 coöperaties van het „su
perieure" type, op basis van de ar-
beidsploeg, die gewoonlijk een twin
tigtal gezinnen groepeert, wat gemid
deld een veertigtal personen betekent.
Halfweg 1958 maakte China bekend,
dat de boeren, daartoe „bewogen
door hun grotere socialistische be
wustheid" besloten hadden de coö
peraties van het superieure type te
groeperen in 26.500 volkscommunes
met de bedoeling enerzijds binnen het
raam van uitgebreide produktie-een-
heden de belangrijkste activiteiten sa
men te brengen: landbouw, veeteelt,
bosbouw visvangst en industrie en
anderzijds tegelijkertijd boeren, ar
beiders studenten en soldaten ln
dienst te stellen voor de economische
vooruitgang.
In de ogen van de partij-theore
tici zou het systeem der volkscom
munes spoedig de laatste resten
van de particuliere eigendom doen
verdwijnen en tevens de waarborg
bieden dat binnen de volkscommu
ne de gehele bevolking zou worden
gemobiliseerd.
Basis-cel
Was het systeem van de volkscom
munes niet alleen gericht op de af
braak van de laatste resten van privé-
bezit maar ook op de vernietiging
van het gezin als basis-cel van de
menselijke samenleving? Alle Chine
se leiders aan wie ik die vraaag heb
Auto's zijn niet talrijk in China
maar men redt zich zoals deze
loop-taxi!
tie uitspreken. Ik heb de indruk, dat
de communistische partij er wel aan
gedacht heeft het gezin te vernieti
gen maar overeenkomstig haar zig-
zag-taktiek haar opzet heeft laten va
ren, toen dit teveel verzet uitlokte.
Bankrekening
Hoe dan ook, de gezinnen moesten
wel geschokt worden alleen al door
de oprichting van de communes,
want door de mobilisatie van de ge
hele natie in dienst van het land
wilde de regering bijkomende ar
beidskrachten verkrijgen dank zij de
„bijdrage" van 100 miljoen vrouwen,
die in het vervolg vrijgesteld waren
van huishoudelijk werk omdat één
vrouw voor vier huishoudens zorgde.
Met deze opzet richtte men in de
volkscommunes kinderbewaarplaat
sen in kindertuinen, wasserijen kan
tines en slaapzalen die noodzakelij
kerwijze het uiteenvallen van het ge
zin moesten meebrengen, al was het
maar omdat men alle opvoedingsta
ken toevertrouwde aan de gemeen
schap.
Reeds in het najaar van 1958 moest
men in Peking erkennen, dat de volks
communes maar tweederde van het
heb ik op mijn reis gebouwen gezien
die zonder enig overleg waren opge
trokken en waarvan nu nog niemand
wist waartoe zij wel zouden dienen.
Ik heb wegen gezien die plotseling op
houden in een veld, dorpshoogovens
die slechts éénmaal hebben gebrand,
onvoltooide overheidsgebouwen, die
door de plantengroei worden over
woekerd.
De vervoering waarmee de Chine
zen „vooruit sprongen", veroorzaakte
een dusdanige wanorde, dat men van
af 1959 een toontje lager moest gaan
zingen.
Twee benen
Men mag nochtans het belang niet
onderschatten van de resultaten die
door de „grote sprong voorwaarts"
zijn verkregen. Door de geschikte
middelen te scheppen voor de ontwik
keling van de landbouw en in ruime
mate gedecentraliseerde nieuwe in
dustrieën op te richten heeft de rege
ring van Peking de grondslagen ge
legd voor een aanzienlijke economi
sche ontwikkeling. Als in de komende
jaren, na de jaren van ongeëvenaarde
natuurrampen die de Chinezen in 1959
in 1960 en in 1961 hebben beleefd,
China ópnieuw even snel vooruit zou
gaan als tussen 1952 en 1958 dan zal
de Chinese vorm van communisme
weldra een onweerstaanbare aantrek
kingskracht uitoefenen op alle Aziati
sche landen. De nieuwe politiek die
in 1960 werd ingeluid, zou men het
„lopen op twee benen" kunnen noe
men.
Met opzet schrijf 'k in 1958 en niet
1963. Waarom? Omdat de Chinese
overheid sedert 1958, het jaar van de
grote sprong voorwaarts, heeft ge
weigerd de statistische gegevens te
publiceren, die het mogelijk maken
zich een beeld te vormen van de eco
nomische ontwikkeling van China. De
laatste gegevens, die gepubliceerd
werden, waren in feite zo fantastisch,
z" overdreven optimistisch, dat de re
gering genoodzaakt was te erkennen,
dat zij de werkelijkheid geweld had
aangedaan. Hoe zou ik dan de jong
ste ontwikkeling van China kunnen
meten?
Ik heb weliswaar veel fabrieken (ik
ben zelfs in een steenkolenmijn afge
daald) bezocht die mij zeer modern
leken en die uitgerust waren met ogen
schijnlijk in China gebouwde machi
nes. Ik kan nochtans onmogelijk zeg
gen hoe belangrijk die Chinese pro-
Tussen China en de Ver. Staten
moet een brug geslagen worden.
Wellicht kunnen de Europese lan
den daarbij hun „goede diensten
aanbieden.
De Chinese regering heeft erva
ren, dat men met revolutionaire
geestdrift alleen, de produktie niet
kan opvoeren. Voortaan kunnen de
arbeiders aanspraak maken op
zgn. rendementspremies!
duktie is. Ik ben evenmin in staat uit
te maken of de werkplaatsen die ik ge
zien heb al dan niet een buitengewo
ne activiteit ontplooiden. Wat ik ge
zien heb laat mij niet toe de Chinese
economische werkelijkheid te con
strueren.
Bij gemis van ieder cijfer of sta
tistiek vermag ik niet wat Cuvier
kon die zich de dinosaurus voor
stelde met één wervelkolom. Maar
alle Westelijke waarnemers, die ik
geraadpleegd heb in China of in de
omringende landen waren zeer on
der de indruk van China's huidig
economisch herstel!
Twintig jaar?
Mijn eigen indruk? Thans lijkt Chi
na mg niet veel te verschillen met
wat het in 1957 was. Mijn mening
wgkt in dit opzicht af van het oordeel
van die Westelijke waarnemers zon
der dat dit meningsverschil mij ver
ontrust. Het is normaal, dat mensen,
die de dolle verspillingen van de
„grote sprong" voorwaarts en de
rampjaren na 1958 hebben beleefd,
meer oog hebben voor de jongste ver
beteringen van de toestand dan ik,
die slechts de beloften van 1957 af
weegt.
Bovendien ben ik van mening dat
China's ontwikkeling zeer traag zal
verlopen. De grootste optimisten on
der de onbevooroordeelde waarne
mers, die ik in China heb ontmoet,
verklaren dat China tenminste twintig
jaar nodig heeft om de meest geïn
dustrialiseerde landen in te lopen. De
pessimisten gewagen van veertig tot
vijftig jaar. Ik geloof, dat die pes
simisten gelijk hebben en misschien
zelfs te optimistisch zijn.
China lag zo ver achter op
het ogenblik van de revolutie,
er valt werkelijk nog zoveel te
doen, dat het mij zou verbazen
als het in een niet al te verre
toekomst zijn achterstand op
de meest geïndustrialiseerde
landen zoals de VS of de Euro-
marktlanden zou kunnen inlo
pen. Het is mijn overtuiging,
dat de economische ontwikke
ling van China traag, zeer
traag zal verlopen.
(Copyright Opera Mundi)
door Raymond Scheyven
(oud-minister van Economische Zaken in Belg ië)
en voorwerpen, en deze toegeving
geldt ook bomen, gereedschap, pluim-
v' huisdieren en... bankrekeningen.
De gezinnen mogen ook weer zelf een
lapje grond bebouwen, dat bij de op
richting van de coöperaties van het
superieure type aan de collectivering
was ontsnapt. Ook de vruchten, die
op die grond worden gewonnen vallen
buiten de officiële markt en kunnen
„parallel" worden verhandeld.
Natuurbeheerser
Zoals vele waarnemers, geloof ik,
dat de balans van het experiment
met de volkscommunes alles goed en
wel beschouwd, uiteindelijk toch gun
stig is. In de afgelopen vijftien jaar
heeft China - en daar zijn alle mete-
reologen het over eens - uitzonderlij
ke beproevingen gekend. Er heeft
sinds mensenheugenis nooit zo'n droog
te geheerst; de vruchtbaarste gebie
den zijn meer dan eens door overstro
mingen geteisterd; vijfmaal hebben
bijzonder krachtige wervelstormen
verwoestingen aangericht, het land is
kaalgevreten door onverzadigbare
sprinkhanen. En toch gaat iedereen
ermee akkoord, dat dit zo zwaar ge
troffen China niet de massale hongers
noden -heeft gekend, die onder het
oude regime ongetwijfeld miljoenen
slachtoffers zouden gemaakt hebben.
De bestendige mobilisatie van de
arbeidskracht, die door 't systeem
van de volkscommunes mogelijk
werd, heeft China in staat gesteld
de natuurrampen, doeltreffender
dan ooit tevoren, te bekampen.
Voor de eerste maal in de geschie
denis is het de Chinese boeren ge
lukt een voldoende mankracht op
de been te brengen om, zoals het
luidt in de marxistische terminolo
gie, de natuur te beheersen.
De regering van Peking, die in een
zekere mate haar reputatie en haar
aanzien in die aangelegenheid op het
spel heeft gezet, zal derhalve niet 'n
systeem laten varen, dat het dan toch
meteen mogelijk maakt zonder veel
moeite de gehele plattelandsbevol
king onder toezicht te houden. Ik ben
niettemin van oordeel, dat het sys
teem nog aanzienlijk soepeler ge
maakt zal moeten worden. De commu
nes zullen worden aangepast aan de
boeren, die op hun beurt aan de com
munes zullen aanpassen
Eén zaak staat volgens mij vast:
de moeilijkheden met de communes
zullen het regime niet aan het wan
kelen brengen. Het lijkt mg veelbete
kenend, dat geen enkrle Chinese vluch
teling, hoezeer hij ook bedwelmd was
en werden genationaliseerd en er
werd weldra een economisch ontwik
kelingsplan uitgevaardigd. Einde '52
maakte de regering bekend, dat de
fase van .restauratie" voltooid was
en begin 1953 kondigde zij het eerste
vijfjarenplan (1953-1957) aan, dat de
„algemene lijn" vastlegde, die de
staat zou volgen in de overgangspe
riode die China naar het socialisme
zou leiden.
In 1957 slaakte de regering van Pe
king een juichkreet: de in het eerste
vijfjarenplan gestelde doelen waren
overal overschreden. China had meer
dan 20 miljard dollar geïnvesteerd
in de industrie 8.400 nieuwe indus
trieën opgericht. Het nationaal inko
men was bijna verdubbeld en van 26
tot 41,5 miljard dollar gestegen.
Grote sprong
Het Chinese nationale produkt was
ieder jaar met meer dan 7 8 pro
cent toegenomen, wat twee keer zo
veel was als de toen veronderstelde
groeicoëfficiënt in India (4 pet.) en
bijna gelijk aan de groeicoëfficiënt,
die Japan tussen 1950 en 1956 had ge
kend. Volgens de Chinese statistieken
van 1957 was de produktie van staal
en elektriciteit verdrievoudigd, van
steenkolen en cement verdubbeld.
De auteurs van het tweede vijfja
renplan baseerden zich op die resul
taten om tamelijk realistische doel
einden voor te stellen. Tussen 1958 en
1962 moest de industriële produk
tie verdubbelen en de opbrengst van
de landbouw met 35 procent toenemen.
Eensklaps werden echter die betrek
kelijke redelijke vooruitzichten over
boord gegooid en de regering van Pe
king besliste, dat het land ;,een gro
te sprong voorwaarts" zou maken.
Het plan werd herzien en stelde nu
in haast alle sektoren een groeicoëffi
ciënt van ten naaste bij 100 procent
voor; 1958 dan was het jaar van de
„grote sprong voorwaarts". Men be
sloot een massaal en systematisch be
roep te doen op menselijke investerin
gen en stelde zich ten doel: in 15 jaar
Groot-Brittannië inhalen! Een vlaag
van verdwazing voer door heel Chi
na dat dronken van zijn eerste suc
cessen besloot 'n aantal etappes op
de weg naar het communisme over
te slaan.
In htm geestdrift vergaten de Chine
zen de kracht van het plan en lever
den zij een even buitensporige al3 wan
ordelijke krachtsinspanning.
Het is onmogelijk een indruk te ge
ven van de rijkdom, die aldus in en
kele maanden werd verknoeid. Zo
resultaat hadden bereikt dat men
zich er van voorgesteld had. Het cen
trale comité der Chinese communisti
sche partij gaf dit toe op 1 dec. 1958:
„Elke poging om de fase van het
communisme in te leiden voordat de
omstandigheden rijp zijn, vergt te
veel van onze krachten en is zonder
enige twijfel een utopische opvatting
zonder de minste kans op welslagen".
De Chinese regering heeft het sys
teem van de communes echter niet
prijsgegeven. Zg heeft er zich toe be
perkt toe te even aan de menselijke
zwakheid. Zo heeft de communisti
sche partij nu erkend, dat de leden
van het gezin het recht hebben samen
te leven en... te koken, dat de werk
dag niet meer dan acht uur mag be
dragen, dat slechts twee uren aan stu
die moet worden besteed en dat maal
tijden en ontspanning dagelijks vier
uur vergen. De arbeidseenheid is
voortaan de brigade, die over het al
gemeen zestien gezinnen, d.i. 25 ar
beiders telt.
Het recht op particulier bezit Is
hersteld voor persoonlijke goederen
door het welslagen van zijn vlucht en
door het plotselinge gewicht, dat hg
in de ogen van de Westelijke journa
listen had gekregen, ooit heeft ver
klaard, dat de Chinese boeren bereid
waren tegen het regime in opstand te
komen. Hoewel de bezorgdheid van
de Chinese regering vooral naar de
ontwikkeling van de landbouw uit
gaat, verwaarloost zij toch de indus
trialisatie niet.
Aanvankelijk - van 1949 tot 1952 -
ging 't regime behoedzaam te werk:
in het programma werd het woord
„restauratie" geschreven en c-»k kon
den in feite grote sectoren van kapi
talisme blijven bestaan. In die jaren
spande het regime zich in om de door
de oorlog aangerichte schade te her
stellen en de inflatie te verstikken.
Fabrieken, die niet al teveel geleden
hadden, werden weer op gang ge
bracht en handel en financiën kwa
men onder toezicht te staan.
De Koreaanse oorlog betekende 'n
eerste keerpunt: de meeste industrie-