In de Krantentuin Werkgevers confectie gaan sportieve modinettes helpen Het knutselhoekj HOOFDPIJNPOEDERS Sjeik El Ro-Jenbiet ZATERDAG 8 FEBRUARI 1964 DE LEIDSE COURANT PAGINA 5 hemd verborgen en deze dacht: haas klom de jongen op de laars van „Laten de ministers het maar uit- Wacht maar tot vanavond. de reus. De reus liep wat hij kon en zoeken", zeiden de verstandige ka- Ze lagen, stevig vastgebonden aan toen hij op de aangewezen plek aan- bouters. palen, in een houten keet. 't Was on- kwam, sprong Pimpeltje vlug van de geveer 12 uur 's nachts toen één van laars af en zei lachend: „Zo reus, ben de acht mannen zich zelf losgemaakt je daar nu pas". had en toen was het geen moeilijk werk voor hem om de anderen los De reus lachte helemaal niet Hij werK voor nem om ae anaeren tos _A an PimneHip uaar swam rvoeni te maken. Met vereende krachten P1 «at hebben jullie Een legende Correspondentie Ja, wat is dat nu eigenlijk? Het Is een verhaaltje natuurlijk, maar meestal heel oud en 't vertelt iets uit het leven van een heilige of over een heilig gebeuren. Gewoonlijk zijn de legendes ontstaan in de Middel eeuwen en ze gaan meestal gepaard met een hele boel fantasie. En waar fantasie in het spel is, daar veran dert er nogal eens één en ander in de loop van de tijd. Het gevolg daar van is, dat we nu niet meer kun nen uitmaken, wat er in een legen de nog van de waarheid is overge bleven. En we kunnen zelfs gerust beweren, dat vele legendes helemaal niet meer op waarheid berusten. De opeenvolgende geslachten voegden er soms allerhande verzinsels aan toe, die het verhaaltje mooier en interessanter moesten maken. Maar als we daar niet al te veel aan den ken, kan een legende zelfs voor ons kinderen van de 20ste eeuw nog heel spannend en zelfs nuttig zijn, want zij leert ons iets van het een voudig geloof en de kinderlijke vroomheid van onze voorouders. En we mogen hun inhoud niet als een soort bijgeloof gaan beschouwen, maar als een ineensmelting van overleving, vroomheid en schone fantasie. Welnu, ik ga jullie dan zo'n le gende vertellen. Er was een kind gestorven en zijn zieltje vloog op tot aan de hemelpoort en weldra ver scheen 't eerbiedwaardige gezicht van St. Petrus voor 't spionnetje (klein venstertje. „Heilige Petrus, oh, doe toch gauw open, want ik ben een Mariakind". „Ja, ja, dat zeggen ze allemaal, die hier aankloppen en meteen pro beren ze, als ik de deur op een kier tje openzet, langs me heen naar bin nen te glippen. Je zult nog een wei nig geduld moeten hebben, want op je witte kleedje ziet mijn oog nog enkele vlekjes". Meteen wil Petrus zich terugtrekken. Maar dan begint het Mariakind te wenen en zie, bij de eerste traan tjes van berouw begint in de hemel een klokje te luiden met een won derlijk zoete klank. Het is het Ange- lusklokje door de engel Gabriël voor de troon van Maria geluid. En met de eerste klanken van deze zoete melodie, stemmen alle hemelse ko ren in, begeleid door duizenden zil veren klokjes van allerhande toon. Bij het aanhoren van die hemelse klanken knielt het Mariakind op een sterretje neer en begint luid het An gelus mee te bidden. Daarna neemt het de rozenkrans, door zijn ouders van een pelgrimstocht voor hem meegebracht en laat de kraaltjes tot het laatste toe door zijn vinger tjes glijden. Als zijn laatste Ave verklonken is, ziet het piotteling in een hemels licht op een hoge troon van blank elpenbeen de hemelse Moeder, waar naar het zozeer verlangt. Haar man tel is schoner dan het hemelsblauw, haar lieflijk gelaat glanst als de zon en op haar hoofd flonkert een ster renkrans. En een straal van al dat hemels licht valt op de kleinè vlek jes, die het tyanke kleedje van het Mariakind nog ontsieren en maken het volkomen schoon. Dan buigt de schone Hemelsvrouw zich voorover, vat de smekend opge heven handjes van het Mariakind, drukt het aan haar Hart en toont het smetteloze zieltje aan haar Zoon. Zo zal het wel niet precies gaan, als wij eenmaal daar boven bij Pe trus aankloppen. Maar als de smet ten op ons zielekleed maar niet veel groter zijn dan die van het Maria kind uit de legende, dan zullen wij toch ook eenmaal dat verrukkelijk moment beleven om door Maria, ons aller toevlucht, overgegeven te worden aan haar Goddelijke Zoon, de Grote Koning in het Hemelse Paradijs. genaan vlogen, want het terrein was heuvelachtig. Het was half drie en snikheet, Vandaag komt Paul van Heugten ze mg°ed gevolg landden, ons iets vertellen over Er. bleven 7 mensen in het vliegtuig en de rest ging er opuit om hulp te KARELTJE KNIPSCHAAR halen. Ze hadden ieder een wapen bij zich o.a. een pistool, geweer of daan, woonde een machtig koning, een. kreeg een handvol goudstukken van de koning. Janetta de Does, Leiden Bij dit verhaaltje is een aardig ka boutertekeningetje gemaakt. IN HET KABOUTERDORP Er was eens een kabouterdorp, dat helemaal geen koning had. Er moest een nieuwe koning komen. Er was -ïtt overal en bij iedereen in 't dorp ru- "at*ten' N°g ,even geduld' Ieder z<e krijgt een beurt. Tot de volgende week. Dag allemaal! begonnen ze een gat om de muur te graven om zo te kunnen ontsnap pen. Het was bijna 2 uur toen de mannen vrij waren en ze op mar cheerden in de richting van een stad die ze in de verte zagen liggen. Ze vroegen om hulp, om het vlieg tuig weer te startklaar te maken. De volgende dag om 12 uur landde de kist in Milaan. Marion Zonneveld, Leiden. PIMPELTJE GAAT HARDLOP^ In een land ergens hier ver van- „Ik wil de koning worden", zei er Zo ging het de hele dag door. „Ja, maar de ministers nemen vast Koentje Hazélaar", en aan Koentje had iedereen'een gloeiende hekel. Daar kwam Koentje net aan: „Zeg nou weer op mij aan te merken?" „Nou de ministers zeggen dat jij koning moet worden". „O, wat fijn!" zegt Koentje. „Maar dat willen wij niet". Daar kwam een van de ministers aan. „Wij hebben besloten om Roelie tot onze koning te benoemen". „Hoera! hoera!" riep iedereen. „Hoera voor onze koning Roelie". Nog liggen er veel verhaaltjes te „Nee, laat Roelie koning worden", vond een ander. TANTE JO EN OOM TOON EN ZIJN KAT buks. "Öok haddën ze "een kompas bij HiJ bezat ook vele grote bossen. In Kareltje Knipschaar is een klein zich en een kaart van de omgeving. van die bossen woonde een reus, kleermakertje en woont in Hum- Ze hadden ongeveer 1J^ mijl gelo- die Prikkelbeen heette. Op een dag meltjesdorp. Het rare is, dat ze daar pen, toen ze achter zich een vervaar- kwam de reus midden m het land allemaal zo klein zijn. Nu moet je lijk gebrul hoorden. Verschrikt ke- °P ee" heuvel wonen. De mensjes, niet denken, dat het kabouters zijn; ken ze om. Daar kwam een gewei- want dat waren ze voor hem, had- maar ze zijn zo groot, ongeveer als dige leeuw op hen toe. Woedend den veei *ast van Prikkelbaard, want een kind van 12 jaar en dat is toch schudde hij de manen. Ieder greep de ene keer at hij een heel koren- wel klein hè! naar zijn wapen. Door het beven ve*d °P en de andere keer een kar Op een goede dag ging Kareltje van de handen waren de twee eerste p16' wortelen. Op een keer zei de naar de bakker. Hij groette iedereen schoten mis maar de derde raakte baard je moet nu maar eens 't land zoals altijd en zei dan: „Morgen", de leeuw boven de neus, precies tus- UP vernielt alles en trapt alles Dat wisten de mensen nu na al die sen de ogen. Dat was raak en brul- u}* vern alles en trapt alles jaren wel en het gebeurde wel, dat lend zakte de koning van het woud pla* een paar jongens achter hem liepen in elkaar en sloeg achterover. Hij °P éen voorwaarde zei de reus. en dan, als hy iemand groette, tege- was onschadelijk geworden. „Als iemand harder loopt dan ik, dan lijk met hem mee schreeuwden: ze stonden nog te beven of er ga „morgen!" Zo ging het altijd het- kwam een tweede gevaar Een ge- De koning maakte dit besluit be- zelfde, maar deze dag niet. roffel van trommels en deksels kon- kend- Vele hardlopers kwamen zich Toen Kareltje bij bakker Bulletje djgde aaIli dat de inlanders in aan- melden, maar ze verloren het alle- Het sociaal werkgeversverbond voor aankwam en de winkel binnenging, tocht waren en jawel hoor wel 40 maa> want v001\ tlan kleine pasjes de COnfectie-indiistrie heeft met een zag hy ineens iets wegglippen. Hy negers bewapend met speren, pijlen, va5J de mensen, deed de reus er een. beginkapitaal van ƒ25.000 het „Fonds wilde daar het zijne van weten en bogen en knuppels stonden voor hen. ?p een dag kwam een jongen, Pim- Modinette sport Prestaties" in het vroeg aan de bakker wat dat was. ne negers waren verre in de meer- Pelt3e geheten bij de konmg en zei: ,_ven ™roenen met de bedoeling v"" .'"iL De bakker riep wat en daar kwam derheid en al gauw waren onze 8 ..Koning ik ga hardlopen tegen de werkneemsters u,t deze tak van de in- He^otie^industrie To^Indere viLf£ aa,nïPe" KZOnader mannen gangen genomen en van dustrie die het tot de topsport hebben ^^"'erSreïS zal worden Kareltje wist^wat er gebeurde, pak- hun wapens beroofd. Een van de acht Pimpeltje beklom de berg en de gebracht bij hun voorbereidingen 50igd^ Hierdoor zal binnen de nor Hf een voor en eventuele uitzending naar me£ v''n het amateurisme het voor grote internationale evenementen bij vek sportmensen mogelijk zijn top- te staan. prestaties te leveren, die anders mis schien niet mogelijk waren." Adrie Lasterie eerste begunstigde vast. De zwembond heeft wel reeds zijn instemming betuigd maar alvo rens men verder stappen gaat on dernemen zal het fonds eerst nog contact opnemen met het NOC. Voorbeeld. In een toelichting op de stichting van het fonds zei de heer Zonder- De dikte van de olifantshuid soms nog maar nauwelijks 1 cm. d® kat hem op en ging vlug weg. had echter een pistool onder zyn reus kwaon naar buiten. Vliug Jullie dachten misschien dat het een gewone kat was, neen hoor, het was een verklede man. Toen Ka reltje na een tijdje weer kon zien, zag hij dat hij bij een paar boeven zat, die aan het vergaderen waren. Kareltje kon niets horen en ook niet praten, omdat ze hem wat onder de neus geduwd hadden. Dat was wel een strop voor hem. Na een poosje werd hy duizelig en viel wel dra in een diepe slaap. Na een paar uren werd hij wakker en hij zag toen dat hij op een divan van dc bakker lag. De bakker deed heel onschuldig, maar Kareltje wist wel, wat er aan de hand was. Hij was bij een boevenbende terechtgekomen en die vergaderde bij de bakker. Toen hij weer op straat liep ging hij regelrecht naar de politie en ver telde daar alles wat hij had meege maakt en ook vertelde hij van een plan, dat hij inmiddels gemaakt had. Hij zou de volgende morgen weer gewoon naar de bakker gaan, ter wijl een paar stevige agenten op de uitkijk zouden staan. Maar wat za- Fi£- a- Het sieraad, dat jullie fig. a gen ze de volgende morgen? Van toont- in Parbs gekocht, maar jullie het huisje van de bakker was nog kunnen het precies eender namaken, maar een hoop stenen over. Bul- Daarvoor is nodig 50 k 60 cm. metaal letje was bang dat Kareltje, nu hij draad van geel of rood koper. Begin al zoveel wist, hem zou verraden. aan ene einde een oog te buigen. Dat Toch kon Bulletje niet ontkomen. Saat best met een tangetje. Een paar Hij zat ergens verscholen, doch dat cm- achter dat eerste oog maakt men hielp niet. De agenten namen hem een tweede, terwijl je aan 't andere gevangen en later ook de leden van einde een haakje maakt. De parel die de bende. aan komt te hangen, kan van een Er is in het dorp een nieuwe bak- oude parelsnoer genomen worden of ker gekomen. Van toen af hoorde van een oorring. Kun je die niet vin- men niets meer van inbraken. Het den» dan koop je er maar een in een was er heerlijk rustig wonen en Ka- parfumerie- of in een speelgoedzaak, relt je Knipschaar was de held van Bevestig hem met 'n nylondraad, met De eerste die van dit fonds zal De i confectie-industrie heeft al tal kunnen profiteren is de ^emster van beroemde sportmeisjes voortge- Adrie Lasterie, een van de kandida- bracht, o.m. de zwemsters Atie Voor ten voor het Olympische zwemtoer- Greetje Kraan Judith en u s nooi m Tokio. Zij ontving donderdag- de Nijs en turnster Thea Betoer, die Als een ions olifantie eeboren wordt 1?udda£ tijdens de by eenkomst m ^et vorjg jaar ^et Europees kam- ais een jong oniantje geboren wordt, Amsterdam uit handen van de heer niognschar» brus m^t onsVliikP W- is zijn huid al overal!2 cm. dik eni zeer e Zondervan, voorzitter van de lan- eers behaalde Daarvoor krees Thea gerimpeld. Maar als het dier tot volwas, deliike modinette-commissie van het Daarvoor kreeg lhea senheid komt kriist de huid od flanken u moaineiie commissie van net Belmer nu de „modinette-ring", een aenneia Komt, Krijgt ae nuia op nameen verbond een oorkonde, waarop Uit- brilianten kleinood daft on Prnnd van en rug een beschuttende dikte van wel drukkeliik vermeld staat dat haar DruJa™en Kleinood, dat op grond van 4 cm terwiil ze od 't overiee deel van aruKKeuJ^ vermeia staat, aai naar prestaties op velerlei gebied kan wor- terwijl ze op t overige aeei van amateurstatus beslist met door de dPn niteoreikt zijn lichaam eer dunner dan dikker Is steun van het £onds gevaar <1™ uitgereikt. geworden dan die van het jonge dier, mogen komen welke vorm de steun aan Adrie Lasterie verleend zal worden staat dan ook nog niet de speld gemaakt precies op de vouw komt en dan scheur je 't papier gemak kelijk in twee helften, te beginnen na tuurlijk bij het gaatje. het dorp. Joost Vorst Leiden komt met: DE NOODLANDING In Italië, op het vliegveld by Mi- van de iurk die je draagt, laan, zou vandaag 10.30 uur het vliegtuig uit Kongo landen. Het was echter al half één en er was nog steeds geen vliegtuig uit Kongo ge land. Telegrammen werden gewis seld en toen bleek, dat het bedoelde vliegtuig onderweg pech had gehad. De piloot had met de 4 motorige kist te snel gevlogen. Er verbrandde één motor en ze vlogen nu nog op on geveer 400 voet boven de grond. Iedereen hield zich gereed voor een noodlanding. Ze vlogen boven een oerwoud en de piloot zag een ge schikte plek om te landen. Er wa ren 15 mensen aan boord: 2 piloten, 7 politiemannen, 1 stewardess, 1 marconist en 4 passagiers. Het vlieg tuig daalde snel. Ze waren nog maar 100 voet boven de grond en moesten goed uitkijken, dat ze nergens te- gewoon naaigaren of, en dit is wel het Fig. c. sterkst, met dun metaaldraad. Heb je meer parels tot je beschikking Een truck (kustje) met cellofaanpapier ik bedoel met parels ook kralen hoor dan kun je die aan je sieraad Als je een doos hebt, die met cello telkens verwisselen al naar de kleur faanpapier is omwikkeld, moet je eens de volgende truc proberen. Vouw een vierkant of rechthoekig stuk cellofaan dubbel en vraag dan, wie het kan stuk- Fig. d. trekken, in twee delen, boven bij de VOETBAL VVSB. Zondag a.s. speelt WSB de uitwedstrijd tegen Altior. De wed strijd begint om 14.30 uur. VVSB komt in de volgende opstelling uit. Doel: P. Peeters; achter: B. Slinger land en A. Zonneveld: midden: G. Rotteveel, H. van Paridon en C. Ap pelman: vee: C. van Zeist, D. Oost- dam, Jac. van Paridon, C. Duiven voorde en G. van der Weijden. WSB 3 speelt om 14.30 op eigen terrein tegen Roodenburg. WSB 5 gaat op bezoek bij Meer burg 4 en WSB 6 trekt naar Al phen 5. HANDBAL WSB. De damesseniorenspelers beginnend. Al gauw geven ze Dieren, mensen en poppen uit paranoten van WSB spelen zondag a.s. op Hout- het allen op. Dan sla je 't vel weer open rust tegen HSV. De wedstrijd begint en vouwt 't opnieuw, maar intussen Je kiest zelf de paranoten uit, die om 15.30 uur. Voor WSB komen uit heb je er met een speld een gaatje in 't geschiktst zijn voor een muis, een de dames: R. Kuipers, W. v. d. Berg, gemaakt, zoals in fig. 1. De proefpersoon hondje, een poppenfiguur of onderdelen R. v. d. Berg, A. Heemskerk, A. van probeert 't nu weer; 't resultaat is het- ervan. Door aankleding van een pop Paridon, In. Vrolijk, G. Groot, R. zelfde, ook van de anderen. Nu is het kun je zelf zorgen, dat het 'n Chinees, Duindam, A. de Jong en A. Warmer- jouw beurt. Maar je slaat eerst 't vel een Indiaan, een cowboy, enz. wordt. dam. weer open en vouwt 't andermaal dicht Draad, hoeden, gezicht enz. is alle- De junioren van WSB spelen om maar zorgt daarbij, dat 't gaatje door maal aan jezelf overgelaten, 15.30 uur tegen Athene A. Een vervolgverhaal van Stiske en Wiske DE PRINSES OP DE GLASBERG 19. De prinses wilde de ridder met zilveren uitrusting nog liever dan die met de geelkoperen versieringen. Daar om hoopte ze, dat die tweede ruiter tot helemaal boven bij haar zou komen. Maar toen ook hij op een derde deel van de weg omkeerde, wierp ze de tweede gouden appel achter hem aan. En ook deze sprong in de laars van de ruiter. Deze reed evenwel door alsof hij niets merkte. 's Avonds vroeg de koning wederom aan de ridders, wie van hen in 't bezit was gekomen van de gouden appel der prinses. Doch geen hunner trad te voor schijn. De ridder in 't zilver was er niet bij en niemand wist waar hij vandaan was gekomen en waarheen hij wegge reden was. Op de derde dag verliep alles weer als de beide vorige dagen. Maar kort voor zonsondergang verscheen 'n ridder met gouden uitrusting op een prachtvol paard met gouden zadel en met goud belegde teugels. Hij reed de Glasberg op met zo'n vaart, dat de prinses niet eens de tijd had om iets te wensen Toen hij op de top was gekomen, gi-eep hij de laatste gouden appel van de prin ses en reed terug zo snel hij kon. 20. De volgende dag moesten alle rid ders en ruiters die aan de strijd hadden deelgenomen, voor de koning verschij nen. Degene onder hen, die alle drie de gouden appels toonde, zou dan de beloning ontvangen. Doch geen der aan wezigen was in het bezit van de drie gouden appels. „Dat is goed en wel" zei de koning, „maar één of ander moet ze toch in zijn bezit hebben". Hij gaf daarom het bevel, dat alle mannen In zijn rijk naar het koninklijk slot moesten komen. Het laatst van allen kwamen Peters broers. Toen vroeg de koning hun, of er verder geen mannen meer waren in zijn rijk. Een weinig verlegen moesten zij nu wel antwoorden, dat zij wel nog een jon gere broer hadden, maar die hoefde natuurlijk niet te komen, want die had de gouden appels zeker niet, omdat hij niet eens had deelgenomen aan de wed strijd. „En toch moet hij ook komen" zei de koning. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1964 | | pagina 5