VADERLIEFDE Het knutselhoekje Sjeik El Ro-Jenbiet ^-U'KKDAG 11 JANUARI 1B64 DE LjfcmSE COURANT PAGINA 13 Op een hete zomerdag had een der verbitterdste gevechten plaats in die Zuid-Afrikaanse vrijheidsoorlog n.l. bij de Kopjes. Dit was een rij van lage, meest steile heuvels gelegen langs een rivier. Hier hadden de Boeren zich verschanst om de Engel sen te beletten de stroom over te steken. Al vele uren lang beukten dezen met hun kanonnen en met karabijn- vuur de bijna kale rotswanden. Maar de natuur had deze zo hecht gemaakt, dat hun beschieting weinig resultaat opleverde, terwijl de Engelsen zelf gevoelige verliezen leden. Aan hun zijde van de rivier was slechts weinig dekking en om te kunnen schieten moesten zij zich telkens vertonen en daar wachtten de Boerenscherpschut- ters op. Zonder zich zelf bloot te geven of althans heel weinig velden zij talloze Britten neer. Zij maakten zelfs grapjes over de slecht gerichte schoten der vijanden en hun dwaze verspilling van munitie. Achter een der kopjes stond een krachtig gebouwde maar reeds ver grijsde Boer met zijn zware buks in de hand. Naast hem stond een slanke, vrij tengere jongeling van misschien nauwelijks 16 jaar. Maar hoe ver schillend ook van gestalte, was 't duidelijk te zien, dat het vader en zoon waren, want hun helderblauwe ogen hadden volkomen dezelfde oog opslag. Zo juist hadden Schotse Hooglan ders na een hevig trommelvuur van alles wat maar schieten kon getracht om de rivier over te steken en dan een stormaanval op de stellingen der Boeren te doen. Maar dezen had den hun met welgericht geweer- en karabijnvuur zulke bloedige verlie zen toegebracht, dat zij zich ijlings moesten terugtrekken. En nu was er even rust ingetfe- den. De jonge boer had zijn buks tegen de rotswand gezet en zijn hoed afnemend, wiste hij zich het zweet, dat van voorhoofd en gelaat afliep van zijn hoofd af. Terwijl de vader weer zijn karabijn laadt, ziet hij met tedere bezorgdheid naar 't vermoeide bleke gezicht van zijn zoon. „Her man, je hebt je dapper gehouden, maar dit is toch te zwaar voor jou. Maar die aan de overzijde hebben 't toch veel harder te verduren gehad". „Ja, dat is waar, vader, maar zij hebben water terwijl wij hier ver smachten van de dorst.'Oh, mijn tong kleeft aan mijn verhemelte vast". „Heb nog een uur of drie geduld tot de avond gevallen is, dan kun nen we door de duisternis beschut, afdalen naar de rivier en water scheppen". „Nog drie uur" herhaalt de jongen met een diepe zucht. ,,'t Spijt me» beste jongen, dat ik 't zeggen moet; maar je had bij moe der thuis moeten blijven; dit leven is te hard voor de jonge krachten". „Oh, zeg dat niet vader. Moeder zelf heeft niet getracht mij te weer houden. Zij was zelfs in staat geweest om zelf mee ten strijde te trekken met u en de zeven jongens, als haar ziekte 't haar niet belet had". Nu knikt de vader en er komt zelfs een trots lachje op zijn verweerd gezicht. „Ja", zegt hij, „zij is van een dapper geslacht. Eens was haar vader, dus jouw grootvader, bezig takkebossen op een wagen te laden, waarbij hij door grootmoeder geholpen werd, toen zij plotseling door 'n aantal Kaf fers werden overvallen. Eén hunner, een reus van 'n kerel, was op 't punt haar man met zijn lange speer te doorboren, toen je grootmoeder met een bijl in de hand toesprong en de aanvaller met één slag neervelde. De anderen waren daarvan zo onthutst, dat zij als hazen op de vlucht gin gen zonder nog naar de gevallene om te zien". Maar bij 't afscheid had moeder haar man wel op 't hart gedrukt, om toch vooral goed op Herman te letten en te verhinderen, dat hij zich te onbezonnen aan gevaar zou blootstel len. „Wel, moeder, ik hoop hem weer levend bij je terug te brengen als God 't wil". Met deze woorden had hij met hun 7 zoons de grote hof en die er achter bleven verlaten om zich bij zovele andere moedige verdedigers van land en gezin te voegen. (wordt vervolgd) UITSLAG KERSTPUZZEL Voor de kleinen: Kerstmis, kerstkrans, kerstnacht, kerststal, kerstboom, kerstlied, kerst kaars, kerstbrood, kerstavond, kerst verhaal, kerstfeest, kerstkindje, kerst- kleed, kerstklok, kerstster, kerstdi ner, kersttafel, kerstkaart, kerstman, kerstroos. Dit zijn er 20, maar er zijn er nog veel meer, die natuurlijk ook goed zijn. Er waren heel veel oplossingen. We hebben geloot en Marian Buters, Herenweg 42, War mond; Wimmie van Zoest, Emmakade lb. Bodegraven: krijgen ieder een boek thuis ge stuurd. En nu de groten. Ook veel inzendingen. Een greep uit de goede woorden: kamer, tuin, keuken, klas kachel, groente, weegschaal, lamp kast, grond, water, lessenaar, klok, gieter, wasteil, lesrooster kruis, grindpaadje, wasmachine, leesboek kleed, gras, waspoeder, letterdoos. 'Hier zijn de gelukkigen: Gerrie Baak, Hoofdweg 1549, Ab- benes; Agnes Vink, Herenweg 7b, Rijn- saterwoude. En nu de goede oplossingen van de groten: Nellie v. d. Geest, Leiden; Wim v. d. Geest, Leiden; Greetje Engel, Oude Wetering; Lia v. d. Geest, Leiden; Tineke Verlaan, Nieuwveen; Gerdy Moerkerk, Katwijk; Mar ja v. Klink, R.A'veen; Thea Lelieveld, Voorscho ten; Jeanne van Ruiten, N.W-hout; Anja Rekelhof, Nieuwveen; Tineke de Graaf, Leimuiden; Leo Oliehoek, Stompwijk, Thea Boers, Abbenes, Willy van Trigt, De Kwakel; Jacque- lien Rietveld. Hazerswoude; Adrie Oudshoorn, Rijpwetering; Riet van Ruiten, N.w.hout; Marian v. Zoest, Heieen van Zoest, Bodegraven; K. v.. d. Veek, N.w.hout; Mien Koot, Warmond; Annemarie Kapteyn, Hoogmade; Rieneke Ouwerkerk, Lei den; Bea Onderwater, Lisse; Ria Baak, Abbenes; Maria den Haan, Langeraar; Marjatta de Koning, Oude Wetering; Hans Vreeburg, Ha zerswoude; Joke van Egmond, Lei den; Louise de Frankrijker, Hazers woude; Agnes Kapteyn, Hoogmade; Antoinette Silvester, Leiden; Ada Vink, Rijnsaterwoude; Joke van Vel- zen, R.A'veen; Ria Borst, Rijpwete ring; Gerry v. d. Lans, Voorhout; Thea v. d. Salm, Zoeterwoude; Lida v. d. Ing, Oud-Ade; Jan en Theo Vol- gering, Langeraar; Maria Bunnik, Aarlanderveen; Astrid Schoots. Lei den; Anneke Hoogeveen, Aalsmeer; Harrie van Ruiten, N-w.hout; Fietje v. Leeuwen, Voorhout; Toos Schuur, Zoeterwoude; Ria Zandbergen, Zoe- Ineke Vroomhof, Sassenheim; Cobie terwoude; Ineke Haver, Sassenheim; Kempen, Aarlanderveen; Rienie van Noort, Zoeterwoude; Voorschoten (op een velletje postpapier met een kabouter)Ank Buters, Warmond; Marian Kortekaas, Leiden. De kleinen: Fransje Boers, Abbenes; Thea v. d. Geest, Leiden; Arda Verlaan, Nieuw veen; Kees Noordermeer, Noordwijk; Cyrilla Rekelhof, Nieuwveen; Anne- mieke Vroonhof, Sassenheim; Hans Vernooy, Leimuiden; Ria Boere, Ha zerswoude; Lia Zwetsloot, Hazers woude; Quirinie Vermeulen. Ter Aar; Kees Vernooy, Leimuiden; Wim Ver nooy, Leimuiden; Ludi Schakenbos, Warmond; Ria v. d. Meer, Voorscho ten; Aad Stolwijk, Hazerswoude; Car- la v. Klink, R.A'veen; Arie Schaken- bos, Warmond; Sjaak Ludlage, Hoog made; Margaretha Bunnik, Aarlan derveen; Willy Oliehoek, Stompwijk; Sjanie Oliehoek, Stompwijk; José v. d. Lans, Voorhout; Connie Borst, Rijpwetering; Piet Weyers, War mond; Hennie Vink, Peter Vink, Rijn saterwoude; Aad v. Egmond, Leiden; Wim den Haan, Langeraar; Willy Vink, Oud Ade; Bennie Baak, Abbe nes; Nellie Versteeg, Zoeterwoude; Agnes v. d. Geest, Leiderdorp. CORRESPONDENTIE Joke van Velzen, R.A'veen. Jam mer Joke, dat ik je briefje een week te laat in handen kreeg. Je versje over het oude jaar, was dan juist op tijd gekomen. Maar omdat je er zo je best op hebt gedaan, plaats ik het vandaag nog in de krant. OUDEJAAR De klok wijst bijna twaalf uur Het is weer oudejaar Buiten is het koud en guur Binnen zitten mensen bij elkaar Als de klok 12 uur gaat slaan Komt 't nieuwe jaartje binnen Het oude heeft z'n best gedaan Het nieuwe gaat beginnen Een nieuw jaar vol goede wensen Voor kinderen klein en groot Ook alle grote mensen De zak vol goede wensen, weegt zwaar als lood Toch kan 't jonge jaartje hem dragen Hij kan tillen, wel voor een jaar Dan komt een gevoel knagen Nu is 't wel voor elkaar! Prompt wordt hij afgelost Door 't nieuwe jonge jaartje Dat dan de zak weer torst Maar in 'n rustig vaartje. Bob Gijbeis, Leiden heeft ook een versje gemaakt: Meneertje Hoelepoen Meneertje Hoelepoen Zat op een mooi bankje In het plantsoen En rookte een pijpje Op z'n dooie gemak En achter zijn kiezen Zat een pruimpje tabak Kijk, daar liep zijn poes Hij vond haar een snoes Daar kwam ook zijn hond Die maakte het wel eens te bont Willy Vink, Oud Ade. Je hebt deze keer voor 't eerst meegedaan en geen prijsje gewonnen. Maar daarom niet getreurd, en je doet weer mee de volgende keer. Connie Borst, Rijpwetering. Ook 'n nieuw nichtje. Je bent pas zeven jaar dus je kunt nog heel lang met ons meedoen. Afgesproken? Adrie Oudshoorn, Rijpwetering. Eerst een pluim voor de tekening van de Flintstones. Duidelijk hoor en ook aardig gekleurd. Hier komt je verhaaltje. STEROOGJE Het was een paar dagen voor kerst mis toen er op de grote ijsvlakte van het poollandschap een slede uitreed, opgeladen met gedroogde dierenhui den. De bestuurder van de slee, een Eskimo, had zijn vrouw en ook zijn dochtertje meegenomen. Dik inge pakt tegen de kou, zaten ze stijf te gen elkaar aan op de volle slee. Opeens begon het rendier harder te lopen en sniffelde zenuwachtig met z'n neusgaten. Wat was het ge val? Nog voor de Eskimo iets gezien had, had het rendier de aanstormen de troep wolven al geroken. De man gaf het rendier een tik met de zweep en daar vlogen ze over de sneeuw vlakte. Daar maakte de «lee een buiteling, toen hij over een sneeuw hoop heen moest. Het kind liet de moeder even los en viel van de slee. „Man!" gilde de moeder. „Stop, ons kind is er afge vallen!" De vader remde de slee, maar wat hij ook probeerde, het rendier was niet tot stilstand te krij- fen, met die wolven achter hem aan. ntegendeel het begon nog harder te rennen. De wolven snuffelden even aan het kind, maar raakten haar ver der niet aan. Voort joegen ze weer, achter het rendier aan. En nu zou het kind zeker van koude gestorven zijn, als er niet, vlak achter, een man op een slede langs kwam. Hij pakte het kind op en nam het mee naar huis. Toen hij thuiskwam, was zijn vrouw aan het bakken en bra den voor het Kerstfeest en de jon gens, waren de kerstboom aan het versieren. „Hier vrouw, een kerstgeschenk". en de man legde het meisje in de armen van zijn vrouw. „Hoe kom je aan het meisje?" vroeg de moeder. „Ik vond het in de sneeuw". „Wij heerlijk, nu hebben we ook een meisje, riep de moeder blij. „Hoe heet ze?" vroegen de jon gens. „Ja, hoe heet ze!" vroegen ze zich af. „Elizabeth noemen we haar", zei moeder. „Ik weet iets beters. Zien jullie haar blauwe oogjes schitteren. Net sterretjes. De jongens hier hebben bruine ogen en zij blauwe. Zullen we haar steroogje noemen?" vroeg „Ja! ja!" riepen de twee jongens, vader. „Steroogje!" (wordt vervolgd) Dag allemaal. Tot de volgende week. TANTE JO EN OOM TOON (potters| .LINIAJ ALS DIEREN REISKOORTS HEBBEN DIEREN EN KASPERLEPOPPEN UIT DOOSJES Neem b.v. twee grote, lege lucifers- dozen (ouderwetse). Eén korte zijde snijdt men uit het Schuiflaadje en schuift dit dan weer in de huls. Be plak de doosjes met papier. Bij beide doosjes moet de opening naar achteren liggen. Daar steekt men de vinger in, als 't spel begint (zie 1). Als men de vinger op en neer beweegt, moeten de dieren hun bek openen en sluiten. Lijm een stuk papier of een bandje (zo nodig met plakpleister) achter aan elke kant als ophanger vast (zie 2). De leeuw (3) geef je manen van papier. Voor slurf van de olifant neem je 'n puntzakje van grauw pa pier, waarin 'n pijpreiniger steekt om 't slurf model te krijgen. De oren maak je ook van grijs (grauw) pa pier. Het paard (5) bestaat alleen uit twee aaneengelijmde doosjes. De rest behoef ik zeker niet te beschrij ven, die is makkelijk genoeg. MONSTERS UIT DE OERTIJD In april wordt in New York een tentoonstelling World's Fair 1964- 1965 gehouden. Op deze wereld tentoonstelling (dit is de vertaling van World's Fair) is één der vele nieuwigheden glasmodellen op na tuurlijke grootte van de enorme die ren, die in de oertijd op aarde leef den, heel heel lang, voor dat de eerste aapachtige mensen het levens licht aanschouwden. In 't geheel zul len er negen dinosauriërs te zien zijn. De kunstenaars, die ze naar de tekeningen van de geleerde natuur onderzoekers maken, zijn al zover gekomen, dat men enkele van die reuzen al heeft kunnen fotograferen b.v. de 15 m lange Tyrannosaurus, welks beweegbare onderkaak 't mo gelijk maakt de 15 cm lange, spitse tanden te laten zien. Voor de dieren, die iets kleiner waren dan hij, moet 't wel 'n hachelijke ontmoeting ge weest zijn als ze zo'n vervaarlijk beest tegenkwamen. Ook zal er een Brontosaurius te Als een hond of een kat een reis mee moeten maken, kan men ze door de veearts een kalmerend spuitje laten geven, waardoor ze on derweg niet zenuwachtig worden Met paarden, die nogal eens van streek raken, als ze de ene renbaan naar een andere vervoerd moeten worden, ligt deze zaak evenwel moei lijker, omdat men niet precies weet, hoe 'n spuitje bij hen werken zal. Bij koeien is het eenvoudiger. Steeds geeft men in de Verenigde Staten van Amerika koeien een spuitje als ze per schip moeten ver voerd worden. Langzamerhand kent men de juiste dosis, die de koeien rustig maakt, zonder ze te veel af te stompen. Men bevrijdt ze ermee van de vrees zich zelf of d'r soortgeno ten pijn of ongemak toe te brengen. zien zijn, die wel 18 ton (is 18.000 kilo) woog toen hij leefde. Wanneer deze angst voor iets had, dan stortte hij zich in het water, tot alleen zijn kop er bovenuit stak. Toch waren zijn hersens maar half zo groot ais die van 'n mens cn 'n geleerde heeft daarom van hem gezegd, dat hij zo dom was als een dier maar zijn kan om althans nog te kunnen leven. De dinosauriërs stierven al meer dan 60 millioen jaren geleden uit. 't Klimaat werd toen op aarde zo veel kouder, dat zij er niet meer konden leven, omdat zij te weinig hersens hadden en te veel honger om zich daaraan te kunnen aan passen. Een vervolgverhaal van Snske en Wiske DE PRINSES OP DE GLASBERG 11. Uit alle hoeken der wereld kwamen nu vorsten, prinsen en rid ders om de wonderschone prinses voor zich te winnen. Ze kwamen op prachtige paarden en waren zelf rijk uitgedost, want ieder wenste en ge loofde, dat hij de overwinnaar moest worden. Ook Peters broers trokken erop af, maar zij wilden hem niet meenemen. „W\j maken ons immers belachelijk, als wij met zo'n boer aankomen" hoonden zij. Toen de broers de Glasberg be reikten, waren de vorsten en ridders reeds druk bezig hun geluk te be proeven. Ze deden alle moeite om hun paarden tegen de Glasberg op te dwingen, maar niemand gelukte het. 12. De hoeven van alle paarden gleden steeds maar weer uit op 't glas, dat zo glad was als ijs en bijna zo steil als een muur. Desondanks probeerden zij het van 's morgens tot 's avonds en wel zo lang en vaak, dat hun paarden nauwelijks nog een poot konden optillen. De koning was reeds van plan de wedstrijd te beëindigen, toen er net nog een vreemde ridder kwam aan rijden. Zijn wapenrusting bestond uit geel koper en 't paardetuig was met 't zelfde metaal beslagen. Het late zonlicht deed dat al zó blinken, dat de ogen pijn deden, als ze naar die ridder keken. (wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1964 | | pagina 13