In de Krantentuin §j||| 1 Het knutselhoekje ZATERDAG 25 JANUARI 1964 DE LEIDSE COURANT PAGINA 15 %idewtmd Antoinette de Hey, Leiden: NAAR HET ZWEMBAD Van de zomer mocht ik bij mijn oma logeren, mijn nichtje Inge, uit Oostenrijk logeerde er ook. We had- halve een lekkere appel of peer, krijgt hij ook nog wel een» iet* an ders. Hij vertelt: GROENTEBOER HELPEN Het vorige voorjaar heb ik dik- den afgesproken om des morgens wijls onze groenteboer geholpen. Ik vroeg op te staan, want we zouden mocht aardappelen wegen, appels en gaan zwemmen. Vlak bij mijn oma sinaasappels voor de klanten in de was een zwembad. Onder het ontbijt emmertjes doen en nog veel meer maakten we het plan om een buur- dingen. Als ik b.v. een krop sla ging meisje Heidy, ook te vragen met ons brengen kreeg ik wel eens een dub- mee te gaan. Zo gauw we dan ook beitje of een paar snoepjes of koek- met het ontbijt klaar waren, pak- jes. Als ik de hele dag de groente ten we onze zwemspullen in een bad- boer had geholpen dan kreeg ik heel tas en gingen we naar het huis van vaak een gulden en een appel van Heidy. hem. Ik ging ook vaak met hem naar (Advertentie) OTTO'S SIGARETTEN MIERENSTRIJD Wanneer ik 's zomers nogal eens in mijn geboortedorp vertoef, dan breng ik vele uren door in de na bijheid van mijn geboortehuis, waar ik tot mijn twintigste jaar gewoond heb. Het ligt in een betrekkelijk klein gehucht, waar nauweijks 30 huizen liggen. Maar de omgeving van dit woonoord je is buitengewoon interessant, vooral voor iemand, die er elke vierkante meter kent. Er is veel bos, veel struikgewas, veel ver scheidenheid in plantengroei, mooie akkers, en een hoge Maasoever van waaraf men een prachtig uitzicht heeft op uitgestrekte weiden en de drukke scheepvaart op de Maas. Je kunt er zwemmen, kanoën, zeilen en natuurlijk vissen. Bovendien is er een grote verscheidenheid van gevo gelte. Zelfs heeft er zich sinds twee jaren een kleine kolonie van wilde zwanen gevestigd. In het bosschage op de hoge oever schijnt het een pa radijs te zijn voor bos- en tortel duiven, voor Vlaamse gaaien, voor spechten, lijsters, merels enz. En geen wonder, want er groeit voor elk wat naar zijn gading: allerhande bessen en zelfs tamme kastanjes en wilde kersen. Het is er gewoon een ideaal oord om er kennis op te doen van boom soorten, planten, struiken, bloemen, vogels, insecten, paddestoelen, mos sen enz. enz. Er is geen boek dat je zoveel kennis van de natuur kan bij brengen als dit plekje van nauwe lijks 25 hectaren. Laatst zag ik er zelfs een paar ijsvogeltjes, die je heus niet zo dikwijls te zien krijgt. Maar ik zou vertellen over mieren- strijd. Nou, die kun je daar meema ken, want het krioelt er van de mie ren, anders zouden er ook niet zo veel spechten worden aangetroffen, want deze leven hoofdzakelijk van mieren, vooral in de zomer. Ik hqb heel wat uren doorgebracht bij hun nesten om ze te zien werken en sjouwen met hun prooien en vaak ook om ze te zien vechten. Het gevecht gaat soms tussen en kelingen, soms tussen groepjes, maar ook wel tussen een hele kolonie en een andere. Dan zie je ze soms in 'n kolonne van wel een voet breed op de vijand lostrekken. Merkwaardig is het, dat het midden van de ko lonne meest het dunst bevolkt is, want daar moet gevechtsruimte zijn. Is eenmaal de slag begonnen, dan zoekt elk individu of soms een groep je zijn tegenstander uit en dan gaat het er heet en meedogenloos op los. Ze bevechten elkaar met de kaken. In hun woede bespuiten ze elkaar met mierenzuur, zodat het hele ge vechtsterrein er tenslotte sterk naar riekt. De mieren hebben twee doelen bij hun strijd: ofwel doden of gevan genen maken, dus ook al net als bij de mensen: vernielen en buit maken. Na enige tijd zie je op het slag veld tal van doden liggen en je ziet naar twee richtingen gevangenen meetrekken. Ze hebben elkaar bij de kaken of bij de pootjes vast en dan is het maar trekken en tegen- trekken. Kan een mier het karwei niet alleen af, dan komt een nest- genoot wel een handje helpen. Maar de gevangene krijgt dan natuurlijk ook hulp en dan ontstaat er ten laatste soms een heel kluwen van trekkenden en vechtenden. Je zou zo zeggen: „Hoe kennen die mieren van dezelfde soort zich uit elkaar?" Ja dat moet wel zo zijn, dat mieren uit eenzelfde nest een bepaalde lucht bij zich hebben, die de bewoners van een andere mierenkolonie niet hebben of althans een andere geur bij zich hebben. Er moet beslist zo iets bestaan, anders kunnen vrien den en vijanden zich onmogelijk van elkander onderscheiden. In ons oog immers zijn alle leden van eenzelfde soort volmaakt gelijk aan elkander, voorzover wij dat tenminste kunnen beoordelen. De niet strijdende mie ren gaan gewoon met hun dagelijks werk door; ze verzorgen het huis en bouwen het uit, tewijl anderen erop uittrekken om voedsel te zoe ken. Tegen de avond wordt de strijd ge staakt. De doden blijven op het slag veld liggen, terwijl de gevangenen worden meegesleurd naar de vijan- Iedere morgen maakte Otto, in de „„.vJ volksmond heette hij Lompenetto, ken. Dat deden ze graag. Vader hielp raThKfNa^delf ond£l eineennStJalS in^un^éuje kamef "Ja fÜn! Wacht dan Pak ik even veili'ng is heel veel te llen en te ,ocht ,te kel?b™' slolta b« dan ^bjd I zwempakje en handdoek. Dat horen. Waren we naar de veiling naar de bushalte, want daar vond hij tje slapen. Na een paar dagen waren nno wp] h.. Hp tas» OPWPPst Han hieln ik mee de eroente altijd veel sigarettenpeukjes, die aT^Zfnd enapieta|kïeeTook ka"n nog ™el bij jullie in de tas." geweest, dan hielp ik mee de groente altijd veel g Op een holletje liepen we naar 't en het fruit opladen tot we naar huis ^Men weggeworpen, als de joker hier gauw nieuwe vriendjes. Rob Overdijk, Leiden: ZEEROVERS Op de grote oceaan voer het schip „Arogante". Het was een groot en snel zeilschip, een mooie buit voor DE KOEIENMARKT delijke veste om er een triest lot te ondergaan. Is de strijd niet voldoende beslist, dan wordt hij de volgende morgen, zodra de zon schijnt, hervat. Heeft men er daarentegen genoeg van, dan vermijdt men voorlopig elkanders huis en zijn bewoners. Correspondentie Vandaag eerst de binnengekomen verhaaltjes en dan is eerst Alex zenscmp, een moo.e uun vuur Wallaart, Leiden aan de beurt met: fe*n 2 eftaen nog waren. da groenteman helpen en be Op een stormachtige dag kreeg de uitkijk een schoener in het zicht. Het was vrijdag, nog heel vroeg, u."Pir?tan in a'cht!" ™P bÜ. want half zes. Ik stond op. Ik wilde naar b« had de zwarte vlag met de witte de koeienmarkt in Leiden gaan. Die doodskop er op, goed gezien, markt is op de Lammermarkt. Ik De kapitein die het gehoord had, ging op de fiets naar het station, schreeuwde: „Maak alle kanonnen en Daar stalde ik mijn fiets en ging lo- musketten gereed, pend naar de markt. Het was er al Op het piratenschip was alles ook druk. Er stonden veel vrachtwagens, klaar voor de aanval. Ze stonden ge- die de koeien vervoerden. Toen ik reed om de „Arogante" te enteren, eenmaal tussen de koeien stond, ging Daar klonk al het eerste kanonschot, ik de man zoeken, die ik een week onmiddellijk gevolgd door een twee geleden geholpen had. Na een poosje de. zoeken, ja hoor, daar had ik hem. „Vuur!" schreeuwde de kapitein. „Dag meneer", zei ik. "Ke'def det rotwrak schiet ze naar Zo ben je daar weer? Je bent de haaien! Hebt moed! vroeg", antwoordde hij. Er ,laS al, aP?edlg een maal va" Ik verstond het maar half, want d? „Ar°gante" in zee maar bij he ik was vol aandacht voor een grote P'ratenschip hingen ook heel wat stier. De man kwam naar me toe. 20llen aan flarden. Opeens kwam er „Heb je zin, mee te gaan, de koeien n?8 fen schoener op de „Arogante uit het land te halen?" vroeg hij. af-A1 gauw moest nu het trotse schip Nou of ik wilde. Ik zei meteen :„Ja." het onderspit delven. „Heb je brood bij je?" De bemanning werd gevangen ge- „Ja meneer, dat heb ik bij me." nomen en op het piratenschip weg- „Kom mee, dan gaan we naar de gevoerd. Dat was het roemloos ein- wagen." de van de dappere bemanning van 't Ik liep achter de boer aan, naar trotse schip „Arongante", dat tot zin- de wagen. Hij pakte de sleutel en ken gebracht werd. maakte de deur open. Ik ging er Marja Habraken, Leiden: zwembad. Kochten een kaartje, zoch- gingen. lin de _bus stapte. Had hij 6 peukjes ten een hokje op en we verkleedden gevonden, dan rolde hij zich met qe ons vlug. Al gauw doken we het wa- Zeg Gerard je moet ons eens ver- JH^oud een nieuwe sigaret. Vloeitjes ter in. In het begin was het een beet- tellen hoe^ het er op zo'n veiling bad hijaltijd bij zich^Op een mor- je koud, maar dat wende gauw. De toegaat. (Tante Jo) hele morgen bleven we er. Wat smaakte 't eten die middag heerlijk. Volgende week gaan we verder met de verhaaltjes. Dag allemaal. Gerard Kuiters, Leiden gaat wel TANTE JO en OOM TOON daarvoor elke avond naar buiten be hoeft te gaan kijken. Je zit gewoon aan tafel, drukt op een paar knop jes, draait aan een paar schroeven en je ziet op een scherm, hoe de hemel er op die dag uitziet. Men kan zon, wolken en blauwe hemel laten zien alsmede de maan, sterren en de donkere nachthemel. De hemellicha men worden door drie zaklantaarn- batterijen belicht. WAAROM NOEMT MEN DE VERENIGDE STATEN „ONKEL SAM" gen vond hij 36 peukjes. De vraag is nu: Hoeveel nieuwe sigaretten kon hij die dag rollen? in. De motor startte en boem! boem! daar gingen we. „Meneer, waar gaan we naar toe?" vroeg ik. „We gaan naar een weiland, even voor Rotterdam". „Dat is ver." „Ja, vrindje." DE SPOKEN VAN LONDEN In Amertka heeft 'n man een bijen stal voor onderwijsdoeleinden ont worpen. De cellen, waarin de bijen In één van de voorsteden van Lon- geb?r™ worden. hf™*0" L? een den waren wel 10 spoken, die de dia "«J °P n gkzen mensen zó bang maakten, dat ze in dfkael ?e korf hee" tw0e bed lagen te rillen en te bibberen spelingen in de ene worden de Al gauw waren we op de weg naar van angst. Er werden zoveel kreten Rotterdam, maar toen we bij het gehoord, dat men op het laatst niet SJJJ1vnÜ weiland kwamen, was het al negen wist, hoeveel spoken wel. Maar het Ean doorzichtlgn plastlkbuis voert uur. Het gaat hard met de auto waren er zeker tien. P* TjAniroal lrftninM i...-1 h©t luSSlOKcl&l 11 cl Hl bUltOIl, ZOdflt dfi 1 "?S koeien moeten we la- Daar moest een einde aankomen. bijen kunnen uitvliegen. Wan- \V De burgemeester, de raadsleden en «eer 't weer evenwel te slecht is "twt°U lk,denk on6eveer twintig. de politieagenten kwamen op een halen de bijen haar voer uit een Maar daar lopen veel meer koei- goede dag in een vergadering bijeen. en- Daar zouden ze eens bespreken hoe sing bevindt. „Misschien wel. ze de spoken het best konden bestrij- We stapten uit en deden de klep den. Na Urén vergaderen werd er van de wagen omlaag. eindelijk een oplossing gevonden. En „Zo, roep jij nu maar: ho. ho maar! weet je hoe? Raad eens! Ze zouden De koeien liepen gewillig naar de zeif voor spook gaan spelen. Ja. lach wagen. Toen de wagen vol was, de- maar niet. Moet je horen hoe ze dat den we de klep dicht en al gauw gedaan hebben, redqn we naar de markt in Leiden. STERRENKUNDE KAN OOK THUIS BEOEFEND WORDEN Frans Tuythoff, Leiden: DE VERHUIZING De ouders van Nelleke en Piet, 'n broertje en een zusje, zouden don derdag gaan verhuizen. Nelleke vond Op een bepaalde nacht hadden 10 mensen zich verkleed als spoken. Ze begaven zich tussen de huizen in de donkere tuinen. Wat gebeurde er toen? De gevreesde spoken gingen voor deze tien nieuwe op de vlucht en ze kwamen nooit meer terug. De mensen leefden er voortaan weer Sjaak Keltjens, Leiden: NAAR DEN HAAG het maar wat fijn, maar Piet vond rustlS en zonder angst, het helemaal niet leuk. Hij moest immers zijn vriendjes missen en voordat hq weer nieuwe vriendjes gemaakt had in Arnhem, want daar gingen ze wonen, dat zou wel enige tijd duren °P een zaterdag, de laat- ste van de vakantie, zouden we naar Die donderdag kwam er een grote Den Haag gaan, om ons nieuwe huis wagen voor de deur. „Verhuizingen" te bekijken. We sloegen de weg in stond er op. De mannen begonnen naar Scheveningen en kwamen langs meteen alles in te laden. Jammer de gevangenis. Later reden we langs genoeg moesten Nelleke en Piet naar het Kurhaus en de Pier. Ik had me school. „Dat ruimt i Zie hem eens genieten op z'n bank in het park! ROELOFARENDSVEEN WEDEROM GRANDIOZE FANCY-FAIR VOOR DOSR Nog in de loop van dit jaar hoopt de plaatselijke sportvereniging DOSR gebruik te gaan maken van het nieuw aangelegde gemeentelijk sportpark. Achter deze simpele vermelding gaan echter heel wat bijkomstigheden schuil, die het bestuur van deze sport vereniging voor een groot aantal pro blemen stelt. DOSR zal in dit com plex de beschikking krijgen over twee speelvelden. Het is begrijpelijk, dat de verhuizing van het oude sport veld naar dit nieuwe complex finan cieel nogal enkele offers zal vragen. Vooral voor een eigen clublokaal en kleedkamers, een accommodatie, die bij een modern sportveld beslist geen overbodige luxe is, is veel geld nodig. Gelukkig weet DOSR zich in haar streven de Veense sport jeugd ten dienste te zijn, gesteund door een groot supportersleger. En dit is ook wel nodig, want voor al de laatste jaren is er een grote toeloop van de jeugd naar de DOSR- gelederen. Onder het motto „Helpt Deze naam ook wel Uncle Sam voor de U.S.A. is al meer dan 100 jaar oud. Niemand weet precies, waar hij vandaan komt, maar omstreeks 1850 DOSïT onder "dak" is er vorig jaar kon men in Amerikaanse kranten reeds met groot succes een fancy-fair de volgende verklaring lezen: Tijdens VOOr dit doel gehouden. Ook nu zijn de oorlog van 1812 leverde een man, de werkzaamheden voor de opbouw Elbert Anderson, levensmiddelen aan Van de heden, zaterdag 25 en zondag het leger. Op de kisten en vaten wa- 26 jan., te houden fancy-fair in de ren de beginletters van zijn naam veilinghallen reeds weer in voile gestempeld en bovendien nog U.S., gang. De vele vermakelijkheden zoals wat natuurlijk „United States" bete- vrolijke keuken, schiettent, rad van kent (Ver. Staten). Iemand vroeg avontuur, etc., worden hier weer op- naar de betekenis van die twee let- gesteld. Zelfs enkele op dit gebied ters en een grappenmaker antwoord- geheel nieuwe vermakelijkheden zul- de: „Elbert Anderson en Uncle Sam", len de aandacht opeisen. Natuurlijk Uncle Sam was een oudere heer Sa- is er ook gelegenheid voor een gezel- muel Wilson, die de administratie lig zitje en is er tevens in een der van de legerproviand voerde. hallen volop gelgenheid tot dansen. Deze geschiedenis was spoedig in Voor dit laatste heeft men het prima 't hele land bekend. En Uncle Sam dansorkest „The Yellow Strangers" werd van nu af aan als een grote, weten aan te trekken. De danszaal is magere oude heer getekend met oud- geopend zaterdagavond van 8 uur modische kleren aan en 'n hoge cy- tot 11.30 uur en zondag 26 jan. van Een kfliein planetarium (dit is een linder op z'n hoofd. Vaak is zijn pak 3 tot 6 uur en van 7-11.30 uu rn.m. •7oi rnnorW tvtqo,* i 6 er an. er? voorgesteld, veel inrichting om de loop der planeten van 'n Amerikaanse vlag gemaakt, De fancy-fair wordt zaterdagmid- 'o miririptfc Viator, ,a tt^j" I langer, dieper m de zee. Maar toch sterren die zich in een vaste baan zijn broek gestreept en zijn vest met dag te 3 uur n.m. geopend en is zon de hele dae vrii ppnnmen nm te het !faSi W m001, Het was er er2 of om 'n vaste ster bewegen om sterren bezet. Als je die figuur nu dag geopend van 1 tot 11.30 uur n.m. pen Toen de kinderen om 12 uur de zon aanschouwelijk voor te stel- ziet als spotprent of in reclame, dan Voor nadere bijzonderheden ver uit school kwamen wa* Ho ,„OCrPr. Toen moesten we gauw door naar len) maakt 't mogelijk de sterren- weet ieder, dat het 't symbool der wijzen wij nog naar dt advertentie zo goed als volgeladen Jammer voor Den Haag> naar ons nieuwe huis kij- hemel gade te slaan, zonder dat men Verenigde Staten is. in ons blad van vrijdag. Piet, want die had nog graag wat ï0?' walï,we gaan bi.™enk°rt ver- willen helnen huizen. We gaan ruilen met een .,_f mevrouw. Eerst moest mijn vader 't Die middag gingen ze op weg. Va- huis eens goed van buiten bekijken, ton'd® kindaren mofh- Die mevrouw zag ons al en vroeg Een vervolgverhaal van Suske en Wiske ten in de cabine zitten. Ze moesten ons binnen te komen. Ze vroeg ook ongeveer 2 uur rijden. De wagen of we wat wilden drinken. We kon- v?or ku*s en on~ den kiezen uit: koffie, limonade en middellijk begonnen ze uit te la- Coca-Cola. Vader en moeder namen den. Nu mochten Nelleke en Piet koffie, mijn kleine zusje limonade en met de kleine pakjes mee helpen, ik Coca-Cola. Toen lieten die meneer Wat was het vreemd in dat nieuwe en mevrouw ons het hele huis zien. huis. Toen de verhuismannen weg Het was inmiddels al laat geworden waren mochten de kinderen de spul- en moeder wou nog wat inkopen len van hun eigen kamertje uitpak- doen. Daarna gingen we naar huis. DE PRINSES OP DE GLASBERG (Uit Noors sprookje) 15. Des avonds moesten alle jonge mannen, ridders en vorsten, die aan de wedstrijd hadden deelgenomen in het paleis komen. Maar de ridder, die een derde deel van de weg had afgelegd en toen teruggekeerd was, liet zich niet zien. De koning vroeg, wie hunner de gouden appel van de prinses gekregen had, maar niemand kon die appel tonen. Toen de broers van Peter 's nachts thuis kwamen, vertelden zij alles, was ze op de Glasberg beleefd had den, waarop Peter zelf zeide: „De ridder met de geelkoperen uitrusting had ik graag eens gezien". Maai' de broers lachten hem uit en zeiden Spottend: „Ja in zijn gezelschap zou jij mooi passen!" 16. De volgende dag togen de broers van Peter naar het konings slot. „Toe, mag ik jullie vergezel len?" bedelde hij. Doch zij antwoord den: „Dat zou mooi wezen, als wij ons met zo'n boerse knaap, moesten vertonen. Blijf jij maar netjes thuis bij je werk". „Wel nu dan", zei Peter, „als jullie mij niet mee willen nemen, dan ga ik alleen. Dat durf ik gerust aan zonder vrees." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1964 | | pagina 15